Boek

Psycholoog over angst: ‘Doemdenkers voeden een permanente angstcultuur’

Thomas Detombe

Klimaat, terrorisme, aanhoudende armoede. Onze wereld lijkt onveiliger te worden. Maar klopt dat wel? Zijn er redenen tot paniek? Moeten we bang worden? Professor psychologie Bram Vervliet is overtuigd van niet, maar hij ziet wel hoe angst binnensluipt in onze levens. Waar komt die angst vandaan? Is angst aangeboren of aangeleerd? En hoe ga je best met die angst om?

angst

© ID / Kris Van Exel

Iedereen bang

Psycholoog Bram Vervliet schreef een vuistdik boek over angst. Dat boek gaat resoluut in tegen de pessimistische grondstroom. Volgens Vervliet, ook professor aan de KU Leuven, is de balans tussen hoop en vrees vandaag de dag zoek. Mensen voelen zich machteloos. Ze verliezen hun geloof in een maakbare toekomst.

“Tienduizenden jaren lang was angst een nuttig verdedigingsmechanisme. Prooidieren zoals de mens overleefden omdat ze op de juiste momenten bang waren: voor een roofdier, de bliksem, een concurrerende stam. Wij erfden de genen van onze verre voorouders. Zij hadden een scherp afgesteld angstsysteem, om te overleven in het wild heb je immers meer baat bij veel valse alarmen dan bij een angstsysteem dat gevaar te traag opmerkt.”

‘De balans tussen hoop en vrees is helemaal zoek.’

In zijn boek legt Vervliet die bio-evolutionaire wortels van angst bloot. Hij staaft hoe angst zowel aangeboren als aangeleerd gedrag is. Experimenten met aapjes verduidelijken dat huwelijk tussen nurture en nature.

“Je kan aapjes die nog nooit een slang gezien hebben, aanleren om bang te zijn voor die slang”, legt hij uit. “Bijvoorbeeld door foto’s te tonen waarin soortgenoten verschrikt op het roofdier reageren. Dat laatste lukt echter niet bij iets ongevaarlijks als een bloem. Hoezeer je de foto’s ook trukeert en schrikreacties in scène zet, apen zullen nooit angst voor bloemen ontwikkelen.”

Moderne mensen rekenen nog altijd op die aangeboren angstaanleg, schrijft Vervliet. Hun omgeving bepaalt in welke mate angsten effectief tot uiting komen. “Het is bijvoorbeeld zinvol om kinderen uit te leggen dat ze voorzichtig moeten zijn in het verkeer. Ook angst voor een donker steegje in de stad is nuttig. De kans dat je daar overvallen wordt, is klein, maar bestaat. Een drukke straat of donkere steeg maakt mensen alerter. Ze scannen hun directe omgeving op mogelijke gevaren. Op zichzelf is dat gezond.”

In je boek getuig je ook over je eigen ongezonde angsten, getriggerd door de media.

“Klopt. Een tijd terug kampte ik met een groeiend en onverklaarbaar angstgevoel. Oké, ik woon in Borgerhout, je hebt hier klassieke grootstedelijke problemen zoals kleine criminaliteit en sociale achterstelling. Maar in mijn dagelijks leven krijg ik daar zelden rechtstreeks mee te maken. Wat trouwens geldt voor de meeste mensen in mijn buurt. Ik begreep dat angstgevoel dus niet.”

‘Hoe meer ik het nieuws volgde, hoe onbehaaglijker ik me voelde. Plots leek er gevaar te schuilen in elk hoekje.’

“Plots legde ik de link met een lokale krant waarop ik me geabonneerd had. Hoe meer ik het lokale nieuws volgde, hoe onbehaaglijker ik me voelde. De krant berichtte over diefstallen, verkeersongevallen en ander onheil, allemaal in mijn buurt. Dat activeerde mijn angstsysteem: plots leek er gevaar te schuilen in elk hoekje.”

“Die confrontatie schudde me wakker. Angst heeft behalve biologische ook culturele en sociologische wortels. Hoe verklaar je anders dat angst vooral piekt in veilige en welvarende westerse samenlevingen? Omgekeerd komt het in arme Afrikaanse landen veel minder vaak voor. It makes no sense.”

Waarom niet?

“We weten uit onderzoek dat onveiligheid, armoede en bestaansonzekerheid je kwetsbaarder maakt voor mentale aandoeningen, inclusief angst. Logisch: voor mensen in overlevingsmodus kan elke kleine tegenslag grote gevolgen hebben. Toch is de gemiddelde Belg een pak angstiger dan de gemiddelde Nigeriaan. Nochtans heeft die laatste het objectief gezien veel moeilijker.”

‘De gemiddelde Belg is een pak angstiger dan de gemiddelde Nigeriaan. It makes no sense.’

“Kenia, Nigeria, India, Senegal, China, Indonesië en Peru voeren de lijst aan van meest optimistische landen. België, Frankrijk en Japan bengelen helemaal onderaan die lijst. Amper drie procent van de Fransen denkt dat de wereld morgen een betere plek wordt, in tegenstelling tot 41 procent van de Chinezen. Bij ons denken grote groepen mensen dat de samenleving in verval is. Onterecht.”

Is de wereld er dan niet slecht aan toe?

“Westerse landen zijn veiliger en welvarender dan ooit. De kans dat je bestolen wordt of sterft als gevolg van oorlog, geweld of terrorisme daalde spectaculair. Ook het verkeer is veiliger dan vijftig jaar geleden, en onze leefomgeving gezonder. Het overlijdensrisico bij kanker daalde in België met een kwart sinds 1990. Dankzij onze gezondheidszorg is kanker vaak geen doodsvonnis meer.”

“Wereldwijd daalde de extreme armoede van 90 procent van de bevolking naar 10 procent. Vorig jaar roeiden we polio uit in Afrika, na een strijd van tachtig jaar. De mondiale levenskwaliteit nam de afgelopen decennia op bijna elk vlak toe. We zijn met steeds meer, en dat komt in de eerste plaats omdat we minder sterven, niet omdat we meer kinderen krijgen. Dat zijn spectaculaire triomfen die te weinig het nieuws halen.”

Die boodschap staat haaks op wat andere collega-academici vertellen.

“Dat klopt en is problematisch om verschillende redenen. Doemdenkers voeden een angstcultuur. Economen waarschuwen voor recessie, psychologen voor een collectieve burn-out, politicologen voor oorlog, klimatologen voor een milieuramp. Soms lijkt het alsof we over niets meer gerust mogen zijn, laat staan blij. Nochtans staan we er beter voor dan ooit.”

‘Soms lijkt het alsof we over niets gerust mogen zijn, laat staan blij.’

“Ik daag elke achteruitgangsdenker uit om zijn stellingen te staven met kwantificeerbare data. Beweren dat het neoliberalisme ons veroordeelt tot eenzame werkslaven, is bijvoorbeeld te gemakkelijk. Maak dan concreet wat je precies bedoelt met neoliberalisme of met werkslaven. Hoe verhoudt het ene zich tot het andere? En wat zeggen de cijfers over eenzaamheid?”

Wat zeggen de cijfers over eenzaamheid?

“Op zichzelf niet zo veel. Elk cijfer heeft nood aan het juiste perspectief. Als eenzaamheid vooral oudere mensen treft, moet je stijgende eenzaamheidscijfers naast de vergrijzing leggen. Als de groep ouderen steeds groter wordt, dan ook de groep mensen die zich eenzaam voelt.”

“Ik zeg niet dat we op onze lauweren moeten rusten. Integendeel: we moeten problemen gerichter en vanuit objectieve data aanpakken. Ik erger me aan allesomvattende neergangsverhalen. Het is immers niet omdat een verhaal aannemelijk klinkt, dat het ook klopt. Bovendien biedt een vaag, pessimistisch narratief geen concrete handvatten: hoe pak je dit aan?”

Mogen we wat slecht loopt dan niet benoemen?

“Jawel. Benoemen wat misloopt, wijst op betrokkenheid. De angst die we voelen bij slecht nieuws wijst op diezelfde betrokkenheid en zorgzaamheid. Angst valt nooit helemaal biologisch te verklaren. De kans dat je overlijdt bij een terroristische aanslag was nooit kleiner dan vandaag. Toch treft nieuws over een aanslag je, omdat terreur geen deel uitmaakt van de samenleving waarin je wil wonen. Het zet onze waarden onder druk.”

‘We moeten problemen gerichter en vanuit objectieve data aanpakken.’

“Dat begrip ‘waarde’ speelt een belangrijke rol bij alle emoties. Voelen dat er iets op het spel staat, triggert iets wezenlijk. Wie echter denkt dat de hele wereld om zeep is, raakt in de greep van angst, depressiviteit en fatalisme. Veel mensen geloven niet langer dat we controle hebben over onze toekomst, of dat de democratische politiek het tij nog kan keren.”

“Dat is de kern van mijn betoog. Uitsluitend focussen op wat misloopt, voedt een algeheel gevoel van machteloosheid. Dan wordt actie zinloos want de catastrofe is sowieso nakend.”

angst

Bram Vervliet: “Uitsluitend focussen op wat misloopt, voedt een algeheel gevoel van machteloosheid. Dan wordt actie zinloos want de catastrofe is sowieso nakend.”

© ID / Kris Van Exel

Nochtans is de klimaatcatastrofe wel degelijk nakend. Hoe gaan we daar dan best mee om?

“Ik pleit noch voor gemakzuchtig optimisme, noch voor verlammend pessimisme. Ze zijn allebei contraproductief. De middenweg schippert tussen oog hebben voor een bedreigende ecologische realiteit en erop vertrouwen dat we het tij nog kunnen keren.”

“Vertrouwen is cruciaal. Kijk naar wat we doorheen onze geschiedenis verwezenlijkt hebben. Ook deze uitdaging kunnen we aan, maar dan moeten we er ons wel honderd procent voor inzetten.”

Je bent een optimist.

“Constant verkondigen hoe dramatisch de toestand is, leidt niet tot actie. Integendeel: doemdenkers dragen zo bij aan een self-fulfilling prophecy.”

“Actie ontkiemt vanuit dankbaarheid om wat goed loopt, om de kansen die deze samenleving biedt. Maar ook verontwaardiging is essentieel voor actie. Je mag de ogen niet sluiten voor onrecht zoals klimaatverandering of aanhoudende armoede. Het is niet omdat het voor veel mensen vandaag goed loopt, dat het werk af is. Maar die portie dankbaarheid heb je wel nodig om tegengas te geven aan antipolitiek of aan de boodschap dat het allemaal geen zin heeft.”

Waarom zijn we als mens zo gefocust op slecht nieuws?

“Dat hangt samen met ons evolutionair angstsysteem. We schenken meer aandacht aan gevaren dan aan zaken die goed lopen. Mensen klikken vaker door op slecht nieuws omdat ze geen alarmen willen missen. En dus verkoopt slecht nieuws beter dan goed nieuws. Die logica doorbreek je niet zomaar.”

‘Mensen klikken vaker door op slecht nieuws omdat ze geen alarmen willen missen. En dus verkoopt slecht nieuws beter dan goed nieuws.’

“Toch denk ik dat nieuwsmedia zich moeten bezinnen over hun rol en verantwoordelijkheid. Na het boek ‘Feitenkennis’ van de Zweedse arts en hoogleraar Hans Rosling merkte je dat journalisten vaker zochten naar objectieve cijfers en trends, bijvoorbeeld via Our world in Data. Een goede zaak. Als je vertrekt vanuit objectieve data breng je automatisch beter nieuws.”

Wat is je advies voor mensen die toch kampen met grote angsten, los van elke ratio?

“Als angsten je leven beheersen zoek je best professionele hulp. Soms zijn angstgevoelens zo sterk dat ze zowel je denken, voelen als handelen bepalen. Dan denk je niet langer oplossingsgericht en zit je opgesloten in constante piekergedachten.”

“Wie buitensporig bang is voor zijn financiële situatie kan bijvoorbeeld beslissen om geen aangetekende brieven meer te openen. Je ontwijkt je angsten maar maakt het probleem ook groter. Bij elke extra aanmaning zullen je piekergedachten toenemen.”

‘Durf je angst toelaten. Op termijn zal dat je minder bang maken.’

“Om die vicieuze cirkel te doorbreken is herkenning belangrijk. Ben ik aan het piekeren? Hoe beïnvloedt dat mijn gedrag? Dwing jezelf om oplossingsgericht te denken, zelfs al voelt de situatie hopeloos. Dat is niet makkelijk en vergt soms professionele begeleiding.”

“Een van de therapieën om met irrationele angsten om te gaan is ‘gradual exposure’. Als je bang bent voor honden, ga je stap voor stap de confrontatie aan. Maak een boswandeling en merk dat de ontmoeting met een hond geen dramatische afloop kent. Durf je angsten toelaten. Op termijn zal dat je minder bang maken.”

Hangt angst ook samen met vrijheid? Zonder angst geen vrijheid, stelde de Nederlands psychiater en filosoof Damiaan Denys eerder.

“Daar zit iets in. Vanuit mijn onderzoek probeer ik angst vooral biologisch en cultureel te begrijpen. Als filosoof kan je je afvragen waarom je bijvoorbeeld angst ervaart net voor je alleen op wereldreis vertrekt. Ik denk dat angst hier samenhangt met de vrijheid die voor je ligt. Alsof je aan de rand staat van een gigantisch zwembad.”

“Wie altijd vertrouwde paden bewandelt, ervaart vermoedelijk minder angst, maar is ook minder vrij. Authentieke levenskeuzes worden pas mogelijk als je je angsten in de ogen kijkt. Vraag je niet af wat veilig voelt, maar wat je echt wilt doen. En probeer het. Misschien weerspiegelt die relatie tussen angst en vrijheid wel de kern van ons mens-zijn. Vrijheid is aanlokkelijk maar tegelijk moeilijk te hanteren.”

Voor mensen in armoede lijkt angst vooral onvrij te maken. Ze worstelen driemaal vaker met angststoornissen, schrijf je.

“Angst gelinkt aan vrijheid hoef je niet weg te nemen, angst gelinkt aan bestaansonzekerheid des te meer. Als je geen veilige basis hebt, kom je nooit op dat interessante snijvlak tussen angst en vrijheid. Mensen in armoede maken zich geen zorgen om een nakende wereldreis. Ze leven van dag tot dag en worstelen met angst voor schijnbaar banale problemen zoals een te luid zoemende koelkast.”

‘Als we de hoge angstcijfers willen aanpakken, moeten we iets aan de armoede doen.’

“Als die koelkast stukgaat, heeft dat een directe en grote impact op het gezinsbudget. Hetzelfde geldt voor kapotte schoenen, stijgende voedselprijzen of een onverwachte schoolfactuur. Ze dragen stuk voor stuk bij aan chronische bestaansonzekerheid. Angst is dan logisch, functioneel zelfs, maar ze ontaardt ook vaak in een angststoornis. Dat laatste vermindert je probleemoplossend vermogen en je mogelijkheid om op lange termijn te denken. Zo houden armoede en angst elkaar in stand.”

Is het hoge armoedecijfer één van de redenen waarom de angstcijfers constant blijven?  

“Zeker. Dat is het ontbrekende puzzelstuk. Er is de negatieve invloed van onheilsprofeten maar los daarvan zijn vooral de lagere sociale klassen angstig. Meer dan de middenklasse missen zij vertrouwen in beleidsmakers of de samenleving. Tijdens de energiecrisis wist je dat de overheid zou zorgen voor de gegoede klasse. Mensen in armoede hadden die zekerheid niet. Ze ervaren grote maatschappelijke uitdagingen fundamenteel anders.”

“Als we de hoge angstcijfers willen aanpakken, moeten we iets aan de armoede doen. Dat wist de vroegere Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt al, één van mijn grote voorbeelden. In zijn beroemde toespraak bepleitte hij vier fundamentele vrijheden voor de mens. Hij sprak over vrijheid van geloof en meningsuiting, maar hij brak ook een lans voor het recht om vrij van gebrek te kunnen leven. Die derde vrijheid hangt nauw samen met recht om vrij van vrees te zijn.”

“Roosevelt begreep hoe armoede tot angst leidt, ons bewustzijn vernauwt en zo onze kansen op een waardig leven hypothekeert. In zijn analyse leidt angst onmiskenbaar tot onvrijheid. We hebben nood aan beleidsmakers die hun geschiedenis opfrissen. Meer dan tachtig jaar na zijn iconische woorden leeft een vijfde van de Belgische bevolking in armoede. In een rijke samenleving als de onze is dat allesbehalve onvermijdelijk. Het is een keuze.”

Reacties [2]

  • Claudia

    Zeer mooi en correct. Ook in deze materie gaat het om centen/lezers/bekendheid….. . Wat beter `verkoopt` (negatief nieuws dus) wordt meer vermeld in de diverse media. En blijkbaar dus ook meer gelezen, geïnspireerd door ons evolutionair angstsysteem! De mens is en blijft een complex wezen.

  • Su

    Door minder na te denken en gewpon handelen heb ik mijn vele angsten(sinds corona) onder controle..,het blijft echter een gevecht..pts..?

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.