Verhaal

‘Geen thuisloze jongvolwassenen. Dat is onze ambitie’

Ludo Serrien

Het Antwerpse collectief Mind the Gap vat thuisloosheid van jongvolwassenen bij de kraag. Dat doen ze met veel goesting en geïnspireerd door de Canadese aanpak van ‘A Way Home’

© Unsplash / Sharon Christina Rorvik

Thuisloze jongeren: onderschat fenomeen

We weten niet exact hoeveel jongvolwassenen tussen 18-25 jaar thuisloos zijn. Maar het aantal jongeren dat in Vlaanderen in de thuislozenzorg terecht komt, is alvast een indicatie.

‘Er is veel verborgen thuisloosheid bij jongeren.’

Zo bleek uit een nulmeting in 2014 dat 10 procent van de gebruikers van winteropvang in Vlaanderen jonger zijn dan 25. Eén op vijf gebruikers van residentiële opvangcentra en het begeleid wonen is jonger dan 25 jaar. Idem voor 17 procent van gebruikers van doorgangswoningen.Meys, E. en Hermans, K. (2014), Nulmeting dak- en thuisloosheid, Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Leuven.

In deze leeftijdsgroep is er ook veel verborgen thuisloosheid, waarvan we de omvang niet echt kennen. Dat zijn de ‘sofaslapers’, die dat soms combineren met straatslapen of overnachten in kraakpanden.

Er zijn ook andere knipperlichten. Jongvolwassenen hebben een veel hoger armoederisico dan andere leeftijdsgroepen. De jeugdwerkloosheid is veel hoger dan het gemiddelde. En één derde van de leefloners is jonger dan 25. De jongste drie jaar nam het aantal jongvolwassenen met een leefloon met liefst 44 procent toe.

Canada

Op basis van jarenlange ervaring en onderzoek werkte het Canadese ‘A Way Home’ in 2018 een aanpak uit om thuisloosheid bij jongvolwassenen te voorkomen en te beëindigen. Het is een bundeling van acties: versterken van structurele preventie, vroege interventies, meer continuïteit en toegankelijkheid in de hulp, vermijden van uithuiszetting en garanties voor opvang en stabiele huisvesting.

Deze aanpak straalt hoogdringendheid uit. Thuisloosheid tast mensenrechten van kwetsbare jongvolwassenen aan. En dus is het hoog tijd voor doortastende acties.

Veel goesting in Antwerpen

Het Antwerpse collectief ‘Mind the Gap’ ging aan de slag met deze aanpak. “Met veel goesting”, zegt Julie Degrieck, beleidsmedewerker van CAW Antwerpen en één van de trekkers van dit netwerk.

Julie: “De motor van het netwerk zijn sociale professionals die het probleem van thuisloosheid bij jongeren concreet en zichtbaar willen aanpakken. Verschillende Antwerpse actoren uit zorg, wonen, werk, onderwijs, vrije tijd, politie, justitie en lokaal beleid bundelen hun krachten. Die samenwerking is geen gedwongen huwelijk. Deelnemers voelen zich niet geroepen om de belangen van hun organisatie te verdedigen. Wel zijn het mensen die hun achterban mobiliseren om dak- en thuisloosheid bij jongeren te verminderen.”

Collectieve impact

Het bindmiddel van deze coalitie is ‘collectieve impact’. Men wil effect hebben. Die impact is mogelijk als er een gezamenlijke agenda is en men elkaars activiteiten versterkt. Een permanente communicatie en een ondersteunde organisatie zijn daarbij van essentieel belang.

‘Kinderen van gezinnen die uit huis zijn gezet, worden op latere leeftijd vaker dakloos.’

Mind The Gap mikt in Antwerpen op de vermindering van het aantal jonge thuislozen. Om dat te realiseren heb je zicht nodig op de oorzaken van dakloosheid bij jongeren.

Julie: “We zien dat kinderen van gezinnen die uit huis zijn gezet, op latere leeftijd vaker dakloos worden. Er is ook heel veel schooluitval en generatie-armoede. Zo ontstaat er op de cruciale leeftijd van zeventien, achttien jaar een mix van sociale uitsluiting: geen diploma, geen job, geen betaalbare woonst en geen of een te zwak netwerk om op terug te vallen.”

A Way Home

An Rommel: “De leefdomeinen wonen, werk en gezondheid worden mee in het bad getrokken, samen met de lokale overheid.”

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Overheid mee betrokken

Ook de overheid voelt zich aangesproken om deze negatieve spiraal te doorbreken. Ze volgt de Antwerpse aanpak op de voet.

An Rommel, beleidsmedewerkster van het Vlaamse Agentschap Opgroeien: “Als overheid willen we graag investeren in zo’n dynamische netwerken. Daarmee gaan we een stapje verder dan wat al loopt in het Vlaams actieplan jongvolwassenen. De leefdomeinen wonen, werk en gezondheid worden mee in het bad getrokken, samen met de lokale overheid.

We willen dit op basis van de ervaringen in Antwerpen ook in andere regio’s opstarten.”

Niet alleen jeugdhulpverlaters

Julie: “We focussen in Antwerpen op drie groepen. Er is een groep jeugdhulpverlaters die na hun achttien verder hulp wil. Dat is de ‘gemakkelijkste’ groep. Maar er is ook een groep jongeren uit de jeugdhulp die dat niet wensen en zich afkeren van elke vorm van hulpverlening. De derde groep zijn jongeren die geen contact hebben met jeugdhulp maar wel een groot risico lopen om dak- of thuisloos te worden.”

‘Veel dakloze jongeren zijn thuis buitengezet.’

“Veel jongeren die we momenteel in de opvang zien, zijn door hun ouders buitengezet. Alleen weten we vaak niet waarom. In Denemarken stelden onderzoekers vast dat de helft van de thuisloze jongeren uit doorsneegezinnen kwamen. Het zijn vaak gezinssituaties die niet zo problematisch waren om in de jeugdhulp te verzeilen, maar waar de meerderjarigheid zorgt voor een breuk tussen ouders en kinderen. Die breuk kan te maken hebben met een psychiatrische problematiek van één van de ouders of verslavingsproblemen bij ouders of jongere.”

“Die jongeren moeten op eigen benen staan maar hebben nooit gehoord of geleerd hoe ze dat moeten doen. Hier kan preventie het verschil maken: informatie over de meerderjarigheid moet een basispakket zijn in het laatste jaar van het middelbaar onderwijs.”

In hun kot

De coronacrisis doet kwetsbare jongeren geen goed. Julie: “Sommige jongeren kunnen in deze periode nog meer hechten met hun warme nest. Ze ervaren de kleine, mooie dingen in deze crisis en genieten van de rust. Maar voor jongeren in kwetsbare situaties is dit de hel. Achter vele gevels voltrekken zich drama’s, die kunnen ontploffen en leiden tot thuisloosheid.”

“Het leven van thuisloze jongeren of jongeren in begeleid wonen is ook plots omgegooid. Sommigen isoleren zich nog meer dan voorheen, vaak uit vrees om beboet te worden voor samenscholing. De schaarse sociale contacten verdwijnen en ze riskeren helemaal af te haken op school. Minder prikkels uit de buitenwereld brengt voor sommigen misschien eventjes rust, maar vergroot de sociale isolatie.”

Continueren van de jeugdhulp

Mind The Gap combineert verschillende acties. In de lijn van het Vlaams actieplan jongvolwassenen werkt men aan de continuïteit van de hulpverlening in de overgang van minder- naar meerderjarigheid. Dit gebeurt door in jeugdhulpvoorzieningen al vanaf zestien jaar te werken aan een ondersteuningsplan. Tijdens rondetafelgesprekken bekijken jongeren en hulpverleners om het vertrek uit de jeugdhulp voor te bereiden. Zo kunnen sommige jongeren via voortgezette jeugdhulp tot hun 25 in de jeugdhulp blijven.

Lopen de jongeren die zo’n voortgezette jeugdhulp weigeren niet het grootste risico op dak- en thuisloosheid? An: “In de jeugdhulp blijven, is niet voor elke jongere de goede oplossing. Het is geen tovermiddel om dak- en thuisloosheid tegen te gaan. We zien wel succesverhalen in de samenwerking tussen jeugdhulpvoorzieningen en andere spelers binnen de hulpverlening. Zo’n netwerk als Mind The Gap maakt de kans groter om een traject op maat van de jongere uit te zetten.”

Julie: “In die overgang naar meerderjarigheid is het heel belangrijk dat jongeren vervolghulp kunnen krijgen, bijvoorbeeld van het JAC. Maar er blijven zeer moeilijke situaties waar voortgezette jeugdhulp geen oplossing biedt. Denk aan jongeren met extreme gedrags- en emotionele problemen (GES+). Het is goed dat de jeugdhulp daarover nadenkt en overlegt in een breder netwerk. En liefst een pak vroeger dan net voor hun achttiende verjaardag.”

An: “In voorzieningen gaan we ‘vertrektrainingen’ bieden aan jongeren die na hun achttiende geen jeugdhulp meer wensen. Daar zijn zeker jongeren bij die een groot risico lopen om thuisloos te worden. Zij weten dan dat ze in nood nog ergens kunnen op terugvallen.”

Waar slaap je?

Je kan thuisloosheid ook beëindigen door jongeren op te zoeken die al een korte tijd thuisloos zijn.

‘Vraag aan jongeren waar ze de afgelopen nacht hebben geslapen.’

An: “In het inloophuis en de noodopvang bereiken we jongeren die een hoog risico lopen op thuisloosheid. Het is zinvol om aan jongeren concrete vragen te stellen: Waar heb je de afgelopen nacht(en) geslapen? A Way Home heeft een concrete tool gemaakt – de YAP Tool – die de risico’s op dak- en thuisloosheid in beeld brengt.”

Julie Degrieck

Julie Degrieck: “Samen met de stad proberen we het woonaanbod te groeperen en via een centraal aanmeldpunt beschikbaar te stellen voor kwetsbare jongvolwassenen.”

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Wonen, wonen, wonen

Ergens voor langere tijd kunnen wonen, is van cruciaal belang. Toch is het voor deze jongeren moeilijk om die woonstabiliteit te realiseren.

Julie: “Beeld je even in. Er staat een rij jonge koppeltjes voor een goedkoop huurappartement. Die ene jongere, alleen en zonder werk, maakt geen enkele kans. Zo’n kwetsbare jongere heeft op de woonmarkt een steuntje nodig. Daaraan werken we, maar dat is niet eenvoudig.”

Leegstand en co-housing

Een belangrijke pijler van Mind the Gap is daarom het gecoördineerd zoeken en aanbieden van een woonplek voor jongeren die thuisloos zijn of dit dreigen te worden.

‘In Antwerpen zijn er nog wel wat woningen beschikbaar.’

An: “In Antwerpen zijn er nog wel wat woningen beschikbaar. Er staan heel wat panden leeg. De stad heeft een groot patrimonium en we moeten alternatieve woonvormen verkennen. Samen met de stad proberen we dat aanbod te groeperen en via een centraal aanmeldpunt beschikbaar te stellen voor kwetsbare jongvolwassenen.”

Julie: “Het aanmeldpunt verhoogt de kans op een geschikte woonst voor de meest kwetsbare jongeren. Doordat er veel partners rond de tafel zitten, kunnen we gemakkelijker schakelen van een kleinschalige wooneenheid binnen de jeugdhulp naar het huren van een duurzame woning. We proberen ook concrete barrières weg te werken. Co-housing is vaak een betaalbare formule, maar zou niet gesanctioneerd mogen worden met een verlaging van het leefloon. We proberen voor jongeren die nog niet dakloos zijn, maar geen thuis hebben bij het OCMW een installatiepremie te bekomen. Dat helpt hen de overgang te maken. De stedelijke overheid heeft daar wel oor naar.”

Sociale huisvesting

Julie: “We kunnen ook een aantal sociale woningen gebruiken. Jongeren kunnen daar dan tijdelijk wonen, ondersteund door de nodige begeleiding. Maar eens die termijn voorbij is, komen ze op een jarenlange wachtlijst en belanden ze opnieuw in de dakloosheid. In overleg met sociale huisvesting proberen we dat nu te vermijden zodat tijdelijk wonen of tijdelijke opvang kan overgaan in permanent wonen.”

“We proberen ook samen te werken met private verhuurders, maar daar botsen we vaak op huisjesmelkerij waarvan jongeren het slachtoffer zijn.”

App Hey Day

Als de jongeren een woonst hebben, zijn hun problemen nog niet opgelost. Zelfstandig wonen is voor deze jongeren vaak te hoog gegrepen. Jongeren die dan toch ergens een stek vinden, gaan vaak opnieuw zwerven om de eenzaamheid tegen te gaan.

Binnen Mind the Gap ontwikkelde het JAC daarom een app voor jongeren die zelfstandig wonen. Deze app bevat tal van tips over alles wat bij het zelfstandig wonen komt kijken. Elke jongere kan via een eenvoudige download deze tool met eigen gegevens en tips personaliseren.

Housing First voor jongeren?

Housing First wordt momenteel in Vlaanderen ingezet voor chronisch thuislozen. Is er perspectief om dit ook voor kwetsbare jongvolwassenen te realiseren?

An: “Binnen A Way Home werken we met andere landen aan een gedeeld verhaal over Housing First voor jongeren. De doelgroep wordt goed omschreven en het programma wordt bijgesteld. Want Housing First mag geen holle slogan worden.”

Julie: “Er is nog onvoldoende duidelijkheid over de vereiste zelfredzaamheid van de jongere en de noodzaak van begeleiding. Ook de duurzaamheid van de woonsituatie is nog een heikel punt. Momenteel kunnen we alleen tijdelijk wonen creëren, wat op zich al een dam opwerpt tegen de beginnende dak- en thuisloosheid. Maar we creëren ook opnieuw dakloosheid, wanneer er aan die tijdelijke woonsituatie een eind komt.”

Reacties [2]

  • Reintje Vandevelde

    Ik was in 1984 ook een sofaslaper, nadat ik plots wees werd en quasi onmiddellijk uit het huurappartement werd gezet waar ik met mijn papa woonde. Ik was nog minderjarig, m’n meter wou me niet, m’n voogd wou me niet. De rechter zei ‘probeer nog een paar maandjes je plan te trekken, want tegen dat het dossier in orde is ben je meerderjarig geworden. Ik kon bij buren terecht in de ruimte waar de ijskast en diepvriezer stond. De man viel mij lastig telkens z’n vrouw er niet was. Telkens ik weende boden ze me sterke drank aan, wat ik gelukkig toen niet lustte. De dag dat ik meerderjarig werd heb ik een achterkamertje gehuurd, met zicht op een hoge bakstenen muur, zonder sqnitair, zonder verwarming, maar ik had een dak boven m’n hoofd en was vrij! Ik besef achteraf dat het toen ook heel erg fout met me had kunnen aflopen. Dit initiatief is dus een geschenk uit de hemel voor de dak- en thuisloze jongeren van vandaag!

  • Paul

    Waarom is de suggestie steeds weer jeugdhulp terwijl naar jullie eigen zeggen de helft alle contact met jeugdhulp weigert, en van de andere helft de meesten dat ook doen?

    Duidelijk is minder jeugdhulp nodig in plaats van meer. Of toch minstens andere jeugdhulp.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.