Een plek waar je jezelf kan zijn
In het Antwerpse jeugdwerklandschap dook zes jaar geleden een nieuwe speler op: Bazzz. Wat het jeugdcentrum onderscheidt van anderen? De focus op jongeren met een migratieachtergrond, vooral moslimjongeren, die er elders niet bij horen.
De naam Bazzz vindt haar oorsprong in jongerentaal. Het is een manier waarop jongeren elkaar een compliment geven. Maar de organisatie gaf er haar eigen invulling aan. De drie z’s in het woord staan voor “bouwen aan een sterk zelfbewustzijn, een positief zelfbeeld en massa’s zelfvertrouwen”, lezen we op de website.
‘Bazzz gaat geen taboes uit de weg.’
Hun activiteiten lijken op het eerste zicht op dat van andere Vlaamse jeugdhuizen: instuif, samen een match van de Rode Duivels kijken en op uitstap naar een pretpark. Maar Bazzz gaat tegelijk aan de slag met maatschappelijke hangijzers en identiteitsvraagstukken, zoals moslim zijn, polarisatie en seksualiteit.
Bazzz gaat geen taboes uit de weg. Sommige thema’s diept het jeugdcentrum uit in projecten, bijvoorbeeld over relaties of gender. De expertise en methodieken die de jeugdwerkers gaandeweg ontwikkelen, houdt Bazzz vervolgens niet voor zichzelf. Ze creëren educatief materiaal en geven workshops op scholen.
Lamia Cheba is oprichter en coördinator van Bazzz. Cheba, die vertaalwetenschappen en internationale politiek studeerde, heeft professioneel heel wat ervaring met het thema diversiteit en intersectionaliteit. Onder meer bij de stad Antwerpen, de Federatie van Marokkaanse Verenigingen en op een ministerieel kabinet van Gelijke Kansen.
Waarom stampten jullie Bazzz uit de grond?
“We wilden een plek creëren voor jongeren die weinig aansluiting vinden bij het bestaande jeugdwerk.”
“Jongeren met migratieroots zijn ondervertegenwoordigd in jeugdbewegingen zoals de Chiro of Scouts en Gidsen. Maar ook het klassieke jeugdhuis, waar het vaak draait om leuke activiteiten en een voetbaltafel of PlayStation staan, is niet wat elke jongere zoekt. En bij jeugdwerk dat vooral focust op sport, merk je dan weer dat meisjes vaak uit de boot vallen. Bazzz wil er ook voor meisjes zijn.”
Bij jullie dus geen PlayStation?
“Toch wel. Jongeren komen bij ons evenzeer samen om te spelen en elkaar te ontmoeten. In die zin zijn we een heel gewoon jeugdhuis.”
“Maar we zijn er expliciet voor jongeren met migratieroots. Zij groeien op in een superdiverse stad, maar tegelijk hebben ze het gevoel dat ze er niet helemaal bij horen. Door racisme en discriminatie voelen ze zich minder goed in hun vel, is het moeilijk om aansluiting te vinden en lopen ze kansen mis.”
‘Het jeugdhuis als veilige plek is de spil van onze werking.’
“Bij ons mag iedereen zichzelf zijn. Jongeren moeten geen verantwoording afleggen over hun geloof. Ze zijn niet de vreemde eend in de bijt. Ze worden begrepen en met rust gelaten. Het jeugdhuis als veilige plek is de spil van onze werking.”
“Tegelijkertijd gaan we altijd een stapje verder. We willen met jongeren stappen vooruitzetten in hun identiteitsontwikkeling. We willen dat ze hun kompas leren gebruiken, maar ze krijgen ook te horen dat ze trots mogen zijn op zichzelf. Het gaat om bewustmaking en erkenning.”
Wat moet ik me daarbij voorstellen?
“We faciliteren bijvoorbeeld ‘meetingpoints’. Dat zijn discussiefora waar we met jongeren rond een gevoelig thema de diepte induiken. We vertrekken vanuit de stem van jongeren: zij bepalen het onderwerp, de gastspreker en de stellingen.”
“We willen in alle veiligheid controversiële thema’s bespreekbaar te maken. Jongeren wisselen meningen uit. We dagen ze zo uit om hun standpunt te herbekijken, te verdiepen of te nuanceren.”
