Opinie

Woonzorgcentrum is te duur: ‘Heel wat kinderen springen bij om de factuur te betalen’

Nils Vandenweghe

Leven in een woonzorgcentrum is duur. Alleen heeft niemand zicht op de totaalfactuur, ook de Vlaamse regering niet. De overheid weet ook niet wie de factuur betaalt, noch hoeveel geld er wegstroomt uit de zorg naar grote vastgoedbedrijven. “Hoe kan je dan een doeltreffend beleid voeren?”, vraagt Nils Vandenweghe van de Vlaamse Ouderenraad zich af.

woonzorgcentrum

© Vlaamse Ouderenraad / Catherina Vander Perre

Rosie (81)

“Mijn man verhuisde zo’n 3,5 jaar geleden naar een woonzorgcentrum. Zelf kon ik in een assistentiewoning daar vlakbij terecht. Sindsdien moet ik elke maand zo’n 1.500 euro van onze spaarrekening halen om alle uitgaven te betalen.”Rosie is een pseudoniem.

‘We dachten dat we het zo’n tien jaar zouden redden met ons spaargeld, maar ik maak me nu toch echt zorgen.’

“De facturen van het woonzorgcentrum en assistentiewoning nemen de grootste hap uit het budget, maar verzekeringen en andere onkosten moeten natuurlijk ook betaald worden. Het is elke keer slikken als die envelop in de bus valt.”

“Nu heeft het woonzorgcentrum aangekondigd dat de dagprijs zal stijgen van 61,5 euro naar 69,5 euro. Ik begrijp dat alles duurder wordt, maar per maand komt er daardoor nog eens zo’n 240 euro bij. Het is waar dat ook ons pensioen geïndexeerd werd, maar zo veel is daar absoluut niet bijgekomen.”

“We hadden uitgerekend dat we het zo’n tien jaar zouden redden met wat we bijeengespaard hadden, maar ik maak me nu toch echt zorgen. De voorbije jaren is er al zo’n 75.000 euro verdwenen van onze spaarcenten. Soms denk ik dat het niet zo erg zou zijn moest ik morgen niet meer wakker worden, financieel zou ons dat eigenlijk nog het beste uitkomen. Want wat als ook ik naar het woonzorgcentrum zou verhuizen? Dan zullen we het niet lang redden, vrees ik.”

Hoe betaalbaar is de ouderenzorg?

De getuigenis van Rosie is maar een van de vele signalen die de laatste tijd bij de Vlaamse Ouderenraad binnenkomen, na een jaar waarin de prijzen van veel woonzorgcentra scherp stegen. Deze signalen roepen de vraag op hoe (on)betaalbaar het woonzorgcentrum is geworden? En in welke mate hebben we die betaalbaarheid nog onder controle?

De komende tien jaar neemt het aantal 85-plussers in Vlaanderen met maar liefst 23 procent toe. Veel van hen zullen vroeg of laat nood hebben aan zorg en ondersteuning. Het aantal mensen met nood aan residentiële zorg zal alleen maar toenemen. De alarmsignalen die we vandaag horen, dreigen zo de voorbode te worden van een veel grotere golf aan noodkreten morgen.

197 euro extra per maand

Uiteraard stegen het voorbije jaar niet alleen de woonzorgfacturen. Ook de pensioenen en sommige zorgtegemoetkomingen werden geïndexeerd. De hamvraag voor de evolutie van de betaalbaarheid van woonzorgcentra is dan ook: hoe verhouden die indexeringen zich tot elkaar?

‘De gemiddelde factuur lag eind 2022 zo’n 830 euro boven het gemiddeld werknemerspensioen. Een bittere pil voor veel bewoners en families.’

Reken even mee. In januari 2022 bedroeg het gemiddeld pensioen als werknemer 1.265 euro per maand. Een snelle blik op het aantal indexeringen leert dat dit bedrag tegen eind 2022 met zo’n 130 euro per maand steeg.

Hoe zit het met de prijzen van woonzorgcentra? De officiële statistieken maken ons helaas niet veel wijzer: de laatst gepubliceerde cijfers dateren van mei 2022. Sindsdien besloten heel wat voorzieningen om hun dagprijs (opnieuw) te indexeren, waardoor deze cijfers intussen hopeloos achterhaald zijn.

Ouderenorganisatie OKRA vroeg dan maar zelf alle dossiers over prijswijzigingen op bij het Agentschap Zorg en Gezondheid op. Wat blijkt? De prijzen van woonzorgcentra stegen doorheen 2022 gemiddeld met maar liefst 197 euro per maand. Dat is een veel sterkere stijging dan het gemiddelde pensioen. In totaal brengt het de gemiddelde woonzorgfactuur op 2.096,74 euro per maand.

Een groeiende kloof

De kloof tussen een gemiddeld pensioen en een gemiddelde woonzorgfactuur groeide dus op een jaar tijd met zo’n 70 euro per maand. Maar in dat bedrag zijn de extra supplementen, die een bewoner bovenop die dagprijs betaalt, nog niet meegerekend. Ook die stijgen.

Data daarover zijn helaas schaars: het Agentschap Zorg en Gezondheid monitort ze immers niet. De meest recente bron is de rusthuisbarometer van Solidaris uit 2017. Als we ervan uitgaan dat die bedragen sindsdien de inflatie gevolgd hebben, dan zijn ook die kosten het voorbije jaar gemiddeld 10 euro per maand duurder geworden.

De gemiddelde maandelijkse woonzorgfactuur steeg dus met zo’n 80 euro meer dan het gemiddeld pensioen. De gemiddelde factuur, inclusief extra kosten, lag daardoor eind 2022 zo’n 830 euro boven het gemiddeld werknemerspensioen. Een bittere pil voor veel bewoners en families.

Vlaamse regering past zorgbudgetten aan

Als antwoord verhoogde de Vlaamse regering het zorgbudget dat elke bewoner krijgt met 5 euro per maand, naar 135 euro.

Sinds 2009 was er geen euro meer bijgekomen voor dat zorgbudget. De verhoging met 5 euro is dus symbolisch heel belangrijk, maar tegelijk zwaar ontoereikend om alleen nog maar de meerkosten van 2022 op te vangen, laat staan de jarenlange uitholling van dat zorgbudget.

‘De prijs van het woonzorgcentrum snijdt steeds dieper in de bestaansmiddelen van bewoners, hun kinderen of het OCMW.’

Als tweede maatregel zorgde Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits voor een betere toekenning van een andere tegemoetkoming, het zorgbudget voor ouderen met zorgnoden en een laag inkomen.

Veel ouderen krijgen dat zorgbudget op basis van een verouderde (en bijgevolg te lage) inschaling van hun zorgnood. Maar dankzij de hervorming worden bewoners van woonzorgcentra vanaf nu allemaal – terecht – beschouwd als behorend tot een van de twee zwaarste zorgcategorieën. Zij krijgen voortaan dus makkelijker het volledige bedrag waarvoor ze in aanmerking komen. Daarmee slaat de regering een belangrijke slag in de strijd tegen de onvolledige take-up van die specifieke tegemoetkoming.

Alleen komt slechts een beperkte groep voor dat extra budget in aanmerking. Voor bijna twee bewoners op drie bewoners blijft de steun beperkt tot de 135 euro van het zorgbudget. Van de 80 euro waarmee de gemiddelde factuur in 2022 meer steeg dan het gemiddeld pensioen, is bij hen 75 euro voor eigen rekening. Zo snijdt de prijs van het woonzorgcentrum steeds dieper in de bestaansmiddelen van de bewoners, hun kinderen of de steunmiddelen van het OCMW.

Er is ook leven buiten het woonzorgcentrum

Bovendien gaan de discussies over de betaalbaarheid er te gemakkelijk vanuit dat er voor de bewoners geen enkel leven buiten het woonzorgcentrum meer is. De kous lijkt af wanneer mensen met hun integrale pensioen en zorgbudget de kosten van het woonzorgcentrum kunnen betalen.

‘Ouderen worden te snel gereduceerd tot hun zorgnoden.’

Alsof er in die levensfase geen jarige kleinkinderen meer zijn. Geen nood meer aan deelnemen aan de samenleving buiten de muren van het woonzorgcentrum. Geen verlangen meer is naar verpozen in dat leuk cafeetje om de hoek. Het debat over de betaalbaarheid van woonzorgcentra toont hoe snel zorgbehoevende ouderen gereduceerd worden tot hun zorgnoden.

Hoe lang moet ik dat kunnen betalen?

Zoals Rosie in haar getuigenis aangeeft, brengt die hoge kostprijs vaak financiële stress met zich mee.

Officieel duurt de gemiddelde verblijfsduur in een woonzorgcentrum slechts anderhalf jaar. Dat lijkt een beperkte periode om te overbruggen. Maar achter dat gemiddelde gaan veel uitlopers schuil. En net daar speelt de onzekerheid. Hoe lang ga ik die factuur kunnen dragen? Geraak ik wel ver genoeg met mijn spaargeld? Of hoe lang kunnen mijn kinderen dat mee dragen?

Het zijn vragen die we ook zien terugkomen in de recente barometer van de Koning Boudewijnstichting. Ruim een op vier ouderen weet nu al dat ze financieel niet zullen toekomen als ze lang leven, en nog eens 40 procent van de ouderen twijfelt daaraan.

Tot daar het bilan na een jaar van torenhoge inflatie. De conclusie is helder. Bewoners van woonzorgcentra hebben zware en complexe zorgnoden, die om een vrijwel continue nabijheid van zorgpersoneel vraagt. Maar die zorg gaat voor steeds meer mensen gepaard met een torenhoge financiële drempel.

Woonzorgcentra

“Hoe lang ga ik die factuur kunnen dragen? Geraak ik wel ver genoeg met mijn spaargeld? Of hoe lang kunnen mijn kinderen dat mee dragen?”

© Vlaamse Ouderenraad / Sien Verstraeten

Niemand die zicht heeft op totaalfactuur

Dat brengt ons bij de doeltreffendheid van het beleid. We weten al dat de Vlaamse regering ingreep in de zorgbudgetten voor de bewoners van woonzorgcentra. We waarderen ook dat ze dat sneller deed dan in het regeerakkoord voorzien was. Maar of daarmee alle werven voor een doeltreffend beleid van de baan zijn? Verre van.

‘De Vlaamse overheid heeft geen idee wat de reële totaalfactuur is die de bewoner momenteel betaalt.’

Het eerste dat wringt aan alle cijfers hierboven, is dat het rekenwerk vanuit het middenveld komt. De officiële dagprijsmonitoring laat telkens oeverloos lang op zich wachten. En wat de gemiddelde bewoner maandelijks aan extra supplementen moet betalen, dat brengt de Vlaamse overheid niet in kaart.

Frappant was trouwens dat uit het rapport van Solidaris bleek dat er enorme verschillen waren in de gemiddelde som aan supplementen die bewoners betalen: voor een bewoner in een vzw-woonzorgcentrum lag die bijvoorbeeld gemiddeld 55 procent hoger dan voor een bewoner in een publiek woonzorgcentrum. Dat wijst op enorme verschillen in hoe woonzorgcentra met die supplementen omgaan.

Maar goed, dat valt dus buiten de dagprijsmonitoring van de Vlaamse overheid. Blinde vlek één: op dit moment heeft de Vlaamse overheid eigenlijk geen idee wat de reële totaalfactuur is die de bewoner momenteel betaalt.

Wie betaalt? Ouderen, kinderen of OCMW?

Ook wie die factuur betaalt, weet de Vlaamse regering eigenlijk niet. Een tweede blinde vlek.

‘Heel wat kinderen van bewoners springen bij om de factuur van hun ouders te betalen.’

In de praktijk springen heel wat kinderen van bewoners spontaan bij om de factuur van hun ouders te betalen. Maar die familiale solidariteit blijft tot op vandaag onzichtbaar. Niemand weet hoe groot die groep is, ook de bevoegde minister niet. Het blijft wachten op een eerste onderzoek dat in kaart brengt hoeveel kinderen spontaan of na terugvordering door het OCMW bijpassen.

Anders gesteld: we hebben geen idee hoeveel gezinnen die snel stijgende woonzorgfacturen elke maand mee op hun bord krijgen, bovenop de volatiele energieprijzen en de gestegen levensduurte.

Het creëert een financiële kwetsbaarheid die maatschappelijk amper weerklank krijgt, en die tot op vandaag niemand wetenschappelijk in kaart brengt. Hoe groot is de nood aan die financiële familiale solidariteit? En van wie in onze samenleving wordt ze het meest gevraagd? Door die blinde vlek weet de Vlaamse regering niet ten behoeve van wie ze haar beleid voert, en welke urgentie daarachter schuilt.

Mattheuseffect

Al is niet iedereen slecht af. We kunnen in de tegemoetkomingen voor ouderen met zorgnoden een derde blinde vlek ontdekken. Eentje die een kleine groep mensen wel goed uitkomt.

‘De Vlaamse regering vaart blind.’

Wettelijk verliest iemand die naar een woonzorgcentrum verhuist en zijn huis verkoopt tien jaar lang het recht op het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood. Vlaanderen gaat ervan uit dat die persoon eerst de opbrengst van dat huis moet aanspreken om de zorgfactuur te betalen. Ook wie zijn huis wegschenkt, verliest op basis van de verkoopwaarde het recht op financiële steun voor ouderen met zorgnoden en een laag inkomen.

Maar dan komt het achterpoortje: wie na de verhuis naar het woonzorgcentrum zijn huis gewoon houdt en verhuurt, kan dat zorgbudget vlotjes blijven ontvangen. De Vlaamse overheid heeft immers geen zicht op die huurinkomsten. En dus kan ze die ook niet in rekening brengen. Concreet gaat het om een tegemoetkoming tot 683 euro per maand. Qua Mattheuseffect kan dat tellen.

Sommige mensen strijken dus probleemloos dat zorgbudget voor lage inkomens op in combinatie met die maandelijkse huurinkomsten en hun pensioen. En dat terwijl zoveel éeht financieel kwetsbare mensen het water aan de lippen staat. Sociaal doelgericht kan je dat niet noemen. Maar helaas: ook daar vaart de Vlaamse regering met blind.

Ook woonzorgcentra worstelen…  

Een belangrijke nuance: deze noodkreet om de groeiende onbetaalbaarheid is geen gratuite kritiek op alle woonzorgcentra.

‘Hoeveel geld vloeit er weg uit de zorg?’

Kwaliteitsvolle zorg vraagt om mensen en middelen. En ook woonzorgcentra worden getroffen door de hoge inflatie en snel stijgende personeelskosten. Veel woonzorgcentra staan daardoor financieel onder grote druk, onder meer door een ontoereikende basisfinanciering vanuit de overheid.

Evenmin hebben de bewoners er baat bij dat de plek waar ze wonen en zorg krijgen, financieel overkop gaat. De aangekondigde sluiting van tien Orpea-woonzorgcentra toont hoe reëel dat risico is. Maar ook daar is het ondoorzichtigheid troef. Hoeveel geld vloeit er immers niet weg uit de zorg, naar de zetels van grote commerciële groepen in het buitenland of naar de aandeelhouders van private vastgoedondernemingen? De Vlaamse regering heeft er geen zicht op. Ook die blinde vlek doet het imago van de ouderenzorg helaas weinig goed.

Kort samengevat: de Vlaamse regering weet dus niet wat de exacte totaalfactuur vandaag bedraagt, weet niet in welke mate ze door wie betaald wordt, weet niet of haar steun wel altijd terechtkomt bij wie die echt nodig heeft, en weet niet in welke mate er geld wegstroomt uit de zorg. Kortom: de Vlaamse regering heeft geen idee hoe duur een woonzorgcentrum is. Probeer met zulke blinde vlekken maar eens doeltreffend beleid te voeren. 

De weg van de minste weerstand

De oplossing voor de financiële druk op woonzorgcentra lijkt intussen de weg van de minste weerstand: het geld nog sneller zoeken bij de bewoners. Tot recent mochten voorzieningen een keer per jaar hun prijzen indexeren. Nadien twee keer. En als het van sommige koepels uit de ouderenzorg  afhangt, voortaan meteen elke keer wanneer de pensioenen stijgen.

Daarmee verdwijnen de laatste maanden respijt die de bewoner nog had tussen de indexering van zijn pensioen en de (duurdere) indexaanpassing van zijn maandelijkse factuur. Intussen ploeteren veel bewoners en hun kinderen verder. Voor hen is de maandelijkse factuur helaas geen blinde vlek.

Reacties [16]

  • Guido Van Rossen

    Hoeveel procent wzc medewerkers hebben een voldoende netto salaries dat hen later in staat stelt om een verblijf in een wzc te kunnen betalen.

  • Suzanne Kooijman

    De gemiddelde maandprijs voor een dementerende bewoner is reeds 2.500 euro ! De partner moet dan bovenop ook nog al zijn/haar maandelijkse kosten voor levensonderhoud thuis betalen, begin maar…

  • Peter Dick

    Dit artikel is polariserend en eenzijdig geschreven.
    Naast de gemiddelde dagprijs van 1.800 euro die bewoners betalen, legt de overheid 2.400 euro bij. Dat wordt (bijna) altijd verzwegen. En dit is enkel gerekend aan de huidige personeelsnormen, waarvan iedereen ondertussen beseft dat deze te laag zijn om kwaliteitsvolle persoonlijke zorg op maat te garanderen.
    Een verblijf in een WZC is niet goedkoop, maar je krijgt er heel wat voor in de plaats. Dat wordt ook vaak vergeten.

  • Heindryckx Nicole

    Het zorgbudget van 130 euro in 2009 is nu – niet te geloven – opgetrokken naar 135 Euro. Belachelijk.. Nee, ze lachen ons gewoon uit. Onze achtereenvolgende regeringen zijn er niet in geslaagd om een betere ouderenzorg te realiseren. Ikzelf heb tot mijn 57 gewerkt, in totaal 39 jaar. Toch niet slecht denk ik dan. Echter, mijn pensioenTJE. Begot, goed dat ik erin geslaagd ben een flat te kopen en geen huurgelden meer moet betalen. Ik zou er niet geraken. Als mindervalide heb ik elke maand een kleine 500 Euro aan hulp en Poetsdienst. En mag ik nog eten, dames en heren van de Vlaamse regering. Een echte schande is het. Nee, zo ga je niet met je kiezers om. Wordt verdomme eens wakker en ga eens schudden aan de bomen waar wel veel geld in hangt.

    • Aline Beullens

      Inderdaad wat doe je in deze tijd nog met 5 Euro? Geef je aan een hulpverlener een blikje of flesje cola en water of koffie met een koekje, dan ben je ze al zeker kwijt! Wij hebben 5 hulpverleners (betalend) het minste dat je kan aanbieden is toch een flesje water? De klusjesman komt niet elke week, de tuinman toch alle 2 a 3 weken in volle seizoen, en de huishoudhulp en poetsvouw krijgen ook dorst met de hete dagen…met 135 Euro zal je niet elke maan toekomen en dn blijft er nog véél werk wachten wil je proper gekleed gaan en verzorging krijgen waar je nood aan hebt! Weinige ouderen geen dokterskosten en medicijnen dagelijks nodig, betaal dat maar met een klein pensioen! Ik moet zelfs boodschappen laten doen, ga nergens naartoe sinds meer dan 5 jaar dan naar dokters, ziekenhuizen en specialisten! Mijn man is nog ouder en heeft zeker zoveel medicijnen nodig, doktersraadplegingen. Wat betaal je voor de kapper? Pedicure? Mogen we nog wel leven en een beetje genieten ook?

  • Mie Moerenhout

    De financiële situatie van woonzorgcentra en van de bewoners is een probleem dat nog steeds onvoldoende duidelijk is en al zeker geen oplossing heeft gekregen tot hier toe.
    Over de ouderen met zorgnoden die thuis wonen en zo goed als alles zelf bekostigen en soms veel hulp krijgen van familie en andere mantelzorgers en van professionele zorgverleners, wordt bijna nooit gesproken… Voor hen is minder tegemoetkoming door de Vlaamse Overheid. Het is alsof men weigert daar een zicht op te krijgen… in de idee dat ze alles zelf kunnen bekostigen, dat hun alomvattende en kwaliteitsvolle zorg weinig of niets kost. Het is de hoogste tijd om deze gevarieerde ouderengroep qua hulp en kosten serieus onder de loep te nemen. Deze ouderen krijgen trouwens niet automatisch de maandelijkse 135 euro van de Vlaamse Sociale Bescherming en de toegang tot het zorgbudjet voor ouderen en de mantelzorgpremie is ongemeen hoog, ondanks alle nodige zorg en betaalde of gratis hulp.

  • Lucas Vandendriessche

    Ik stoor me mateloos aan artikels in Sociaal.Net zonder factcheck. Je kan een reële maatschappelijke problematiek niet uitvergroten met slogans als je geen cijfers hebt.
    Natuurlijk zijn onze 1e pijler-pensioenen van de laagste in Europa en inderdaad de zorgfactuur is duur. En het klopt inderdaad dat kinderen van ouderen soms de rekening mee betalen. Daar doe ik niets aan af.
    Maar zo van die loze beweringen als ‘heel wat kinderen springen bij…’, dat is natte vingerwerk. Er wordt trouwens toegegeven dat er geen cijfers zijn… Wel dan moet je er ook geen uitspraken over doen genre ‘heel wat’, in de titel! Dat is amateuristisch, tendentieus.
    Ik kan even tendentieus meegeven dat het in de praktijk allemaal nogal meevalt, maar het heeft geen zin om je te baseren op lokale cijfers.
    En wat die slogan betreft dat de kinderen het kind van de rekening zijn… Er zijn OCMW’s die de onderhoudsplicht afgeschaft hebben en er zijn OCMW’s die ze gewoon niet toepassen.

    • Heindryckx Nicole

      U stoort zich mateloos aan dit artikel oa. Wel moeilijk is het toch niet. Het gemiddelde pensioen van een “doorsnee” werknemer is nog geen 1.300 Euro netto/maand. En dan zijn de kosten voor een “kotje” in een W.Z.C. Op zijn minst 2.000 euro. Moet je soms nog extra voor kiné bijbetalen, medicatie en ga zo maar door. Hoe brei je dat aan elkaar???

    • Lucas Vandendriessche

      Ik erger me inderdaad aan uitspraken zonder factcheck… Uit De Tijd: de gemiddelde kost van een eenpersoonskamer in Vlaamse Woonzorgcentra is 1.710 euro. Dus niet ‘minst 2.000 euro). En verder heeft ongeveer iedere bewoner in een woonzorgcentrum recht op bijkomende zorginkomsten; dat staat ook in het artikel vermeld. En tenslotte: ik zeg letterlijk in mijn tussenkomst dat de pensioenen in België te laag zijn. Ik erger me aan de slogans, niet aan feiten. Ik pleit gewoon voor nuchtere uitspraken, IK brei niets aan elkaar…

    • Nicole Moreels

      Dat klopt niet wat U vertelt .Ik ben gisteren bij een oud-collega van mij in een woonzorg gaan bezoeken .En zij betaalt voor haar kamer in het WZC 2.500 euro buiten de gewonen kosten .En ik weet ook nog uit een andere bron .Mijn dochter werkt als sociaal assistente in het zelfde WZC en die zegt dat het zoveel kost daar.Ik zelf woon nog in mijn huurappartement en ik heb zelf 35 jaar gewerkt waarvan 25 jaar als ambtenaar . Ik ben er nu 70 ik weet nu al dat ik daar niet kan gaan wonen als ik niet meer alleen kan blijven .En ik krijg nu al zorghulp en poetshulp want ik heb een handicap .En ik ben van vorig jaar mijn mantelzorg kwijt die had .Ik heb zelf maar een klein pensioen de 2 te samen als amtenaar Stad Antwerpen en privé iets over de 900 euro .Ik heb wel mijn zorgbudget als gehandicapte en het IGO .En door het wegvallen van mijn mantelzorg heb ik mijn zorghulp en poetshulp moeten vermideren door dat ik het niet meer kon betalen .Mijn dochter springt wat bij als hulp .Maar werkt ook.

  • De pauw roland

    Ouderen krijgen een cel toegewezen en moeten grote gemeenschappelijke ruimtes mee afbetalen

  • Marie-Rose terryn

    Om die 5€ verhoging te kunnen betalen hebben ze wel van heel veel zorgbehoevenden die thuis wonen de volledige premie afgenomen. Door een nieuw vragensysteem. ; hebt u de voorbije drie dagen hulp gehad bij het wassen? neen want mijn hulp komt morgen, hebt u hulp gehad voor boodschappen? Neen want mijn hulp komt morgen . Resultaat, van 13punten gezakt naar 6’1. Dus geen mantelzorgpremie meer, en nu moet ik dus mijn thuishulp verminderen om financiële redenen. Tof gevonden, en daar lees je niks van in de nieuws!!!6maanden wachten op beroep, na 4 dagen, antwoord nee!!!!

  • Bernadette Van den Heuvel

    Goed artikel. Verduidelijking: waarom indexering van de dagprijs koppelen aan de indexering van de pensioenen? Antwoord: de basistegemoetkoming zorg (subsidie per dag die een woonzorgcentrum ontvangt voor het zorgcomponent) wordt geïndexeerd op hetzelfde moment als deze van de pensioenen. Dit betekent de indexering van de lonen van het zorgpersoneel dat hiermee gefinancierd worden, maar ook dat de indexering van de lonen van dié personeelsleden die niet gevat worden door deze subsidie (en, dat zijn er heel wat) door de bewoner via de dagprijs dient gerecupereerd te worden. Een woonzorgcentrum kan het zich niet veroorloven om voor een verzorgende (waarvoor zorgsubsidie wordt ontvangen) wel de lonen te indexeren en voor een een andere – die niet gesubsidieerd wordt – niet. Transparantie over het zorg- en ondersteuningscomponent dat de bewoner via de dagprijs betaalt (en dus niet vanuit de VSB, waar het thuis hoort) zou duidelijkheid kunnen geven over de toenemende dagprijzen.

    • Nicole Heindryckx

      Het principe van de automatische indexering is zeker niet slecht. Maar toch zijn er wat angels en voetklemmen. Zien we nu ook hè. Door de oorlog in Oekraïne, en de daaraan verbonden energiecrisis hebben we een indexering van een dikke 10%. Echter…. De voeding is met meer dan het dubbele gestegen. 22% begot. Nee, 10% op een pensioenTJE van 1.300 euro is slechts 130 Euro. Ik betaal sinds vorig jaar februari veel meer extra voor electriciteit, water en voedingswaren. Toch zaken waar we niet buiten kunnen vrees ik. Zaken zoals diesel en petroleum m hebben ze indertijd ui de index gehaald; Maar waarom moeten daar dingen bijstaan zoals een TV, een PC, laptop, enz…. Dat koop je toch niet elke dag, zelfs niet elke week of maand. De verhoudingen liggen verkeerd. Dat is tenminste mijn bescheiden mening.

  • VAN NUFFEL Martine

    Het is tijd dat de rekening van de zorg is op tafel word gelegd
    Een groot deel van de lage pensioenen kan soms al geen woning niet meer vinden te huur
    En dan nog op de koop toe geen opvang als je niet meer voor uzelf kan zorgen.
    Bij springen van kinderen laat mij lachen die hebben al moeilijk genoeg om rond te komen
    Onlogische cijfer
    eerst je inzeten bij de mensen van je land
    Als je on woonzorg central home of noemt het goe je wil service flats enconsoorten
    Geld poten noem ik dat
    Als je in een rusthuis Terecht komt moet je geen cremeke of café gaan drinken on de cafetariat want er is geen cent over ervoor !

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.