Opinie

Persoonsvolgende financiering 3.0

Verder groeien door taboes te doorbreken

Elke Vande Velde, Bert Van Rumst

De zorg voor personen met een handicap is in volle evolutie. Met persoonsvolgende financiering worden mooie ideeën naar voor geschoven, maar ze ook realiseren blijkt een ander paar mouwen. SOM, de federatie van sociale ondernemingen, evalueert de pijnpunten.

© Flickr / Batara

“Dragen we autonomie niet iets te hoog in het vaandel?” © Flickr / Batara

Perspectiefplan 2020

Een ambitieus ‘Perspectiefplan 2020’ toonde vijf jaar geleden waar de Vlaamse overheid naartoe wil met de zorg voor personen met een beperking: persoonsvolgende financiering, zorggarantie voor de meest zware zorgvragen en goed geïnformeerde gebruikers die hun weg vinden naar inclusieve ondersteuning.

‘Grondige ingrepen dringen zich op.’

Deze ambities zijn een werk van lange adem. Beperkingen en knelpunten dagen ons uit om te blijven zoeken naar de basis van een kwaliteitsvolle zorg voor personen met een beperking. Dat is moeilijk omdat er vandaag enkele onaantastbare waarheden op tafel liggen: regie en autonomie, aanbodsturing, personeelskader. Toch moeten we die in vraag stellen.

Wachtlijsten blijven groeien

Laten we beginnen bij de zorggarantie voor de meest zware zorgvragen. Dat is een meer dan terechte ambitie. Hierdoor krijgt deze groep mensen de zorg en ondersteuning die ze nodig hebben binnen een redelijke termijn. Daar kan niemand tegen zijn.

Alleen zien we in de kwartaalrapportage van de commissie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin in het Vlaams Parlement een stijging van het aantal wachtenden. We spreken op dit moment van 14.524 unieke personen die met één of meer vragen op de wachtlijst van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) staan voor een persoonsvolgend budget. Dat budget hebben mensen met een beperking nodig om gespecialiseerde zorg en ondersteuning in te kopen.

Ondanks de voorbije budgettaire inspanningen, lopen wachttijden op. We spreken allang niet meer van een ‘redelijke’ termijn. Als we niet snel ingrijpen, kost het oplossen van de wachtlijst op termijn meer dan 600 miljoen euro.Absoluut, Fovig, Inclusie Vlaanderen, KVG, Onafhankelijk Leven, SOM, VFG en Vlaams Welzijnsverbond, Memorandum personen met een handicap, najaar 2018,  berekening door het Vlaams WelzijnsVerbond, nog niet gepubliceerd.Grondige ingrepen dringen zich op.

Budgettaire schaarste

Budgettaire schaarste werpt haar schaduw op het hele systeem van persoonsvolgende financiering. Die schaarste verplicht de overheid om binnen de wachtlijst prioriteiten vast te leggen. De ene zorgvraag is belangrijker dan de andere.

Ondersteuningsnoden zijn flexibel. Soms heb je meer, soms heb je minder nodig. Om op individueel niveau de zekerheid te hebben dat je het juiste budget hebt om op elk moment de juiste ondersteuning in te zetten, worden persoonsvolgende budgetten gemaximaliseerd. Dit gebeurt door gebruikers die zorg hebben, die zorg nodig hebben en door zorgaanbieders.

De schaarste wordt op die manier nog groter: wat er is, wordt verdeeld onder minder personen met een handicap.

Noodsituatie

Veel personen met een beperking doen beroep op ondersteuning van het eigen netwerk: familie, buren of vrienden. Door onverwachte of definitieve breuken is dat netwerk niet altijd inzetbaar.

Om dan snel zorg en ondersteuning te activeren, kunnen mensen een budget verwerven via een noodsituatie, maatschappelijke noodzaak of spoedprocedure. Dit systeem is een van de noodzakelijke bouwstenen van persoonsvolgende financiering. Door de lange wachttijden, escaleren individuele situaties.

‘Bijkomende budgettaire injecties zijn onafwendbaar.’

Op dit moment wordt meer dan de helft van het totaal beschikbare budget gebruikt om deze onverwachte situaties op te lossen. Hierdoor krimpt het budget om mensen in de wachtrij een persoonsvolgend budget toe te kennen. Ze moeten nog langer wachten. Schaarste zet ook hier extra druk op het systeem van persoonsvolgende financiering.

Maatschappelijke verantwoorde besteding

Laten we ons niet verblinden door de schaarste? We vinden allemaal dat iedereen recht heeft op ondersteuning wanneer hij het nodig heeft. Hoe zorgen we er dan voor dat het beschikbare budget gebruikt wordt om dit recht op zorg en ondersteuning te verwezenlijken?

SOM ziet twee sleutels voor gebruikers én aanbieders: het ondersteuningsplan koppelen aan de besteding van het budget en een doorgedreven controle op de besteding en de kwaliteit van dienstverlening.

Ondersteuningsplan

Om een budget aan te vragen, moet de aanvrager een ondersteuningsplan indienen. In dit ondersteuningsplan wordt de gevraagde ondersteuning beschreven. Het plan wordt volgens een bepaalde procedure opgesteld. Het doet je nadenken over wat je nodig hebt en hoe je dat best kan organiseren.

Maar dat traject neemt een onverwachte wending zodra je een budget hebt: dan kan je je budget helemaal anders besteden dan voorzien. En dat klopt niet.

‘Je kan je budget anders besteden dan voorzien.’

Het ondersteuningsplan moet gekoppeld worden aan de besteding van het persoonsvolgend budget. Die koppeling garandeert dat het budget effectief wordt ingezet voor de noodzakelijke zorg. Hierdoor is de zorgvrager zeker dat de gevraagde ondersteuningsfuncties gerealiseerd worden, niet meer en niet minder. Hij kan dan nog zelf kiezen bij wie en hoe hij zijn persoonsvolgend budget zal besteden.

Doorgedreven controle

In het kader van maximale eigen regie volgt de overheid de besteding van budgetten slechts beperkt op. Daardoor weet de overheid onvoldoende hoe mensen hun budget inzetten. Hoe kunnen we dan beoordelen of het beschikbare budget op een verantwoorde manier besteed wordt?

‘Monitoring mag geen taboe zijn.’

Anders gezegd: monitoring van de besteding van budgetten mag geen taboe zijn. Zo kunnen bestedingstrends in kaart gebracht worden. Op deze manier worden budgetten in de toekomst gereserveerd om deze trends op te vangen. Daar ligt een belangrijke bouwsteen voor een open-end financiering.

Effectieve zorg

Ook de kwaliteitscontrole en -opvolging is beperkt. Welke zorg is noodzakelijk en effectief? Maar ook omgekeerd: welke zorg is minder noodzakelijk en niet zo effectief? Er is geen standaard van zorg, geen minimale kwaliteit. Outputmeting staat nog in zijn kinderschoenen.

‘De overheid moet kwaliteit van zorg objectiveren.’

De aandacht voor de kwaliteit van de aangeboden zorg en diensten is essentieel. Marktwerking kan enkel zinvol zijn wanneer de concurrentie plaats vindt op basis van de geleverde kwaliteit, die objectief gemeten wordt.

De overheid moet stappen zetten om geleverde zorg te monitoren en kwaliteit van zorg te objectiveren. Ze moet sociale ondernemers afrekenen op de realisatie van sociale en welzijnsdoelstellingen.

Rechtstreeks toegankelijke hulp

Naast het persoonsvolgend budget is er ook rechtstreeks toegankelijke hulp. Voor deze ondersteuningsvorm dient geen aanvraag ingediend te worden. De zorgvrager kan rechtstreeks naar een zorgaanbieder gaan voor (laagintensieve) zorg en ondersteuning.

‘Te weinig budget voor rechtstreeks toegankelijke hulp.’

Door de druk op de wachtlijst voor persoonsvolgend budget wordt voor deze rechtstreeks toegankelijke hulp te weinig geld voorzien.

Maar een verantwoordelijke overheid kan het zich niet permitteren onvoldoende middelen te voorzien voor lichte ondersteuningsvormen. Deze ondersteuning voorkomt escalatie van zorgvragen en geeft zorg en ondersteuning aan personen met minder intensieve vragen.

Inclusie en eerstelijn

SOM wil daarnaast dat de laagste persoonsvolgende budgetten worden opgenomen in het rechtstreeks toegankelijke aanbod. Dit leidt tot een maximale bescherming van kwetsbare doelgroepen en legt de basis voor integrale zorg.

‘Investeren in rechtstreeks toegankelijke hulp is cruciaal.’

In het rechtstreeks toegankelijk aabod moeten bijkomende ondersteuningsfuncties voorzien worden. Middelen moeten ingezet worden om eerstelijnszorg en inclusie te versterken. Een voorbeeld hiervan is de mogelijkheid een deel van de capaciteit te kunnen inzetten in samenwerkingsverbanden rond inclusieve opvang, onderwijs of het geïntegreerd breed onthaal.

Investeren in rechtstreeks toegankelijke hulp is cruciaal. Hier ligt het fundament van het systeem van persoonsvolgende financiering.

Gelijk speelveld

Als sociale ondernemers inclusief willen werken, moeten ze kunnen terugvallen op stabiele regelgeving. Dat is een voorwaarde om gebruikers de zorg en ondersteuning te kunnen geven die zij nodig hebben.

Een open en gelijk speelveld veronderstelt voor alle sociaal ondernemers een uniforme regelgeving en een uniforme wijze van toegang tot financiering. De gepaste personeelsomkadering en verloning maken het mogelijk om kwalitatieve zorg te bieden.

Brede uitrol

Vanuit dat perspectief kan je de ambitie om vanuit de Vlaamse sociale bescherming persoonsvolgende financiering in andere sectoren uit te rollen, enkel toejuichen.

‘Zo simpel is dat niet.’

Maar zo simpel is dat niet. Fundamentele verschillen en Babylonische spraakverwarring zullen snel opduiken. Bij wijze van voorbeeld: Gaan we het in zo’n breed uitgerold financieringssysteem hebben over woon- en leefkosten, dagprijzen of bijdragen?

Open dialoog

Het installeren van het persoonsvolgend budget is voor iedereen ‘a hell of a job’: gebruikers, zorgaanbieders en overheid. We zijn fier dat we al zo ver geraakt zijn.

Maar hebben we autonomie van mensen niet iets te hoog in het vaandel gedragen? Zo hoog dat we solidariteitsmechanismen onderuit hebben gehaald?Lees voor een concrete illustratie hiervan het interview ‘Mama en zoon met handicap aan huis gekluisterd. Achttien jaar wachten op zorg is absurd’.Hebben we niet te veel gefocust op het domein handicap en andere sectoren te laat betrokken om te komen tot echte integrale, inclusieve zorg en ondersteuning voor alle personen met een zorgbehoefte?

Of is de tijd er nu pas rijp voor? SOM gelooft in het systeem van persoonsvolgende financiering, maar wil het graag een niveau hoger tillen. Op naar persoonsvolgende financiering 3.0 dus. Dat kan maar door onwrikbare waarheden en taboes los te laten.

Reacties [5]

  • Dominiek Moerman - beleidsmedewerker

    Aan de belangrijke analyse van SOM moet ook nog het volgende element toegevoegd worden: een dreigend personeelstekort.
    Het wordt voor de door VAPH-vergunde voorzieningen steeds moeilijker om geschikte begeleiders of ondersteuners te vinden: dat wordt een echt knelpuntberoep.
    Indien het VAPH van een volgende Vlaamse regering hopelijk meer budget krijgt om de schrijnende wachtlijsten voor PVB en voor RTH sneller weg te werken, dan is het bijzonder onzeker of dienstverleners de gevraagde ondersteuningen wel zullen kunnen bieden, door het toenemende personeelstekort.
    Werk aan de winkel voor het onderwijs dus!

  • Marc Verlodt

    Pijnlijk dat de manier waarop de persoonsvolgende financiering vorm heeft gekregen een hypotheek legt op het voortbestaan ervan.
    Het wordt voorgesteld als een ei van Columbus dat er voor zal zorgen dat iedereen de hulp krijgt die hij nodig heeft, maar ik merk alleen maar een groeiende wachtlijst, een dreiging van kennisverlies in de sector en verdwijnen van de solidariteitsgedachte met groeiende frustraties bij alle belanghebbenden.
    Als het zo doorgaat, voor minderjarigen moet het proces nog starten, wordt het financieel onhoudbaar voor de overheid en dreigt het geloof in het systeem helemaal te verdwijnen zowel bij gebruikers als bij hulpaanbieders.
    Een open discussie tussen gebruikers, vergunde/ niet vergunde zorgaanbieders en de overheid kan hopelijk de ingeslagen weg niet doen verglijden naar een doodlopende straat. 3.0 kan misschien als stimulans dienen voor zulk een discussie.

  • Marcel Luys

    Eens met mevrouw Ruts !
    Of is het ook de bedoeling om de besteding van de budgetten die in de vorm van vouchers aan de voorzieningen worden overgemaakt, gecontroleerd worden ? Dat zou dan al een eerste stap zijn, alvorens de zorggebruikers nogmaals lastig te vallen. Zouden we niet beter kijken naar het toeleiding – systeem zelf en bv eens de link maken met de inschalingen FOD. Daar liggen ook ellenlange vragenlijsten aan de basis en is er geen controle op het gebruik. Idem voor alle andere overheidsvergoedingen (bv RSZ uitkeringen). Uitkerings- gerechtigd zijn geeft recht op het vrij besteden van die vergoeding.

    Marcel LUYS, voorzitter van een gebruikersraad/collectief overleg.

  • Katrijn Ruts

    Nee, ondersteuningsplan en bestedingsplan moeten helemaal niet aan elkaar gekoppeld worden… Wie kan van tevoren zijn of haar leven helemaal plannen? In het leven veranderen er constant dingen die een invloed hebben op de keuzes die we nemen. Ik kan plannen om met de fiets te gaan in plaats van met de trein, en als het moment nadert blijkt de trein toch een betere optie te zijn. Ik hoef die ‘wijziging’ niet aan de overheid te verantwoorden, ik moet ook niet uitleggen waarom dit nu een betere optie was, en wat dit nu voor effect heeft gehad op mijn doelstellingen (waaronder ergens geraken). Waarom moeten personen die ondersteuning nodig hebben de keuzes die ze maken over die ondersteuning wel inhoudelijk verantwoorden? Waarom zouden de keuzes op een bepaald moment moeten overeenkomen met hoe ze het bij aanvraag van een budget hadden bedacht? De betutteling bevindt zich juist in dit soort dingen.

  • Johanne Lefebvre

    Ik ben vader van een kind, deze is nu al twintig jaar met een fysieke en mentale beperking. Zes jaar aan een stuk kregen wij te horen dat zij niet gekend is in het systeem. Dankzij een dagcentrum, hier zonnebloem, is dit probleem verholpen. Geen excuses van het VAPH want dit was onmogelijk. Er zou ALTIJD gevraagd worden naar het id- nummer. Bij mijn laatste gesprek was dit eindelijk zo, hierna heb ik alle papieren eindelijk in orde gekregen en ben deze persoonlijk gaan brengen naar het VAPH. Daar kreeg ik van een (lees hierbij dit woord maar sarcastisch) ‘lieve’ dame te horen dat zij zelf een kind heeft die faalangst heeft en zij ook geen hulp krijgt. Ik vermoed een dame die niet goed beseft wat er aan de hand is. GEEN hulp dus want ik, de vader, kan nog steeds alle taken. Mijn vrouw heeft ook deze ziekte dus alle taken vallen degelijk onder mijn verantwoordelijkheid, zorg voor de kinderen, winkelen, eten maken, huishoudelijke taken… nu ben ik opgenomen wegens opgebrandt. En wat…

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.