‘We willen controversiële thema’s bespreekbaar maken.’
“Issues waar jongeren mee zitten bespreekbaar maken, is onze corebusiness. Onderwerpen die al de revue passeerden zijn radicalisering, de impact van sociale media en gender. Deze jongeren zijn de underdogs in onze samenleving. Wij willen hen een volwaardige stem geven.”
“Bij de meetingpoints gebeurt dat erg expliciet en via een vast format, maar we doen dat evengoed tijdens andere activiteiten. Speelt er iets in de actualiteit dat impact heeft op de jongeren, dan voeren we daar een klein gesprekje over. Zo kan het tijdens een instuif plots gaan over hoe ze wakker liggen van de genocide in Gaza.”
Niet elke jongere voelt de nood om over identiteit of hete hangijzers te spreken?
“Heb je minder nood aan zo’n gesprek, dan moet dat natuurlijk niet. Het loopt allemaal niet zo geforceerd. Wil je iets delen? Dan kan dat. Heb je daar minder zin in? Dan kan je evengoed iets anders doen. We hebben genoeg hoekjes waar je gewoon je ding kan doen.”
‘Als jeugdwerker ben je er niet om voor jongeren dingen op poten te zetten. Je rol is vooral om naar hen te luisteren.’
“Bij al onze activiteiten zijn jongeren het startpunt. Ook over onze planning hebben ze zeggenschap. Als jeugdwerker ben je er niet om voor jongeren dingen op poten te zetten. Je rol is vooral om naar hen te luisteren. Wie zijn ze? Wat zijn hun dromen? Hun talenten? Wat houdt hen bezig? Op basis daarvan creëer je samen iets.”
En dat leidt tot mooie resultaten.
“Zeker! Zo hebben we al heel wat artistieke trajecten opgezet, zoals theatervoorstellingen en een kortfilm.”
“Door met artiesten te werken, krijgen de jongeren een inkijk in wat kunst en cultuur is. Tegelijk kunnen ze hun eigen verhaal vertellen. Dus ook daar zit opnieuw het identiteitsthema in vervat. Eén voorstelling ging over wat het vandaag betekent om moslim te zijn. Het stuk ‘Yass Queen, no King’ ging over gender en raakte aan thema’s zoals liefde, stereotype rolpatronen en genderidentiteit.”
Gender keert regelmatig terug als thema.
“Inderdaad. We wilden niet meegaan met het idee van een aparte meisjeswerking. Dat lukte. Meisjes en jongens kunnen perfect samen plezier maken. Tegelijk was het een kans om dingen bespreekbaar te maken: vriendschappen tussen meisjes en jongens, je eerste lief, sexting… Dat zijn heel vanzelfsprekende zaken op die leeftijd.”
‘Jongens en meisjes staan soms lijnrecht tegenover elkaar.’
“We zien een enorme openheid om het hierover te hebben. Tegelijk zijn de discussies vaak verhit. Zeker als het over gendergelijkheid en rolpatronen gaat, staan jongens en meisjes soms lijnrecht tegenover elkaar. Maar wat zie je ook gebeuren? Jongeren die op hun standpunt terugkomen. Die aangeven dat het gesprek hen helpt om dingen anders te bekijken. Dat is eigenlijk wat we willen bereiken: dat jongeren kunnen groeien door te luisteren naar elkaar standpunt.”
Vandaag hebben jullie naast jullie reguliere gemengde werking wel een apart project voor meisjes. Waarom?
“De coronacrisis had een enorme impact op onze manier van werken. Heel wat jongeren haakten af en vonden de weg niet meer terug na de crisis. Het voelde alsof we alles van nul moesten heropbouwen. Er was vrij snel een instroom van nieuwe jongeren, maar dat waren vooral jongens.”
“Het is een zoektocht om te achterhalen hoe dat komt. We zien dat meisjes met andere issues kampen dan jongens. Ze worstelen bijvoorbeeld erg met een negatief zelfbeeld. Sociale media spelen daar een grote rol in. Met een gescheiden traject voor meisjes maken we ruimte om samen met hen te achterhalen wat zij nodig hebben om hun veiligheid terug te vinden. We willen absoluut vermijden dat we er enkel voor jongens zijn, want voor hen is het jeugdwerkaanbod in de stad al vrij groot.”
