‘Doe normaal’
EvaDe namen in dit artikel zijn gewijzigd om de anonimiteit van de personen te garanderen.is 23 jaar en werkt bij de brandweer. Ze heeft een relatie met een vrouw en voelt zich op haar werk geseksualiseerd door haar collega’s. Er worden regelmatig opmerkingen gemaakt over haar relatie en haar geaardheid.
‘Haatmisdrijven zijn actueler dan ooit.’
Na een dienst wordt Eva in de kleedkamer aangesproken door haar collega Ruben. Hij zou haar kunnen bekeren tot hetero als zij een keer met hem intiem zou zijn. Eva is kwaad en schreeuwt naar Ruben dat dit moet stoppen. Ruben grijpt haar bij de keel: “Doe een keer normaal en blijf weg van die soort.”
Actueler dan ooit
Wat Eva meemaakte, is een voorbeeld van een haatmisdrijf. Haatmisdrijven zijn actueler dan ooit. Eind mei 2022 werd na de Belgian Pride een familie aangevallen. De moeder en haar twee kinderen, onder wie een dertienjarige trans jongen, werden lastiggevallen door drie jonge mannen.
De mannen riepen scheldwoorden en gooiden met plastic flessen. De jongen liep bij de aanval brandwonden op nadat de belagers aan zijn Pride-vlag trokken. Zijn moeder kreeg verschillende slagen in het gezicht en op haar lichaam. Gelukkig konden omstaanders een beschermende cirkel rond de slachtoffers vormen.
Vorig jaar werd Vlaanderen opgeschrikt door de moord op David Polfliet door drie minderjarigen. De man werd via een datingapp in de val gelokt en gedood. David Polfliet werd, wellicht mede vanwege zijn seksuele geaardheid, slachtoffer van geweld. Çavaria, de belangenverdediger van de LGBT-gemeenschap, stelde zich burgerlijke partij.LGBT staat voor Lesbian, Gay, Bisexual, Trans.
Aangevallen om je identiteit
Bij haatmisdrijven speelt een haatmotief. Slachtoffers worden aangevallen om hun identiteit, hun zijn. Haatmisdrijven kunnen verschillende vormen aannemen. Denk aan fysiek of psychisch geweld, seksueel geweld, brandstichting, chantage of bedreiging.
‘Een haatmisdrijf kan veel schade toebrengen aan de slachtoffers.’
Het haatmotief kan zich richten op verschillende identiteitskenmerken, waaronder seksuele geaardheid, geloofsovertuiging of een handicap. Dit kan zowel op korte als lange termijn veel schade toebrengen aan de slachtoffers. Wanneer we het hebben over haatmisdrijven tegen leden van de LGBT-gemeenschap, dan spreken we van anti-LGBT haatmisdrijven.
Weinig exacte cijfers
Hoe frequent komen anti-LGBT haatmisdrijven voor? Dat is moeilijk te zeggen. Vlaams en Europees onderzoek leert ons dat negen op de tien LGBT-personen aangeeft al slachtoffer te zijn geweest van verbaal of psychisch geweld.
‘Meer dan één op de vier LGBT-personen werd al eens met geweld bedreigd.’
Meer dan één op de vier LGBT-personen in de Europese Unie werd al eens met geweld bedreigd of aangevallen. Bij transgender personen gaat het om één op drie die fysiek of seksueel zijn aangevallen. Veel slachtoffers van anti-LGBT haatmisdrijven zijn niet bereid om aangifte te doen: slechts één op de zeven meldde het meest recente haatmisdrijf bij de politie.
Er zijn verschillende redenen waarom slachtoffers de haatmisdrijven niet rapporteren. Zo hebben ze het idee dat het incident niet ernstig genoeg is of is er weinig vertrouwen dat de autoriteiten het incident zullen onderzoeken en vervolgen. Ook zijn er personen die niet uit de kast durven komen bij de politie of die vrezen dat ze het probleem groter maken door aangifte te doen.
Behoeften van slachtoffers
De wet beschermt LGBT-personen tegen discriminatie en geweld. Maar dit betekent niet dat slachtoffers ook daadwerkelijk kunnen herstellen. De noden van slachtoffers blijven in een gerechtelijke procedure vaak onderbelicht.
‘Slachtoffers willen meer gehoord worden.’
Uit onderzoek blijkt dat slachtoffers bovendien weinig vertrouwen hebben in het strafrechtelijk systeem. Ze ervaren veel emotionele stress en willen meer gehoord worden. Graag zouden ze zien dat de dader verantwoordelijkheid neemt voor het delict en het herstel van de schade.
Ze willen als het ware het woord terugnemen. Ze zouden naar justitie, politie, hulpverlening en de dader willen communiceren wat ze op het moment van het misdrijf niet konden zeggen. Dat kan een manier zijn om weer grip te krijgen op de situatie. Hierin kan het herstelrecht een rol spelen.
Belang van herstel
Het herstelrecht is een manier van reageren op een misdrijf. Het stelt het slachtoffer en de dader in staat om actief deel te nemen aan het oplossen van zaken die het gevolg zijn van het strafbare feit. In het geval van herstelbemiddeling moeten beide partijen vrijwillig instemmen en het proces wordt begeleid door een onpartijdige derde.Artikel 2 lid 1 sub d EU-Richtlijn Slachtofferrechten, Richtlijn 2012/29/EU.
‘Slachtoffers kunnen de regie terug in handen nemen.’
In plaats van een focus op het overtreden van de wet, ligt de focus binnen het herstelrecht op de noden en behoeften van het slachtoffer. In sommige gevallen is contact tussen dader en slachtoffer gewenst, dan spreken we van herstelbemiddeling, maar herstelgericht werken kan ook enkel en alleen met het slachtoffer.
Kernwaarden in zo’n aanpak zijn herstel van de aangerichte schade, neutraliteit, toegankelijkheid, veiligheid en respect. Slachtoffers kunnen de regie terug in handen nemen. De aangerichte schade kan hersteld worden. Herstelrecht kan ook bijdragen aan het tegengaan van vooroordelen. De impact overstijgt daardoor het incident.
Gemiste kans
Professionals zijn relatief weinig bekend met het herstelrecht voor slachtoffers van anti-LGBT haatmisdrijven. Dat blijkt uit de bevraging van slachtoffers, ook in Vlaanderen, in het Europees project LetsGoByTalking. Professionals kennen ook de bestaande organisaties en programma’s rond herstelrecht niet.
Dat is een gemiste kans. Dat vindt bijvoorbeeld Mark die deelnam aan het onderzoek. Hij werd slachtoffer van fysiek geweld vanwege zijn identiteit. Dat had naast fysieke, ook zware mentale gevolgen.
‘De dader moet begrijpen wat hij mij heeft aangedaan en hoeveel impact dit heeft gehad op mijn leven.’
Zoals bij meer slachtoffers van haatmisdrijven, werd Mark het herstelrecht niet aangeboden. Nochtans had dat hem erkenning en steun kunnen bieden, geeft hij aan. “Ik zou ingegaan zijn op het aanbod omdat ik denk dat het belangrijk is dat ik mijn verhaal kan vertellen en mijn pijn kan uiten. De dader moet begrijpen wat hij mij heeft aangedaan en hoeveel impact dit heeft gehad op mijn leven.”
Herstelrecht is van belang voor het welbevinden van de slachtoffers, vindt Mark. Een gesprek met de dader kan leiden tot beter begrip van het motief. Door deel te nemen aan zo’n gesprek, kan de dader daarnaast van standpunt veranderen. Tegelijk is Mark bezorgd dat wanneer de dader geen enkel teken van berouw zou tonen, dit hem alleen maar meer pijn zou bezorgen.
Mark vindt het belangrijk dat in het strafrechtsysteem het haatmotief benoemd wordt. Met andere woorden: de rechter moet erkennen dat iemand aangevallen werd vanwege de LGBT-identiteit. Vaak is dat niet het geval.
Noden LGBT-slachtoffers
Bij politie, parket en de hulpverlening is er nog steeds onvoldoende aandacht voor de noden en vragen van slachtoffers van anti-LGBT haatmisdrijven. Dat geven de slachtoffers in ons onderzoek aan. Professionals missen ook vaardigheden om slachtoffers op een herstelgerichte manier, empathisch en respectvol, te ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan een gevoeligheid voor diversiteit en verschillen en een besef van de eigen vooroordelen.
‘Helaas bekrachtigen professionals nog te vaak vooroordelen over LGBT-personen.’
Helaas herhalen en bekrachtigen professionals in hun contact met deze slachtoffers nog te vaak de bestaande vooroordelen over LGBT-personen. Voorbeelden zijn het slachtoffer gedeeltelijk de schuld geven of de impact van het haatmisdrijf bagatelliseren. Dat kan tot secundaire victimisatie leiden: iemand wordt opnieuw slachtoffer, maar deze keer door de houding of reactie van de omgeving.
Specifiek voor LGBT-personen kan secundaire victimisatie ook optreden als hulpverleners kwetsend woordgebruik hanteren of geen rekening houden met het feit dat iemand nog niet uit de kast is. Zo moeten ze alert zijn voor ‘misgenderen’ of ‘deadnaming’. Bij misgenderen worden de verkeerde voornaamwoorden gebruikt, denk aan ‘hem’ in plaats van ‘haar’. Deadnaming is de oude naam gebruiken van trans personen.
Luisteren naar de pijn
Mark zou graag zien dat professionals slachtoffers op de juiste manier benaderen. Hiervoor hebben zij vaardigheden nodig om effectief te luisteren naar de pijn en schade die het slachtoffer heeft geleden. De uitkomst moet gericht zijn op de schade van het slachtoffer en niet enkel op de bestraffing van de dader.
‘Een slachtoffer moet altijd centraal staan.’
“Een slachtoffer moet altijd centraal staan”, zegt Mark hierover. “Zij zijn degene die door moeten gaan met hun leven, ondanks de pijn die hen werd berokkend. Ik vind dat het straffen van de dader minder prioriteit zou moeten hebben dan het helpen van het slachtoffer.”
Reacties [2]
Al die haat en agressie wat drijft mensen ertoe is een dieper vraag?En willen wij daar iets aan doen?
Invloeden | Kijkwijzerhttps://www.kijkwijzer.be › kijkwijzer › onderzoek › in…
Omvangrijke wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat kinderen inderdaad beïnvloed kunnen worden. Het effect van mediageweld op de kleine agressie, ..
Sommigen willen gewoon de deadname horen.
Mss is dat omdat ze denken dat de nieuwe naam werd afgeleid vd deadnaam.
Boudewijn-> Bo
Peter-> Petra
Een transpersoon zou de zachtheid moeten kunnen ervaren dat hij/zij niet wordt veroordeeld.
Mss wil de vraagstellen gewoon weten of de mama van de transpersoon de naam mocht kiezen.
Je vraagt bij de geboorte toch ook weleens naar het waarom van de naamkeuze (en ook ‘welje naam had je gekozen als het een jongetje was geweest?)
Niets mis mee zolang de nieuwe naam wordt gebruikt.
De deadname is van een persoon die er niet meer is.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies