Al las ik je boek in één ruk uit, toch is het een pijnlijke getuigenis. Waarom schreef je dat moeilijk traject in de psychiatrie neer?
“Wat mij overkomen is, kan ik niet terugdraaien. Maar als mijn getuigenis ervoor kan zorgen, dat andere mensen dit niet hoeven mee te maken, dan is het boek zinvol geweest. Ik schreef het dus niet voor mezelf. Het is geen zelftherapie, wel een pleidooi voor een warmere professionele zorg.”
“Ik ben het sterkst geholpen en ondersteund door alles wat geen professionele zorg was: de speelpleinwerking, medestudenten, reisgezellen, mijn zus, mijn collega’s en vrienden. Dankzij hen bleef ik overeind en kon ik me uiteindelijk herpakken. Professionele hulp gaf me vooral de stempel van ‘psychisch ziek’. Van vandaag op morgen als knettergek beschouwd worden, is heel heftig.”
‘Van vandaag op morgen als knettergek beschouwd worden, is heel heftig.’
“Dat etiket werp je niet zo maar af. Ik word daar nog elke dag mee geconfronteerd. Het had ook heel anders gekund. Mijn boek is vooral een oproep om samen de beweging te maken naar een meer menselijke psychiatrie.”
Kan je kort vertellen wat je precies overkomen is?
“In 2012 was ik bezig met een ivf-behandeling. De medicatie zorgde voor ernstige psychische bijwerkingen, en na een overdosis slaapmedicatie belandde ik op de spoeddienst van een lokaal ziekenhuis. Dat eerste contact liep meteen mis: de behandelend psychiater liet me in de isolatiecel gooien, zonder te vragen wat er precies aan de hand was. Hij vertelde me dat hij ‘op zondag wel wat beters te doen had’.”
“Ik was helemaal ondersteboven van het geweld dat verplegers gebruikten om me in die cel te krijgen. Ze rukten mijn beha af. Waarom vroegen ze dat niet gewoon aan mij? En opnieuw: nul communicatie over wat, waarom en hoe lang. De volgende dag ben ik gewoon gaan werken, dus zo uitzonderlijk bedreigend was de situatie niet.”
Je hebt later een gesprek aangevraagd met die psychiater via de ombudsdienst van het ziekenhuis. Hoe liep dat?
“Anderhalf jaar geleden probeerde ik de dialoog aan te gaan met die psychiater. Ik wilde hem uitleggen hoe kwetsend zijn aanpak voor mij was geweest, dat ik nog steeds nachtmerries had van die isolatiecel. Maar ik kwam van een kale reis thuis: hij behandelde me uit de hoogte, zette mijn negatieve ervaringen met de isolatiecel weg als ‘pathologisch’ en vroeg me zelfs ‘of ik mijn pilletjes wel genomen had’. Dat vind ik onmenselijk.”
“Gelukkig vergezelde een vriendin me als vertrouwenspersoon, anders zou niemand me geloven. Ook zij was volledig van de kaart. Nochtans was ik met goeie moed aan dat gesprek begonnen: ik hoopte op een beetje erkenning en op de bereidheid om uit fouten te leren.”
‘Ik hoopte op een beetje erkenning en op de bereidheid om uit fouten te leren.’
“Patiëntenrechten blijven nog te vaak een lege doos. Ze kunnen een psychiater niet dwingen om te erkennen dat hij onnodig leed berokkende.”
En dus schreef je een boek.
“Ik ben assertief genoeg om die uitwassen aan de kaak te stellen. Ook al lag ik in duizend stukken uit elkaar, toch besefte ik dat het niet klopte hoe ik behandeld werd. Ik voelde me gekleineerd en gereduceerd tot psychisch ziek.”
“Maar mijn stem bleef ongehoord. Dus schreef ik inderdaad een boek, als een vorm van ultiem zelfwoord. Ik maak me vooral zorgen over de groep mensen die gelijkaardige ervaringen hebben, maar de kracht, netwerken of capaciteiten missen om te reageren.”
Je verhaal is heftig. Het boek is hard. Had je geen enkele positieve ervaring binnen de psychiatrie?
“Niet in het begin. Ook na de isolatiecel begingen hulpverleners flater na flater en dreven een wig tussen mij en mijn verloofde. Op een paar weken tijd zag ik daardoor niet alleen mijn kinderwens in rook opgaan, maar liep ook mijn relatie op de klippen, verloor ik mijn huis en werd het contact met mijn stiefdochtertjes verbroken. Er volgde een ernstige suïcidepoging.”
‘Ook na de isolatiecel begingen hulpverleners flater na flater.’
“Toen liet ik me vrijwillig opnemen in een ander psychiatrisch ziekenhuis. Daar vond ik wél het nodige respect. Bij het intakegesprek liet ik vallen dat ik een paar dagen later een belangrijke tolkopdracht had. Het psychiatrisch team gaf me daarvoor groen licht. Dat ik toen dat vertrouwen kreeg, was de best mogelijke therapie.”
“Ik heb ook fijne herinneringen aan de psychiater in opleiding, van wie de oogjes fonkelden telkens als ik haar over mijn verblijf in Mexico vertelde. Ze maakte vanuit een gemeende nieuwsgierigheid eerst ruimte voor een gesprek van mens tot mens, pas dan van arts tot patiënt. Ook de nachtverpleegkundigen kreeg ik graag over de vloer. Hun troeven: tijd en luisteren.”
“Zodra de bijwerkingen van de hormonenbehandeling wegebden, voelde ik me meteen een pak beter, en een paar weken later was ik opnieuw fulltime aan het werk. Maar de ravage in mijn persoonlijk leven was enorm.”
Ook over je huidige psychiater ben je positief.
“Ik worstel sinds 2012 met posttraumatische stress en slaapproblemen. Mijn psychiater is een crème van een vrouw, professioneel en integer. Zij helpt me vooruit. Het heeft wel lang geduurd vooraleer ik opnieuw bij een therapeut durfde aan te kloppen. Mijn wedervaren in 2012 had me weggeduwd van alles wat met hulpverlening te maken had.”
“Mijn verhaal is dus genuanceerd. Ik ben ervan overtuigd dat er goede hulpverleners bestaan en dat we hun professionele expertise nodig hebben. Maar hier en daar is er toch nog werk aan de winkel.”
Wat is de belangrijkste werf?
“Wat ook je positie of expertise is, ga zoveel mogelijk naast iemand staan en luister onbevangen. Zet je op gelijke voet. Ik zat zelf in de leiding van de speelpleinwerking, was leerkracht en begeleidde reizen. In al die posities heb ik ervaren hoe werkzaam horizontale relaties zijn.”
“Relaties waar de ene partij zich op basis van macht of expertise boven de andere stelt, zijn zelden vruchtbaar. Te vaak wordt ‘over’ mensen gesproken, niet ‘met’ mensen. Die verticaliteit staat duurzame oplossingen in de weg. De zorgverlener zet de eigen expertisebril op, zet zich boven de ‘zieke’ patiënt, bepaalt wat het probleem is en dringt de eigen oplossingen op. Dat is een sluipend gif in alle vormen van hulpverlening, vaak vanuit de beste bedoelingen.”
Het probleem van de psychiatrie zit veel dieper dan de excessen van isolatie en fixatie?
“Absoluut. Het fout aanwenden van macht zit verscholen in wat hulpverleners dagelijks zeggen, beslissen en neerschrijven. Ter voorbereiding van dit boek, vroeg ik de medische verslagen uit die periode op. Dat is confronterend.”
‘Kritisch zijn, wordt afgedaan als een symptoom van je ziekte.’
“Ik werd als ‘verward’ omschreven omdat ik in de wirwar van ziekenhuisgangen niet meteen de weg vond. Wel, als reisbegeleider heb ik de hele wereld gezien en toch raak ik nog makkelijk de weg kwijt. Ik heb een slecht oriëntatievermogen, zoals veel andere mensen. Is dat ‘verward’?”
“Vervolgens lees ik: ‘De patiënte zet zich op dezelfde hoogte als de hulpverlener. Ze is kritisch over de communicatievaardigheden van het zorgpersoneel.’ Je op gelijke voet zetten of kritisch zijn, wordt afgedaan als een symptoom van je ziekte. Terwijl het gewoon mijn manier is om in de wereld te staan. Wat is daar mis mee?”
Had je niet gewoon de pech om foute zorgverleners te ontmoeten?
“Misschien. Al vrees ik dat dwang nog steeds schering en inslag is in de psychiatrie. Ik heb zelf de schrijnende verhalen van Laura De Houwer, Brenda Froyen en Ewout Kattouw gelezen. Nu mijn boek er ligt, contacteren veel mensen me met gelijkaardige verhalen, van overal in Vlaanderen en Brussel.”
Patiënten en onderzoekers bevestigen de traumatiserende effecten van de isoleercel. Toch worden ze nog elke dag gebruikt.
“Afschaffen dan maar? Ik weet het niet. Ik doe niet graag grote uitspraken. Ik begrijp best dat het ook aan de kant van de hulpverlener soms moeilijk is. Crisissituaties zijn vaak heftig. Een opname in de psychiatrie is geen uitstap met de jeugdbeweging. Maar toch kan je ook in moeilijke situaties communicatief en menselijk blijven.”
“Isolatie moet zo weinig en zo kort mogelijk gebruikt worden. Daar loopt het vaak mis. Het is een te gemakkelijke manier geworden om een complex probleem op te lossen. Dat vind ik akelig.”
Veel psychiaters en zorgkundigen beweren dat ze de isolatiecel niet gebruiken.
“Gelukkig maar. In de nasleep van dit boek ontmoet ik inderdaad psychiaters, psychologen en hulpverleners die erkennen dat de psychiatrie soms op het foute spoor zit.”
“Psychiater Erik Thys voert een pleidooi voor dekolonisering van de psychiatrie. Dat is nodig om opnieuw op zoek te gaan naar verbinding tussen arts en patiënt, tussen geestelijke gezondheidszorg en samenleving. Ook psycholoog Paul Verhaeghe daagt de psychiatrie uit om een keuze te maken: ofwel wil ze mensen normeren en plooien, ofwel gaat ze meedenken met de patiënt.”
“Dat is heel hoopgevend. Mijn boek is dan ook geen aanklacht tegen psychiaters en psychiatrie. We hebben die nodig. Wel kaart ik pijnpunten aan, in de hoop om de systeemfouten eruit te halen en dingen beter te maken.”
Wat zijn die systeemfouten volgens jou?
“Ik had het al over arrogantie, gebrekkige communicatie en dwang. Maar het schoentje knelt ook bij de manier waarop onze gezondheidszorg georganiseerd is. Ik tolkte ooit Ri De Ridder, die het boeiende boek ‘Goed ziek’ schreef. Daarin legt hij haarscherp uit dat onze prestatiegeneeskunde goede zorg in de weg staat. De arts die voldoende tijd voor de patiënt uittrekt, verdient een pak minder dan zijn collega die razendsnel zoveel mogelijk patiënten afwerkt.”
‘Het huidige systeem draait op ziekte, we moeten overschakelen naar een systeem dat baat heeft bij gezondheid.’
“Het huidige systeem draait bovendien op ziekte, we moeten overschakelen naar een systeem dat baat heeft bij gezondheid. Inzetten op preventie loont: in mijn geval had een gedegen preventiebeleid van de fertiliteitskliniek een duur traject in de psychiatrie kunnen voorkomen.”
Je ervaarde als jong meisje ook trauma’s: van seksueel misbruik tot ernstig pestgedrag. Had professionele hulp op jongere leeftijd een verschil gemaakt?
“Hier zit een vooringenomenheid die ik wil bestrijden: ‘Mevrouw is op jonge leeftijd misbruikt, dus zonder de nodige professionele hulp loopt dat fout af’. Gelukkig is het leven niet zo deterministisch. We zijn veel meer dan wat ons is overkomen.”
“Maar zodra je over misbruik of trauma spreekt, duiken sommige hulpverleners in hun tunnel. Alsof je gedoemd bent om zwaar depressief of psychisch ziek te zijn of te worden. En als je daartegen ingaat, lijd je aan ‘ontkenning’. Dat is echt een freudiaans trucje om niet naar een patiënt te hoeven te luisteren. Toen ik in botsing kwam met de psychiatrie was ik een voltijds werkende 41-jarige vrouw met twee diploma’s. Het brede plaatje van wie je bent, ook je talenten en sterktes, wordt niet meer gezien. Dat is heel reducerend.”
‘We zijn veel meer dan wat ons is overkomen.’
“Vaak wordt gezegd dat mensen misbruik uit schaamte voor zichzelf houden. Ik ben ervan overtuigd dat veel slachtoffers niet praten omdat ze aanvoelen dat ze dan alleen nog gezien worden als een verlengstuk van hun trauma’s.”
“De grootste kwetsuur die je mensen met veel vechtlust kan bezorgen, is hen nog enkel te zien als psychisch ziek. Ik was alleen nog een slachtoffer van seksueel misbruik. Als je mensen in dat hokje steekt, geraken ze er moeilijk nog uit.”
Je hebt het vooral over mankementen in de professionele zorg. Wat met familie, vrienden en mantelzorgers?
“Terecht pleit psychiater Dirk De Wachter ervoor om allemaal een beetje elkaars psychiater te zijn. Alleen gebeurt dat te weinig. Vaak gaan mensen op zoek naar professionele hulp omdat dat eerste vangnet wegkijkt. Te veel mensen hebben geen zin meer om naar elkaar te luisteren. Wie heeft de moed om een collega aan te spreken die het zichtbaar moeilijk heeft?”
‘Je hebt vaak meer aan contact met lotgenoten dan aan een therapeutische sessie.’
“Mijn boek is ook een oproep om mensen veel meer in contact te brengen met elkaar. De bakker, de loketbediende, de buren, de jeugdbeweging of de schaakclub: hier zit het eerste en belangrijkste vangnet van mensen. Een stevige ‘nulde lijn’ uitbouwen is de beste manier om aan preventie te doen.”
Ben je daarom ook enthousiast over lotgenotencontacten?
“Je hebt vaak meer aan contact met lotgenoten dan aan een therapeutische sessie. Het is een gemiste kans dat hulpverleners me nooit verwezen naar zulke bijeenkomsten. Pas nog was ik op de jubileumviering van Uilenspiegel, de vereniging voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Die contacten zijn een verademing.”
Goed dus dat psychiatrische ziekenhuizen ervaringsdeskundigen inzetten.
“Zeker, maar als ervaringsdeskundigen alles moeten oplossen wat er misloopt, zijn we niet goed bezig. Ze kunnen wel een belangrijk verschil maken door hulpverleners een spiegel voor te houden. Maar het gevaar bestaat dat ziekenhuizen denken: ‘we hebben nu een ervaringsdeskundige, ons huiswerk is gemaakt’.”
“Ervaringsdeskundigen horen niet thuis op een afvinklijstje. Je moet ervaringskennis op gelijke voet zetten met professionele kennis, zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in de herstelacademies.”
“En hulpverleners die echt luisteren, zien in élke patiënt een ervaringsdeskundige. Daarom: zet sterker in op communicatievaardigheden van hulpverleners, nog steeds het zwakke broertje in veel opleidingen.”
Het boek is geschreven. Wat heeft de toekomst nog in petto?
“Dit boek is een uitgestoken hand om met mensen in gesprek te gaan: met lotgenoten en hun familie, met verpleegkundigen, met ziekenhuisdirecties, opleiders en psychiaters. Ik hoop hen vanuit mijn verhaal zo veel mogelijk te kunnen ontmoeten.”
“Toch heb ik mezelf voorgenomen om dat ook in tijd af te bakenen. Ik wil niet samenvallen met dit boek. Ik heb een fantastische job, ben gepassioneerd door reizen en heb toffe buren en vele vrienden. Ik ben blij dat het boek er nu ligt, maar wil er niet een leven lang aan blijven kleven.”
Reacties [19]
Dag Mevr Janssens,
Dag Veerle,
Dankjewel dat je je boek hebt geschreven. Ik hoop dat er heel wat hulpverleners dit lezen.
Zelf werkte ik 17 jaar in de psychiatrie. Ik zag er zaken gebeuren die goed waren; maar ook zaken die niet goed waren.
Jouw verhaal is een pleidooi voor echtheid in contact en voor verbinding van mens tot mens – zonder daarin de professionaliteit te verliezen.
Door mijn opleiding Gestalttherapie ben ik ook op een andere manier gaan kijken naar het contact met ‘mijn’ cliënten.
Open Dialogue (waar ik kennis mee maakte via Stijn Vanheule ) was op dat vlak ook een verademing.
Een nieuwe wind waait door de GGZ.
Met passie probeer ik dit mee te geven aan de studenten waar ik nu les aan geef. (Gezondheid en Zorg binnen de Arteveldehogeschool)
Van harte fijne groeten.
Mieke Desimpelaere
Beste Mieke,
Dank voor uw fijne reactie. Fijn dat uw studenten op een gedreven leerkracht kunnen rekenen. Mocht u dat interesseren, dan wil ik zeker eens een lezing/boekvoorstelling geven voor uw studenten.
Mvg, Veerle
Veerle, het is heel wijs dat je dit wedervaren opschrijft. Dat dit boek wordt gelezen.
Zelf ben ik ook hulpverlener en we hebben in de ggz nood aan deze verhalen.
Ik hoop dat je blijft praten en verbinden. Het is de enige weg om het systeem te veranderen.
Titel ook goed gekozen. Het is maar een momentopname. Je bent veel meer dan dit moment. Wees hier maar fier over!
Maar voor ons is dit een noodzakelijk ‘kwaad’. Een begin van vernieuwing.
Bedankt
Beste Luc, dank voor uw fijne reactie. De titel verwijst inderdaad naar het tijdelijke van de crisis – dat heeft u uitstekend begrepen -, maar is ook een citaat uit het inleidende gedicht van de Mexicaanse dichter Jaime Sabines.
“We zijn een boek aan het maken
dat getuigt van wat we niet zeggen.
We vergaren onze tijd, onze pijn,
onze ogen, de handen die we hadden,
de harten die we uitprobeerden;
we broeden op een boek,
en blijven nochtans
groter en armzaliger dan het boek.
De klaagzang is niet de pijn.
Het lied is niet de vogel.
Het boek ben ik niet, en het is niet mijn kind.
Noch is het de schaduw van mijn kind.
Het boek is slechts de tijd,
Een tijd van mij tussen al mijn tijden,
Een korrel op de maïskolf,
Een stukje van de hydra.”
Jaime Sabines, proloog van Tarumba, 1956
Ik woonde en werkte 4 jaar in Mexico en het boek bevat ook een aantal verhalen uit Latijns-Amerika.
Mvg, Veerle
Voor iedereen wiens ervaring in de psychiatrie traumatische gevolgen heeft (had) raad ik aan om niet op te geven en bereid te zijn om die te delen . Het is emorm belangrijk om te leren van het verleden en dat het beter kan .
Wat bijjzonder belangrijk is ,is vooral de hoop en kracht die je omgeving uitstraalt. Zelf al voelen we ons verloren en wanhopig dan is het onze native omgeving die ons kan ondersteunen via hun gedachten en hun licht op ons. Vrienden die gaan roddelen of familie die zich schaamt ,zijn extra struikelblokken die herstel tegenwerken . Zelfs als je 40 jaar later gestigmatiseerd blijft, ga je weer in oude patronen geduwd worden . Angst is besmettelijk,er is veel overdracht, vanuit de profesionele zowel als de amicale zijde. Als psychiatrische patient ben je extra vatbaar voor projecties. De enige weg te gaan is die van zelfbescherming en vertrouwen dat het weer goed komt . Het zijn complexe processes, niet bewust van onderbewuste projecties , extra zwaar te dragen.
Beste Linde,
Dank voor uw fijne reactie. Stigma is inderdaad een lastige kwestie. Ook voor mezelf was het geen makkelijke keuze: met mijn boek wil ik de strijd tegen stigma aanbinden, maar ik plak mezelf wel een reuzegroot etiket op. Gelukkig hebben mijn nieuwe collega’s, bijvoorbeeld, fantastisch gereageerd, dat was een hele opluchting. Ik wens u het allerbeste toe. Mvg, Veerle.
👌helemaal juist weergegeven. 🫶
Dankuwel, Hilde.
