Opinie

Nieuw Leersteundecreet is lapmiddel voor inclusief onderwijs

Femke Houbrechts

Inclusief onderwijs blijft een moeilijk verhaal. Na jarenlange kritiek schoof de Vlaamse regering het M-decreet begin dit schooljaar opzij voor het Leersteundecreet. Femke Houbrechts van vzw Konekt werkt met jonge mensen met een beperking en vindt dat de echte problemen onaangeroerd blijven.

leersteundecreet

© Pexels / Cottonbro

Inclusie is een recht

In Vlaanderen heeft elke leerling met een beperking het recht om onderwijs te volgen in een ‘gewone’ school. Dit recht is vastgelegd in het VN-verdrag voor mensen met een handicap, dat Vlaanderen tekende in 2007. Inclusie is dus een recht.

‘Het M-decreet was een mooi idee, uitgevoerd met onvoldoende middelen, opleiding en ondersteuning.’

De invoering van het M-decreet was een eerste stap om dat waar te maken. Elke leerling met een beperking die wilde, mocht zich aanmelden bij een reguliere school en kon via het M-decreet rekenen op extra ondersteuning in de klas. Klinkt te mooi om waar te zijn? Inderdaad, dat was het ook.

De voorloper: het M-decreet

Voor dat M-decreet haalde de toenmalige Vlaamse regering de mosterd in Scandinavië, waar er in sommige landen zelfs geen scholen voor buitengewoon onderwijs meer bestaan. Elke leerling met een beperking, hoogbegaafdheid of emotionele kwetsbaarheid, krijgt er een plaats in het reguliere onderwijs.

Vlaanderen zag dat dit systeem werkte en ontwierp een eigen versie. Alleen verloor ze de investeringen die Scandinavië deed, van de financiële injectie tot acties rond mentaliteitsverandering, uit het oog. Het M-decreet was een mooie idee, uitgevoerd met onvoldoende middelen, opleiding en ondersteuning.

Bakken kritiek

De dagelijkse uitvoering van het M-decreet leidde dan ook tot bakken kritiek. Overvraagde leerkrachten konden de vele vragen van hun leerlingen niet behappen. Kinderen met een beperking ontbrak het aan gepaste steun, waardoor ze onvoldoende kansen kregen om zich te ontplooien. Sommige ouders kwamen hun kind dan maar vrijwillig ondersteunen in de klas, om het toch dezelfde kansen te geven.

Door de vele negatieve ervaringen met het M-decreet, kozen ouders opnieuw voor exclusieve trajecten in het buitengewoon onderwijs. In 2021 zagen we een opvallende stijging van het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs: meer dan 10 procent extra bij de kleuters, een stijging van 4 tot 8 procent in de lagere en middelbare school.

Lieven Boeve, directeur-generaal van het Katholieke Onderwijs Vlaanderen reageerde teleurgesteld op de trend: “Met hogere inschrijvingscijfers in het buitengewoon onderwijs dan vóór de invoering van het M-decreet lijkt de droom van een inclusiever onderwijs voor elke leerling verder weg dan ooit.”

De opvolger: het Leersteundecreet

Als antwoord op het mislukte M-decreet kwam de overheid met het Leersteundecreet. De ondersteuning zit niet meer versnipperd over honderden instellingen, maar is gecentraliseerd in 36 regionale Leersteuncentra. Daarnaast investeert de overheid in 680 extra voltijdse krachten. Ze krijgen een opleiding, een erkend statuut van ondersteuner en gaan dus met één gedeelde visie aan de slag.

‘Vlaanderen besloot om in één adem met het Leersteundecreet ook extra scholen voor buitengewoon onderwijs te voorzien. Een dubbelzinnig signaal.’

Zet dat Leersteundecreet een stap vooruit voor inclusie in het onderwijs? Zeker en vast. Het is alleen vreemd dat Vlaanderen in één adem besloot om tegelijkertijd geld vrij te maken voor extra scholen voor buitengewoon onderwijs. Vlaanderen krijgt drie nieuwe scholen, acht bestaande scholen ontvangen middelen om structureel uit te breiden.

Als we inclusie willen realiseren, dan geeft de regering hiermee een heel dubbelzinnig signaal. We kunnen ons afvragen of het leersteundecreet geen lapmiddel is dat een diepgeworteld probleem binnen onderwijs toedekt? Want een school die ontworpen is op maat van de ‘gemiddelde’ leerling, is dat al niet van bij de start verkeerd?

De gemiddelde leerling bestaat niet

De gemiddelde leerling is zoiets als het monster van Loch Ness: hoewel we hem of haar nog nooit in levenden lijve zagen, baseren we er veel van onze onderwijsverhalen op. Ook het Leersteundecreet vertrekt vanuit die zogenaamde gemiddelde leerling. Wie niet in die mal past, moeten we ondersteunen om toch mee te kunnen in het systeem.

‘De gemiddelde leerling is als het monster van Loch Ness. We zagen hem nooit maar baseren er veel onderwijsverhalen op.’

Het defectdenken is hier het vertrekpunt, het idee dat we dingen die niet goed gaan, moeten oplappen. Dat noemen we geen onderwijs op maat van een individu. Het is een systeem waarin we iedereen gewoon remediëren tot een gemiddelde.

Pieter

Voor Pieter (19) werkte dat systeem alvast niet.Omwille van privacy is Pieter een fictieve naam.“Ondanks mijn autisme koos ik in het middelbaar voor een inclusieve school,” vertelt hij. “Ik voelde mij er een vreemde eend in de bijt. Leerkrachten pasten de lessen speciaal aan voor mij. Alleen voor mij, omdat ik dingen niet kon die de anderen wel lukten. Mijn leerkrachten en klasgenoten zagen helemaal niet waar ik goed in was. Nochtans deed ik het prima op mijn stage in het magazijn. Voor mijn mama en papa was het zwaar. Ze kwamen mij helpen in de klas, omdat het mij alleen niet lukte.”

Na het middelbaar volgde Pieter bij Konekt een opleiding tot co-begeleider in de kleuterklas. Hij vertelde dat hij daar voor de allereerste keer in zijn twaalfjarige schoolcarrière benaderd werd vanuit zijn talenten.

Rondje minpunten opsommen

Dat was even schrikken. We vroegen ons af of Pieter een alleenstaand geval was. Worden leerlingen, zowel met als zonder beperking, opgelapt om aan het ideaalbeeld van de gemiddelde leerling te voldoen?

‘Toen we de leerlingen vroegen om hun talenten neer te schrijven, bleef het stil.’

In Hotspots voor Talent gingen we verder op onderzoek uit. We vroegen een groep leerlingen uit het vijfde middelbaar ASO Steineronderwijs om zichzelf te beschrijven. Wat we hoorden, kwam aan als een koude douche. Alle leerlingen omschreven zichzelf louter en alleen vanuit datgene waarin ze niet goed waren: ‘Ik ben slecht in samenwerken.’ ‘Ik heb hulp nodig bij wiskunde, want ik heb dyscalculie.’ ‘Ik ben geen talenknobbel.’ Het was een eindeloze, deprimerende lijst.

Toen we de leerlingen vervolgens vroegen om hun talenten neer te schrijven, bleef het stil. Weinigen konden zeggen waar ze goed in waren of waar ze energie van kregen. En daar stopte het niet. Leerlingen leken al hun ‘defecten’ ook te zien als iets definitief. ‘Ik ben geboren met dit pakketje van sterktes en zwaktes en dat zal voor altijd zo blijven’.

Wat is het doel van ons onderwijs?

Volgens ons is de manier waarop leerlingen naar zichtzelf kijken heel sterk gelinkt aan de manier waarop het onderwijs hen benadert: vanuit hun defecten, vanuit het heilige gemiddelde.

‘Willen we dat leerlingen allemaal exact dezelfde kennis hebben?’

Dan volgt de grote hamvraag: wat is eigenlijk het doel van ons onderwijs? Willen we dat leerlingen allemaal exact dezelfde kennis hebben? Dat ze hun individuele verschillen en defecten onderweg wegwerken om in die gemiddelde mal te passen? Of kiezen we ervoor om elk individu te versterken en te laten groeien tot zijn of haar maximale potentieel?

Experiment in middelbare scholen

Wat zou er gebeuren als we het onderwijs in Vlaanderen baseren op het uitgangspunt dat elke leerling verschillend is? Dat elk kind of jongere andere ondersteuningsnoden heeft, maar vooral ook verschillende sterktes. Kunnen we sleutelen aan een onderwijs waar de lat niet voor iedereen even hoog hoeft te liggen?

Met Hotspots voor Talent gaan we met deze vragen aan de slag in drie middelbare scholen in Brugge en Wetteren. In leerhubs experimenteren we met individuele leerpaden voor elke leerling, ook die met een beperking. We lichten dat toe met een paar concrete voorbeelden.

Leerdoel halen bij de boer of de kapper

Elke school moet bepaalde leerdoelen halen. Toch verplicht niets ons om die leerdoelen voor iedereen op dezelfde manier af te vinken, met een leraar die vooraan in de klas lesgeeft. Op welke manier iemand graag en goed leert, is voor iedere leerling anders. Het hangt veel af van ieders persoonlijke talenten en passies.

‘Leerlingen kiezen zelf de leerervaringen waarmee ze een bepaald leerdoel willen bereiken.’

Bij Hotspots voor Talent onderzoeken we hoe de leerling eigenaar van zijn eigen leertraject kan zijn. Onze leerdatabase biedt verschillende types leerervaringen aan, zowel binnen als buiten de school. Leerlingen kiezen zelf de leerervaringen waarmee ze een bepaald leerdoel willen bereiken. De leerkrachten is in dat geval een coach die het individuele leertraject mee ontwikkelt en opvolgt. Leerlingen behaalden leerdoelen bijvoorbeeld bij de boer in de buurt of bij het etalageontwerp van een kapsalon.

Het schooljaar starten met een individueel talentenprofiel

Doorgaans ziet de start van het schooljaar er zo uit: leerlingen komen aan op school, ze stellen zichzelf kort voor en dan starten de lessen. Er is zelden een startmoment dat dieper ingaat op wie de leerlingen écht zijn als persoon. In hun persoonlijke dossier staan voornamelijk resultaten van de voorbije jaren, eventueel aangevuld met informatie over wat er mis of moeilijk is bij deze leerling.

Wij testten uit hoe we hetzelfde schooljaar anders kunnen aanvangen. Bijvoorbeeld door het talentenprofiel van elke leerling in de kijker te zetten. Dat vertelt welke talenten iemand heeft en hoe of waar die ook tot bloei komen. De leerling bouwt zelf aan zijn talentenprofiel, samen met ouders, partners, leerkrachten, vrienden en medeleerlingen.

Dat werpt niet alleen vruchten af binnen de school. Ook in een toekomstige werkomgeving kunnen mensen zich beter afschermen van burn- en bore-outs, omdat ze hun werk beter laten aansluiten bij hun talenten. Het krachtgericht denken geeft hen een nieuwe kijk op leren en falen. Momenten van mislukken of iets niet weten zijn voor deze leerlingen ook leerkansen. Het laat hen op zoek gaan naar wat ze nodig hebben om te kunnen groeien.

inclusief onderwijs

Leerlingen die vertrekken van wat ze goed kunnen, voelen zich opvallend gelukkiger en zijn meer gemotiveerd om te leren.

© Konekt

Een bad van coaching

Hotspots voor Talent onderzoekt hoe onderwijs kan aansluiten bij elk kind, met of zonder beperking. We experimenten met manieren die iederéén in zijn kracht zetten en laten groeien. Waar het startpunt ook is, welke lat ook haalbaar is.

We detecteerden enkele werkzame factoren om echt inclusief onderwijs te realiseren. Een krachtgerichte mindset heeft duidelijk het meeste impact. Leerlingen die vertrekken van wat ze goed kunnen, voelen zich opvallend gelukkiger en zijn meer gemotiveerd om te leren.

Om die mindset te krijgen, moeten zowel de leerkrachten als directieleden en leerlingen door een bad van workshops en coaching. Een andere krachtige tool is de leerlingen zelf eigenaarschap te geven. Laat hen zelf een traject uitstippelen op basis van hun eigen sterktes, onderwijsnoden en -wensen. Leerkrachten staan hen bij als coach.

Is het Leersteuncreet dan een lapmiddel?

Uiteraard kan het onderwijs die grote opdracht niet alleen aan. Ondersteuning en middelen zijn broodnodig. In dat opzicht zijn de extra investeringen door het leersteundecreet meer dan welkom. De vraag is of we die middelen niet op een andere manier en vanuit een andere visie moeten investeren.

Is het Leersteundecreet de basis voor inclusief onderwijs? Wij vinden het een lapmiddel. Vijftien jaar geleden tekende Vlaanderen het VN-verdrag voor mensen met een handicap, maar vandaag is exclusie van leerlingen met een beperking nog steeds de dagelijkse norm.

Het probleem van uitsluiting is urgent en het Leersteundecreet zal dat niet oplossen. Het decreet vertrekt van de onbestaande gemiddelde leerling. Het denkt vanuit defecten en beperkingen. Door extra plaatsen in het buitengewoon onderwijs te financieren, zetten we gewoonweg een stap terug voor de rechten van de mens.

Toch blijven we hoopvol: we zien in het onderwijsveld verschillende experimenten die vertrekken vanuit een ander uitgangspunt. Die experimenten, klein of groot, verdienen meer dan een extra duwtje in de rug.

Reacties [1]

  • C. Donatoni

    Mijn zoon kreeg 2j geleden de diagnose Neurofibromatose type2 met tumoren in de hersenen, langs de ruggengraat en in het bekken. In augustus 2022 onderging hij een 1ste hersenoperatie. Daarop kreeg hij 1x een grand mal maar dat is dus ook al 2j geleden. Om de 14 dagen kreeg hij op woensdag namiddag zijn chemobehandeling. Nu is dat om de maand omdat hij in slaap viel in de les. Mijn zoon is 17,5 jaar nu. Valt niet meer in slaap en volgt voltijds het laatste jaar mechanica. Maar sinds maart 2022 maakt de leerkracht hem en ons, de ouders, het leven zuur omwille van de angst dat er iets zou gebeuren aan de machines. Om toch maar zijn gelijk te krijgen vertelt hij onwaarheden tegen de schoolarts en de CLB medewerkster. Mijn zoon kreeg documenten van Oncologie UZ Leuven dat hij perfect in staat is om de opleiding te vervolledigen en de stage te doen. Maar nog blijft die leerkracht dwars zitten. Hij blaast de zaak op. Wij zijn ten einde raad … Wie kan ons helpen?

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.