Kaat Hermans
Columniste Kaat Hermans ging op reis naar Vancouver en botste er op een monster: de pijnstiller maar ook drug Fentanyl.
"Twaalf jaar heb ik in de bak gezeten. Met gezelschap dat ik niet mocht kiezen. Ik heb al die tijd de dagen zit aftellen. 4.380 dagen. Tot ik vrij was.”
Kaat Hermans ontmoet een dakloze man in Gent: "Lichten weerkaatsen op zijn uitgeregende gezicht. Of zijn het tranen?"
Kaat Hermans neemt afscheid van Mo: "Met een klein hartje wandel ik het ziekenhuis binnen. Een week later ben je dood."
Kaat Hermans maakt zich zorgen om oude bekende Peter: 'Op de achterste bank zit iemand ineengedoken, met een fort van zakken om zich heen.'
'Kind zoekt huis' is een nieuwe column van Kaat Hermans over een jongen die in Gent samen met zijn mama in de nachtopvang slaapt.
Een moeder bezoekt elke zaterdag haar zoon in de gevangenis. Morgen komt hij vrij. Een nieuwe column van Kaat Hermans.
De collega van straathoekwerker Kaat worstelt met een depressie. "Plots weent hij. Ik leg mijn hand op de zijne. Ik zou heel graag mee bleiten."
Straathoekwerker Kaat Hermans ziet niet alleen miserie door corona: 'Nabijheid zorgt voor kracht. Zeker in tijden van noodgedwongen afstand.'
Straathoekwerker: "Ik sta in Brussel-Noord. We nemen afscheid. Ik bleit, zij bleit. Onze tranen communiceren beter dan we zelf nog kunnen."
Straathoekwerker Kaat Hermans is kwaad op mensen die het individuele schuldmodel aanhalen om zelf geen last te moeten dragen.
Column Kaat Hermans: 'Hij heeft iemand doodgereden. In één klap werd hij een crimineel van de ergste soort. Een kindermoordenaar.'
Ze wonen in een barak. Geen stromend water, geen elektriciteit, geen verwarming. Geen plaats voor nieuw leven.
'Sam grijnslacht met mijn masterdiploma Criminologie. Zijn leven is een vergelijkende studie van Belgische gevangenissen.'
Straathoekwerker Kaat: "Ik ben vandaag een vriend verloren. Niet aan kanker of een hartaanval. Maar aan De Maatschappij."
Meeste reacties
Aan Bart De Wever, de leider van het land
Kom in Ninove wonen
‘De psychiatrie tekent je voor het leven’
‘Zijn mensen waanzinnig of leven we in een waanzinnige wereld? Ik neig naar het tweede’