Heel boeiend en herkenbaar artikel. Zelf heb ik een kleine twee jaar doorgebracht in verschillende psychiatrische ziekenhuizen, met overwegend positieve ervaringen. Wel heb ik hier en daar ook gemerkt dat als je aangeeft dat een bepaalde therapie niet werkt voor jou of je hebt kritiek op bepaalde werkwijzen, dat dat compleet genegeerd wordt en dat je dan soms bestempeld wordt als iemand die niet wilt meewerken. Heel frustrerend. Maar op andere plekken werd ik dan weer heel au sérieux genomen en was er een zeer goede samenwerking tussen mij en het personeel. En wat ik ook herken is het stempel behouden van psychiatrisch patiënt. Ik vind mijn ervaringen in de psychiatrie uniek en ze waren enorm leerrijk, en ik zou daar gewoon vrij over willen praten maar dat durf ik nog niet. Daarvoor moeten mensen mij eerst goed zien en kennen zoals ik nu ben, zodat ze hun vooroordelen kunnen loslaten.
Beste S.F., Heel herkenbaar, wat u schrijft! Mvg, Veerle.
Dankjewel, Joke. Het spijt me te lezen dat je gelijkaardige toestanden hebt meegemaakt. Hou je goed! Lieve groet, Veerle.
Herkenbaar ik ben sinds 2005 tot 2022 lichamelijk en geestelijk mishandeld PTSS burn-out en psychose. Psychose was mijn ontwaking. Ik kies nu voor mezelf en voor mijn kinderen. Gezondheid is nr 1.
Heel herkenbaar ben al mijn vertrouwen in de psychiatrie verloren
“Ik voelde me gekleineerd en gereduceerd tot psychisch ziek.”
Vind dit op zich ook wel een stigma voor mensen met een psychische kwetsbaarheid.
Je zegt dit toch ook niet met betrekking rond andere fysieke pathologie …
Verder wel goed dat deze punten dat u aanhaalt bespreekbaar worden en blijven.
En mijn visie als psychiatrisch verpleegkundige is idd dat we misschien niet gelijkaardig zijn met de ander, maar absoluut gelijkwaardig!
Kijk er alvast naar uit om uw boek te lezen!
Beste Ann, wat fijn dat je mijn boek wil lezen. Ik hoop dat je bij de lectuur ervan zal merken dat ik net de strijd wil aanbinden tegen stigma. Geneeskunde heet met een prachtig ouderwets woord ‘heelkunde’ en ik ben ervan overtuigd dat men pas helend kan werken als men de volledige mens ziet, en ‘patiënten’ in de eerste plaats als medemens ziet, en dus verder kijkt dan de etiketten die men soms te snel kleeft. In mijn botsing met de psychiatrie had men geen oog voor mijn verhaal, maar gooide men mij pardoes de isolatiecel in. En ja, dat vond ik kleinerend. Ik pleit er in mijn boek ook voor om mensen niet te laten samenvallen met hun psychische kwetsbaarheid, hen daartoe niet te reduceren (want we zij zoveel meer dan ons is overkomen, en zijn niet alleen ‘ziek’). Fijne lectuur gewenst, ik lees graag wat je ervan vindt. Mvg, Veerle
Haar verhaal is zo herkenbaar ….helaas vanuit eigen ervaring en vanuit mijn omgeving .
Alle succes Veerle !
Dag Veerle
Je interview geeft zin om meer te lezen al raak je helder reeds lang gekende pijnpunten aan je ervaring met ombudsdienst raakt persoonlijk het vraagt moed, doorleefde toepassing van meerzijdige partijdigheid en inlevingsvermogen om een arts met dergelijk tunnelzicht te laten stilstaan bij de impact van inhoud en vorm van communicatie excuses zijn nog geen dagelijkse praktijk in het ombudswerk maar steeds meer staan professionals hiervoor open wanneer dit nodig is en herstel kan brengen
Bedankt voor je getuigenis en veel levensplezier bij al wat en wie je nog op je pad zal ontmoeten
Beste Peter, dank voor je fijne reactie. Nieuwsgierig wat je van het boek zal vinden ;o)). Ik wens je eveneens veel levensplezier in alles wat je onderneemt. Vriendelijke groet, Veerle.
Ik heb het ook meegemaakt. Ik zit ongeveer dertig jaar in psychiatrie en pas de laatste jaren is er beterschap. Het zal nog effe duren eer ik er helemaal uit geraak, als dat al kan. Ik kwam vanalles tegen: mensen, hulpverleners, die me zouden moeten helpen, deden dat niet altijd, integendeel. En ik mocht niet rebelleren want dan gaven ze een pilletje.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Ik kan talloze voorbeelden geven van mensen die bij het Anderlechtse OCMW bot vangen’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies