Zij / Ik
“Ik wil het kind wel, Kaat. Maar wat kunnen we het bieden?”
Ze wonen in een barak. Geen stromend water, geen elektriciteit, geen verwarming.
Hun twee andere kinderen wonen bij haar mama. Geen plaats voor nieuw leven.
Ze kijkt me aan, zoekt steun met haar ogen, haar handen die wringen, gans haar lijf.
Ik zeg niets, drink hete oploskoffie en voel haar pijn.
Dit is het moment waarop het werk binnenkomt. Waarop blijkt dat levens dezelfde zijn.
Dat we vaak voor dezelfde keuzes komen te staan als onze mensen. Er soms gewoon andere maken.
Zij heeft mijn leeftijd. Of ik de hare.
Ze houdt van taal. Ze kan haar mannetje staan.
‘Ik zeg niets, drink hete oploskoffie en voel haar pijn.’
Ik help haar met een zwangerschapstest.
Die stress, die onzekerheid. Dat plannen en hopen van niet.
De test geeft twee streepjes aan.
Ik bel het centrum voor een afspraak. De volgende dag al kunnen we op gesprek.
De hele weg ernaar toe houdt ze mijn arm vast.
We lachen zenuwachtig als de dokter vraagt voor wie het eendenbekonderzoek is.
We huilen hete tranen wanneer ze de gel van haar buik wrijft, haar blik zo ver mogelijk van het monitorscherm.
We zijn twee vriendinnen die gaan shoppen. Of toch windowshoppen, want geld is de grote afwezige.
Ik blijf staan voor een etalage met kinderkleertjes, beeld me in hoe mijn metekindje ermee zou staan.
Ze trekt aan mijn mouw. “Kom Kaat”, zegt ze met een pijnlijke blik. Ik kan mezelf wel voor de kop slaan. Kinderkleertjes bekijken na een bezoek aan het abortuscentrum.
Ik leg mijn arm om haar heen om me te excuseren voor mijn ongevoeligheid.
Ze knijpt erin, om me te laten voelen dat ze ’t begrijpt.
Hij
Hij met zijn handen als kolenschoppen. Hij die een volledige deuropening inpalmt. Hij die met interimcontracten zijn lijf kapot werkt. Hij die dat doet voor vrouw en kinderen, zodat zij dat niet moeten doen. Brood op de plank, man op zijn plaats. Met zijn 1 meter 87, met zijn ruwe huid en stoppelbaard. Met zijn schouders verstopt onder een wollen trui.
Hij ziet er zo kwetsbaar uit. Tranen rollen over zijn wangen.
‘Ik schrik van zijn verdriet.’
Ik kijk naar de bril die vertrapt op de grond ligt, naar de potten confituur van de voedselbedeling, naar het zeil dat loswaait.
Naar alles, behalve naar hem. Ik kan het niet. Ik schrik van zijn verdriet.
Zij zijn naar mij gekomen. Zij wilden de abortus. Zij begrepen dat dit geen plek is voor een kind.
En nu dit.
“Ik verbied het. Je mag niet naar die afspraak.”
Ik slik. Ik ken haar.
“Kom Kaat, we zijn voort”, zegt ze.
Samen gaan we op stap. Om te doen wat hij ons verboden heeft.
Eerst is ze strijdvaardig. Het is haar lichaam. Het kind heeft geen toekomst. Hij moet zelf maar om kunnen met zijn verdriet. Alsof zij er geen heeft.
Aan de deur van het centrum geeft ze toe dat ze de vruchtafdrijvende pillen niet genomen heeft. En of we geen nieuwe afspraak kunnen maken? We hebben toch nog tijd?
Ze is nog niet zó ver.
Hij is nog niet zo ver.
Wij
Wanneer we aan de barak terugkomen, zit hij op de matras te roken.
Zijn blik breekt wanneer hij naar haar opkijkt. “We hebben het niet gedaan”, zegt ze.
Wij.
Ze gaat naast hem op de matras zitten en neemt zijn hand vast.
Haar rode ogen zoeken de zijne, vol liefde.
Hij weent. Ik weet niet of het uit verdriet of blijdschap is.
Ik ween met hen mee. Schokkerig valt er een traan op de neus van mijn schoen.
“Kaat, zet u”, snikt hij.
Ik zet me naast hem. Hij legt zijn arm rond haar en doet hetzelfde bij mij.
Met zijn drieën wenen we, machteloos, kwaad, verbonden door zijn armen in een wollen trui.
Als een navelstreng om ons heen.
Reacties [4]
Armoede zou in onze maatschappij geen reden mogen zijn voor dit gebeuren. Helaas is het een realiteit.
http://www.twijfelbijzwangerschap.be
Er zijn verschillende wegen die kunnen bewandeld worden. De mensen van deze organisatie luisteren naar je, en helpen je een keuze maken.
Zelf uit armoedesituatie komen en blijven moeten strijden om er niet terug in te geraken ondanks een goeie job en fijne werkgever in sociale sector raken verhalen als deze me elke dag opnieuw.
Uitblijvende structurele maatregelen die armoede tegengaan laten.vele vezinnen in de kou staan.
We.moeten dit allen samen blijven aanklagen vanuit een menselijke verontwaardigheid en de organisatie die mensen verenigen en hum stem vertalen in haalbare en betaalbare maatregelen blijven steunen.
Veel sterkte aan alle mensen in armoedesituaties die voor keuzes komen te staan die geen keuzes zouden moge zijn door een falend armoedebeleid…..
We.zetten de strijd samen verder en hebben daarbij iedereen nodig die gelooft in een wij samenleving
zo eenvoudig en recht vanuit het hart met groot verdriet en medeleven geschreven maakt me klein en kwetsbaar net zoals deze mensen….arm zijn kan echt pijn doen op de wreedste manier in het leven van dit koppel en dan voel ik hun kleinheid en kwetsbaarheid ook…
Nu wenen we met vier, of hopelijk met véél meer.
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies