Achtergrond

Essay Paul Verhaeghe: ‘Ons paradijs staat in brand’

Paul Verhaeghe

Paul Verhaeghe moeten we niet meer voorstellen. Deze gewezen hoogleraar psychologie schrijft nu bestsellers en toert met lezingen door Vlaanderen en Nederland. Naar aanleiding van zijn jongste boek ‘Onbehagen’ sprak hij eerder dit jaar een rede uit op het Brainwashfestival in Amsterdam. Deze tekst is een feestcadeau voor de lezers van Sociaal.Net.

Paul Verhaeghe

© ID / Philip Vanoutrive

Crisis na crisis

“Met mij gaat het goed, met de wereld gaat het slecht.” Ergens na de millenniumwisseling maakte deze uitdrukking furore. Ik vermoed dat de hedendaagse versie eerder deze van filmmaker Woody Allen is: “God en Nietzsche zijn dood, en zelf voel ik me ook niet zo lekker.

‘In de nasleep van de bankencrisis, de pandemie en de voelbare klimaatverandering is het onbehagen sterk toegenomen.’

In de nasleep van de bankencrisis, de pandemie en de voelbare klimaatverandering is het onbehagen sterk toegenomen, en dan moest de gruwel in Oekraïne en het Midden-Oosten nog komen.

Onbehagen is een vaag gevoel – de vraag is of we het kunnen hardmaken. Als dat inderdaad het geval is, dan kunnen we best op zoek gaan naar een verklaring.

Het paradijs staat in brand

Op het eerste gezicht hebben we weinig redenen om te klagen. Een meerderheid van de Nederlanders en Belgen leeft in een paradijs. Onze gezondheidszorg behoort tot de beste ter wereld, de werkloosheid is laag, het aantal hoogopgeleide mensen blijft groeien. Vergelijk de lage landen met andere regio’s en je begrijpt wat ik bedoel.

Toch is de subjectieve indruk anders, we herkennen ons in ‘Angelus Novus’, een aquarel van kunstenaar Paul Klee. Die laat zien hoe een engel met wijd geopende vleugels achteruitvliegt terwijl hij verbijsterd naar het tafereel voor hem kijkt. Een tafereel dat wij niet kunnen zien maar wel aanvoelen: het paradijs staat in brand, de vuurzee veroorzaakt stormwinden die de engel ruggelings wegblazen, de toekomst in.Deze interpretatie kunnen we lezen bij Walter Benjamin, in zijn ‘Über den Begriff der Geschichte‘ uit 1940. Dit is de Engelse vertaling van de passage: “A Klee painting named Angelus Novus shows an angel looking as though he is about to move away from something he is fixedly contemplating. His eyes are staring, his mouth is open, his wings are spread. This is how one pictures the angel of history. His face is turned toward the past. Where we perceive a chain of events, he sees one single catastrophe which keeps piling wreckage upon wreckage and hurls it in front of his feet. The angel would like to stay, awaken the dead, and make whole what has been smashed. But a storm is blowing from Paradise; it has got caught in his wings with such violence that the angel can no longer close them. The storm irresistibly propels him into the future to which his back is turned, while the pile of debris before him grows skyward. This storm is what we call progress.”

De aquarel is een artistieke weergave van onze ‘fear of falling’ en het bijbehorende onbehagen.

Objectieve cijfers

Subjectieve indrukken volstaan niet als argument, daar hebben we objectieve cijfers  voor nodig. En die zijn er, dankzij het pionierswerk van de Britse onderzoekers Richard Wilkinson en Kate Pickett.

‘We hebben objectieve cijfers nodig.’

Begin deze eeuw hebben zij de zogenaamde psychosociale gezondheidsindicatoren naar voren geschoven als maatstaf om de kwaliteit van een samenleving te kwantificeren. Denk aan lichamelijke en mentale gezondheid, het gebruik van drugs, het aantal mensen in de gevangenis, sociale mobiliteit, het aantal geweldsdelicten, het onderwijsniveau.

De voorbije vijftien jaar is er voldoende research gebeurd om duidelijke conclusies te formuleren. In de landen van de Europese Unie gaat het merendeel van deze indicatoren jaar na jaar de verkeerde richting uit, wat op zich al volstaat als verklaring voor de toename van het onbehagen.

Een tweede, zo mogelijk nog belangrijkere conclusie is dat deze evolutie heel nauw samenhangt met een groter wordende sociaaleconomische ongelijkheid. Een dergelijke toename geldt globaal voor alle landen van de Europese Unie.

België en Nederland

Met deze bevindingen kunnen we nakijken hoe het bij ons zit. Zowel in Nederland als in België is de sociaaleconomische ongelijkheid de voorbije decennia groter geworden, zeker als je zowel inkomens als vermogens in rekening brengt.

‘Data tonen een toename van angst en depressie bij volwassenen.’

Zoals verwacht gaan tijdens dezelfde periode cruciale psychosociale gezondheidsindicatoren de verkeerde richting uit, bovendien in alle lagen van de bevolking. De cijfers die ik het best ken, komen uit de psychologische en de psychiatrische hulpverlening.

De groep kinderen die aangepast onderwijs nodig heeft, blijft groeien. Net zoals het aantal psychiatrische diagnoses bij jongeren. Data van het Trimbosinstituut tonen een toename van angst en depressie bij volwassenen, wat perfect spoort met de stijging van het aantal voorschriften voor psychofarmaca. Wat de farmaca betreft, de sterkste toename betreft de voorschriften voor maagzuurremmers. Ook zeer opvallend is de uitbreiding van de forensische sector, dat wil zeggen, van het aantal mensen dat verplichte psychiatrische hulp opgelegd wordt, de TBS’ers in Nederland en de geïnterneerden in België.

Voor mij volstaan deze vaststellingen om te besluiten dat ons onbehagen niet kan weggezet worden als een subjectieve indruk. Richardson en Pickett hadden al aangetoond dat de negatieve evolutie samenhangt met een groter wordende sociaaleconomische ongelijkheid, zodat we uitmonden bij de vraag waarom de ongelijkheid toeneemt.

Over het antwoord zijn de meeste economisten het eens: dit is een structureel gevolg van veertig jaar neoliberale vrijemarkteconomie die de kloof in de samenleving steeds breder gemaakt heeft.

Meer polarisatie

Een bijkomend gevolg van deze kloof is de polarisatie tussen groepen die elkaar wederzijds de schuld geven voor wat er fout loopt en de oplossingen bij anderen leggen: vreemdelingen moeten terug naar hun thuisland, steuntrekkers moeten strenger gecontroleerd worden, de rijken moeten meer belastingen betalen…

‘Mens en samenleving lopen voortdurend in elkaar over.’

Dergelijke redeneringen zijn verleidelijk omdat ze oorzaken en oplossingen buiten onszelf leggen, met als ultiem voorbeeld de veronderstelde tegenstelling tussen een dolgedraaide maatschappij en de burger als slachtoffer. Eens je nadenkt over onze identiteit wordt het duidelijk dat de realiteit complexer is.

Onze identiteit is een weerspiegeling van de verwachtingen en de idealen van onze samenleving. Dat geldt ook in de andere richting: onze samenleving hebben wij vorm gegeven op grond van dezelfde idealen die we geconcretiseerd hebben in opvoeding, onderwijs en arbeidsorganisatie. Zo beschouwd lopen mens en samenleving voortdurend in elkaar over en zijn het geen onafhankelijke, laat staan tegenover elkaar staande, elementen.

Onbehagen

Paul Verhaeghe: “Ons onbehagen kan niet weggezet worden als een subjectieve indruk.”

© ID / Philip Vanoutrive

Wij kunnen niet zonder de groep

Ik haast me om eraan toe te voegen dat onze identiteit niet alleen maar een weerspiegeling is van wat de samenleving ons voorgehouden heeft.

‘Een individu dat systematisch alleen zit, is ofwel ziek, ofwel uitgesloten.’

Identiteiten zijn sociaalpsychologische constructies bovenop een evolutionair-biologische ondergrond. Als constructie zijn ze maakbaar, op voorwaarde dat ze niet ingaan tegen de wezenlijke kenmerken van onze evolutionair-biologische erfenis. Ik denk in het bijzonder aan drie kenmerken.

Het eerste is zo voor de hand liggend dat we er nauwelijks bij stilstaan. Homo sapiens behoort tot de sociale zoogdieren, wat betekent dat wij niet zonder groep kunnen. Een individu dat systematisch alleen zit, is ofwel ziek, ofwel uitgesloten en meestal de twee. Mensen hebben van nature uit een samen-leving nodig. De vorm die een samenleving aanneemt, is dan weer cultureel bepaald en kan zeer verschillend zijn.

Ingebouwde rechtvaardigheidsmeter

Een tweede eigenschap handelt over een specifieke vereiste in de verhouding tussen de groepsleden.

Alle sociale zoogdieren blijken over een ingebouwde rechtvaardigheidsmeter te beschikken en zijn uitermate gevoelig voor onrechtvaardige verdelingen. Sarah Brosnan en Frans de Waal hebben dit overtuigend aangetoond op grond van experimenteel onderzoek. Het staat bekend als ‘inequity aversion’.

Laat twee aapjes eenzelfde taak uitvoeren, geef ze een verschillende beloning en kijk wat er gebeurt – het dier dat zich ongelijk behandeld ziet, gaat uit zijn dak. De Waal maakt zelf de vergelijking met onze samenleving: het verband tussen toenemende ongelijkheid en onbehagen krijgt hiermee een wetenschappelijke grond.

Iedereen wil autonomie

Een derde kenmerk is dubbel en daardoor dubbelzinnig. Elk individu verlangt naar verbondenheid met andere individuen, maar tezelfdertijd verlangt iedereen autonomie.

Het resultaat werd mooi verwoord door de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer. Hij vergeleek mensen met stekelvarkens op een koude winternacht. We zoeken elkaars warmte op en schurken tegen elkaar, met onze stekels doen we elkaar pijn waardoor we afstand nemen, vervolgens krijgen we het opnieuw koud en kan het proces herbeginnen.“Een groep stekelvarkens schurkte op een koude winterdag lekker dicht aaneen om zich door elkaars warmte te beschutten tegen bevriezing. Zij voelden echter dra elkaars stekels, wat hen dan weer van elkaar verwijderde. Wanneer de behoefte aan warmte hen nu wederom samenbracht, herhaalde zich het tweede euvel, met het gevolg dat zij tussen beide aandoeningen heen en weer geslingerd werden, tot zij een optimale afstand van elkaar hadden gevonden, waar zij het ‘t best konden uithouden.” Arthur Schopenhauer (1851) in Parerga und Paralipomena.

Deze dubbelzinnigheid vind ik erg belangrijk, want ze verklaart de onvermijdelijkheid van het menselijk onbehagen, los van om het even welk maatschappijmodel. De vraag is niet of er een onbehagen is, wel welke vorm en omvang het aanneemt.

Verschillende samenlevingen zijn onder meer verschillend omdat ze het menselijk streven naar autonomie en verbondenheid verschillend kaderen. Hoe dat verloopt in onze samenleving en welk onbehagen daarbij aansluit, blijkt uit een aantal typische kenmerken van de hedendaagse identiteit, als weerspiegeling van die samenleving.

Neoliberaal

De makkelijkste manier om de huidige identiteit zichtbaar te maken is haar te vergelijken met de vorige.

‘Het nieuwe narratief is economisch en gaat uit van maakbaarheid, individualisme en concurrentie.’

Tot pakweg 1960 lag alle accent op verbondenheid en was er weinig ruimte voor autonomie. Tijdens de zestiger jaren ontstond er een bottom-up beweging die autonomie opeiste op meerdere existentiële vlakken: seksualiteit met de seksuele revolutie, religie met de bevrijdingstheologie, opvoeding met de antiautoritaire pedagogiek, normaliteit met de antipsychiatrie.

In die periode is onze identiteit ingrijpend veranderd, op grond van nieuwe idealen in wisselwerking met nieuwe maatschappelijke verwachtingen. Het accent verschoof naar autonomie, met op de achtergrond de overtuiging dat identiteit en samenleving maakbaar zijn. Het vroegere religieuze narratief ging op de schop, samen met het predestinatie-idee en het bijbehorende accent op onderwerping en dienstbaarheid.

Het nieuwe narratief is economisch en gaat uit van maakbaarheid met het accent op individualisme en concurrentie.

Paul Verhaeghe

Paul Verhaeghe: “Het door de pornosites beloofde volmaakte genot ligt altijd één muisklik of swipe verder, net zoals de volmaakte partner op een datingapp.”

© ID / Philip Vanoutrive

Welkome correctie of erover?

In terugblik is het makkelijk om vast te stellen dat deze verschuiving een welkome correctie was op het toenmalige eenzijdige accent op verbondenheid en dat het resultaat uiteindelijk een over-correctie geworden is. Onze huidige samenleving is daar een illustratie van, zoals blijkt uit een aantal krachtlijnen binnen onze identiteit.

‘In een geëconomiseerde maatschappij is groei verplicht.’

Een eerste illustratie vind ik in de verhouding met onszelf, waar het accent niet langer op de klassieke vraag ligt: “Wie ben ik?”, maar wel op “Wie of wat kan ik worden?”

Voortdurend meten we de afstand die we nog moeten afleggen om het ideaal te bereiken. Helaas lukt dat nooit omdat het doel alsmaar verschuift. Dat kan ook niet anders, aangezien groei binnen een geëconomiseerde maatschappij verplicht is, met als ironisch gevolg dat hoe hoger iemand geraakt, des te harder hij zich moet inspannen.

Maakbaarheid

In de verhouding met ons lichaam heeft de maakbaarheidsovertuiging ingrijpende gevolgen.

‘Straks hebben we allemaal hetzelfde gebit, dezelfde kin, oren en neus. Mensen worden een karikatuur van zichzelf.’

Ons uiterlijk dient zo goed mogelijk te beantwoorden aan het schoonheidsideaal, met esthetische chirurgie en voedsel- en bewegingshypes als hulpmiddelen. Ze hebben hetzelfde effect als het gebruik van windtunnels bij het ontwerpen van auto’s: straks hebben we allemaal hetzelfde gebit, dezelfde kin, oren, neus en dan zwijg ik nog over andere lichaamsdelen.

Ook hier blijft het ideaal een verschuivend doelwit, zeker nu het verouderingsproces koste wat het kost gecamoufleerd moet worden. Als resultaat worden mensen een karikatuur van zichzelf.

We doen het op ons eentje

Onmiddellijk daarbij aansluitend zijn er de veranderingen in ons seksueel gedrag en onze genderidentiteit. Seksualiteit werd in hoge mate gebanaliseerd, en zelfs hier heeft de individualisering toegeslagen: we doen het meer op ons eentje.

‘Zowel seks als relaties zijn vermarkt, met een grenzeloosheid tot gevolg die het best tot uiting komt in porno.’

Het opengooien van onze genderdiversiteit was aanvankelijk een bevrijding maar zorgt tegenwoordig voor verwarring en polarisatie. Zowel seks als relaties zijn vermarkt, met een grenzeloosheid tot gevolg die het best tot uiting komt in hun digitale versies. Het door de pornosites beloofde volmaakte genot ligt altijd één muisklik of swipe verder, net zoals de volmaakte partner op een datingapp.

Of we meer genieten dan vroeger weet ik niet, maar het is wel duidelijk dat het zich engageren in duurzame relaties moeilijk geworden is.

Sociale angst

Deze krachtlijnen in onze identiteit handelen telkens over een verhouding, met onszelf en ons lichaam, met anderen en hun lichaam. Op welke manier krijgen autonomie en verbondenheid daarin een plaats?

‘Een belangrijk gevolg is een veralgemeende achterdocht wat duidelijk wordt in een tv-format zoals ‘Wie is de mol?’’

Meest bekend is het verlies aan verbondenheid in een samenleving die altijd en overal concurrentie oplegt en samenwerking uit het oog verliest of zelfs bemoeilijkt. Dit is zo vanzelfsprekend geworden dat er tv-formats op gebaseerd zijn, denk aan ‘Weakest Link’, ‘Expedition Robinson’ en ‘Million Dollar Island’.

Een belangrijk gevolg binnen de intermenselijke verhoudingen is een veralgemeende achterdocht, wat duidelijk wordt in programma’s zoals ‘Wie is de mol?’. In een wereld waar het ‘Looking for number one’ voorop staat, kan je niemand echt vertrouwen.

Sociale angst, dat wil zeggen angst voor de ander, staat in de Verenigde Staten in de top drie van de psychiatrische aandoeningen, na depressie en verslaving. Eenzaamheid is al geruime tijd een ernstig probleem. Het verlies aan verbondenheid gaat in tegen het belangrijkste evolutionaire kenmerk van sociale zoogdieren: onze noodzaak om deel uit te maken van een groep. Dit verlies ligt zonder twijfel aan de basis van het hedendaagse onbehagen.

Meer autonomie is een illusie

Naar verluidt zou het verdwijnen van verbondenheid gecompenseerd worden door een toename aan autonomie. Bij nader toezien is dit een illusie.

‘We zijn ondernemers geworden: werken kan en mag altijd en overal.’

Het idee dat we de vroegere onderwerping aan een op religie gebaseerde autoriteit achter ons gelaten hebben, is onjuist. Cultuurfilosoof Walter Benjamin legt uit dat religie niet verdwenen is maar een gedaanteverwisseling ondergaan heeft, met het kapitalisme als nieuwe, dwingende eredienst.

In plaats van gelovige zijn we ondernemer geworden, en dat 24/7. Werken kan en mag altijd en overal. Centraal in het kapitalisme-als-cultus staat de Schuld, met hoofdletter. En dan vooral de onmogelijkheid om deze ooit af te lossen. Verlossing is niet voorhanden, omdat deze religie elke vorm van transcendentie afwijst.Benjamin, W. (1921), ‘Kapitalismus als Religion’, onafgewerkt manuscript, Fragment 74, Gesammelte Schriften, Vol. VI; eds. Rolf Tiedemann & Hermann Schweppenhäuser (Suhrkamp). Een vertaling in het Engels vind je hier.

Het doel van winstmaximalisatie is winstmaximalisatie op zich, en ook hier is er geen bovengrens: The sky is the limit.

Ieder zijn zin

Het dwingende van de nieuwe eredienst volstaat al om een veronderstelde toename aan autonomie te betwijfelen. Een tweede argument gaat nog verder en stelt dat we vandaag de dag minder autonoom zijn.

‘Vrijheid betekent tegenwoordig dat een individu ongehinderd zijn zin wil doen.’

De verdwijning van de traditionele autoriteit en het vooralsnog uitblijven van een eigentijdse versie, heeft een verschuiving naar macht teweeggebracht. Dit wordt pijnlijk duidelijk als je de veranderde betekenis van het woord vrijheid beschouwt.Deze betekenisverandering heeft plaatsgegrepen op de achtergrond van een ruimere historische evolutie die overtuigend in kaart werd gebracht door Annelien De Dijn (2021), Vrijheid. Een woelige geschiedenis, Alfabet Uitgevers.

Vrijheid betekent tegenwoordig dat een individu ongehinderd zijn zin wil doen. Je hebt niet veel verbeeldingskracht nodig om het probleem te zien: wat gebeurt er als iemand anders ook ongehinderd zijn zin wil doen, en daarmee in botsing komt met het eerste individu?

In zo’n situatie geeft de wet van de sterkste de doorslag en botsen we op macht. Bij gebrek aan een eigentijdse autoriteit heeft onze samenleving deze botsing proberen op te lossen door alles in steeds meer gedetailleerde contracten en regelgevingen te gieten, waarvan de naleving in toenemende mate digitaal en dus anoniem gecontroleerd wordt. Als gevolg daarvan is onze autonomie sterk gedaald.

Struisvogel

Wanneer we al deze gegevens samen nemen, moeten we wel tot het besluit komen dat er meer dan voldoende argumenten zijn voor de toename van het onbehagen.

‘Er is een revolutie gaande, een andere dan vroeger, omdat ze minder op straat gebeurt en meer in de rechtbanken.’

Wetenschappelijke studies leggen de basisoorzaak bloot: de sterk gestegen ongelijkheid als effect van ons economisch model. We hebben er alle belang bij om over te stappen naar andere vormen van economie, temeer daar ditzelfde economisch model de klimaatverandering veroorzaakt heeft en blijft veroorzaken. Dat sommige mensen dit blijven ontkennen toont hoe er alvast één diersoort ontsnapt aan de extinctie, met name de struisvogel.

Wat we nodig hebben, zijn bottom-up bewegingen met een nieuw groot verhaal, een sociaal en ecologisch narratief als basis voor een andere samenleving en een nieuwe identiteit. Dit is volop bezig, denk aan de heropleving van vakbonden in de Angelsaksische wereld, denk aan de klimaatbeweging.

Revolutie

Er is een revolutie gaande, een andere dan vroeger, omdat ze minder op straat gebeurt en meer in de rechtbanken, waar burgerorganisaties de overheid en multinationals in gebreke stellen omdat hun beslissingen en activiteiten ingaan tegen het algemeen belang.

Rechters doen hun werk – dat wil zeggen: ze passen de wet toe. Vervolgens worden ze door een bepaald slag politici uitgescholden voor “activistisch”. Dergelijke politici voelen de bui hangen, want de kans is groot dat zij het komende decennium eveneens een dagvaarding in hun bus zullen vinden.

Autonomie in verbondenheid

Ik kom tot mijn besluit. De ultieme uitdaging voor elke samenleving is het vorm geven aan de spanning tussen autonomie en verbondenheid. Daarbij moeten wij, op dit punt van onze geschiedenis, een nieuw uitgangspunt hanteren.

Er bestaat geen tegenstelling tussen mijzelf en de ander, net zoals er geen tegenstelling bestaat tussen mens en natuur. Zonder verbondenheid met de ander is er simpelweg geen ‘mijzelf’, autonomie en verbondenheid lopen in elkaar over. Een erkenning van het verbonden zijn dat er al is, kan ons de weg tonen naar een betere autonomie.

Autonomie in verbondenheid, dat is wat ik ons en de volgende generaties toewens.

Reacties [10]

  • Patrick Van Campenhout

    Ik ben geen ‘groot licht’ maar enkel een geïnteresseerde mens. Ik versta heel goed wat dhr. Verhaeghe schrijft en dat dit ons mens-zijn in onze kapitalistische wereld vormt en ten dele misvormt. Over de wereld leven 7 miljard mensen en de grote meerderheid leven in een heel andere maatschappij dan de onze, ik zou het enorm interessant vinden om te zien hoe dit inwerkt op alle facetten van de mens-zoogdier dat we allemaal zijn.

  • Diana Temmerman

    Ubuntu: ik ben omdat jij bent
    Zuid-Afrika

  • Jan Mathijs Dirikx

    Dat onbehagen vind je ook terug in de behandeling van psychiatrische patiënten , die bij gebrek aan een volwaardig FPC traject maar afgevoerd worden naar gewone gevangenissen , en daar vast komen zitten in een soort geestelijke verrotting , door gebrek aan echte psychiatrische hulp . De Belgische staat is al herhaaldelijk door internationale instituties zoals het Europees hof van de rechten van de mens opgeroepen om meer zorg op maat te garanderen voor haar psychische gedetineerden , maar verder dan het ABM beleid is men nog niet gekomen . Als je dan leest dat op 29 -9-2023 er 827 gedetineerden met een interneringsstatuut zaten , en er na een paar maanden op 14 -12 – 2023 al 962 patiënten waren. Komen ze in de helemaal niet aangepaste gevangenis van Turnhout met een ABM capaciteit opvoer van 80 naar 120 plaatsen . Dan blijkt dit federale beleid niks meer dan een druppel op een hete plaat. De opvang van mensen met psychische problemen blijkt in België geen politieke prioriteit .

  • Annemie Devroe

    Klopt als een bus wat u geschreven heeft. We zijn sociale wezens en de verbondenheid mag weer gesmeed worden. Heb dit juist ondervonden door een inbraak bij mij thuis. De buurt heeft een WhatsApp geïnstalleerd en het doet deugd om te voelen dat je er niet alleen voor staat met mijn onbehagen! Ik wens ook iedereen een nieuw zinvol jaar toe!

  • Myriam Van Oosterwyck

    Ik kan jouw zoektocht naar het waarom van het onbehagen volgen.
    Doch gaan we hierin wel ver genoeg?
    Als een kiem van een plant niet gevoed wordt met licht, zuurstof, water en warmte zal deze ook niet groeien. En dan hebben we het nog niet over de aard van prille begin en de hoedanigheid van grond waarin hij gepland wordt.
    Zou het misschien toch niet veel wezelijker zijn om groei-vriendelijke omgevingen te creëren voor onze vruchten van de liefde, kids?

  • Rosanne Germonprez

    Het onbehagen komt voort uit een gebrek aan rechtvaardigheid, machtsmisbruik, corruptie. De
    jaren 60 hebben een deuk toegebracht aan de indoctrinatie dat onderwerping beloond zou worden in het hiernamaals. Dat heeft tot meer autonomie geleid op individueel vlak en ook volketen hebben zich met enorme opofferingen kunnen bevrijden. Dat wordt nog steeds enorm tegengewerkt, met geweld, met verdachtmakingen, intimidatie. Laat ons een prioriteitenlijst opstellen voor maatschappelijke vooruitgang die ertoe doet en een efficiente planning om dat te verwezenlijken. En al de rest afvoeren als afleidingsmaneuvers die het onrecht en onbehagen ten goede komen.

  • Marleen Auman

    Beste heer Verhaeghe
    Ik lees dit artikel en kan er mij invinden.
    Wil iets aanvullen: bij de maatschappij die ziek is, we hebben meer nood aan’ziel’ in onze maatschappij. De ziel als wezenlijke tochtgenoot van ieder mens. Hoe onze ziel voeden? Hoe bewustzijn verhogen dat we als invidu heel wat inbreng hebben +ons collectief bewustzijn
    Marleen Auman

  • maddy claes

    Ik stel voor om na dit onderwerp ook het artikel over samenlevingsopbouw te lezen. Beide artikels hebben het over ongelijkheid. Paul Verhaeghe legt de nadruk op het kapitalisme en de samenlevingsopbouw legt het accent op de politieke besluitvorming. Beiden geven wel aan dat het middenveld aan kracht verliest. Dus beste mensen, ondersteun iedere politieker die ondersteuning biedt aan het middenveld.

  • Luc L

    Autonomie in verbondenheid, is idd een behartenswaardig ideaal, sta mij toe alvast één parameter onder de aandacht brengen die tegen de stelling van de heer Verhaege ingaat: dat de eenzaamheid te wijten zou zijn aan de nieuwe ‘religie’ nl het kapitalisme dat volgens P.V. onvermijdelijk moet en zal uitmonden in economische ongelijkheid (deze parameter is specifiek voor de sociaal-economische situatie v België/Vlaanderen, niet voor het geheel vd ‘Lage Landen’):
    Het huisbezit (tot nader orde hét belangrijkste vermogensonderdeel vd Belg/Vlaming): ook nog op dit ogenblik is 70% vd Belgen eigenaar vh huis/appartement, dat hij/zij bewoont, dit hoge % was in de door P.V. als ‘paradijs’ omschreven tijden (=’60-’70-jaren vd vorige eeuw, toen religie en middenveld (=vakbonden, mutualiteiten) hier nog de scepter zwaaiden) dit relativeert m.i. P.V.’s aanname dat kapitalisme in ongelijkheid moet uitmonden ten zeerste.
    Andere parameters genoeg, maar de karaktertelling begrenst mijn verdere reactie

    • Paul Verhaeghe

      Reactie van de auteur:
      Dit is natuurlijk een lezing, geen artikel. De wetenschappelijke onderbouwing, met verwijzing naar artikels & cijfers, kan men vinden in het boek “Onbehagen”.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.