Opinie

‘Er is de indruk gewekt dat er eerste-, tweede- en derderangs zorg is. Dat moet anders’

Chantal Van Audenhove, Anja Declercq, Koen Hermans

Corona doet nadenken over de toekomstige organisatie van zorg en welzijn in Vlaanderen. Drie Leuvense professoren pleiten alvast voor meer zorg in de thuis- en woonomgeving: “Dit is het juiste moment om geïntegreerde zorg echt in de praktijk om te zetten.”

Dossier:  
woonzorgcentra

© ID/ Joris Herregods

Plus en min

De coronacrisis stelt scherp waar het in het Vlaamse welzijns- en gezondheidslandschap goed en minder goed gaat.

Het wordt heel duidelijk dat onze welzijns- en gezondheidssectoren bijzonder gemotiveerd zorgpersoneel hebben dat zich, met gevaar voor eigen gezondheid, zeer hard inzet. Onze ziekenhuizen komen sterk en krachtig uit de hoek met vele experten met een duidelijk plan over wat er moet gebeuren om tegemoet te komen aan de extreme zorgnoden die op hen af komen. Alle aandacht in de media ging aanvankelijk naar de informatie over wat er in de ziekenhuizen gebeurde.

‘Waarom beschikken eerstelijnsdiensten niet over voldoende tests?’

Over andere sectoren werd er pas later – zelfs laat – gecommuniceerd. Maar ook die functioneren globaal goed en ook hun personeel en organisaties zijn bijzonder gemotiveerd. Maar juist daar verblijven de meest kwetsbare mensen uit onze samenleving: in de woon- en zorgcentra en de thuiszorg waar de meeste hoogbejaarde en chronische zieke personen verblijven, in de residentiële zorg voor personen met een beperking en in de jeugdzorg.

Deze mensen zijn het meest vatbaar voor de ernstige gevolgen van griep- en coronavirussen terwijl de ‘social distancy’ bij hen erg zwaar weegt. Het contrast tussen de geoliede machines van de ziekenhuizen en de beperkte middelen waarmee andere sectoren zich moeten redden, is zeer groot.

Pertinente vragen

Hoe kan het dat er richtlijnen zijn om besmette, kwetsbare bewoners van woonzorgcentra zo weinig mogelijk naar een ziekenhuis over te brengen, terwijl de woonzorgcentra tegelijk niet over voldoende materiaal beschikken om die bewoners de juiste zorg te kunnen geven en evenmin om hun personeel en de andere bewoners te beschermen?

Waarom beschikken de eerstelijnsdiensten in de thuiszorg, de voorzieningen voor personen met een beperking, de woonzorgcentra en de psychiatrische verzorgingstehuizen niet over voldoende tests om tijdig in te kunnen grijpen en elkaar niet ongewild te besmetten? Waarom werden er niet vanaf het begin randvoorwaarden gecreëerd waarbij deze mensen minder moesten lijden onder de regels van de social distancy? En wat als het personeel in grote aantallen uitvalt?

Beter na corona

De grootste uitdaging na de crisis is het beter organiseren van goede zorg in de thuis- en woonzorgomgevingen.

Er is een brede internationale consensus dat personen met een langdurige zorgnood de grootste uitdaging vormen voor ons zorgsysteem. Bij deze mensen gaat het vooral om zo lang als mogelijk een zo kwaliteitsvol mogelijk leven leiden en om te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven.

Een goede kwaliteit van het levenseinde is hier een belangrijk aspect van. Acute zorg dient in deze context vooral gericht te zijn op de kwaliteit van leven.

Flexibele samenwerking

De nieuwe initiatieven die nu vanuit de eerstelijn voorzichtig ontstaan op het vlak van cohortzorg en schakelzorgcentra sluiten aan bij de visies op vermaatschappelijking en integrale zorg en ondersteuning die we al vele jaren kennen uit visienota’s en beleidsintenties.

‘We zien hoe personeel van de ziekenhuizen inspringt in de woonzorgcentra.’

De nieuwe initiatieven sluiten trouwens aan bij de nood en de wens van de mensen om in hun gewone woon- en leefomgeving goede zorg en ondersteuning te kunnen krijgen wanneer ze die nodig hebben. We pleiten ervoor dat er vanaf nu veel meer ingezet wordt op samenwerking en flexibiliteit tussen zorgorganisaties in de eerstelijn en de ziekenhuizen.

We zien nu al hoe personeel van de ziekenhuizen inspringt in de woonzorgcentra. Deze ervaringen moeten in meer structurele en tegelijk soepele samenwerkingen en crisisplannen omgezet worden. Tegelijk is dit een uitdaging voor de onlangs opgestarte eerstelijnszones om die uitdaging op het lokale niveau aan te gaan.

Maak van leefomgeving geen ziekenhuis

Het kan niet de bedoeling zijn om van gewone leefomgevingen ziekenhuizen te maken. Wel is het nodig om extra medisch personeel ter beschikking te stellen in contexten van langdurige zorg. En dit niet alleen in crisisperiodes.

‘De personeelsomkadering in woonzorgcentra is al jaren ontoereikend.’

De personeelsomkadering in woonzorgcentra, waarvan we al vele jaren weten dat ze ontoereikend is in verhouding tot de zorgnoden, zou om die reden blijvend moeten uitgerust worden met meer gespecialiseerd personeel dat voor meerdere voorzieningen in de regio kan worden ingezet. En ook in de thuiszorg zou het personeel beter voorbereid zijn op dergelijke crisissen indien er een sterkere samenwerking tussen de welzijn en gezondheidssectoren zou zijn.

De sterke vergrijzing brengt mee dat dit wellicht geen eenmalige gebeurtenis is. Ook een sterkere organisatie van de permanente vorming zou best gezamenlijk georganiseerd worden om zo de nodige expertise in alle welzijns- en zorgsectoren op de werkvloer zelf bij te brengen.

Eerste-, tweede- en derderangs zorg

Er dringt zich een ernstig herdenken van de zorg- en welzijnssector op in de richting van meer geïntegreerde zorg en ondersteuning over de sectoren heen. De mooie, spontaan ontwikkelde samenwerkingen tijdens de crisis kunnen een kantelpunt zijn. Dit is het juiste moment om geïntegreerde zorg nu eens echt in de praktijk om te zetten.

‘Dit is het moment om geïntegreerde zorg in de praktijk om te zetten.’

Kunnen we dan ook werk maken van meer en betere vroegtijdige zorgplanning, zodat kinderen zich niet vertwijfeld af moeten vragen of hun ouder met dementie nog naar het ziekenhuis had gewild of niet?

Op dit moment is de indruk gewekt dat er eerste-, tweede- en derderangs zorg is. De ziekenhuizen kwamen eerst, daarna pas denken we aan de woonzorgcentra, de thuiszorg en misschien de personen met een beperking. Maar er is nog een derde groep.

Wat met de organisaties die mensen opvangen die geen kot hebben waar ze in kunnen blijven? Hoeveel mensen zullen er financieel nog zwaarder in de problemen komen doordat hun interim- of flexi job verdween, doordat de boodschappen toch wat duurder werden en de huur dezelfde bleef? Wat met personen met migratieachtergrond die in collectieve woonomgevingen verblijven?

Wie zorgt voor zorgverleners?

Wie in de zorg werkt, heeft nog nooit zoveel respect en applaus gekregen. Complimentjes alleen zullen niet volstaan. Wie zal voor de zorgverleners zorgen als de crisis voorbij is?

‘Er zijn nu al te weinig mensen die in zorg en welzijn willen werken. Het nieuws van de laatste dagen zal daar geen positieve bijdrage aan leveren.’

Erkenning, psychologische bijstand en meer werkbaar werk zal hen wellicht meer deugd doen dan een eenmalige premie. Er zijn nu al te weinig mensen die in de zorg en welzijnssectoren willen werken. Het nieuws van de laatste dagen zal daar geen positieve bijdrage aan leveren. Inzetten op betere zorg en meer samenwerking doet dat wel.

Tot slot: deze crisis kan ons veel leren over de wijze waarop we vanaf nu goede kwaliteit van zorg en ondersteuning bieden voor alle kwetsbare burgers thuis en in woonzorgomgevingen. Ze leert ons ook hoe we de zorg beter kunnen organiseren zodat de passende personeelsomkadering en competenties toegankelijk zijn op die plaatsen waar ze nodig zijn.

En verder kunnen we niet sterk genoeg benadrukken om bij de voorbereiding van de exit in gesprek te gaan over de wijze waarop dit veilig kan georganiseerd worden met het beschikbare personeel. Belangrijk blijft dat er een goed evenwicht nagestreefd wordt tussen kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg en ondersteuning.

Reacties [9]

  • Geneviève Colsoul

    ik ben blij te merken dat jullie aandacht hebben voor de de ‘zorg voor de zorgverleners’. Dat dit zo weinig openlijk gebeurt, ervaar ik als schrijnend. Hoewel er geen woorden zijn om te zeggen hoezeer deze mensen waardering en dank verdienen, ik durf dat uit pure schaamte niet meer te uiten. Ik wil eerst zien hoe er ook formeel ondersteuning voor hen georganiseerd wordt om naar hun verhalen te luisteren over de hartverscheurende pijnlijke situaties die ze tijdens hun zorg aan covid-19 patiënten meegemaakt hebben. Ik heb met drie verpleegsters hierover gesproken. Telkens vloeiden de tranen zo intens dat ze hun verhaal moesten onderbreken.

  • Greet Laureys

    Wat mij betreft zijn mantelzorgers en zorgende familieleden de grote onzichtbare helden van deze crisis! Ze worden overal vergeten, ook bij ons beleid, ook in dit artikel. Nochtans brengen zij door hun gratis inzet een grote bijdrage aan het betaalbaar houden van onze sociale zekerheid. Velen sonden er van de ene op de andere dag alleen voor. 24/7 mantelzorg (soms in combinatie met telewerk) zonder uitzicht op een adempauze! En nog steeds… Schrijnend.

    • Greet Laureys

      Dag Nico.
      Gelezen én goedgekeurd ;-)
      Zie mijn reactie bij het artikel.
      Mvg,
      Greet.

  • Tineke Wauters

    Geïntegreerde zorg en ondersteuning over de sectoren heen, maar vooral vertrekkend vanuit de vragen van mensen en hun belangrijke steunfiguren zelf.
    Vanuit DOP maken wij al 8 jaar op deze manier ondersteuningsplannen met mensen met een ( vermoeden van ) een beperking en hun netwerk. Mensen geven dikwijls aan : zo’n DOP proces zou iedereen die een langdurige ondersteuningsnood heeft moeten kunnen doen.
    We willen heel graag onze ervaring delen en meedenken hoe mensen samen met mantelzorgers en hulpverleners dit evenwicht tussen kwaliteit van leven en kwalitatieve zorg en ondersteuning kunnen vinden.

  • Helena Van der Vorst

    ik wil eigenlijk enkel opmerken dat wat betreft de ‘personen met een handicap’ de ‘thuiszorg’ en ‘thuisbegeleiding’ vanaf dag 1 van de lock down ook gestopt is: thuiszorg = nul dus en familie vangt alles op. Dus, goed nadenken over ‘thuiszorg’ zal nodig zijn. Enkel familiehulp bleef aan het werk, maar niks van andere diensten of hulpverlening.

    • Myriam Van dr Jeught

      Beste Helena , ook ik heb gedurende de hele lockdown blijven werken in de thuiszorg, ik werk niet bij familiehulp maar bij WZN Edegem ( voormalig OCMW Edegem) Ik vind het spijtig om te horen dat dit niet overal zo was. Het is juist in zo’n bijzonder moeilijke periode dat mensen ons nog harder nodig hebben.

  • edna de winter

    kan er over meepraten !..de huidige toestand v d thuiszorg is abominabel/In 2017 hartfalen/in 2018 borstamputatie/2020 gezwel + stuk dikke darm verwijderd.Het duurde tot maart 2019 eer ik mindervalidekaart,bijstand voor ouderen met zorgnood kreeg,poetshulp heb ik niet! alhoewel ik er al sindspersoneel voorhanden is,wel gezinshulp, die maar 2 v d 4uur dir i k toegewezen kreeg , mag poetsen.Op papier ? toeters en bellen….ik ben oververmoeid van al het papierwerk en attesten die van mij werden gevraagd,er gaat geen maand voorbij of ik moet me voor een of ander verantwoorden…..hetgene waar ik aan lijdt gaat zéker nooit of nooit beter worden,waarom dan die jaarlijks terugkerende controles? Ware het niet beter,voor mens én economie, dit te reduceren tot melding indien er iets verandert in de situtatie waarin men verkeert????

  • De Averechtse

    Zeer boeiend om te zien hoeveel denkers er eigenlijk hetzelfde over denken. Intersectoraal denkwerk en een nadruk op praten mét in plaats van voor of over doelgroepen, onder meer door zorg en welzijn meer naar de buurt en de thuisomgeving te brengen.

    Benieuwd hoe #beternacorona eruit gaat zien.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.