Plek om te chillen en nog veel meer
Enkele jaren geleden werkte de jonge Antwerpse Saïda in de jeugdhulp. Op een dag gaf ze haar job op omwille van een droom. “Ik droomde van een huis waar jongeren kunnen binnenlopen zonder enige drempel. Een huis dat de hele dag open is. Gewoon een plek om te chillen… En dan komt het wel hé. Want zodra je ergens binnenkomt, het klikt en er is vertrouwen, dan komt de hulpvraag wel.”
Samen met jongeren en andere jeugdwerkers organiseerde ze een brainstorm. Daar groeide het idee van een multifunctionele plek. “Een plek waar we gaan studeren. Waar we ons kunnen terugtrekken als het thuis niet goed gaat. Waar we met onze vrienden samenkomen omdat het thuis niet kan. Waar we iemand in vertrouwen kunnen nemen als we het moeilijk hebben. Waar altijd hoop is en perspectief wordt gezocht. Gebaseerd op één oersterk fundament: vertrouwen en nabijheid.”
‘Ik droomde van een huis waar jongeren kunnen binnenlopen zonder enige drempel. Gewoon een plek om te chillen. En dan komt de hulpvraag wel.’
Intussen is die plek er: Safe Space vzw. In de organisatie vond nog nooit een sollicitatiegesprek plaats. Alle medewerkers stapten ooit als jongere het huis binnen. Jongeren en kinderen puzzelen mee aan de planning en brengen nieuwe ideeën aan. Medewerkers zoeken verbreding via sport, dans, muziek, theater of slam poetry en zorgen voor een workshopaanbod rond vaardigheden zoals interviews afnemen, met camera’s werken of vlogs monteren.
Elke vrijdag is er praatcafé. Soms staan er thema’s op het programma, meestal ontstaan spontane gesprekken over onderwerpen zoals sexting, shaming of sociale druk. Eén keer per maand is er een Youth Talk waarbij een spreker uitgenodigd wordt. “Doorgaans zijn dat rolmodellen die praten over hun ervaringen. Over hoe ze hun kracht ontwikkeld hebben. Dat zorgt voor prikkelende en prangende vragen. Zo worden stigma’s doorbroken en raken jongeren gemotiveerd om zelf de handen uit de mouwen te steken.”
Lange traditie van safe spaces
Dat de Antwerpse jongeren voor de naam ‘safe space’ kozen is geen toeval. Het begrip kwam overgewaaid uit de Verenigde Staten, waar hij oorspronkelijk vooral onder zwarte universiteitsstudenten werd gebruikt. Voor hen was een safe space een veilige plek waar ze onder elkaar konden samenkomen zonder geconfronteerd te worden met discriminerende opvattingen.
‘Safe spaces zijn niets nieuws.’
Intussen kwam de term ook overgewaaid naar Europa, onder meer in het jeugdwerk. Daar kreeg hij de betekenis van een ruimte waar een bepaalde groep kan samenzijn zonder de druk die ze elders ervaren. Het gaat dus over mensen die kenmerken, ervaringen of grieven delen en daarmee in een veilige omgeving aan de slag willen.
In die betekenis zijn safe spaces niets nieuws. Het sociaal werk in Vlaanderen kent een lange traditie van vrouwengroepen en vrouwenhuizen. Hetzelfde geldt voor meisjeswerkingen in het jeugdwerk. Er was nood aan een plek waar vrouwen en meisjes elkaar in een veilige omgeving kunnen ontmoeten en ervaringen kunnen uitwisselen zonder inmenging van mannen. Die ‘verboden toegang voor jongens’ gaf hen het gevoel dat ze vrijer konden spreken, nadenken en discussiëren.
Nood bestaat vandaag nog
Die nood is er vandaag nog.Kastit, I., Vankeerberghen, T. en Van Oyen, F. (2021), De kracht van meisjeswerk, Uit de Marge vzw.Al te vaak denken mensen dat gendergelijkheid helemaal gerealiseerd is en dat meisjeswerkingen dus niet meer nodig zijn. De sociale realiteit spreekt dit tegen. Meisjes getuigen vandaag van toenemende onveiligheid in zeer diverse contexten: in het uitgangsleven, sport of onderwijs. Ze vinden dat publieke ruimtes vaak meer ruimtes zijn voor jongens dan voor meisjes.
Aparte werkingen en organisaties had je ook in wat men vroeger de ‘migrantensector’ noemde. Denk maar aan de vele Marokkaanse, Turkse of Congolese zelforganisaties in onze steden. Al ongeveer twee decennia wil het Vlaamse inburgeringsbeleid daar vanaf. In een inclusieve samenleving hebben zij geen plaats meer, is de redenering.
Deze houding is vergelijkbaar met de soms negatieve kijk op aparte meisjeswerkingen. “Dat zal wel uitgevonden zijn door mensen met een migratie- of een moslimachtergrond”, klinkt het dan. Terwijl de hierboven geschetste historiek iets heel anders leert.
Terugplooien op de eigen groep?
Safe spaces zijn dus heel belangrijk, voor heel diverse groepen: meisjes, jongeren, mensen die een bepaalde achtergrond delen. Het zijn plekken waar zij zichzelf kunnen zijn, beschermd tegen bedreigingen die ze ervaren, zoals discriminatie, seksisme, racisme of homofobie. Waar ze ervaringen kunnen delen, maar evengoed hard kunnen discussiëren.
‘Dreigen het geen eilanden van gelijkgezinden te worden?’
Ondanks het feit dat ze nodig zijn, roepen deze safe spaces ook heel belangrijke vragen op. Dreigen het geen eilanden van gelijkgezinden te worden? Een vorm van terugplooien op de eigen groep? Van terugtrekken uit het maatschappelijke debat? Zijn ze een obstakel voor integratie, voor deelname aan de samenleving?
Safe space als springplank
Laten we daarom nog even verder ingaan op de meisjeswerkingen in het jeugdwelzijnswerk. Want in de praktijk zijn die vandaag heel divers. Vaak gaat het over ontmoeten en zich amuseren. Maar even vaak draait het rond assertiever worden, zich bewust worden van de eigen capaciteiten en voor zichzelf opkomen.
‘In safe spaces mogen de deuren soms gesloten zijn. Maar niet altijd. Ze moeten ook openzwaaien.’
Gestimuleerd door de begeleidsters stellen de meisjes hun positie in de samenleving in vraag en denken ze na wat ze daaraan kunnen doen. Dat gebeurt via vormingen, thema-avonden of andere activiteiten. Met als resultaat dat meisjes wel in gesprek durven gaan met hun ouders, leerkrachten of met jongens. Of met de schepen van Jeugd bijvoorbeeld, over de vraag waarom ze met een hoofddoek wel een animatorcursus mogen volgen, maar geen speelpleinwerking mogen begeleiden.
In safe spaces mogen de deuren soms gesloten zijn. Maar niet altijd. Ze moeten ook openzwaaien. Een ‘echte’ safe space is daarnaast ook een springplank waar jongeren voldoende zelfvertrouwen opbouwen en moed putten om te springen. Dan wordt een safe space ook een ‘brave’ space: een moedige plek.
Van safe naar brave
Een safe space kan een shelter zijn, waar jongeren worden beschermd tegen invloeden van buitenaf of tegen de onvoorspelbaarheid van hun eigen gedrag. Een veilige plek, weg van de maatschappij, waar jongeren in een beschermde omgeving zich amuseren, spelen, experimenteren en leren.
Maar als de deuren worden opengegooid wordt de safe space ook een labo. Een plek waar jongeren als jonge burgers kritisch leren denken en kunnen experimenteren met vormen van participatie.
‘In brave spaces putten jonge mensen de moed om gedeelde ervaringen, bijvoorbeeld van seksisme of racisme, zichtbaar te maken en aan te klagen. Zo creëer je ruimte voor politisering.’
Om even naar het Engels te gaan: je vertrekt van de ‘power from within’, het aanboren van de eigen kwaliteiten binnen de veilige omgeving. Dan gebruik je de ‘power with’, steun van vriendinnen, maar ook ouders, familie, vrienden. Zo ontwikkel je een ‘power to’, de moed om je stem te laten horen en een rol op te nemen in de samenleving.Kastit, I., Vankeerberghen, T. en Van Oyen, F. (2021), De kracht van meisjeswerk, Uit de Marge vzw.
Zo wordt een veilige plek ook een moedige plek. In zo’n brave space putten jonge mensen de moed om gedeelde ervaringen, bijvoorbeeld van seksisme of racisme, zichtbaar te maken en aan te klagen. Zo creëer je ruimte voor politisering.
Uit de schaduw treden
Op sterke momenten van politisering worden kwesties zichtbaar gemaakt, treden mensen uit de schaduw. Stemmen die nog niet gehoord zijn, worden hoorbaar. Ook die van kinderen en jongeren. Zij hebben evenveel recht om op gelijke voet deel te nemen aan het gesprek over onze samenleving.
Politisering kan heel verschillende soorten acties en activiteiten inhouden. Sommigen kiezen om te werken aan bewustwording, anderen voeren actie rond concrete eisen of gaan in tegen de negatieve beeldvorming over een groep of een wijk. Nog anderen zetten zelf nieuwe praktijken op die op kleine schaal aantonen dat een bepaalde verandering echt mogelijk is.Voorbeelden in ons boek ‘Get up, stand up’ gaan onder meer over J100, Bazzz, Larf, KAJ, LostProject, Jong Gent in Actie en Betonne Jeugd.
Rol van jeugdwerkers in brave spaces
Om van een safe ook een brave space te maken zijn er een aantal cruciale aandachtspunten voor jeugdwerkers.
Check 1: Ben je betrouwbaar?
Het is belangrijk om afspraken te maken over hoe er omgegaan wordt met al wat ter sprake komt in een safe space. Iedereen moeten kunnen zeggen wat hij denkt zonder daarop aangevallen te worden. Dat vertrouwen moet er zijn tussen de jongeren onderling, maar ook tussen jongeren en jeugdwerkers.
Check 2: Ben je alert genoeg?
Jongeren delen niet zomaar hun verhalen. Daarvoor moeten jeugdwerkers de juiste context creëren en voortdurend alert zijn voor signalen. Zo besliste Safe Space vzw om tijdens de coronaperiode het huis toch open te houden. Heel veel jongeren gaven immers aan dat ze nood hadden aan een plek buiten hun gezin, aan fysieke en mentale ruimte.
‘Jongeren delen niet zomaar hun verhalen.’
De jongeren zelf werden ook ingeschakeld om andere jongeren die het moeilijker hadden op te volgen en te ondersteunen, onder meer via WhatsAppgroepjes per leeftijd.
Check 3: Beschouw je jongeren als gelijkwaardig?
Gelijkwaardigheid is de sleutel voor het realiseren van veiligheid. Dit kan alleen door de jongeren ernstig te nemen en ze mee te laten denken en beslissen over de regels binnen de safe space.
Gelijkwaardigheid hangt af van de mindset en houding van de jeugdwerker. Jongeren merken het meteen als iemand respect eist, alleen maar omdat hij ouder is. Daarom gaan ze vaak liever om met om met ‘peers’ dan met mensen die buiten en boven hun eigen wereld lijken te leven. Die groep van gelijken kan breder zijn dan leeftijdsgenoten of vriendengroepen. Een jeugdwerker kan er zeker ook toe behoren.
Check 4: Sta je aan de kant van de jongeren?
Met jonge mensen in brave spaces omgaan, vereist meer dan communicatieve vaardigheden. Het vraagt veel bredere competenties. Heb je aandacht voor ongelijkheden, uitsluiting en discriminatie? Is dit een standaardhouding die je niet alleen in woorden, maar ook in daden toont?
‘Gebruik ik mijn lengte om hen te helpen bij de bovenste plank te komen?’
Stel jezelf de vraag: sta ik aan hun kant?Eri Park, onderzoekster aan het University College Roosevelt, deed interviews met een aantal sociale professionals in Nederland, België, Frankrijk, en het Verenigd Koninkrijk. Wij gebruikten haar bevindingen in het praktijkboek.En nog belangrijker: toon ik ook dat ik aan hun kant sta? Steun ik hen en moedig ik hen aan in de dingen die zij belangrijk vinden? Of met een beeld: gebruik ik mijn lengte om hen te helpen bij de bovenste plank te komen?
Check 5: Ben je je bewust van je eigen bevoorrechte positie?
Want natuurlijk heb je ‘meer lengte’. Vaak heb je een andere, meer bevoorrechte achtergrond dan de jongeren met wie je werkt. Die bevoorrechte achtergrond is geen persoonlijk succes en ook niets om je schuldig over te voelen. Wel is het belangrijk om je bewust te zijn van die voorsprong.
Check 6: Ervaar je zelf je werk als een safe space?
Het belang van een safe space geldt niet enkel voor jongeren, maar ook voor jeugdwerkers. Krijgen zij voldoende vertrouwen en steun van hun collega’s en van de organisatie? Of staat de organisatie onder financiële, politieke of andere druk? Is er ruimte om uit te wisselen en van elkaar te leren? Vaak werk je als jeugdwerker ook samen met andere organisaties, leerkrachten of hulpverleners. Is daar voldoende uitwisseling en vertrouwen?
Reacties
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies