Verhaal

Hoe digitale tools een dam opwerpen tegen polarisering

Annelies Van Erp

Haatboodschappen op sociale media, valse nieuwsberichten verstuurd via WhatsApp of oproepen tot geweld in podcasts: digitale technologie kan conflicten aanwakkeren. Maar ze kunnen ook ingezet worden voor verzoening. Annelies Van Erp van Search for Common Ground ging kijken hoe dat in Mali gebeurt.

© Search for Common Ground

Vrede door objectieve berichtgeving

“Wij blinden zijn zoals het cijfer nul. Afhankelijk van waar je ons plaatst in de samenleving kunnen we een ontzettende meerwaarde vormen”, vertelt de zeventienjarige Abel Traoré live op de radio in Bamako, de hoofdstad van het West-Afrikaanse land Mali. Naast hem ligt een bladzijde met brailletekst maar gedurende de hele uitzending raakt Abel het papier niet aan. Eens op dreef, steekt hij van wal zonder de draad te verliezen.

Hij vertelt openhartig hoe hij als kind heel onzeker was. “Ik had altijd hulp nodig, niets kon ik alleen. Of dat gevoel had ik toch. Daarom gaf ik er de voorkeur aan om mij af te zonderen.”

‘Laat ons, de jongeren zelf aan het woord.’

Dat veranderde langzaam. Vier jaar geleden, sloot Abel aan bij een project ondersteund door Search for Common Ground, een internationale organisatie die zich toelegt op conflictoplossing en vredesopbouw. In Mali organiseert ze opleidingen voor jongeren, toekomstige journalisten en mediaprofessionals. Het doel? Vrede bevorderen door middel van objectieve berichtgeving die de perspectieven van alle partijen weerspiegelt.

Geen evidente klus in een land als Mali dat sinds 2012 geconfronteerd wordt met een gewelddadig en veelzijdig conflict. Tot op vandaag komen verschillende crisissen er samen: gewapende groepen, criminele bendes, jihadistisch geweld, internationale militaire interventies, extreme armoede, voedselonzekerheid en droogte.

Jongeren zijn ook ervaringsdeskundigen

“Wij jongeren zijn steeds de eerste en grootste slachtoffers. Scholen die sluiten, vormen bijvoorbeeld een rem op onze educatie. En door de onveiligheid kunnen we ons niet vrij bewegen”, aldus Bintu. Net zoals Abel presenteert ze radioprogramma’s. Het project dat Search for Common Ground ondersteunt, wil jongeren namelijk mondiger maken en hen een platform bieden om te praten over moeilijke thema’s  zoals discriminatie, trauma’s door oorlogsgeweld en gendergerelateerde problemen.

‘Er zijn zo veel taboeonderwerpen waarover jongeren zich niet mogen uitspreken. Wel, wij plaatsen ze op de agenda.’

Het stoort Bintu dat jongeren niet betrokken worden bij vredesbemiddelingen. “Volwassenen gaan rond de tafel zitten. Ze zoeken naar oplossingen om aan conflicten een einde te maken. En daarbij denken ze te weten wat wij nodig hebben. Maar laat ons, de jongeren zelf, aan het woord. Luister naar onze verhalen want uiteindelijk zijn wij ook ervaringsdeskundigen”, zegt Bintu. Haar stem is rustig en zacht, maar haar boodschap des te krachtiger.

Bintu is albinoDoor een erfelijke aandoening wordt er bij haar onvoldoende pigment aangemaakt in de ogen, de huid en het haar.en door op de radio te komen hoopt ze een voorbeeld te kunnen zijn voor andere albino’s, die vaak gediscrimineerd worden. En hoewel ze openhartig spreekt over albinisme, is dat zeker niet het enige thema dat haar nauw aan het hart ligt. Verschillende sociaal-politieke problemen passeren de revue tijdens haar uitzendingen: “Gedwongen huwelijken, gewelddadige conflicten, drugs… er zijn zoveel taboeonderwerpen waarover jongeren zich niet zouden mogen uitspreken. Wel, wij plaatsen ze op de agenda.”

Ambroise: “Een van de radioprogramma’s die ik maakte, ging over het geweld in het land. Maar ik blokkeerde, het was te pijnlijk om over mijn eigen ervaring te praten.”

© Search for Common Ground

Trauma nog niet verwerkt

Al valt het soms ook wel zwaar voor de jongeren om over bepaalde thema’s te praten. “Ik heb hen echt zien openbloeien”, vertelt Balaise. Hij is projectverantwoordelijke en staat in nauw contact met de jongeren. Ongedwongen telefoongesprekjes, ‘handshakes’ die hij uitdeelt en de vele mopjes die heen-en-weer vliegen, bevestigen dit. “Ik ben oprecht trots op de weg die ze hebben afgelegd”, zegt hij terwijl zijn ogen rusten op Ambroise.

“Een van de radioprogramma’s die ik maakte ging over het geweld in het noorden van het land. Maar ik blokkeerde, het was te pijnlijk om over mijn eigen ervaring te praten”, vertelt Ambroise. Hij bevond zich in 2012 in Gao, een noordelijke regio in het hart van het Malinese conflict. “Ik denk dat ik het trauma van wat ik daar als achtjarige zag, nog niet helemaal heb verwerkt.” Samen met zijn moeder vluchtte hij naar Bamako. Zijn vader – een soldaat – zag hij pas jaren later terug.

Het is niet te laat. De overledenen kunnen we helaas niet meer terugbrengen, maar wel kunnen we voorkomen dat er nieuwe slachtoffers vallen.’

“Lange tijd overmeesterde een gevoel van hulpeloosheid me. Elke keer er een aanslag gebeurde of ik het aantal vluchtelingen zag stijgen, zakte ik dieper weg en zag ik geen hoop meer voor mijn land. Maar langzaam kroop ik uit die put.” Vandaag probeert hij met zijn woorden verandering te brengen. “Zo heb ik het gevoel dat ik mijn steentje bijdraag.”

Ambroise roept zijn landgenoten en machthebbers op om een gemeenschappelijke basis te vinden. “Het is niet te laat. De overledenen kunnen we helaas niet meer terugbrengen, maar we kunnen wel voorkomen dat er nieuwe slachtoffers vallen. Mensen uit het noorden werden te lang vergeten, we moeten de dialoog aangaan. Luisteren naar hun meningen en ideeën om vrede op te bouwen. En daarvoor hebben we bemiddelaars nodig, jonge mensen met vernieuwende inzichten. Wij zijn de toekomst van dit land.”

Online conflicten uitvechten

Wanneer het gaat over extremisme worden jongeren vaak afgeschilderd als herrieschoppers en een deel van het radicaliseringprobleem. En uiteraard zijn er jongeren die zich aansluiten bij gewapende groeperingen. Maar daar staat tegenover dat ze een ongelooflijke kracht hebben om vrede te stichten, kloven te overbruggen en oplossingen te ontwikkelen.

“Radicalisering biedt een antwoord op enkele belangrijke behoeften van jongeren: het gevoel erbij te horen, de behoefte om zich begrepen te voelen, het verlangen om een positief verschil te maken in de wereld,” legt Charline Burton, directeur van Search for Common Ground Belgium uit.

‘Jongeren zijn niet langer alleen maar daders of slachtoffers van geweld, maar worden beschouwd als positieve actoren van verandering.’

“Onze ervaring leert dat we de jongeren dit op vele alternatieve manieren kunnen bieden, onder meer door hen te helpen een eigen radioprogramma te maken. Bovendien wordt er zo ook op een andere manier gekeken naar de jongeren. Ze voelen erkenning. Ze zijn niet langer alleen maar daders of slachtoffers van geweld, maar worden beschouwd als positieve actoren van verandering.”

Digitale vredesopbouw

Search for Common Ground heeft al meer dan dertig jaar ervaring met het omvormen van gewelddadige conflicten. “Onze maatschappij en manier van samenleven evolueert continu. Onze conflicten dus ook”, aldus Burton.

“Zo zien we het laatste decennium steeds meer haatboodschappen zich verspreiden via internet en sociale media. Conflicten worden online uitgevochten en vaak verschuiven deze online conflicten opnieuw naar de werkelijkheid, waardoor ze ook geweld veroorzaken in het echte leven. Dus passen wij ons aan en zoeken we naar manieren om aan digitale vredesopbouw te doen.”

‘Vaak verschuiven online conflicten opnieuw naar de werkelijkheid.’

Eén daarvan is het organiseren van opleidingen rond fake news en fact checking. “Vroeger stond ik er niet bij stil dat het verwijzen naar een bepaalde etnische groep verschillen konden groter maken. Nu besef ik: als het niet relevant is voor je verhaal, dan moet je het niet vermelden”, vertelt de Malinese journalist Yacouba.

Na even twijfelen voegt hij eraan toe: “Soms nam ik zelfs gewoon dingen over die ik op sociale media las. Nadat ik deze specifieke opleiding volgde, ben ik toch meer op mijn hoede en probeer ik steeds te achterhalen waar het nieuws vandaan komt, wie erachter zit en of die persoon misschien een verborgen agenda heeft.”

Sociale media polariseren

“Sociale media zijn gebouwd om te polariseren”, vat hoogleraar Baldwin Van Gorp (KU Leuven) het samen in een interview op Sociaal.net over framing. “Het debat wordt overheerst door tegenpolen. De stilzwijgende meerderheid hoor je niet meer.”

Van Gorp boog zich over allerlei maatschappelijke thema’s in België: van radicalisering over migratie tot ontwikkelingssamenwerking. Maar zijn conclusies zijn net zo goed toe te passen op een internationale context. Zo stelde hij samen met het Vlaams Vredesinsituut vast dat de gevolgen van online polarisering zich niet beperken tot de online ruimte. Online haatspraak kan er namelijk voor zorgen dat mensen in de fysieke wereld minder in interactie wil treden met personen uit andere groepen.

Journaliste Aminetou: “Als de persoon die straffe uitspraken doet niet start met zichzelf voor te stellen en te vertellen voor wie of wat hij werkt, dan stel ik me al vragen.”

© Search for Common Ground

Geen perspectieven

Dit ziet El Hadj Djitteye ook gebeuren in de Sahel. Hij is directeur van de denktank Timbuktu Center en doet onderzoek naar conflict, veiligheid en gewelddadig extremisme. “Wat in de Sahel meespeelt is de uitzichtloze situatie. Wanneer je geen perspectieven hebt, geen job en geen vertrouwen in beleidsmakers of instituten, ben je vatbaarder voor allerlei boodschappen en filmpjes die je tegenkomt op sociale media.”

‘Wat in de Sahel meespeelt is de uitzichtloze situatie.’

In een land als Mali is het een fenomeen dat zich vooral voordoet in stedelijke contexten. In afgelegen gebieden zijn internetconnecties onstabiel en heeft niet iedereen een smartphone. “Al moeten we dit zeker niet onderschatten”, verduidelijkt Djitteye. “Ook in de dorpjes doet fake news snel de ronde. Daar zijn vooral spraakberichten van WhatsApp populair. Deze kunnen namelijk vlot gedeeld worden onder laaggeletterden.”

Valse nieuwsberichten kunnen doden

Hoe controleer je de waarheid van zulke ingesproken boodschappen? “Dat is inderdaad geen eenvoudige klus”, beaamt journaliste Aminetou Almansour Miharata uit Gao. “Bij een filmpje of foto’s zijn gemanipuleerde zaken sneller zichtbaar dan bij een spraakbericht. Al zijn er wel kleine aanwijzingen die erop kunnen wijzen dat het om nepnieuws gaat. Het begint al met de identificatie. Als de persoon die straffe uitspraken doet niet start met zichzelf voor te stellen en te vertellen voor wie of wat hij werkt, dan stel ik me al vragen”, zegt Aminetou.

“Mensen zijn zich niet steeds bewust van de impact, maar valse nieuwsberichten kunnen letterlijk doden.” Ze haalt het voorbeeld aan van een video uit 2019 waarop een inval van het Nigeriaanse leger tegen de extremistische beweging Boko Haram te zien is. Deze video werd uitgebreid gedeeld op sociale netwerken in 2021, met als begeleidende tekst dat het zou gaan om Ivorianen die gemarteld werden door het Nigeriaanse leger. Deze foute informatie leidde tot massale xenofobe aanvallen op Nigerianen in de Ivoriaanse stad Abidjan, waarbij verschillende gewonden vielen en ten minste één dode.

‘Wij als journalisten maken het conflict in ons land soms erger.’

Ook Kadia Doumia, een jonge journaliste uit Bamako is een gedreven pleitbezorger van fact checking. “Zelfs in mijn persoonlijk leven achtervolgt het me”, lacht ze. “Wanneer een familielid een foto of een berichtje ontvangt over een huwelijksaankondiging of een geboorte van een kindje bijvoorbeeld, laten ze het aan mij zien en vragen ze me steeds of het wel echt is.”

Snel wordt Kadia weer serieus. “Wij als journalisten maken het conflict in ons land soms erger. Zonder het te beseffen. Wij hebben macht, een kracht. Als wij iets schrijven, geloven de mensen het.” Net daarom is het voor Search for Common Ground essentieel om met journalisten samen te werken in landen die gebukt gaan onder conflict. Journalisten als bevorderaars van vrede in plaats van aanzetters tot geweld.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.