Achtergrond

Inclusie van mensen met handicap: ‘We gaan met ongeloof terugkijken op deze periode’

Peter Jan Bogaert

Koen Deweer van Konekt vzw en onderzoeker Beno Schraepen zijn compagnons de route in hun strijd voor meer inclusie van mensen met een beperking. Anno 2022 zijn ze kritisch maar ook hoopvol: “Mensen vinden diversiteit en inclusie stilaan vanzelfsprekend. Nu de overheid nog.”

Konekt vzw

© Konekt vzw

Radicaal voor inclusie

Allebei trekken ze al jaren aan de kar van een inclusieve samenleving. Beno Schraepen, lector en onderzoekscoördinator van het departement Mens en Maatschappij van de AP Hogeschool schreef over inclusie een boek omdat “het niet vooruit gaat”. Zijn boek kreeg als titel: ‘Excluses: Wat uitsluiting doet met mensen.’

Koen Deweer is sociaal ondernemer, directeur van vzw Konekt en al even strijdvaardig: “Het ergste is dat iedereen het normaal vindt dat we personen met een handicap uitsluiten.” Konekt vzw gaat radicaal voor een wereld waarin personen met en zonder beperking samen leven, leren en werken. Ze doen dit via opleidingen en sensibilisering van personen met een handicap maar ook bedrijven en organisaties. Brake-Out, een werking van Konekt, kreeg eerder dit jaar de Koningin Mathildeprijs 2022.

Iedereen vindt het normaal dat we personen met een handicap uitsluiten.’

Beide heren kennen elkaar uit hun studententijd aan de Universiteit van Gent. Ze studeerden er, met twee jaar verschil, orthopedagogie en hun professionele paden kruisten zich al talloze keren. Ondertussen zijn ze compagnons de route, strijdvaardig op weg naar een samenleving met meer inclusie. Onrecht bestrijden is hun drijfveer, elk vanuit een andere positie.

“Toen we midden jaren negentig afstudeerden was het bijna een vanzelfsprekendheid dat mensen met een beperking voluit zouden kunnen leven in een meer inclusieve samenleving. Anno 2022 moeten we helaas vaststellen dat we nog altijd niet veel verder staan, ondanks alle goede bedoelingen van velen”, stelt Koen Deweer.

Wat is voor jullie inclusie?

Schraepen: “Inclusie is het tegenovergestelde van exclusie, uitsluiting. Dat is de meest eenvoudige definitie. Alles wat uitsluiting kan tegengaan, zijn stappen naar meer inclusie. Dat plaatst het wel in een tegenstelling, wat theoretisch vervelend kan zijn. Niet iedereen is immers volledig uitgesloten en niet iedereen is volledig geïncludeerd. Daarom geef ik ook een meer genuanceerde definitie: ‘Inclusie is recht doen aan diversiteit’. Recht doen aan betekent dat je diversiteit zo maximaal mogelijk tot ontwikkeling laat komen in de samenleving.”

Deweer: “Voor mij betekent inclusie dat het vanzelfsprekend is dat mensen samen leren, leven en werken vanuit diversiteit. En dat de systemen die ontwikkeld zijn in onze samenleving zo opgebouwd zijn dat ze toegankelijk zijn voor iedereen. Dat iedereen zich welkom voelt en er zich goed bij voelt. Dat we leven vanuit verbinding, in plaats van een B-maatschappij te creëren voor wie afwijkt van de norm.”

Bij inclusie gaat het vaak over personen met een handicap. Is dat de groep die in onze samenleving het meest wordt uitgesloten?

Schraepen: “Er zijn nog andere groepen die te maken krijgen met uitsluiting – denk maar aan asielzoekers. Maar mensen met een handicap is wel de groep die, met de beste bedoelingen, structureel het meest gesegregeerd wordt. Alleen leidt segregatie tot uitsluiting en discriminatie. Van zodra je mensen apart zet, kunnen ze niet volwaardig deelnemen aan de samenleving.”

‘Mensen met een handicap worden structureel het meest gesegregeerd. Het begint bij het onderwijs: apart. Wonen: apart. Werken: apart.’

Deweer: “Dat is de wortel van het probleem. Segregatie is een vorm van discriminatie. En het meest straffe is dat de overheid die discriminatie via subsidies mee in stand houdt. Stel je voor dat er nu iemand zou voorstellen om een speciale school op te richten voor kinderen met een donkere huidskleur en dat de overheid dat stimuleert met subsidies… Dat is toch gewoon ondenkbaar?”

Schraepen: “Personen met een handicap zijn vaak afhankelijk van anderen om zich in de samenleving te bewegen. Een afhankelijkheidsrelatie betekent ook een machtsrelatie. Dat werkt in op het zelfbeeld van mensen : dat ze maar kunnen functioneren, dankzij de goodwill van anderen. Het meest problematische is dat we ons daar geen vragen bij stellen. Je kan opgroeien in de samenleving zonder dat je één iemand met een beperking tegenkomt. Het begint bij het onderwijs: apart. Daarna vrijetijdsbesteding: apart. Wonen: apart. Werken: apart…”

Deweer: “Als je aan een modale burger vraagt hoe het gesteld is met de ondersteuning voor mensen met een beperking, dan zegt hij onmiddellijk: ‘Dat zit oké, er wordt goed voor hen gezorgd.” Maar in werkelijkheid groeien mensen met een beperking veelal op in een beschermende en betuttelende omgeving. De focus ligt vaak op wat niet goed gaat, en veel te weinig op de talenten en sterktes van mensen.”

Inclusie

Koen Deweer: “We verliezen gigantisch veel schone tijd door zoveel potentieel van jonge mensen niet te benutten. Jongeren hebben hierdoor meer nood aan zorg en ondersteuning, wat leidt tot afhankelijkheid en uiteindelijk een grotere kost voor de samenleving.”

© Konekt vzw


Jullie zijn allebei al lang pleitbezorgers om het buitengewoon onderwijs af te schaffen.

Deweer: “Absoluut. Het buitengewoon onderwijs is een vorm van structurele apartheid. Het is niet te begrijpen dat we hier blijven op inzetten. Kinderen moeten de kans krijgen om samen en in diversiteit op te groeien met de nodige extra ondersteuning die er bij hoort. In het onderwijs liggen nog veel kansen om sterker te focussen op de sterktes en de talenten van kinderen en jongeren. We zijn het ook niet gewoon om eerlijke feedback te geven aan mensen met een beperking, we blijven vaak veilig in hun comfortzone, nochtans is het daar net buiten dat de magie ontstaat.”

‘Wij gaan op zoek naar de talenten van jongeren. En de uitkomsten zijn soms heel verrassend, ook voor ouders.’

“Bij Konekt doen we dat wel, en gaan we samen op zoek naar de talenten van jongeren. En de uitkomsten zijn soms heel verrassend, ook voor ouders. Dat verbaast mij dan weer, want iedereen is altijd ergens goed in. Ik word daar soms kwaad van. We verliezen gigantisch veel schone tijd door zoveel potentieel van jonge mensen niet te benutten. Jongeren hebben hierdoor meer nood aan zorg en ondersteuning, wat leidt tot afhankelijkheid en uiteindelijk een grotere kost voor de samenleving.”

Het M-decreet was een aanzet om tot meer inclusie te komen in het onderwijs. Ondertussen zien we dat steeds meer kinderen in het buitengewoon onderwijs instromen. Was dat decreet een maat voor niets?

Schraepen: “Ik betwijfel of het M-decreet echt gefaald heeft. Het heeft wel iets bloot gelegd. Het M-decreet, kort samengevat, installeerde drie rechten: het recht op inschrijving, het recht op redelijke aanpassingen voor de leerling en het recht op ondersteuning. Mooie principes om inclusie te versterken. Daarnaast, en dat was dubbelzinnig, zaten er ook maatregelen in om het buitengewoon onderwijs te versterken.”

‘Inclusief onderwijs? Opvallend is dat het in andere Europese landen wel lukt, zelfs met minder middelen dan in Vlaanderen.’

“Van die drie rechten heeft de overheid verkeerdelijk gedacht dat scholen die automatisch zouden toepassen. Niet dus. Scholen hebben een zo danige sterke positie dat zij die rechten naast zich neer kunnen leggen. Ze kunnen zich blijkbaar boven de wet stellen. Met die nuance: er zijn scholen die het echt goed doen, maar er zijn ook veel scholen die deze rechten niet respecteren.”

Volgens veel leerkrachten ontbrak het aan de juiste randvoorwaarden.

Schraepen: “Klopt, de randvoorwaarden om echt de stap naar inclusief onderwijs te zetten, waren er niet, denk maar aan een brede basiszorg. Er werd heel veel ‘Ja, maar’ gezegd. Ja, we willen wel, maar ons team is te klein. Of we hebben nu andere zorgen aan ons hoofd. Of we hebben niet het juiste personeel daarvoor…”

“Opvallend is dat het in andere Europese landen wel lukt, vaak met minder middelen dan in Vlaanderen. Ik was onlangs in Italië op bezoek bij een inclusieve school. En daar is werkelijk… niets speciaal te zien. Op een school van driehonderd leerlingen, zitten er slechts een tiental leerlingen met een grote ondersteuningsbehoefte. Net omdat alle scholen hun verantwoordelijkheid hierin opnemen, is dat voor elke school een haalbare kaart. Bij ons worden scholen met een sterk zorgbeleid en streven naar inclusie niet beloond, het zelfs moeilijk gemaakt. Scholen die inclusie en redelijke aanpassingen weigeren, worden niet eens tot de orde geroepen en dus eigenlijk beloond. Als er geen enkele incentive is, waarom zou je als school dan inzetten op inclusief onderwijs?”

Het M-decreet wordt volgend schooljaar vervangen door het Leersteundecreet. Een stap achteruit om straks verder te springen?

Schraepen: “Ik heb een dubbel gevoel. Aan de ene kant wil men met dit decreet de basiszorg versterken. Dat is een goede zaak. Maar aan de andere kant versterkt men toch weer de autonomie van scholen. De kans dat scholen rechten naast zich neerleggen gaat nog groter worden. De rechten van ouders en kinderen stellen dan helemaal niks meer voor.”

‘Als er geen enkele incentive is, waarom zou je als school dan inzetten op inclusief onderwijs?’

“Bovendien ontbreekt er in het nieuwe Leersteundecreet – en het zat ook niet in het M-decreet – een belangrijk puzzelstuk: het stimuleren van een inclusieve schoolcultuur. Er is geen urgentie. Scholen kunnen blijven doen wat ze doen.”

Inclusie

Beno Schraepen: “Als de VRT denkt dat ze met ‘Down The Road’ het thema van inclusie hebben afgevinkt, dan slaan ze de bal volledig mis. Je kan het programma warm of authentiek vinden, maar het versterkt inclusie niet.”

© Konekt vzw

Inclusie betekent ook mensen met een beperking meer zichtbaar in beeld brengen. Comedian William Boeva, die meegewerkt heeft aan het boek van Beno, maakte zich onlangs erg boos op de media. Hij nam ook het tv-programma ‘Down the Road’ op de korrel. Leuk programma, maar geen inclusie.

Deweer: “Je kan daar op verschillende manier naar  kijken. Op individueel niveau kan ik het enthousiasme voor het programma begrijpen. Eén van de jongeren van onze werking was deelnemer en hij houdt daar fantastische goede herinneringen aan over. Ook zijn ouders waren enthousiast. Door een week samen te zijn met anderen die zelfstandiger leven, kan dit iemand het begin zijn van een eigen traject, weg van de klassieke zorg.”

‘We zullen stap voor stap werk moeten van inclusie in het onderwijs, het jeugdwerk, in de zorg, bij het wonen en werken.’

“Maar wat toont het programma aan de kijker? Een aparte groep van jongeren die we allemaal schattig, leuk en geweldig vinden. Er wordt gemikt op de emotie. Dat is net niet wat we moeten laten zien. De deelnemers worden niet in hun kracht gezet. Inclusief zou zijn dat je een reis organiseert waar er bij de deelnemers ook iemand zit met een beperking. En dat die beperking niet het uitgangspunt is van het programma maar wel dat die man of vrouw een betekenisvolle rol kan opnemen.”

Schraepen: “Ik volg Koen helemaal. Als de VRT denkt dat ze met een programma als ‘Down The Road’ het thema van inclusie hebben afgevinkt, dan slaan ze de bal volledig mis. Dat is ook het punt dat William wou maken. Je kan het programma warm of authentiek vinden, maar het versterkt inclusie niet.”

Columnist Tom Naegels sprak in De Standaard wel de hoop uit dat er door de commotie mogelijks een kantelpunt is bereikt. Is de trein van de inclusie nu echt vertrokken?

Deweer: “Ik weet het niet. Ik heb dat al verschillende keren gehoopt, maar vaak blijft er weinig hangen.  Er is nood aan een transitie, maar die zal er pas komen als ook de overheid een duidelijke keuze maakt van waar het naar toe moet. En ik ben pragmatisch genoeg om te weten dat dit niet in één keer kan, maar laten we dan beginnen bij de kinderen en jongeren van nu. We zullen stap voor stap werk moeten van inclusie in het onderwijs, het jeugdwerk, in de zorg, bij het wonen en werken.”

Een serieuze omwenteling voor mensen met een handicap was de komst van persoonsvolgende financiering. Met een eigen budget kunnen meerderjarige personen met een beperking hulp op maat inkopen. Was dat een belangrijke stap naar meer inclusie?

Schraepen: “Dat hangt er van af. Als mensen zorg inkopen bij een voorziening, dan blijft alles weer bij het oude. We merken ook dat de traditionele spelers er alles aan doen om het geld terug bij hen te krijgen.”

“Het systeem vraagt van de budgethouder ook bepaalde vaardigheden. De vraag is of mensen met een beperking daarbij wel voldoende ondersteund en aangemoedigd worden om hun eigen inclusieve keuzes te maken. Men spreekt gemakkelijk over vraaggestuurde zorg, maar in de praktijk is de hulp- en ondersteuning nog altijd sterk aanbod gedreven.”

Leeft inclusie dan te weinig op het terrein?

Schraepen: “Er zijn heel veel kleine, boeiende initiatieven gericht op inclusie. Begrijp me dus niet verkeerd, ik ben daar op zich optimistisch over. Zo startte de Vlaamse overheid recent een campagne ‘123 inclusie’. De campagne schuift mooie verhalen naar voor. Bijvoorbeeld van een dove jongen die in een judoclub op een geweldige manier zijn sport kan beleven. Zijn judoleraar heeft zelfs gebarentaal geleerd. Er zijn plekken waar verbinding wordt gelegd, waar mensen samen op stap gaan. Dat is mooi.”

‘Er zijn plekken waar verbinding wordt gelegd, waar mensen samen op stap gaan. Dat is mooi.’

“Probleem is dat de overheid nog te weinig ondersteuning biedt. Ze creëert ook geen urgentie. We hebben als land het VN-verdrag ondertekend dat expliciet stelt dat apart onderwijs moet verdwijnen. Maar dat idee leeft niet. Niet bij het beleid, niet in het onderwijs, niet bij politieke partijen. Terwijl we hier aan het spreken zijn, worden de rechten van jongeren met een handicap geschonden. Op scholen worden aanpassingen geweigerd en blijft de ontoegankelijkheid bestaan. De boodschap die we als samenleving geven aan kinderen en jongeren is: we moeten je hier niet. En dat moet veranderen.”

Koen, hoe hoopvol ben jij?

Deweer: “Ik ben ook hoopvol. Een jonge ouder vertelde me onlangs dat ze het onwaarschijnlijk vond dat er in de klas van haar zoon geen kinderen met een beperking zaten. In de kleuterklas was er wel nog eentje, maar in het eerste jaar van de lagere school: niemand meer. Weg. De alerte opmerking van die mama stemt me hoopvol. Aan de basis vinden mensen diversiteit en inclusie een vanzelfsprekendheid. Nu de overheid nog.”

“In de toekomst gaan we met ongeloof terugkijken op deze periode: was dat echt nog mogelijk in 2022, zo’n georganiseerde segregatie?”

Reacties [8]

  • Saelen Viviane

    In Balen en Olmen tracht onze voorziening, De Schakel, ondanks dat ik op pensioen ben, blijft het onze… bewoners van De Schakel zo veel mogelijk in te schakelen in het dagelijks leven buiten de voorziening: een kinderboerderij, een taverne, de nieuwe Jumbo of een groenteboer… dieren verzorgen of bestellingen opnemen en de bestelling leveren of producten inladen in de winkel… eenvoudige en omschreven handelingen uitgevoerd door personen met een matige tot ernstige mentale handicap die zo apetrots zijn op hun job, zalig toch 😊 en trots op de 2 jobcoachen die trachten aangepaste jobs te vinden voor een bewoner aangepast aan zijn/haar talenten 😃

  • Guy Janssens

    Vele van ons leven gespannen en zijn bang van de hulpverleners,wij zijn niet bang voor hulpverleners zelf.
    Maar voor datgene dat de hulpverlener vertegenwoordigd!
    Een hulpverlener is een vertegenwoordiger van een systeem,waar wij geen stem in hebben!
    Men legt ons lasten op zet ons onder druk en als wij niet doen wat de hulpverlener voorstelt, zijn wij ongedisciplineerde mensen

    Het gevolg van dit alles is dat mensen buiten beeld raken plots niet meer komen en na jaren terugkomen,ze zijn uitgeput
    hebben ergens anders hulp gezocht ,maar ook daar vonden ze geen luisterend oor

    Het is voor velen bijna onmogelijk opnieuw een hulpverlener,om hulp te vragen
    zelf financieel tegemoetkomingen of andere waar we recht op hebben,vragen we niet aan, uit schrik er nadeliger uit te komen

    Als hulpverlening mensen verwond waardoor iemand zichzelf schade gaat aanbrengen,drinken om pijn en schaamte niet te voelen
    er mee rondloopt uit het leven te stappen

    Dit gebeurt!

    IS

    hulpverlening ≠ inclusie

    • Greet

      Heel juiste probleemstelling.

  • Guy Janssens

    Wie of wat houdt een inclusieve samenleving tegen? De hulpverlening zelf is mijn antwoord daarop!
    Dit zeg ik vanuit jarenlange samenwerking met hulpverleners, een hulpverlener heeft een gezagspositie=machtspositie
    De leden van een vereniging waar armen het woord nemen, vroegen aan mij als bestuurslid dat er meer gewerkt zou worden van onderuit,
    ik meld dat aan bestuur maar in plaats over de bemerkingen van de leden te spreken,verschuift een bestuurslid de klemtoon
    en dat doet ook de coördinator en voorzitter
    ik krijg plots het etiket opgeplakt van rebel,de bemerkingen worden in twijfel getrokken,plots ben ik het probleem,en,als Guy zich niet onderwerpt
    aan onze visie,wij zijn de autoriteit,wij hebben het voor het zeggen

    Ik verlangde om bemerkingen van de leden als gekozen bestuurslid door te geven,maar plots is er een machtsspel

    hulpverlening anno 2022

    • beno schraepen

      Beste Guy, dat klopt helemaal … de hulpverlening is een belangrijke hefboom in het realiseren van een meer inclusieve samenleving: empowerend, waarderend, zorg ten dienste van een grotere participatie, ondersteunend, partner in het opkomen tegen discriminatie, emanciperend enz… alleen is hulpverlening als systeem gericht op segregatie, defectdenken, ongelijke machtsverhoudingen, en ondertussen ook nog ingekapseld in een neoliberaal discours … systemen hebben maar vooral als doel om zichzelf in stand te houden.

  • jan

    toen ik mijn huisvesting voor sociale woning erop wees dat ik als handicapte meer voorziening nodig had om buiten de deur te geraken wilden ze mijn stadswoning opzeggen en mij verplaatsen naar een meer afgelegen woonst buiten de stad wegens te duur om een aanpassing te doen

    • beno schraepen

      Beste Jan, het zijn dergelijke ervaringen en verhalen die jammer genoeg aantonen hoe moeilijk het inclusie verhaal in Vlaanderen verloopt. Voor het VN-verdrag valt dit onder de noemer discriminatie die aangeklaagd zou moeten worden.

    • Guy Janssens

      Voor het VN-verdrag valt dit onder de noemer discriminatie die aangeklaagd zou moeten worden.

      Beste Beno,

      Als iemand dit wil aanklagen op grond van het VN-verdrag
      Op mijn medewerking kun je rekenen!

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.