Vrouwen leven langer
Vrouwen leven niet alleen langer dan mannen, ze brengen ook meer jaren door met chronische aandoeningen en functionele beperkingen.Carmel S. (2019), ‘Health and Well-Being’, in: Late Life, Gender Differences Worldwide.
‘Generatieverschillen zijn explicieter bij vrouwen.’
Ook met betrekking tot de levenskwaliteit blijken er significante genderverschillen. Oudere vrouwen scoren significant lager op indicatoren van subjectief welzijn en mentale gezondheid.Geerts C. (2020), Meisjes van 50, over wifty’s en granny’s, Brussel, ASP.
Generaties verschillen
Het is niet vanzelfsprekend om de groep oudere vrouwen te duiden. Er zijn weinig levenspatronen die nog voor iedereen gelden.
Op verschillende leeftijden krijgen we kinderen, beginnen we aan een nieuw samengesteld gezin, blijven de kinderen in ‘hotel mama’ hangen of komen ernaar terug, we werken langer, meer vrouwen blijven al dan niet bewust kinderloos. Het maakt onze levens heel verschillend.
We zijn ook een product van de omgeving: het tijdsgewricht waarin je opgroeide en de reactie daarop bepaalt mee wie je bent, al is ook hier de impact van de tijdssfeer op genderrollen of waarden en normen niet voor iedereen gelijk.
Toch vormen alle individuen die rond een bepaalde tijd zijn opgegroeid samen een generatie. Generatieverschillen zijn er uiteraard ook bij mannen, maar de impact is door de evolutie van het traditionele rollenmodel explicieter bij vrouwen.
Experts van het ouder worden
Enkele jaren geleden interviewden we voor de stad Sint-Niklaas vrouwelijke 100-plussers: zij maakten de twintigste eeuw mee vanop de eerste rij.Stad Sint-Niklaas (2017), 8×100 jaar: honderd en verwonderd, Sint-Niklaas.
‘Dat de Dolle Mina’s van weleer nu tot de groep van ‘oudere vrouwen’ behoren heeft iets bizars.’
Die eeuwelingen werden geconfronteerd met minstens één wereldoorlog en de nasleep ervan, met koude winters en barre levensomstandigheden. Ze moesten al jong gaan werken, hadden vrijwel geen kansen om te studeren en leerden al snel om voor zichzelf en anderen te zorgen. Toch was er ook tijd voor amusement. Die vrouwen gingen op de middag dansen in plaatselijke cafés en zagen de eerste films op groot scherm.
Deze ‘experts van het ouder worden’ vertelden wat hen bezighield: de ‘zachte’ waarden in het leven zoals verbondenheid en evenwicht.Witter Y. (2018), 100% leven, levenslessen van honderdplussers, SWP, Amsterdam-Zuidoost.De vrouwen van die vooroorlogse generatie zijn nu ver in de negentig en hebben vooral te maken gehad met zorg en armoede.Geerts C., (2020), Meisjes van 50, over wifty’s en granny’s, Brussel, ASP.
Moeders en dochters
Hun dochters werden geboren in het optimisme van de naoorlogse jaren. Onder hen ook de grondleggers van de emancipatiestrijd. Dat de Dolle Mina’s van weleer nu tot de groep van ‘oudere vrouwen’ behoren heeft iets bizars.
‘Door de economische groei maakten steeds meer vrouwen de overstap naar betaalde arbeid.’
De oudsten van die generatie waren twintig jaar oud in de hoogdagen van het kostwinnersmodel. Het huwelijk was nog een vaste waarde en echtscheidingen waren heel uitzonderlijk. Eenmaal getrouwd werd van de vrouw verwacht dat ze zich toelegde op het huishouden en op de opvoeding van de kinderen.
Het jongere segment van die generatie stelde dit model sterk ter discussie. Door de economische groei en de uitbouw van de dienstensector maakten steeds meer getrouwde vrouwen de overstap naar betaalde arbeid. In het huwelijk als instituut kwamen de eerste barsten. De echtscheidingscijfers namen zichtbaar toe vanaf het begin van de jaren zestig.
De dochters hadden het gangbare leef- en rollenpatroon alsmaar minder lief. Zelfontplooiing, burgerlijke ongehoorzaamheid, geestverruimende middelen en vrije seksuele moraal resulteerden in een nieuwe levensstijl.Corijn, M. e.a., eds. (2013), Gezinstransities in Vlaanderen, SVR-studie; Geerts C. (2005), Granny Power, Brussel, Zij-kant.
In 1968 barstte de bom en de sluimerende onvrede bij jongeren leidde in heel West-Europa tot grote protesten.
En kleindochters
Ook de kleindochters zijn kinderen van hun tijd. De vrouwen geboren tussen 1960 en 1970 sluiten het best aan bij de generatie X, soms de ‘verloren generatie’ genoemd. Die kreeg te maken met massale jeugdwerkloosheid en maakte vanwege het gevaar voor soa’s het einde van de seksuele vrijheid mee.
‘Vrouwen geboren tussen 1960 en 1970 zijn praktisch ingesteld, zelfredzaam en relativerend.’
Men ging eerst samenwonen om pas later al dan niet te trouwen. De kwaliteit van het bestaan werd belangrijker, waardoor mensen kozen voor deeltijds werken. De levensstandaard steeg. Over het algemeen is deze generatie praktisch ingesteld, zelfredzaam en relativerend.
Vrouwelijke vergrijzing
De verlenging van de levensverwachting is een grote realisatie met nieuwe uitdagingen. Uit de geschiedenis kennen we geen voorbeelden van het omgaan met een vergrijzende samenleving. Op 1 januari 2022 telde Vlaanderen 6.698.876 inwoners, 21 procent van deze inwoners was ouder dan 65 jaar. Binnen deze leeftijdscategorie is er een overwicht van 55 procent vrouwen.
‘In Vlaanderen zijn er meer dan 750.000 vrouwen ouder dan 65 jaar.’
In Vlaanderen zijn er dus meer dan 750.000 vrouwen ouder dan 65 jaar. Hoe ouder de bevolking, hoe groter het aandeel vrouwen. Onder de 65-plussers zijn er in Vlaanderen 120 vrouwen tegen 100 mannen. Bij de 85-plussers en 100-plussers loopt die verhouding op tot bijna 460 vrouwen voor elke 100 mannen. In 2022 telde Vlaanderen 1.434 eeuwelingen waarvan 1.177 vrouwen en 257 mannen.
Vrouwenwereld
De vergrijzende wereld is dus een vrouwenwereld. Maar levert dit kwantitatief overwicht hen ook een maatschappelijk voordeel?
‘Het leven van oudere vrouwen omvat meer risicofactoren dan dat van oudere mannen.’
Overal leven vrouwen gemiddeld langer dan mannen. Dat heeft te maken met een samenhang van biologische, sociale en gedragsmatige factoren. Vrouwen zouden veerkrachtiger zijn dan mannen. Ze hebben wel meer chronische aandoeningen, die evenwel niet levensbedreigend zijn.
Mannen zouden vroeger in hun leven te maken hebben met levensbedreigende ziektes zoals kanker en hartaandoeningen. En jongens en mannen hebben een roekelozere en minder gezonde levensstijl.Carmel S. (2019), Health and Well-Being in Late Life: Gender Differences Worldwide; Mets, T. en Njemini, R. (2021), ‘Biomedische aspecten van veroudering’, in: Geerts, C. en Van Velthoven, J. (eds), Leerboek gerontologie, Antwerpen, Gompel&Scavina.
Het leven van oudere vrouwen omvat meer risicofactoren dan dat van oudere mannen. Vrouwen hebben wel een enorme achterstand ingehaald, maar er blijven nog substantiële verschillen op het vlak van arbeidssituatie, opleiding, inkomen en woningbezit, digitalisering, sociaal netwerk en zorgrollen.
Langer, maar moeilijker werken
Op de arbeidsmarkt zijn vrouwen steeds meer vertegenwoordigd en ze blijven er ook voor een langere periode.
‘Zorgtaken zijn onbetaald, ondergewaardeerd en ongelijk verdeeld.’
De vrouwelijke activiteitsgraad is in elke leeftijdsklasse toegenomen, maar nog sterker bij de oudere leeftijdsgroepen. Vroeger verlieten vrouwen de arbeidsmarkt vanaf de leeftijd van 25 jaar, vaak om in te staan voor de opvoeding van de kinderen, en keerden er niet naar terug. Zo hadden ze een relatief korte loopbaan op het moment van pensionering. Geleidelijk aan zien we een evolutie naar langere loopbanen.
Werkende 50-plussers worstelen vooral met moeilijke werkomstandigheden zoals het ont- breken van een goede werkorganisatie, de afwezigheid van een degelijke leidinggevende en een manifest gebrek aan waardering. Bijna de helft van de vrouwen kreeg naar eigen zeggen af te rekenen met leeftijdsdiscriminatie.
Vooral werkgerelateerde zaken wegen door bij de keuze om te stoppen met werken. Niet zozeer de persoonlijke kwesties, zoals een minder goede gezondheid, een verlaagde veerkracht of een moeilijk te combineren zorg voor familieleden.
Zorgtaken zijn overigens onbetaald, ondergewaardeerd en ongelijk verdeeld. Dat heeft een grote invloed op de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt gedurende hun hele arbeidsleven, ook op oudere leeftijd. Bijna 10 procent van de vrouwen van 50 jaar en ouder zegt dat ze door familiale- of zorgverantwoordelijkheden niet actief zijn op de arbeidsmarkt en niet op zoek zijn naar werk.
Glazen plafond
Ondanks de sterk toegenomen arbeidsparticipatie van 50-plus vrouwen en hun hoger educatieniveau, botst deze generatie vrouwen nog sterk met het ‘glazen plafond’. Op het vlak van educatie en inkomen is er een substantieel genderverschil.
Bij de jongste generaties is de educatie genderkloof bijna onbestaande. Maar bij de oudste generaties hebben mannen nog altijd een significant hoger educatieniveau dan vrouwen. Dat uit zich bij vrouwen ook in een grotere achterstand op het vlak van digitalisering.
Hoger armoederisico
Ook financieel is er in de oudere generatie een serieuze genderkloof. In 2020 hebben oudere vrouwen een hoger armoederisico dan oudere mannen. Bij gepensioneerden is het verschil minder groot. Alleenstaande vrouwen hebben dan weer een veel hoger armoederisico dan alleenstaande mannelijke ouderen.
‘Vrouwen ‘overleven’ hun partner en worden alleen oud.’
Vandaag zijn vrouwen actiever op de arbeidsmarkt waardoor ze na verloop van tijd ook een hoger eigen pensioen zullen hebben. Maar dit zal tijd vergen. Maar ondertussen is het best mogelijk dat de positieve gevolgen op latere leeftijd teniet worden gedaan door de toenemende instabiliteit van huwelijken: het aantal huwelijken neemt af en meer en meer huwelijken eindigen in een echtscheiding.
Er zijn iets meer vrouwen gescheiden dan mannen. Bij vrouwelijke vijftigplussers heeft 17,9 procent te maken gehad met een echtscheiding. In de oudste leeftijdscategorieën zijn vooral veel personen verweduwd. Vrijwel drie kwart van die groep bestaat uit vrouwen. Vrouwen ‘overleven’ hun partner en worden alleen oud.
Veel zorgtijd
De arbeidsloopbaan van de huidige generatie oudere vrouwen is vaak al gehypothekeerd door de verzorgende rollen die ze op zich namen. Maar ook de huidige generatie jonge werkende senioren wordt daarmee geconfronteerd. Hun vroegere verzorgende rol is beperkter geworden omdat we nu minder kinderen hebben, maar daartegenover staat een groot aandeel zorg voor de toenemende groep hoogbejaarden.
‘Vlaanderen telt vandaag naar schatting één miljoen informele zorgers. Vrouwen zijn de grootste leveranciers van zorgtijd.’
Vlaanderen telt vandaag naar schatting één miljoen informele zorgers.Van Pellicom, P. (2021), Mantelzorg, in: Geerts, C. en J. Van Velthoven (eds), Leerboek gerontologie, Antwerpen, Gompel&Scavina.Ongeveer de helft van de mantelzorgers staat in voor de zorg van een ouder boven de tachtig jaar. De overige zorgen voor hun partner, anderen voor hun kind, kleinkind of grootouders, buren of verre familie.
Vrouwen zijn de grootste leveranciers van zorgtijd. De meerderheid van de mantelzorgers van thuiswonende ouderen is vrouw. Het aandeel van mannelijke mantelzorgers neemt af naarmate het afhankelijkheidsniveau van de te verzorgen persoon stijgt. Dat aandeel zakt naar 37 procent wanneer het gaat om zorgbehoevenden met gedragsproblemen.Van Pellicom, P. (2021), Mantelzorg, in: Geerts, C. en J. Van Velthoven, eds, Leerboek gerontologie, Antwerpen, Gompel&Scavina.
Vrouwelijke mantelzorgers zorgen soms voor meerdere kwetsbare personen tegelijk en hebben niet zelden nog andere sociale rollen. Een mantelzorger die er zelf voor kiest om de zorg op te nemen kijkt meestal positiever naar de eigen rol dan een mantelzorger die geen keuze krijgt of bij wie de rest van de omgeving het laat afweten. Vrouwen hebben niet altijd die keuze, ze doen wat van hen verwacht wordt, vaak ten koste van het eigen welzijn.
Minder gezond
Er zijn ook heel wat genderverschillen inzake gezondheid, zoals chronische aandoeningen, psychiatrische aandoeningen en functioneringscapaciteit. Ook voor dagelijkse levensverrichtingen scoren vrouwen minder goed dan mannen.
‘De ‘extra’ jaren zijn voor vrouwen vaak jaren met heel wat functionele beperkingen.’
De ‘extra’ jaren levensverwachting zijn dus voor vrouwen vaak jaren waarbij ze geconfronteerd worden met heel wat functionele beperkingen.Carmel S. (2019), Health and Well-Being in Late Life: Gender Differences Worldwide; Mets, T. en Njemini, R. (2021), Biomedische aspecten van veroudering, in: Geerts, C. en Van Velthoven (eds.), Leerboek gerontologie, Antwerpen, Gompel & Scavina.
In elke leeftijdscategorie van de oudere volwassenen is er een hoger percentage vrouwen dan mannen die hun gezondheid als negatief ervaart. Dat verschil loopt op in de oudere leeftijdscategorieën. In landen waar vrouwen een hoog opleidingsniveau hebben en een actief leven kunnen leiden, zijn die genderverschillen in verhouding beperkter.
Die genderverschillen zijn er ook met betrekking tot de mentale gezondheid en het mentaal welzijn. Oudere vrouwen scoren systematisch slechter dan oudere mannen over angst, zich zorgen maken, negatieve stemmingen, gevoelens van eenzaamheid of zelfvertrouwen. Vrouwen scoren ook lager dan mannen over levenstevredenheid.
Vrouwen zijn misschien openhartiger bij het praten over hun gevoelens. Daardoor melden ze misschien ook sneller negatieve gevoelens dan mannen. Maar oudere vrouwen hebben het ook moeilijker dan oudere mannen.
Lager zelfbeeld
De publieke beeldvorming over ‘ouder worden’ is vaak nog negatief en stereotiep, al zien we hierin ook een positieve verandering.
Zo heeft de stijgende levensverwachting een invloed hebben op het zelfbeeld van ouderen. Zo zouden ze zich vaker ‘jonger’ gedragen waardoor de beeldvorming verandert. “Ik doe nog mee” tonen de 65-plussers die met kleurrijke sneakers en hippe kledij steeds vaker in het straatbeeld verschijnen.Campen, C. (2020), Gelukkig ouder worden in een veranderende samenleving, een pleidooi voor zingeving en creativiteit, Sociaal en Cultureel Planbureau.
In de westerse cultuur beschouwt men over het algemeen een jeugdig, slank en fit uiterlijk als het vrouwelijk lichaamsideaal en een gespierd uiterlijk als het mannelijk lichaamsideaal.Kvalem, I. e.a. (2019), ‘Body Image Development and Sexual Satisfaction: A Prospective Study from Adolescence to Adulthood’, in: Journal of sex research, 56(6)Hierdoor wordt in onze samenleving de middelbare en hoge leeftijd vaak gezien als een periode van achteruitgang. Vooral vrouwen lijden hieronder.Hofmeier, S. e.a. (2017), ‘Body image, aging, and identity in women over 50: The Gender and Body Image (GABI) study’, in: Journal of women & aging, 29(1), 3–14
Over het algemeen ontwikkelen vrouwen met het ouder worden een lager zelfbeeld dan mannen. Ouderdomsverschijnselen kunnen een grote invloed hebben op dat zelfbeeld.
Vrouwen zouden meer perfectionistisch ingesteld zijn als het op hun uiterlijk aankomt. Het zelfbeeld van vrouwen zou veel meer verband houden met gevoelens over hun uiterlijk. Dit komt doordat vrouwen een grotere druk dan mannen zouden voelen om er ‘jong’ te blijven uitzien. Dat kost vaak veel moeite en zorgt voor onzekerheden. Die druk heeft een negatieve invloed op hun zelfbeeld.
Onze samenleving hecht veel belang aan lichamelijke schoonheid en uiterlijk vertoon waarbij jeugdigheid centraal staat. De cosmetica- en reclamewereld houdt ons dagelijks een spiegel voor van dat ideaalbeeld. Alles is erop gericht om vooral vrouwen er jonger te laten uitzien dan ze werkelijk zijn. Zij mogen wel vijftig zijn, maar er vijftig uitzien mag niet.
Oog voor genderverschillen
Oudere volwassenen vormen een zeer diverse groep. Het is belangrijk om zo naar deze groep te kijken, zodat er vanuit het beleid meer maatwerk kan geleverd worden.
Gender is daarbij nog steeds een issue. Oudere vrouwen cumuleren immers meer risicofactoren, waardoor er ongewenste genderverschillen ontstaan. Die genderverschillen wijzen vooral op oudere leeftijd op factoren die een impact hebben op de positie van vrouwen in onze samenleving.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Dikke Freddy aan Marc Coucke, een mens met geldproblemen
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies