Informele steun
De vermaatschappelijking van de hulp- en dienstverlening duikt overal op. Alle aandacht gaat naar zorgkrachtige sociale netwerken. Sommigen vrezen dat die nadruk op sociale netwerken leidt tot een verschuiving naar individuele verantwoordelijkheden en een zich terugtrekkende overheid.
‘Je moet zowel over sterke als zwakke netwerken beschikken.’
En kan je van informele hulp een verplichting maken? Enkele recente publicaties brachten de beperkte omvang en zorgkracht van het eigen netwerk van hulpbehoevende mensen onder de aandacht. Duyvendak, J.W., e.a. (2018), De verhuizing van de verzorgingsstaat, Hoe overheid nabij komt, Utrecht, Movisie.
Er kunnen dus heel wat vragen gesteld worden bij de inzet van sociale netwerken in de zorg voor maatschappelijk kwetsbare mensen. Dat neemt niet weg dat netwerkversterking een kerntaak is van sociaal werk. Dat besluit Fatima in haar bachelorproef over de netwerken van thuisloze jongeren.
Sterke en zwakke banden
Een netwerk is de groep mensen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt. Zo’n netwerk kan bestaan uit familie, vrienden en professionals. Om de kwaliteit van iemands netwerk te beoordelen, kan je kijken naar verschillende eigenschappen: omvang, gevarieerdheid, dichtheid en bereikbaarheid. Beschikken over een groot netwerk of een netwerk dat bestaat uit mensen die dezelfde interesses delen, is onvoldoende om een netwerk vitaal te noemen.
Een netwerk kan verschillende basisbehoeften vervullen: affectie, aansluiting, materiële behoeften en behoefte aan sociale zekerheid. Zo wordt een onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke netwerken (‘strong and weak ties’). Dat is afhankelijk van de hoeveelheid tijd, emotionele intensiteit, intimiteit en wederkerige diensten die in een relatie vervat zitten.Granovetter, R. E. (1973), ‘The strength of weak ties’, American Journal of Sociology, 78(6), pp. 1360-1380.
Dit onderscheid is interessant voor sociaal werkers, omdat het ook richting kan geven in het netwerkversterkend werken. Maar het is essentieel om zowel over sterke als zwakke netwerken te beschikken. Niet alle relaties bieden hetzelfde comfort of kennen een dieperliggende betekenis. En dat hoeft ook niet. Een kennis die je wekelijks tegenkomt in de sportclub maakt evengoed deel uit van je netwerk en speelt op zijn manier een bepaalde rol.
Netwerkversterking in het sociaal werk zet vaak in op sterke netwerken. Toch kunnen ook zwakke netwerken krachtig zijn. Ook het ‘kleine ontmoeten’ kan praktische hulpvragen invullen.Soenen, R. (2006), Het kleine ontmoeten. Over het sociale karakter van de stad, Antwerpen, Garant.
Bonding en bridging
Ook interessant in functie van netwerkversterking, is het onderscheid tussen ‘bonding’ en ‘bridging’ relaties.Putnam, R. (1995). ‘Bowling alone. America’s declining social capital’, Journal of democracy, 6(1), 65-78.
‘Thuisloze jongeren zijn ontankerd.’
Bonding wijst op (ver)bindende relaties in homogene groepen van mensen die zich met elkaar identificeren. Mensen met onder meer gelijke leeftijd, interesse, sekse, etniciteit of religie. Bridging gaat over bruggenbouwende relaties. Ze leggen een brug naar andere leefwerelden, naar mensen die niet gelijk zijn. Deze twee vormen bestaan naast elkaar en versterken elkaar. Beide relaties zijn even belangrijk en hebben een meerwaarde op verschillende levensdomeinen.
Thuisloze jongeren
Kunnen die concepten de werkpraktijk ondersteunen? We zochten dat uit vanuit stage-ervaringen op de dienst woonbegeleiding van Centrum Algemeen Welzijnswerk Brussel. Die dienst biedt een integrale begeleiding aan voor thuisloze jongeren tussen 18 en 25 jaar. We bekeken hoe begeleiders van deze dienst het netwerk van thuisloze jongeren kunnen versterken.Fatima Atmani werkte dat uit in haar bachelorproef sociaal werk (Odisee).
Deze thuisloze jongeren hebben meestal geen hulpvaardig netwerken en grijpen naast de geschetste voordelen van die netwerken.
Woonbegeleiding
Woonbegeleiding vertrekt van een integrale kijk op de leefsituatie van een jongere. De begeleiders zijn actief op de verschillende levensdomeinen. Naast de familiale relaties komen de ruimere sociale relaties van de jongeren aan bod.
Dat is niet evident, want thuisloze jongeren zijn ontankerd. Het gemis aan aansluiting met zichzelf, met anderen en met de maatschappij is de basis van hun problematiek. Het ontbreken van steunfiguren is een belangrijk kenmerk van hun leefsituatie. Vaak leven ze geïsoleerd en hebben ze het moeilijk om ondersteuning te vragen aan hun al zo beperkt netwerk. Dat maakt netwerkversterkend werken niet alleen moeilijk maar ook uiterst belangrijk.
Evenwichtige overgang
Een hulpverleningstraject is niet oneindig. Op een bepaald moment verdwijnen begeleiders van het toneel en moeten jongeren op eigen kracht verder. Het versterken van het netwerk moet bijdragen tot een duurzaam antwoord op hulpvragen.
Door tijdens het hulpverleningstraject het netwerk te activeren, kan de jongere aan het einde van het traject over een stabiel vangnet beschikken. Dat bevordert een evenwichtige overgang na de begeleiding.Steyaert, J. en Kwekkeboom, R. (2012), De zorgkracht van sociale netwerken, Utrecht, Movisie.Investeren in de netwerken van kwetsbare groepen mag geen ongewone doelstelling zijn. Het behoort tot de kerntaak van sociaal werkers.
Goede praktijken delen
Zij moeten expertise verspreiden door inspirerende methodieken en goede praktijken te delen. Daarom ontwikkelde Odisee Hogeschool ‘Inclusieweb’, een databank van netwerkversterkende methodieken.
Zo werd er vanuit buddywerkingen al heel wat ervaring verzameld. Een andere vorm van netwerkversterkend werken is het betrekken van het persoonlijk netwerk van de cliënt in de begeleiding. Dat netwerk moet dan wel goed gekozen en voldoende groot zijn. Ook belangrijk zijn vertrouwen en discretie, medewerking en interesse van de jongere en een volgehouden medewerking van alle betrokkenen.Fierens, L. en Van Puyenbroeck, J. (2015), Evaluatie netwerkversterkend werken in jeugdhulp vanuit perspectief jongeren en opvoedingsverantwoordelijken, Brussel, Odisee hogeschool Onderzoeksgroep Sociaal-Agogisch Werk.Het thema netwerkversterking kan ook systematisch aan bod komen in cliëntbesprekingen.
‘Inclusieweb is een databank van netwerkversterkende methodieken.’
Ook burgerinitiatieven kunnen inspirerend zijn om netwerken te versterken. Op digitale platforms zoals Solidare-it en Hoplr kan de cliënt via een app een buurtgenoot of vrijwilliger vinden die een handje wil helpen of mee op stap wil gaan. De hulpvragen op dit soort platformen zijn zeer uiteenlopend. Van het zoeken naar een handige Harry tot het vertalen van administratie of het delen van buurtactiviteiten. Buurtbewoners leren kennen, gaat niet altijd vanzelf. Het delen van activiteiten op een buurtplatform is een hulpmiddel om nieuwe ontmoetingen te realiseren.
Drempel verlagen
De sociaal werker kan kwetsbare jongeren ondersteunen door de drempel tot deelname aan zo’n platformen te verlagen. Dit kan door samen met de jongere op zoek te gaan naar een vorm van wederkerigheid: welke ondersteuning kan de jongere krijgen, maar ook zelf aanbieden? Daarnaast kan je jezelf ook als organisatie op de kaart zetten om jongeren geleidelijk aan in het concept thuis te brengen.
Zo’n digitale platformen leiden niet meteen tot duurzame relaties. Het gaat eerder over praktische hulpvragen die door informele hulp ingevuld kunnen worden. Ze kunnen helpen om de vermelde zwakke maar betekenisvolle netwerken te creëren.
Meer dan methodieken
Maar netwerkversterkend werken omvat veel meer dan het onder de knie krijgen van methodieken. Cruciaal zijn: een open mindset en het geloof in de kracht en het belang van netwerkversterking. Zo’n krachtgerichte visie focust niet alleen op de persoonlijke krachten van mensen, maar ook op de aanwezige krachten in hun (on)rechtstreekse omgeving. Het is essentieel dat je als sociale professional erkent dat je de omgeving van de jongere nodig hebt om de begeleiding te bevorderen. Het netwerk is een evenwaardige participant.Nuyts, K. (2017), Krachtgerichte ondersteuning van sociale netwerken, Antwerpen, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk.
‘Werken met netwerken vergt oefening, tijd en geduld.’
Netwerkversterkend werken gebeurt op lange termijn en in samenspraak met de jongere, de hulpverlener en het netwerk. Werken met netwerken vergt oefening, tijd en geduld. Het vraagt bovenal vertrouwen. Want je betreedt de persoonlijke ruimte van de jongere. Het vertrouwen van de jongere aanvoelen maakt dat je mandaat krijgt om hiermee effectief aan de slag te gaan.
Patronen doorbreken
Hulp vragen is niet zo simpel. Kwetsbare jongeren ervaren vaak gevoelens van schaamte, hebben angst om afgewezen te worden of willen bij niemand in het krijt staan. Om op die weerstanden in te spelen, kunnen begeleiders op zoek gaan naar een vorm van wederkerigheid die de drempel om steun te vragen verlaagt. Dit kan door samen met de jongeren op zoek te gaan naar wat ze vanuit hun krachten en capaciteiten kunnen betekenen voor het eigen netwerk.
De concrete aanpak van netwerkversterking is afhankelijk van de jongere en diens leefsituatie. Het netwerk van thuisloze jongeren is doorgaans weinig stabiel en verandert voortdurend. Ze bouwen relaties op en verbreken ze weer. Door de patronen binnen het netwerk van de jongere te herkennen, kan je onderliggende oorzaken blootleggen en proberen te doorbreken. Geen eenvoudige maar wel een essentiële opdracht om doelstellingen op lange termijn te kunnen realiseren.
Methodiek en overtuiging
Dat vraagt ook een gedegen analyse van de aard van de relaties: met zwakke en sterke banden, met verbinden en bruggen slaan. En vooral een geloof in de waarde van wederkerige sociale netwerken als antwoord op kwetsbaarheid en sociale uitsluiting.
Netwerken van thuisloze jongeren ondersteunen, raakt aan de essentie van sterk sociaal werk. Die missie krijgt stilaan handen en voeten. Want het goede nieuws is dat er steeds meer methodieken voorhanden zijn die netwerken versterken en ondersteunen.
Reacties [1]
Hier staat uitgebreid uitgelegd WAAROM die jongeren ontankert zijn: omwille van jeugdzorg. Waarom werden deze kinderen geplaatst ? Was het ECHT nodig ?
Overal op deze site komen de vreselijke gevolgen van jeugdbescherming boven. Met welk recht mag jeugdbescherming bestaan, met welk recht mogen ze dit doen als dit is wat ze jongeren aandoen ?
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies