Column

Samenleven op een psychiatrische afdeling kan confronterend zijn

Peter Dierinck

Peter Dierinck

Peter Dierinck is medewerker van vzw Psyche en psycholoog in het Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidinge. Hij werkt momenteel binnen een pilootproject ‘Kwartiermaken’.

Peter Dierinck

© Unsplash / Shashank Sahay

Goede evolutie

Mensen met een psychische kwetsbaarheid hebben nood aan een veilige, vertrouwde omgeving om te kunnen groeien en helen. In de afgelopen jaren heeft de vermaatschappelijking van de zorg daar sterk op ingezet: zoveel mogelijk ondersteuning in de thuisomgeving, met hulpverleners die letterlijk en figuurlijk de drempel oversteken om nabij te zijn.

‘Soms is een opname op een psychiatrische afdeling onvermijdelijk.’

Dat is een goede evolutie. Maar niet elke thuissituatie is veilig of stabiel genoeg. Soms is een opname op een psychiatrische afdeling onvermijdelijk. Dan is het belangrijk dat ook die afdeling aanvoelt als een plek van vertrouwen en geborgenheid.

Andere patiënten

De rol van hulpverleners is daarbij vanzelfsprekend. Hun nabijheid, professionaliteit en empathie zijn de fundamenten van die veilige setting. Maar er is nog een andere, vaak onderschatte invloed op het gevoel van veiligheid en herstel: de aanwezigheid van andere patiënten.

Medepatiënten kunnen een enorme steun zijn. Ze delen een context, begrijpen vaak zonder veel woorden wat de ander doormaakt. In gesprekken, kleine gebaren of gedeelde stilte kan een unieke vorm van erkenning en begrip ontstaan.

Aandacht verdelen

Maar tegelijk kunnen medepatiënten ook onbedoeld bronnen van spanning en onveiligheid worden. Agressie-incidenten, suïcidepogingen of andere ingrijpende gebeurtenissen laten hun sporen na, niet alleen bij wie ze doormaakt, maar ook bij wie toekijkt, aanhoort of er indirect bij betrokken is.

We moeten ons als hulpverleners veel bewuster zijn van die impact. Wanneer er een incident plaatsvindt, ligt de focus begrijpelijkerwijs vaak op de betrokken persoon. Maar ook de andere patiënten op de afdeling verdienen dan onze aandacht. Wat hebben zij gezien, gehoord, gevoeld? Wat heeft het met hen gedaan? En hoe kunnen we samen hun gevoel van veiligheid herstellen?

Spiegel

Een veilige afdeling betekent ook: ruimte bieden aan emoties die het gevolg zijn van gebeurtenissen op de afdeling. Dat kan in groepsmomenten, waarin ervaringen gedeeld worden. Maar ook in individuele gesprekken, waarin mensen hun verhaal kwijt kunnen zonder oordeel. Waarin ze mogen zeggen: “Ik voelde me bang.” Of: “Ik weet niet wat ik ervan moet denken.” Zulke momenten helpen mensen om hun plaats te vinden in het grotere geheel van de afdeling. Ze herstellen het vertrouwen dat nodig is om open te kunnen zijn en zich kwetsbaar te mogen voelen.

‘Ik herinner me een man die niet mee wilde op de groepswandeling naar het dorp omdat hij vreesde dat buurtbewoners hem zouden herkennen als patiënt.’

Samenleven op een afdeling kan confronterend zijn. Je ziet mensen die veel dieper in hun lijden zitten dan jijzelf of die dingen zeggen of doen die je beangstigen of verwarren. En dat houdt een spiegel voor. “Ben ik ook zo?” is een vraag die geregeld opduikt. Of: “Wat is er van mij geworden dat ik hier ben terechtgekomen?”

Schaamte

De aanwezigheid van anderen kan je doen twijfelen aan je eigen stabiliteit, je identiteit. Het roept schaamte op, angst om vereenzelvigd te worden met wat in jezelf als vreemd aanvoelt. De groep kan steunend zijn, maar ook stigmatiserend aanvoelen. Alsof je eigenwaarde op het spel staat door er simpelweg deel van uit te maken.

Ik herinner me een man die niet mee wilde op de groepswandeling naar het dorp omdat hij vreesde dat buurtbewoners hem zouden herkennen als patiënt. “Dan zien ze dat ik in de psychiatrie zit,” zei hij. “Ze zullen me anders bekijken.” Die schaamte zat diep. De wandeling, bedoeld als een laagdrempelige manier om even buiten te komen, werd voor hem een pijnlijk confrontatiemoment met het stigma dat nog altijd kleeft op psychische kwetsbaarheid.

Het is belangrijk dat hulpverleners deze schaamte herkennen en benoemen, zonder ze te versterken. We moeten oog hebben voor het feit dat herstel niet enkel gaat over symptomen, maar ook over zelfbeeld, identiteit, over hoe mensen zich in de wereld kunnen tonen of juist willen verstoppen. Deze aandacht is net zo essentieel als medicatie of therapie.

Mee bewegen

En patiënten kijken ook naar ons, hulpverleners. Ze observeren hoe we met medepatiënten omgaan. Ze vergelijken, ze trekken conclusies. Dat is menselijk en het onderstreept het belang van transparantie. Wat we doen, hoe we handelen, waarom we bepaalde keuzes maken: het is belangrijk dat we dat uitleggen.

Ik herinner me een vrouw op de afdeling die toekeek hoe een verpleegkundige in gesprek was met een man die zeer verwarde, onsamenhangende dingen vertelde. De verpleegkundige bleef rustig, luisterde met aandacht, stelde open vragen, zonder in te gaan op de inhoud.

‘Zou iemand ook met mij zo praten als ik iets zeg dat nergens op slaat?’

Na afloop kwam de vrouw naar me toe. “Ik vond het mooi hoe hij met die man sprak,” zei ze. “Maar het maakte me ook ongerust. Zou iemand ook zo met mij praten als ik iets zeg dat nergens op slaat? Blijven jullie gewoon luisteren zonder iets terug te zeggen?”

Haar bezorgdheid legt de vinger op iets fundamenteels. Mensen willen gehoord worden, zeker in hun kwetsbaarheid. Maar ze hebben er ook nood aan dat wij als hulpverleners zichtbaar blijven als gesprekspartner. Dat we meebewegen met hun beleving, zonder erin te verdwijnen. Dat we verbinding maken met hun wereld, zonder onze eigen ankerpunten los te laten. Nabijheid betekent niet dat we alles beamen. Het betekent dat we aanwezig zijn. Dat we luisteren, maar ook terugpraten. Dat we grenzen aangeven, zonder afstand te creëren.

Boei naar rustiger water

Een opname in een psychiatrische afdeling is nooit een doel op zich. Maar wanneer zo’n opname nodig is, is het belangrijk dat we het geheel blijven zien: niet alleen de individuele patiënt, maar ook de groep waarin die persoon terechtkomt.

‘De psychiatrische afdeling is geen neutrale ruimte.’

De afdeling is geen neutrale ruimte. Ze is een sociaal landschap, een plek waar mensen met uiteenlopende verhalen, kwetsbaarheden en reacties elkaar kruisen. Juist daarom is het belangrijk dat we actief waken over het leefklimaat.

In de storm die een psychiatrische opname soms is, kunnen we elkaars anker zijn. Of op z’n minst: een boei die de overgang naar rustiger water markeert.

Reacties [1]

  • Patrick Barbé

    In het algemeen wordt er heel makkelijk van uitgegaan, in zowat alle residentiële zorgvormen, dat mensen “gewoon” kunnen functioneren in een leefgroep. Of het nu mensen zijn van 80+ die hun leven lang met twee of alleen woonden of mensen in een individueel beleefde psychische kwetsbaarheid: samenleven zullen ze! Met niet-gekozen mede-patiënten/cliënten.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.