‘Het lijkt alsof de verwachtingen van jongeren sinds corona anders zijn.’
“Sinds corona merkten we trouwens nog een evolutie: het lijkt alsof jongeren andere verwachtingen hebben van het jeugdwerk. Bazzz is in eerste instantie van, voor en door jongeren. En dat vraagt een vrijwilligersengagement. Maar de meeste jongeren willen vandaag dat wij voor hen een aanbod creëren. We zoeken naar hoe we dat eigenaarschap terug kunnen versterken.”
“Pas op, het is zeker niet enkel kommer en kwel sinds corona. Er zijn ook erg mooie dingen gegroeid, zoals ons project rond mannelijkheid.”
Jullie vieren elk jaar Internationale Mannendag. Mag ik dat verrassend vinden?
“We willen net die pioniersrol opnemen. Tijdens een meetingpoint over gendergelijkheid vroegen de jongens ‘Hoe zit het met ons? Internationale Vrouwendag wordt elk jaar gevierd, maar hoe zit het met Mannendag?’ Dat zette ons aan het denken. Mannendag bestaat, maar er is amper aandacht voor.”
“We bedachten dat we het dringend met jongens over mannelijkheid moesten hebben. Want wanneer we over gendergelijkheid praten, vertrekken we veelal vanuit de ongelijke positie van meisjes. Al snel verzand je in een gepolariseerd gesprek, waar verwijten in het rond vliegen. Praat je met jongens over wat het betekent om man te zijn en onder welke maatschappelijke druk ze staan, dan wordt het net super interessant. Dan gaat het ook over hun kwetsbaarheid.”
‘Praat je met jongens over wat het betekent om man te zijn, dan wordt het super interessant. Dan gaat het ook over hun kwetsbaarheid.’
“We merken veel goesting bij jongens voor dit thema. Ze hebben een fotoreeks gemaakt waarin ze komaf maken met stereotypen over mannelijkheid. Met ‘The man box’ ontwikkelden we educatief materiaal voor jeugdwerkers en leerkrachten. Het is een manier om het spelenderwijs te hebben over gender, macht en stereotypen.”
“Waarom we dit allemaal doen? We hebben mannen nodig om samen aan gendergelijkheid te werken. Als je hen niet herkent in hun strijd, dan blijf je in een gepolariseerde sfeer hangen. En we moeten het uiteindelijk samen doen.”
Jullie ontwikkelen wel vaker educatief materiaal. Waarom?
“Het is cruciaal in onze werking. We pikken op wat leeft en beweegt bij jongeren en doen daar iets mee. Gaandeweg bedenken we methodieken en tools, die we vervolgens opnieuw verspreiden via vormingen, vaak op scholen.”
“Dat doen we niet om leerkrachten te helpen, maar voor de jongeren. Zij zijn onze doelgroep. Want niet elke jongere komt naar het jeugdhuis, maar ze zitten wel allemaal op de schoolbanken.”
‘Niet elke jongere komt naar het jeugdhuis, maar ze zitten wel allemaal op de schoolbanken.’
“Leerkrachten in superdiverse scholen zitten vaak met de handen in het haar. Gevoelige en controversiële thema’s komen bovendrijven, maar ze weten niet hoe ze ermee om moeten gaan. Hoe voer je het gesprek met jongeren? En hoe doe je dat in een veilig klimaat?”
“De thema’s die we uitdiepen blijven vaak onder de radar, maar ze hebben wel een belangrijke impact op de identiteitsontwikkeling van jongeren, zoals migratie of religie. Het zijn thema’s die vaak voor polarisering of ongelijkheid zorgen. Vanuit de stem van de jongeren, willen we mee het maatschappelijk debat voeren en stimuleren.”
Hoe verschilt jullie aanpak van die van een school of leerkracht?
“Onze workshops voelen niet als een les. We zijn geen leerkrachten wanneer we voor een klas staan, we faciliteren een dialoog. We zorgen dat jongeren met elkaar spreken en naar elkaar luisteren.”
“Jongeren kunnen veel van elkaar leren. Omdat er geen machtspositie is, is er weinig weerstand om naar de ander te luisteren. Met leuke tools, zoals kaartjes met stellingen, kan je hen uitdagen. Het is niet zo dat wij op het einde van een workshop problemen hebben opgelost. Zo werkt het niet, maar we planten wel zaadjes.”
Moslimjongeren die queer zijn. Ook dat thema gaan jullie niet uit de weg.
“Dat klopt. In onze discussiefora rond gender kwam het thema al meermaals aan bod. Heel veel jongeren tekenden present, stelden vragen aan de gastsprekers en gingen met elkaar in gesprek. Op een andere meetingpoint rond mentaal welzijn getuigde een jongen erg open over hoe hij zijn geaardheid probeert te verzoenen met zijn geloof. De aanwezige jongeren reageerden warm en steunend op zijn emotionele verhaal.”
‘Als je over gender praat, kan je niet blijven hangen in het binair verhaal van mannen versus vrouwen.’
“Voor ons was het een signaal dat we er iets mee moesten doen. Als je over gender praat, kan je bovendien niet blijven hangen in het binair verhaal van mannen versus vrouwen. De realiteit is divers en eigenzinnig. We willen die realiteit niet negeren, want dan zijn we niet trouw aan onze visie en missie. We mogen onze ogen niet sluiten omdat het nog te veel in de taboesfeer hangt. We willen net het debat stimuleren, openheid creëren omdat we ook inclusief willen zijn voor queer moslimjongeren. Ze zijn queer en tegelijk ook moslim. Wie zijn wij om daarover te oordelen?”
“Het blijft wel een heel gevoelig en kwetsbare ambitie. We zijn ook niet naïef. Want hoe positioneer je deze ambitie tegenover de meerderheid van de Bazzz-jongeren die er misschien niet klaar voor is? Inclusie heeft tijd en visie nodig, maar sowieso moet het bottom-up gebeuren en zal dialoog centraal staan.”
“Daarom vind ik het ook belangrijk dat er bij medewerkers en stagairs mensen zijn die openlijk queer zijn. In ons team is het geen issue. Tegelijk is dat ook bewust: Bazzz heeft iets te bieden aan queer personen, maar we hebben ook veel te leren. Dat bewustzijn in je team creëren is belangrijk. Je moet ervoor zorgen dat je over de hele lijn inclusief bent.”
Hoe kijk je naar jeugdwerkingen die worstelen met inclusie?
“Diversiteit en inclusie bereik je niet door bij wijze van spreken plots halal eten te voorzien. Zo simpel is het niet. Het is een werk van lange adem en geen fait divers. Het heeft veel met geloofwaardigheid te maken. Je moet jongeren een volwaardige plek geven in je organisatie en ervoor zorgen dat diversiteit in alle lagen van je organisatie aanwezig is.”
‘Diversiteit bereik je niet door plots halal eten te voorzien.’
“Als je jeugdhuis draait rond fuiven, feesten en pinten, dan is het logisch dat moslimjongeren minder aansluiting vinden. En dat is ook oké. Je moet niet je hele werking omgooien om net die ene doelgroep te bereiken.”
“Ook wij bereiken niet iedereen. Wat ik wel zeer waardevol vind, is samenwerking. Waar ligt het gemeenschappelijk belang? De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan, laten we samenwerken om zoveel mogelijk jongeren te bereiken. Op die manier komt diversiteit samen, daar geloof ik zeer sterk in.”
Niet elke jongere moet dus in korte broek naar de scouts?
“Een diversiteit van soorten jeugdwerk is superbelangrijk. Jeugdwerk vandaag gaat niet meer enkel uit van een handvol klassieke en dominante organisaties, er zijn ook veel kleine en nieuwe initiatieven. Zij geven jeugdwerk een nieuwe invulling en zorgen voor andere inzichten en aanpak.”
“Het beleid moet zich meer en meer enten op die nieuwe realiteit en de macht herverdelen. Geef kleine organisaties, die een beetje anders zijn en atypisch werken de kans om te groeien. Want wat willen we uiteindelijk? Toch dat elke jongere ergens zijn gading vindt?”
Reacties
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies