Intense interactie
Gaat het over gezinnen, dan gaat het vaak over de relatie tussen ouders en kinderen. De relatie tussen broers en zussen, ook ‘siblings’ genoemd, krijgt minder aandacht. Toch beïnvloedt ook die dynamiek de identiteitsontwikkeling van kinderen en jongeren. Broers en zussen brengen een groot deel van hun jeugd samen door, in intense interactie met elkaar.
‘De relatie tussen broers en zussen krijgt minder aandacht.’
Die dynamiek is complex en kan alle kanten op gaan: soms is de relatie tussen kinderen ondersteunend, bijvoorbeeld als ouders scheiden. Maar evenzeer zijn er periodes en situaties waarin het minder vlot loopt, bijvoorbeeld omdat het ene kind vindt dat het vaker moet afwassen dan het andere. En het kan ook grondig mislopen, bij geweld tussen siblings bijvoorbeeld.
De ups en downs van een gezin
Alle gezinnen ervaren moeilijkere periodes waarin hun draagkracht op de proef gesteld wordt. Dat heeft ook impact op de relaties tussen broers en zussen.
Denk bijvoorbeeld aan een ouder die lang moet revalideren na een zwaar ongeval of gezinnen die moesten vluchten van oorlog in het thuisland. In die periodes zijn ouders vaak minder beschikbaar omdat ze zelf veel zorgen hebben. Kinderen voelen dat aan en willen hun ouders niet tot last zijn.
Ook als een broer of zus psychisch kwetsbaar is of plots getroffen wordt door een ernstige ziekte, verandert de gezinsdynamiek. Dan zie je dat broers en zussen een tandje bijsteken in de zorg voor elkaar. Ze bieden praktische en emotionele steun, ze delen vragen, troosten elkaar, stellen gerust en beuren elkaar op.
Sommige kinderen worden afgesneden van die wederzijdse steun omdat ze gescheiden leven van elkaar. In de jeugdhulp bijvoorbeeld kunnen kinderen van hetzelfde gezin in verschillende instellingen of gezinnen verblijven. Recent nam de Kamer een wetsvoorstel aan dat broers en zussen principieel het recht verleent om niet van elkaar gescheiden te worden en om omgang met elkaar te kunnen hebben als samen blijven echt niet kan.
Taak voor hulpverleners
Die ups en downs zijn niet evident voor jongeren.
Bij familiaal geweld voelt de zus zich schuldig omdat ze in een pleeggezin verblijft en ze broer thuis moest ‘achterlaten’. In een ander gezin worstelt de broer met suïcidaliteit van zijn zus.
‘Hulpverleners moeten de kracht van relaties tussen broers en zussen in de vingers hebben en gericht kunnen inzetten.’
Hulpverleners moeten de kracht van relaties tussen broers en zussen in de vingers hebben en gericht kunnen inzetten. Via psycho-educatie kunnen ze bijvoorbeeld werken aan meer wederzijds begrip en beter leren omgaan met het gedrag van een broer of zus. Via individuele begeleidingen ontschuldigen ze jongeren van een problematiek die een gezinslid treft.
Geven en ontvangen
Hulpverleners moeten aandacht hebben voor het evenwicht tussen gegeven en ontvangen zorg. Dat evenwicht zorgt ervoor dat de relatie rechtvaardig voelt. Elke sibling ervaart dat anders: perceptie, informatie, communicatie en onderlinge relaties spelen hier hun rol.
Die balans kan uit evenwicht raken en dan ontstaan conflicten. Een conflictrelatie tussen broers en zussen kan bijvoorbeeld te wijten zijn aan het feit dat een van hen zich oneerlijk en onrechtvaardig behandeld voelt door de ouders.
Zo’n conflictgeladen siblingrelaties zijn geen vaststaand gegeven en evolueren gedurende de levensloop. Hulpverleners kunnen de verschillende perspectieven van ouders en kinderen zichtbaar maken. Het gesprek over gezamenlijke ervaringen, ongelijke behandelingen en ervaren conflicten, kan bijdragen tot de emotionele verbondenheid tussen siblings.
Gevoelige thema’s verzwijgen
Het belang van dialoog blijkt ook wanneer ouders hun kinderen willen beschermen door niet te spreken over moeilijke thema’s, zoals ziekte of overlijden. Die goede intenties kunnen tegenovergestelde effecten hebben. Kinderen die merken dat hun ouders hierover niet met hen communiceren, voelen zich onveilig en angstig.
‘Goede intenties kunnen tegenovergestelde effecten hebben.’
Om die impact in te schatten, moet je rekening houden met verschillen tussen kinderen. Vaak hebben oudere kinderen meer informatie over de redenen van een scheiding of van migratie, procedures of de voorgeschiedenis van gezinsconflicten. Dit legt een grote verantwoordelijkheid bij de oudere sibling, die ervoor kan kiezen om de jongere op zijn beurt te beschermen door te zwijgen, dan wel informatie te delen. Een moeilijke keuze, ook omdat die sibling loyaal wil zijn tegenover de ouders.
Ook hier maakt een open dialoog tussen ouders en kinderen het voor iedereen makkelijker om zijn plaats te vinden. Hulpverleners kunnen ouders bevragen waarom ze zwijgen over die moeilijke thema’s en hen stimuleren om met de kinderen te spreken.
Erkennen van de zorg
Ouders dragen zorg voor hun kinderen, maar kinderen willen ook zorg aan hun ouders bieden. In periodes van stress willen kinderen hun ouders niet extra belasten. Soms nemen ze taken over. Dat zie je bijvoorbeeld als een ouder in het ziekenhuis belandt. Een broer of zus zorgt ervoor dat facturen betaald worden, er eten op tafel staat en dat de andere kinderen op school geraken.
Dat kan siblings in een ongelijke positie plaatsen. Wanneer het overnemen van deze ouderlijke functies niet afgebakend is in omvang en in tijd, kan dit een blijvende impact op de siblingrelatie hebben. Waar jongere en oudere siblings doorgaans door het ouder worden naar een meer gelijke positie evolueren, wordt dat door de zorg en ouderlijke rol die ze opnemen, bemoeilijkt.
Ook hier kunnen hulpverleners ouders helpen bij het erkennen en het afbakenen van de zorg die het kind opneemt, het opnieuw opnemen van ouderlijke verantwoordelijkheid en het zoeken naar een nieuw gezinsevenwicht.
Ouderlijk favoritisme
Dat ouders hun kinderen gelijk moeten behandelen, wordt zelden in vraag gesteld. Favoritisme in gezinnen wordt niet snel openlijk besproken, laat staan dat het gewaardeerd wordt.
Toch kunnen ouders goede redenen hebben om het ene kind anders te behandelen dan het andere: een verschillende persoonlijkheid, geboorterang, leeftijdsverschil of een veranderende gezinsgrootte. En heeft een kind omwille van een beperking een bijzondere zorgnood, dan schenken ouders noodgedwongen meer tijd en aandacht aan dat kind.
Anders maar niet onrechtvaardig
Gezinsondersteuners kunnen de goede redenen voor een ongelijke behandeling bevragen en samen met ouders zoeken naar hoe ze dit aan de kinderen kunnen uitleggen.
‘Elk kind percipieert zijn opvoeding verschillend.’
Ook de kinderen zelf bevragen over hun perceptie van een verschillende behandeling en onderlinge verschillen, is belangrijk. Elk kind percipieert zijn opvoeding verschillend, ongeacht de reële verschillen. Het merendeel van de kinderen vindt een andere behandeling niet noodzakelijk onrechtvaardig. Dit neemt niet weg dat kinderen zich jaloers of schuldig kunnen voelen tegenover broer of zus.
Als kinderen groot worden
Broers en zussen worden samen volwassen. Als ze een match met elkaar blijven vinden, vormen ze belangrijke bronnen van wederzijdse steun. Soms loopt het ook anders: broers en zussen onderhouden een meer afstandelijke of conflictgeladen relatie met elkaar. Ervaringen in de kindertijd over een oneerlijke of onrechtvaardige behandeling door ouders werken door in gezinsrelaties op volwassen leeftijd.
Dat blijkt bijvoorbeeld op het moment dat ouders zorgbehoevend worden. Hoe zullen broers en zussen de zorg voor de ouders onderling verdelen? Ouders hebben vaak een voorkeur voor een van hun kinderen als vertrouwenspersoon, steunfiguur en verzorger. De verdeling van de taken kan op wieltjes verlopen maar het kan evengoed leiden tot spanningen tussen broers en zussen.
‘Hulpverleners kunnen mee op zoek gaan naar manieren om tot een goede verstandhouding tussen broers en zussen te komen.’
Opnieuw speelt de beleving van de kinderen over de reeds ontvangen ouderlijke zorg hier een rol. Broers en zussen grijpen terug naar omstandigheden en onevenwichten in de vroegere gezinsdynamiek om te verantwoorden waarom ze nu geen of minder intensieve mantelzorg opnemen.
Werken rond relationele geschiedenis
Hulpverleners kunnen een dialoog over al deze elementen stimuleren. Vaak zal de relationele geschiedenis en de balans van gegeven en ontvangen zorg deel uitmaken van dit gesprek. Een verdeling die rechtvaardig aanvoelt, is niet hetzelfde als een gelijke verdeling van mantelzorg. Of nog: ook een ongelijke verdeling kan als evenwichtig worden ervaren.
Hulpverleners kunnen mee zoeken naar manieren om tot een goede verstandhouding tussen broers en zussen te komen. Een sibling die bijvoorbeeld een grote zorgtaak op zich neemt, kan zich ondersteund weten door informatie en emoties met andere siblings te delen, wat een gevoel van gedeelde mantelzorg kan geven.
Ze blijven aanwezig
Na verloop van tijd kunnen siblings met meer afstand terugkijken op gebeurtenissen in hun jeugd, ongelijke behandeling of conflicten in het gezin. De balans kan doorheen de tijd in evenwicht worden gebracht.
Hulpverleners die met volwassenen werken, kunnen de relaties tussen siblings als kracht benutten. Bij verwerking van kwetsuren uit de gezinsgeschiedenis kunnen broers en zussen nieuwe perspectieven aanleveren of emotioneel ondersteunend zijn omwille van gedeelde ervaringen.
Zelfs al is het contact tussen siblings uitgedoofd, toch blijven intense relaties tussen mensen een levenslange rol spelen. In een individuele begeleiding kan het daarom zinvol zijn om het perspectief van de siblingrelatie in te brengen, bijvoorbeeld om een beter inzicht te krijgen in de eigen identiteitsontwikkeling.
Of nog: broers en zussen blijven opduiken in een levensverhaal. Hulpverleners kunnen een belangrijke bijdrage leveren in de meerwaarde en beleving daarvan.
Reacties [1]
Heel herkenbaar. Mijn vraag als hulpverlener: Hoe kun je deze siblings, die in verschillende voorzieningen leven, het best begeleiden als er sprake is van een complexe gezinsdynamiek met veel kinderen? Cliëntoverleg of de kinderen/jongeren samen brengen legt die dynamieken nog meer bloot en leidt tot enorme frustraties/ruzies? .. Blijft een eeuwig zoekproces, dus tips zijn altijd welkom.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies