Achtergrond

‘Een lockdown staat haaks op het DNA van hulpverlening’

Nico Bogaerts

Corona zet zorg en welzijn onder druk. Het was en is alle hens aan dek. Hendrik Delaruelle van het Vlaams Welzijnsverbond getuigde vandaag hierover in het Vlaams parlement: “Sociale professionals plooien zich dubbel voor hun cliënten.”

Dossier:  
welzijn

© Vlaams Welzijnsverbond

Lockdown

Zorg en welzijn staan al een jaar in the picture. Eerst was er het fel protest tegen de besparingen van de Vlaamse regering. Enkele weken later kwam corona.

De impact van de lockdown op zorg en welzijn was enorm. Veel deuren gingen op slot. Jongeren in de jeugdhulp verbleven weken aan een stuk in de leefgroep. Bezoek was onmogelijk. In de ondersteuning van mensen met een handicap moesten gebruikers beslissen: ga ik naar huis of blijf ik in de voorziening? De kinderopvang bleef open, maar enkel voor kinderen van ouders met een essentieel beroep. En dan zwijgen we nog over de woonzorgcentra.

‘Corona is ook een welzijnscrisis.’

Corona zette heel wat sociale professionals voor grote uitdagingen. Wisselende richtlijnen volgden elkaar in ijltempo op, medewerkers sprongen in voor zieke collega’s. Er moest gesprokkeld en gesmeekt worden voor beschermingsmateriaal. Kortom: het was alle hens aan dek.

Dat zorgde voor veel frustratie. Directies wisten niet waar eerst te beginnen. Er was boosheid, angst en stress aan de zijde van sociale professionals. En ook gebruikers morden. Vorige week nog getuigde een mama van een gehandicapte dochter in de coronacommissie van het Vlaams parlement: “De maatregelen waren veel te streng en niet op maat van kwetsbare mensen.”

Vandaag krijgen de voorzieningen het woord in het parlement. Sociaal.Net sprak vooraf met Hendrik Delaruelle, directeur van het Vlaams Welzijnsverbond. Deze koepelorganisatie bundelt zo’n 750 voorzieningen uit de kinderopvang, jeugdhulp en gehandicaptenzorg. 

Begrijp je de frustratie van sommige zorgvragers?

“De overheid heeft de lockdown afgekondigd. We hadden geen andere keuze dan de deur te sluiten. Maar zo’n lockdown staat haaks op het DNA van de hulpverlening. In normale tijden zijn mensen welkom in onze voorzieningen. Gebruikers kunnen bezoek krijgen of gaan in het weekend naar huis. Plots ging dat niet meer. Ook de dagopvang en mobiele ondersteuning stopten van vandaag op morgen.”

“Ik heb veel begrip voor de vragen van gebruikers. Eind maart heb ik op Radio 1 al gepleit voor een eerste versoepeling van de bezoekmaatregelen. Niet naar huis kunnen gaan of geen bezoek kunnen ontvangen, heeft zo’n enorme impact op het psychosociaal welzijn van kwetsbare zorggebruikers dat je je kan afvragen of de remedie niet slechter was dan de kwaal.”

Men is de kwetsbare mensen in de jeugdhulp en gehandicaptenzorg uit het oog verloren?

“Corona is niet alleen een gezondheidscrisis, het is ook een welzijnscrisis. We moeten allemaal ons gedrag aanpassen en dat weegt. De meeste mensen zijn niet ziek geweest, maar toch draagt iedereen de gevolgen van Covid-19. Extra zwaar valt dat in de kinderopvang, jeugdhulp en voor de ondersteuning van mensen met een beperking.

‘Het virus is nog alomtegenwoordig.’

“De impact is er ook vandaag nog. Corona is alomtegenwoordig. Om uitbraken van het virus te voorkomen, moeten we ons nog altijd zo ‘coronaproof’ mogelijk organiseren. De klassieke werking is nog verre van terug.”

Vind je dat de organisaties in welzijn goed gereageerd hebben?

“Welzijnsorganisaties hebben snel geschakeld. Ze hebben hun beste kant laten zien als sociale ondernemers. De werkdruk was hoog maar medewerkers hebben kosten noch moeite gespaard om binnen de moeilijke omstandigheden toch de beste zorgen te bieden.”

“We hebben bewezen dat we een dynamische sector zijn, die snel en flexibel kan inspelen op een crisis, niet alleen in de residentiële en ambulante ondersteuning, maar ook in de kinderopvang. Kinderbegeleiders bleven paraat om kinderen van ouders met een essentieel beroep of uit kwetsbare gezinnen op te vangen.”

Begin mei kwam er een eerste versoepeling van de maatregelen.

“Het begon in maart met strikte richtlijnen. Geen bezoek. Punt. Geen transfers naar huis. Punt. Geen dagopvang. Punt. Stilaan evolueerde dit naar bredere kaderrichtlijnen waarmee voorzieningen zelf aan de slag konden. Dat is positief.”

‘Het werken in bubbels heeft waarschijnlijk levens gered.’

“Het was ook evident dat er eerst werk werd gemaakt van een soepelere bezoekregeling, zij het onder strikte voorwaarden. Gelukkig zijn wij het gewoon om met kleine leefgroepen en woonunits te werken. Het schakelen naar kleine bubbels met vaste begeleiders ging daardoor snel. Dat heeft waarschijnlijk levens gered.”

Heel wat gebruikersverenigingen, zeker in de gehandicaptenzorg, vinden dat er te weinig dialoog was. Gebruikers hadden geen inspraak over maatregelen.

“In het begin van de lockdown moest er gehandeld worden. Er was een crisis. We hadden één weekend om te schakelen. Dat maakte dat er te weinig tijd overbleef voor overleg met gebruikers. Bij de versoepelingen was die ruimte er wel. Ik weet dat dit in veel voorzieningen ook gebeurd is.”

‘Het was een crisis. We hadden één weekend om te schakelen.’

“De gebruikers zijn ook niet eenduidig, leid ik af uit de vele e-mails die ik kreeg. Er zijn zorgvragers die sneller versoepelingen wilden zien. Maar een even grote groep vond dat die er te snel kwamen. Bezoekregelingen en de mogelijkheid om in het weekend naar huis te gaan, zorgde bij sommige gebruikers ook voor angst.”

Er klonk nog kritiek. Op Sociaal.Net getuigde een mama met een gehandicapte dochter dat ze moest betalen voor zorg die ze niet kreeg.

“Mensen die kozen om in de voorziening te blijven, kregen daar tijdens de lockdown veel meer begeleiding en ondersteuning dan dat ze normaal krijgen. Dat heeft een prijs. Daarom werden de persoonsvolgende budgetten van alle cliënten soms solidair ingezet om dit op te vangen. Dus ook wanneer niet elk individuele dienstverleningsovereenkomst uitgevoerd werd, bleef het budget bij de voorziening.”

‘Dit waren ook zeer moeilijke weken voor gebruikers.’

“Dat dit zeer moeilijke weken waren voor gebruikers, ontken ik niet. Maar voorzieningen hebben zeer hard gewerkt om mensen, als zij daarvoor kozen, zeven dagen op zeven op te vangen. Voor zorgvragers die thuis verbleven zag ik op het terrein een pak innovatieve methodieken: digitale therapie via beeldbellen, wandelbezoeken, raamgesprekken…”

“Is dit overal perfect gelopen? Wellicht niet, dit is voor iedereen een ongeziene crisis. Wij hebben alle begrip voor de frustratie van gebruikers als ze de indruk hebben dat ze aan hun lot overgelaten werden. Ook voor ons is dit een leerproces, in een periode die bijzonder hectisch was.”

Wat is de belangrijkste les uit deze crisis?  

“Bezoek moet altijd mogelijk blijven, net als ondersteuning in de thuissituatie. We kunnen het echt niet maken om dit nog eens te stoppen.”

‘Bezoek moet altijd mogelijk blijven.’

“Het valt ook op dat het intersectoraal werken een boost heeft gekregen. Laten we dat niet opnieuw kwijtraken. Over sectoren heen bruggen bouwen in het belang van gebruikers en hun kwaliteit van leven: dat is de opdracht waar we voor staan. Je leest dat ook in het verslag van het maatschappelijk relancecomité en de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.”

Een belangrijke randvoorwaarde voor meer samenwerking is regelluwte.

“Wij pleiten al jaren voor meer regelluwte. De overheid moet vertrouwen geven aan sociale ondernemers. De doelen, visie, opdrachten moet je globaal formuleren, maar geef dan ruimte aan organisaties om daarmee aan de slag te gaan zonder dit vast te leggen in punten en komma’s.”

Er is een taskforce voor zorg en welzijn. Worden jullie gehoord?

“Die tasforce schoot begin april uit de startblokken. Dat had wat mij betreft gerust sneller gekund, maar dat is bekende kritiek.”

‘We hebben gevloekt en gesakkerd, maar zeggen dat we niet gehoord worden, zou niet kloppen.’

“Wij hebben veel en frequent contact met de administraties en het kabinet van minister Wouter Beke. Ik voel daar oprecht grote openheid en veel goede wil om mee te zoeken naar oplossingen. Was dat allemaal hoera en gejuich? Nee. We hebben gevloekt en gesakkerd, maar zeggen dat we niet gehoord worden, zou niet kloppen.”

Toch heeft het werkveld het gevoel dat het allemaal chaotisch verliep.

“Zoals de crisis ons en iedereen overkwam, zo was dat ook voor de administratie, agentschappen, kabinet en minister. Het is voor niemand gemakkelijk. Zeker in maart was er veel chaos. Er was geen eenheid van commando.”

‘De taskforce heeft zijn vruchten afgeworpen.’

“De regels en richtlijnen kwamen van overal. Voorzieningen met minderjarigen kregen andere richtlijnen van VAPH en Opgroeien. In het begin was er ook grote onduidelijkheid of begeleiders in de kinderopvang wel of geen mondmasker moesten dragen. De ene viroloog zei iets anders dan de andere. Het zorgde voor onzekerheid.”

“Op dat vlak heeft de taskforce zeker vruchten afgeworpen. De afstemming tussen de agentschappen liep vanaf dan veel beter. Het debat kreeg meer structuur. Vragen werden beter gecapteerd. Er was intensief overleg.”

De regie is nu duidelijk?

“Het kan nog altijd beter. Onderwijs en welzijn hebben hun eigen codes, terwijl het telkens over dezelfde kinderen gaat. Dat is een gemiste kans. Want ook kinderen en jongeren binnen de jeugdhulp gaan naar school. Leg maar eens uit dat er op school andere regels gelden dan in de voorziening. Je moet dat op elkaar afstemmen.”

De impact van corona op sociale professionals is immens. De aandacht ging echter vooral naar medewerkers van ziekenhuizen en woonzorgcentra. 

“In het begin van de crisis is de samenleving de jeugdhulp, kinderopvang en gehandicaptenzorg uit het oog verloren. Sociale professionals hebben er zich dubbel geplooid. Zij liepen niet rond in een astronautenpak bij mensen die stierven, dat is waar, maar ze hebben hard gewerkt om zorggebruikers te helpen. Cliënten zijn niet in de steek gelaten.”

‘Sociale professionals hebben zich dubbel geplooid.’

“Stel je voor dat je als opvoeder in de jeugdhulp verantwoordelijke bent voor een leefgroep van acht pubers. Er is een lockdown. Geen school. Geen bezoek. Geen voetbal. Geen uitjes. Die jongeren konden voor weken aan een stuk niet naar huis. Dan kwam pre-teaching, wat veel extra begeleiding vergde. Dat is op de eerste plaats een enorme psychosociale belasting voor de kinderen en jongeren. Maar we moeten goed realiseren wat dit betekende voor die begeleiders. Hetzelfde verhaal is er voor de kinderopvang en gehandicaptenzorg.”

Er was veel stress, angst en grote werkdruk. Dit najaar kan het opnieuw moeilijk lopen. Hoe vermijden we een crisis van de sociale professionals?

“We zijn ons zeer bewust dat heel wat medewerkers nog een weerbots gaan krijgen. Mensen hebben hard gewerkt. Ze gingen vaak door op adrenaline. Soms gingen ze ook over hun eigen grenzen, maar op een bepaald moment stopt dat. Je kunt niet blijven gaan.”

“Bovendien is de crisis nog niet gedaan. Corona geeft een permanente stress. Professionals kunnen het virus doorgeven of besmet geraken. We zien nu al dat het aantal besmettingen en quarantaine-attesten bij medewerkers snel toeneemt. De komende maanden gaan we aandacht moeten hebben voor het psychosociaal welzijn van medewerkers. Het zal belangrijk zijn dat de coronagolven elkaar niet te snel opvolgen. Sociale professionals hebben rustpunten nodig.”

Zijn betere loon- en arbeidsvoorwaarden een oplossing?

“Er moet een kloek Vlaams Intersectoraal Akkoord komen, dat in lijn ligt met wat er federaal afgesproken is. Vlaanderen kan niet achterblijven. En dat akkoord moet gelden voor alle Vlaamse welzijnssectoren. Maar die gesprekken zijn nog niet formeel opgestart.”

2020 is me het jaar wel. Dit voorjaar stonden jullie op de barricaden tegen de besparingen van de Vlaamse regering. Corona zet het budgettair kader nog meer op scherp.

“De Vlaamse regering voorziet compenserende maatregelen om ons tijdens corona recht te houden. Wij appreciëren dat. Eind september lopen die maatregelen af maar corona zal dan niet gedaan zijn. Ik ben daar ongerust over.”

‘Zorg en welzijn zijn essentiële sectoren. Dat is heel nadrukkelijk gebleken.’

“Zorg en welzijn zijn essentiële sectoren. Dat is nu heel nadrukkelijk gebleken. Wij zorgen ervoor dat kwetsbare mensen meetellen. Dat ze erbij horen, een stem hebben en een kwaliteitsvol leven leiden. Daarom waren we zo onthutst toen de Vlaamse regering eind vorig jaar opnieuw een lineaire besparing aankondigde.”

“18 procent van de tewerkstelling in Vlaanderen zit in zorg en welzijn. De toegevoegde waarde aan de economie is bijzonder groot. Los van onze inhoudelijke doelstellingen zijn dat argumenten om te zeggen: ‘Beste Vlaamse regering, bespaar niet, maar investeer in zorg en welzijn.’”

Jullie strijd is nog niet gestreden?

“Wat mij betreft is dat vooral een uitnodiging tot dialoog. We hebben schitterende zorg en welzijn in Vlaanderen. Corona bevestigt net dat wij het verschil maken voor kwetsbare mensen. En de crisis getuigt ook dat wij flexibel en snel kunnen schakelen. Het is toch normaal dat wij dan een correcte financiering willen?”

Heb jij echt het gevoel dat dit gehoord wordt door de regering? De wachtlijsten in de zorg blijven groot.

 “Over wachtlijsten kan je alleen maar verontwaardigd zijn. Vlaanderen doet inspanningen, maar ze zijn te beperkt. De ambitie is er niet om de wachtlijsten volledig weg te werken. Het is nochtans haalbaar. De ambitie moet zijn om iedereen de ondersteuning te geven die hij nodig heeft. Dat vraagt een inspanning en een politieke keuze. Die politieke keuze wordt nu niet gemaakt. En dat is pijnlijk.”

Reacties [1]

  • Regine De Queecker

    Wat voor mij persoonlijk moeilijk was.
    Dat mondmasker draag ik, geen probleem.
    Jonge kinderen met een beperking, kinderen verplicht op afstand houden, onnatuurlijk.
    Niet samen mogen eten, absoluut niet gezinsgelijkend werken.
    De bubbels, die in het weekend opeens moeten veranderen.
    Dat is nodig om het financieel draagbaar te maken, toch…

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.