‘Dodenhuizen’
Dat was de kop van een column van gewezen baas van de FOD Sociale Zekerheid Frank Van Massenhove in De Tijd eerder deze maand. De woonzorgcentra maakten de afgelopen weken geen goede beurt. Om de haverklap zien we een dossier verschijnen over de gebrekkige zorg, niet alleen in ons land. Jaren geleden had de Nederlandse Anne-Mei Thé het al over de ‘wachtkamers van de dood’.Thé, A.-M., (2005), In de wachtkamer van de dood: leven en sterven met dementie in een verkleurende samenleving, Brussel, Luisterpunt.
‘De woonzorgcentra maakten de afgelopen weken geen goede beurt.’
Eigen onderzoek leert intussen dat ouderen inderdaad niet staan te springen om naar het ‘rusthuis’ te gaan.Vandekerckhove, B., De Luyck, N., Volckaert, E., De Witte, N. en De Decker, P. (2015), Ook de aangespoelden blijven. Woon- en zorgperspectieven van 80-plussers aan de Kust, Garant, Antwerpen; De Decker, P., Vandekerckhove, B., Volckaert, E., Wellens, C. en Schillebeeckx, E. (2018), Ouder worden op het Vlaamse platteland, Garant, Antwerpen; Volckaert, E. en De Decker, P. (2020), Woonsituatie en -dynamieken bij ouderen, Gent, Rapport Steunpunt Wonen.Toch stellen heel wat ouderen het er goed en zijn ze tevreden.
De piek van de vergrijzing moet nog komen, zeker van het aantal mensen met een zware zorgnood. We zullen dus nog een hele tijd ‘zorghuizen-die-geen-ziekenhuizen-zijn’ nodig hebben.
Zo lang mogelijk thuis wonen?
Terwijl we met een vergrootglas naar de woonzorgcentra kijken, lijken we de gezondheid en gemoedstoestand van mensen die thuis wonen te vergeten.
Mensen willen zo lang mogelijk in hun huis blijven wonen en dat doen ze ook. Er zijn vandaag volgens het Vlaamse Agentschap Zorg- en Gezondheid een goede 80.000 plaatsen in erkende voorzieningen, terwijl er ruw geschat ongeveer 400.000 80-plussers in Vlaanderen zijn.Eigen berekening op basis van cijfers van de FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2015.
Een heel groot aantal 80-plussers woont alleen. Zelfs met een pak meer bedden in woonzorgcentra, zal de overgrote meerderheid van ouderen in een huis of appartement moeten blijven wonen. Als ze dan zorg nodig hebben, zal die aan huis moeten komen.
Welke woonsituatie?
In een interessant opiniestuk op Sociaal.Net stellen collega’s Chantal Van Audenhove, Anja Declercq en Koen Hermans dat een ernstig herdenken van de zorg- en welzijnssector zich opdringt. Daarbij pleiten ze terecht voor goede zorg en ondersteuning van ouderen in “hun gewone woon- en leefomgeving”.
Maar met die woon- en leefomgeving is het in Vlaanderen niet goed gesteld. We blinken niet bepaald uit in het creëren van ouderen-vriendelijke omgevingen. Integendeel, de samenleving is op ruimtelijk vlak uitgesmeerd over het hele grondgebied. We wonen overal: in linten langs steenwegen, op kleine en grote verkavelingen, in de ‘middle of nowhere’. Eerder dan te kiezen voor warm samenleven, hebben we de ruimtelijke voorwaarden gecreëerd voor eenzaamheid, ook een ziekmaker.
‘We hebben de ruimtelijke voorwaarden gecreëerd voor eenzaamheid.’
Een ouderen- en zorgvriendelijke omgeving ziet er toch wat anders uit.Golant, S.M. (2015), Ageing in the right place, Baltimore/London, Health Professions Press.Denk aan een betaalbare woning, aangepast aan de fysieke en mentale noden. Niet ver van hen vandaan woont minstens één familielid die mantelzorg wil of kan opnemen.
In de buurt is betaalbare thuis- en gemeenschapszorg voorhanden. Die buurt biedt oudere bewoners ook een variëteit van voorzieningen en diensten aan. Er zijn genoeg veilige manieren om je te verplaatsen.
Zorgzame buurten
Voormalig minister van Welzijn Jo Vandeurzen omschreef mooi de zorgzame buurt. Die bestaat uit “een toegankelijke, levensloopbestendige ruimte en wijken met nabije, bereikbare en beschikbare basisvoorzieningen, gerealiseerd in flexibele, multi-inzetbare gebouwen en gekaderd in een sociaal aanvaardbaar beleid van stads- en dorpsvernieuwing. Door het kwaliteitsvol invullen van de beschikbare ruimte kunnen we de participatie van zorgbehoevenden aan de samenleving verhogen, de nabijheid en toegankelijkheid van de diensten verzekeren, en de sociale cohesie en een gezonde levensstijl initiëren en promoten.” Vandeurzen J. (2014), Beleidsnota 2014-2019 Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Brussel, Vlaamse overheid.
‘80 procent van de woningen is niet aangepast.’
Helaas zijn er in Vlaanderen zeer weinig van dergelijke ‘perfecte’ woonomgevingen. Onderzoek leert intussen dat 80 procent van de woningen matig tot zwaar onaangepast zijn aan de opschuivende leeftijd. Een zeer groot aantal ouderen leeft in omgevingen met weinig voorzieningen en kunnen niet te voet naar bakker, beenhouwer of apotheek.De Witte, N., Smetcoren, A.-S., De Donder, L., Dury, S., Buffel, T., Kardol, T. en Verté, D. (2012), Een huis? Een thuis! Over ouderen en wonen, Brugge, Vanden Broele.
Kinderen wonen ver weg of de relaties zijn dermate verstoord dat van hen geen zorg verwacht kan worden. Eigen onderzoek bracht aan het licht dat vrienden en buren in de regel geen intensieve en frequente hulp leveren.Van Vliet, J., van der Plas, S. en Gussekloo, J. (2019), ‘Burenhulp, een kans op hulp vlakbij’, Geron, 21 (1).
Wonen en ruimtelijke ordening meenemen
Heel wat ouderen wonen niet in een goede woon- en leefomgeving. Zoveel is duidelijk. Wanneer we de zorg- en welzijnssector herdenken, is het dus absoluut nodig om het ook te hebben over wonen en ruimtelijke ordening.
In afwachting kunnen we het aanbod van woonzorgformules tussen thuis blijven en naar het woonzorgcentrum gaan verder ontwikkelen en opschalen. En intussen kan men eindelijk werk maken van de verplichting om alle woningen ‘beperkingsvriendelijk’ te bouwen.De Decker, P. en Vandekerckhove, B. (2017), ‘Een Vlaamse verordening graag! Appartementenbouw voorbij de gemiste kans’, Ruimte & Maatschappij, 9 (2), 1-4.
En laat ons helder communiceren naar de aankomende ouderen. Voor velen is de huidige woning helaas niet de ideale plek om te leven tijdens de oude dag. Dat kan je best nu al beseffen.
Reacties [4]
We hebben onze publieke ruimte prijs gegeven, waardoor ook de mogelijkheid tot het vormen van een stevig sociaal buurtnetwerk sterk is verminderd. Mensen kennen elkaar niet meer en dat is niet bevorderlijk voor de solidariteit. De lokale overheid zou daarom initiatieven tot intergenerationeel samenleven kunnen stimuleren. Maar ik vrees dat in een vermarkte samenleving zoals vandaag dit niet zal gebeuren. Sommigen zien enkel het economisch potentieel in de ouderenzorg. Het terugverdieneffect van de aangepaste doorverkoopwoning.
Promoten private wooncentraclusters waarin men tevreden moet zijn met veel te dure basale zorg, zoniet staan er wel anderen op de wachtlijst na u. Het goedbedoelende onderbetaalde personeel krijgt een burn out of verdwijnt met reden.
We weten allemaal wat goed leven is. Mensen zijn sociale dieren en spontaan bereidt om elkaar te helpen doorheen de verschillende levensfasen. Alleen kiezen we allen voor een systeem dat daar afbreuk aan doet .
Pascal en ik zijn het er al langer over eens dat zolang mogelijk thuis wonen niet de juiste keuze is, in bijzonder voor ouderen in Vlaanderen. Dat heeft allemaal te maken met onze verknochtheid aan de eigen woning, het financiële product dat we van wonen maakten en een terugtrekkende overheid. Het woonzorgcentrum blijft het allerlaatste stadium en in de gegeven context leest dat vermoedelijk wat wrang. Een falend ruimtelijke ordening, een autovriendelijk woonbeleid en een gebrek aan woonmobiliteit zijn de oorzaak. Zolang we (en de overheid) wonen reduceren tot een financieel product, en zodoende niet bezig zijn met de essentie van wonen (een grondwettelijk recht) blijft het problematisch. Pas indien we wonen op maat als prioriteit stellen, komt er licht aan het einde van deze tunnel. Het ontbreekt ons niet aan modellen of goede praktijken, maar aan een overheid die slagkrachtig een woonbeleid uitrolt met een langetermijnvisie.
De ervaring leert dat de ouderen die nu naar het wzc gaan behoren tot die ouderen met een zwaar zorgprofiel waarvoor thuis blijven wonen helaas geen optie meer is. In Nederland voert men reeds jaren een beleid van zoveel mogelijk thuis blijven in het eigen aangepaste huis en pleit men al lang voor buurtwerking. Maar dat lijkt toch ook niet allemaal ideaal. Veel ouderen verpieteren alleen in hun aangepaste woning of appartement. En die buurtwerking komt moeilijk van de grond omdat je wel mensen nodig hebt die iets kunnen en willen doen voor die oudere die alleen thuis zit. Het ontwikkelen van tussenvormen, tussen wzc en eigen huis zou voor een groep een optie kunnen zijn? Maar vele ouderen blijven in hun eigen huis totdat het plots niet meer gaat en dan moeten ze hals over kop naar het wzc. Misschien moeten we beseffen dat we doorheen ons leven meermaals verhuizen naar meer aangepaste woonvormen? Zo vinden we op kot gaan heel normaal voor 18 jarigen.
Men zou beter investeren in diensten aan huis. Deze zijn er nog te weinig. Laat oudere mensen in eigen huis wonen maar voorzie diensten die boodschappen aan huis brengen, vervoer naar ziekenhuis (zonder grote kosten!), medicatie aan huis door apotheek, ….. Maak dit betaalbaar, snel en vrij toegankelijk met keuze. In plaats van te bouwen. Zo ook met een medische dienst die enkel bij ouderen langsgaat en niet bij andere patiënten. Wil je iemand ‘s nachts laten overnachten? Wachtlijst. …. Bevraag in regio’s waar ouderen nood aan hebben en voorzie die diensten.
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies