Hoopverlener
We gebruiken elke dag allemaal veel woorden. Ook in de hulpverlening. Het vakjargon is nooit ver weg. Maar vaak gaat het over heel eenvoudige woorden, zoals ‘hoop’. Sommige hulpverleners hebben het zelfs over ‘hoopverlenen’.
Maar wat betekent hoop? Is hoop iets dat je zelf hebt of kan je het ook van iemand anders krijgen? Van een hulpverlener bijvoorbeeld? En helpt die hoop ons vooruit? Hopelijk wel.
‘Hoop begint pas wanneer je het ellendige hier en nu niet accepteert.’
Het zijn barre tijden om over hoop te schrijven. Hoe meer we overhoopliggen met de wereld dichtbij en ver weg, hoe vaker we de hoop koesteren dat het ooit beter wordt. Of minstens niet nog slechter.
Hopen doen we over de toekomst. Volgens Wikipedia is hoop de gedurige verwachting dat een onzekere uitkomst gunstig zal blijken. Naast geloof en liefde is hoop een van de drie goddelijke deugden van het christendom. Hoop kan dus deugd doen, hopelijk niet alleen voor wie in een god gelooft.
Hopen en handelen
Heeft hoop een duidelijke tegenpool? Waar er geen hoop meer is, heerst er in het slechtste geval ‘wanhoop’ en in het beste geval ‘berusting’. Beiden zijn geen deugden, wel situaties in het hier en nu. Ze belemmeren het zicht op een hoopvolle toekomst. Hoop begint pas wanneer je het ellendige hier en nu niet accepteert.
De oude Grieken brachten ons het verhaal van de doos van Pandora. Wanneer Pandora, tegen alle adviezen in, de doos toch opende, vlogen alle rampen, ziekten en zorgen eruit om zich te verspreiden onder de mensen. Toen ze de doos snel weer sloot, bleef alleen hoop erin zitten, waardoor de mensheid ervan verstoken bleef. Maar hoop moet er altijd zijn, bij leven en welzijn. Hoop doet leven. Zeg dat Will Tura het gezongen heeft.
‘Hopen is een werkwoord.’
Hoop is niet wachten tot het beter wordt. Hopen is een werkwoord, zoals in een bekend Tsjechisch gedicht: “Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet alleen omdat het kans van slagen heeft. Hoop is niet hetzelfde als optimisme, evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen. Wel de zekerheid dat iets zinvol is afgezien van de afloop, het resultaat.”De inspiratietekst ‘Hoop’ wordt toegeschreven aan president Vaclav Havel, al wordt betwist dat hij de echte auteur is.
Of met de woorden van de Nederlandse filosoof Jan van der Stoep: “Hoop is een wenkend perspectief dat tot handelen aanzet. Hoop en handelen horen bij elkaar. Een perspectief zet je in beweging om de handen uit de mouwen te steken.” Dat doe je pas wanneer dat perspectief realistisch is. Je hebt geen zekerheid dat het zal lukken, maar “je zet met vertrouwen de eerste stap, om te ontdekken wat die hoop waard is. Door die stap te zetten, ontdek je nieuwe dingen en ga je kansen zien die je eerder niet zag.”
Verzet
Hopen doe je best niet alleen. Dichter Herman de Coninck schreef ooit: “Het is met de hoop als met de wegen op het platteland. Er was nooit een weg. Maar als steeds meer mensen in dezelfde richting lopen, ontstaat de weg vanzelf.”
‘Hoop is het omarmen van het onbekende, een alternatief voor de zekerheid die zowel optimisten als pessimisten hebben.’
In ‘Hope in the Dark’ koppelt de Amerikaanse auteur Rebecca Solnit die collectieve hoop aan verzet. Ze schetst hoe vernieuwende opvattingen zich sluipend verspreiden, van mens tot mens. Hoop wordt door individuen gevoed en in verhalen verwerkt, verhalen die worden doorverteld en zo door steeds meer geesten worden gedeeld.
“Als je het bestaan van onzekerheid erkent, dan erken je dat je in staat bent om de gevolgen ervan te beïnvloeden, jijzelf of jij samen met een handvol of miljoenen anderen. Hoop is het omarmen van het onbekende en het onkenbare, een alternatief voor de zekerheid die zowel optimisten als pessimisten menen te hebben”, schrijft Solnit in een essay.
Geen illusies
Toch kan hoop ook een valkuil zijn. Filosoof Friedrich Nietzsche vond dat hoop “het kwaadste der kwaadste is, omdat zij de marteling verlengt”. Voor hem mocht die best opgesloten blijven in Pandora’s doos.
‘Hopen kan ook frustrerend zijn.’
Albert Camus zat schijnbaar op dezelfde lijn. “Hoe kan een mens gelukkig zijn zolang hij iets anders hoopt dan wat hij beleeft?”, vraagt de Franse Filosoof. Camus vond het beter om nergens op te hopen. Al hoef je daarom ook niet te wanhopen, want “wanhoop ontstaat alleen als wat we hopen niet wordt gerealiseerd”.
Camus heeft een punt: hopen kan ook frustrerend zijn. In het rijtje kritische filosofen gaat Hans Achterhuis nog een stapje verder. Hij waarschuwt ervoor dat hoop kan doorschieten naar het bereiken van verre utopieën, via de inzet van niet zo vriendelijke middelen, zelfs geweld.
In het nastreven van hoop blijf je dus best met beide voeten op de grond.
Hoopverlenen
Dat geldt ook voor hulpverleners die hoop willen bieden aan kwetsbare mensen. Die hoop laat zich niet vangen in een methodiek of een module uit de aanbodkast. Evenmin in een schouderklopje of een bemoedigend “komt wel goed”.
De tijdloze en hoopvolle documentaire ‘Trajecten van hoopverlening’ van het Leuvense Buurtwerk ’t Lampeke toont heel mooi waar het echt om gaat en waar hopen begint. Hoop geven – of beter: hoop scheppen – gebeurt in “lange trajecten waarbij stap voor stap een nieuwe toekomst vorm kan krijgen”. Met de voeten op de grond en zonder de druk van kortetermijnresultaten.
“Vele getuigen hebben ons verteld hoe belangrijk het is om écht gezien en beluisterd te worden in periodes van hoge kwetsbaarheid. Om dan te voelen dat anderen meeleven en dat hun rugzak niet alleen moet worden getorst. Ervaren dat nabijheid troostend is, dat hulpverleners mensen zijn die mee-leven, mee-zoeken en, bij verdriet dat niet te verhelpen valt, mee-machteloos zijn. Samen klein kunnen zijn als mens. En tegelijkertijd durven dromen. Durven gaan. Doen wat nodig is. Toekomst mogelijk maken.”Buurtwerk ’t Lampeke (2016), Trajecten van hoopverlening, magazine bij de documentaire, Leuven.
Reacties [2]
Dit geeft moed om hoopvol te zijn. Ook als hulpverlener. Dank u
Bedankt voor dit prachtige artikel ❤️
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies