Man van de praktijk
Simon Godecharle (34) was verscheidene jaren verantwoordelijk voor het ethisch beleid binnen Emmaüs vzw, met 24 voorzieningen en 7.000 medewerkers de grootste zorggroep in Vlaanderen. Hij zag er de sterke en zwakkere flanken van sociale professionals binnen de jeugdhulp, gezondheidszorg, psychiatrie, ouderenzorg en zorg voor personen met een beperking.
‘Als zorgethicus ondersteun ik sociale professionals bij de beslissingen die ze moeten nemen, dag en nacht, alleen of in team.’
Om zijn actieradius te verruimen, trekt hij vandaag op zelfstandige basis verder in het landschap van zorg en welzijn. Hij deelt zijn visie en ervaring op teambesprekingen, studiedagen of sociale media.
Gearriveerd in een bosrijke omgeving in Oud-Turnhout, bel ik bij hem aan. Een flamboyante dertiger met blauw maatpak en grijze kousenvoeten zwaait enthousiast de voordeur open: ‘Hey Peter, welkom!’. Wat volgt, is een markant en inspirerend gesprek.
Op je website stel je jezelf voor als een hands-on ethicus.
“Ethiek valt vaak samen met de grote vraagstukken over leven en dood. Denk aan euthanasie, zwangerschapsafbreking of het al dan niet verplicht stellen van een covid-vaccinatie. Multidisciplinaire commissies proberen met omstandige richtlijnen antwoorden te geven.”
“Zorg- en hulpverleners hebben daar niet veel aan. Zij kunnen in hun dagelijkse praktijk geen noodlijn bellen of lijvige documenten doornemen. Als zorgethicus probeer ik hen op de werkvloer te ondersteunen bij de beslissingen die ze hier en nu moeten nemen, dag en nacht, alleen of in team.”
Kan je daar enkele voorbeelden van geven?
“In een woonzorgcentrum verblijft een koppel, de vrouw is dementerend. Haar partner heeft een relatie met een andere bewoner. Medewerkers weten niet goed hoe ze hiermee moeten omgaan. Kunnen ze dit aanvaarden? Moeten ze tussenkomen?”
‘Als je in moeilijke omstandigheden mensen maximale autonomie geeft, dan kan je prachtige dingen realiseren.’
“In een jeugdhulpvoorziening verblijft Myriam, een adolescent die als kind seksueel misbruikt werd en vandaag in het kluwen van pooiers zit. Begeleiders zijn waakzaam voor scherpe voorwerpen omdat Myriam zichzelf daarmee vaak kwetst. ’s Nachts klopt Myriam aan bij begeleider Yassin. Ze vraagt hem een mesje om haar appel te snijden. Yassin kiest ervoor om Myriam te vertrouwen en geeft haar het mesje, al twijfelt hij of dat de juiste beslissing was.”
Speelt Yassin niet beter op veilig door het mesje niet te geven?
“Dat is het spanningsveld waarin hij zit. Het mesje niet geven, botst met wie Yassin wil zijn als jeugdhulpverlener: voor kwetsbare jonge mensen het verschil maken door hen te vertrouwen. Beslist Yassin om het mesje niet te geven, dan moet hij daar goed over nagedacht hebben. Want het botst met zijn drijfveer en keuze voor deze job.”
“Nog een voorbeeld. Jef is een vijftiger die door een degeneratieve spierziekte zorgafhankelijk werd. Overdag verblijft hij in een dagcentrum voor mensen met een beperking. Jef is een fervent wandelaar. Maar is dat wandelen nog verantwoord, gezien het toenemend valrisico?”
“Samen met Jef en zijn familie kiezen de begeleiders ervoor om Jef te laten wandelen, eventueel met de nodige bescherming. Die beslissing strookt met de wil en keuze van begeleiders om Jef gelukkig te maken en hem maximale levenskwaliteit te bieden.”
Maar wat als het misloopt?
“Als je in moeilijke omstandigheden mensen maximale autonomie geeft, dan kan je prachtige dingen realiseren. Maar het kan ook vreselijk mislopen. Werk je in een psychiatrisch ziekenhuis met mensen die suïcidaal zijn, dan wil je hen niet permanent observeren, laat staan fixeren. Daardoor neem je meteen ook een risico.”
‘Angst en controledrang botsen met de drijfveren van sociale professionals.’
“In een samenleving die kiest voor controle en zekerheid, is dat niet evident meer. Vertrouwen moet plaats ruimen voor wantrouwen. Als er in één kindercrèche iets grondig fout loopt, krijgt het voorstel om in alle crèches een webcam te hangen meteen alle wind in de zeilen. Er volgt ook weinig weerstand van de kinderbegeleiders want dankzij dat permanent toezicht kunnen ze niet ten onrechte aansprakelijk gesteld worden.”
Wat is dan het probleem?
“Angst en controledrang botsen onvermijdelijk met de drijfveren van sociale professionals. Ze stellen vast dat Myriam haar appel niet zelf kan schillen en Jef niet langer kan gaan wandelen. En Swa is gevaarlijk, dus pas op. Zorah is onbehandelbaar, dus begin er maar niet aan. En Fatih is agressief en verslaafd, dus niet bestemd voor onze afdeling. Geëngageerde medewerkers vragen zich dan terecht af: waarom doe ik dit nog?”
Ligt daar een reden waarom hulpverleners uitvallen?
“Personeelsuitval is een complex fenomeen met verschillende oorzaken. Ik maak me vooral zorgen over de groep ervaren en gemotiveerde medewerkers die afhaakt. Zij klagen niet over slechte arbeidsvoorwaarden of een tekort aan maaltijdcheques. Ze gaan vandaag door de knieën omdat ze tijdens de coronapandemie aan kleinkinderen moesten vertellen dat ze niet bij hun stervende opa konden zijn.”
‘Ik maak me zorgen over de groep ervaren en gemotiveerde medewerkers die afhaakt.’
“Deze geëngageerde mensen zijn teleurgesteld over hoe ze in de praktijk hun stiel moeten uitoefenen. Ze voelen zich steeds meer radertjes in bedrijfsprocessen die kiezen voor veiligheid, controle, meetbaarheid. Dat knaagt aan hun engagement om betekenisvol te zijn voor kwetsbare mensen.”
Hoe kunnen organisaties dat tij keren?
“Heel wat organisaties hopen medewerkers aan boord te houden door in te zetten op fietsvergoedingen, toffe personeelsfeestjes of hightech revalidatietoestellen. Terecht en fijn, maar zo ga je het verschil niet maken.”
“Martin Luther King zwaaide niet met een sterk beleidsplan of indrukwekkende spreadsheet. Hij zij: Ik heb een droom en stap met me mee. Organisaties kunnen het verschil maken door te kiezen voor een markante identiteit waarbij zingeving centraal staat. Sociale professionals willen niet inwisselbaar zijn, ze willen op een unieke manier het verschil maken voor anderen. Dat is niet altijd de makkelijkste weg.”
Kan je dat meer concreet maken?
“In een organisatie met een duidelijke identiteit weten medewerkers wat van hen verwacht wordt. Ze hebben duidelijke ankerpunten om op de werkvloer de juiste beslissingen te nemen. Een heldere identiteit heeft consequenties. Als je in een woonzorgcentrum vindt dat privacy belangrijk is, dan moeten bewoners hun deur op slot kunnen doen. Kan dat niet, zeg dan ook niet dat je privacy belangrijk vindt.”
“Een psychiatrisch ziekenhuis dat gelijkwaardigheid hoog in het vaandel voert, nodigt patiënten uit om deel te nemen aan het overleg dat over hen gaat. Kies je voor gelijkwaardigheid, dan engageer je je om die ook te realiseren en je patiënt aan het stuur te zetten van zijn zorgtraject.”
Dat blijft een revolutie in een zorglandschap van deskundigen en experten.
“De keuze voor gelijkwaardigheid impliceert inderdaad dat je de lange traditie van een hiërarchisch expertenmodel verlaat. Niet iedereen zal dat fijn vinden. Stel dat de psychiatrische patiënt of bewoner met dementie mee aan tafel komt zitten. Dat verandert de snelheid van het gesprek, wat er wel of niet gezegd wordt.”
“Toch zal die vaak vervelende combinatie van traagheid en weerstand patiënten, familieleden en hulpverleners helpen bij wat we vandaag meer dan ooit moeten doen: keuzes maken. Kan Myriam zelf haar appel schillen? Kan Jef gaan wandelen? Is er in onze zorg nog plaats voor Swa, Zorah of Fatih?”
Tussen de lijnen hoor ik je zeggen: de zorg zal niet langer voor iedereen inzetbaar zijn.
“Die selectie is vandaag al volop aan de gang. Afdelingen sluiten wegens personeelstekort en moeten kiezen voor wie de deur nog open blijft. Aan de vele mensen die op wachtlijsten staan, zeggen we nu al: ‘Op dit moment kunnen we niet voor je zorgen’. Op het hoogtepunt van de coronapandemie lagen in de ziekenhuizen procedures en protocollen klaar om te kiezen voor wiens leven we nog vechten.”
“Bij schaarste vallen er altijd mensen uit de boot. Wachtlijsten tonen aan dat zo’n schaarste in het DNA van de zorg zit: de vraag is groot, het aanbod beperkt. Alle studies zeggen dat die spanning alleen maar groter zal worden. Dus stelt zich onvermijdelijk de vraag: voor wie kunnen we nog zorgen? Die vraag zal de komende jaren centraal staan.”
Wie zal uit de boot vallen?
“Ik stel het scherp met een voorbeeld. Op een herstelafdeling voor mensen met chronische depressies, staan twee mensen op de wachtlijst: Jan heeft een eigen huis, stabiele relatie, een goed diploma en een toffe job. Daarnaast staat William: dakloos, drugverslaafd en zonder enig netwerk. Jan zal vooraan in de rij staan. Bij hem is de kans op succes het grootst. Maar wat dan met William? Waar kan hij nog terecht?”
‘Wetenschap toont overtuigend aan welke keuzes ongezond zijn: veel vlees eten, weinig bewegen, veel roken, geen zonnecrème smeren of fietsen zonder helm.’
“Naast mensen met complexe en chronische problemen, riskeert nog een andere groep uit de boot te vallen. Groeiende wetenschappelijke inzichten tonen overtuigend aan welke levenskeuzes ongezond zijn: veel vlees eten, weinig bewegen, veel roken, geen zonnecrème smeren of fietsen zonder helm. We waarschuwen mensen die deze preventieve adviezen naast zich neerleggen en respecteren hun tegendraadse keuze. Maar als de wachtrij aan het ziekenhuis lang is, zal voor hen het licht op rood springen. Eigen schuld, dikke bult.”
Was het vroeger allemaal beter?
“Het was anders. Mijn grootmoeder noemde mensen die aan de rand van de samenleving overleefden ‘mensen die geen chance hebben in het leven’. Vanuit filantropie en geloofsovertuiging vond ze dat ook ‘haar’ probleem en trok ze die mensen naar zich toe.”
‘Waarom zouden we nog kansen geven aan luie, tegendraadse of nutteloze mensen?’
“Vandaag leven we in een meer liberale maar ook meer competitieve samenleving. Die zit vol korte redeneringen die kwetsbare mensen uit de zorg duwen: ‘We geven iedereen gelijke rechten en kansen’ of ‘Succes, welzijn en geluk zijn maakbaar.’”
“Tegenslag, kwetsbaarheid of mislukking zijn dan vooral jouw probleem. Zo belanden we opnieuw bij de fundamentele vraag: waarom zouden we, via de inzet van sociale professionals, nog kansen geven aan luie, tegendraadse of nutteloze mensen?”
Gelukkig is de realiteit anders en blijven veel sociale professionals vanuit volle overtuiging en goesting met deze mensen werken.
“Ik moet je optimisme temperen: diezelfde sociale professionals zullen je vertellen hoe moeilijk dat vandaag wordt. Veel medewerkers krijgen van leidinggevenden initieel te horen dat ze alle ruimte krijgen in hun werk met kwetsbare mensen. Toch horen ze in hun functioneringsgesprek dat ze te veel aandacht geven aan de Williams van deze wereld.”
‘De verleuking van de zorg duwt wie het meest ondersteuning nodig heeft uit de boot.’
“Door op twee benen te hinken, zaai je twijfel bij medewerkers. Vroeg of laat moeten organisaties kleur bekennen. We hebben ook mensen nodig die voluit willen werken met uitgeschopte mensen: daklozen met een ernstige verslavingsproblematiek, geïnterneerden, mensen met pedofiele neigingen. Dat is in een risicoschuwe samenleving vandaag niet evident. Je riskeert zelf uitgespuwd te worden.”
“Ik heb enorme bewondering voor deze organisaties en hun medewerkers. Ze blijven kiezen voor onvoorwaardelijke en complexe zorg voor mensen die in zeer precaire omstandigheden leven. Ze kiezen niet voor zorg omdat die leuk of succesvol is, maar omdat iedereen het onvoorwaardelijk recht heeft op een menselijk en waardig leven.”
Je bent geen fan van wervingscampagnes met lachende verpleegkundigen die vertellen hoe fijn het is in de zorg.
“Die verleuking van de zorg duwt wie het meest ondersteuning nodig heeft uit de boot. Als je het personeelstekort denkt op te lossen met zo’n campagnes of extra maaltijdcheques, dan neem je de zorg niet ernstig. Werken in de zorg is heftig. Soms is er ernstig familiaal geweld of staan kinderen erg onder druk. Hier in Turnhout leeft één kind op vier in armoede. Dat zijn heel veel lege brooddozen.”
‘In Turnhout leeft één kind op vier in armoede. Dat zijn heel veel lege brooddozen.’
“Omgaan met die druk, heftigheid en complexiteit kan maar als je als sociale professional diepgeworteld bent. Enkel organisaties en medewerkers die werken aan hun wortels zullen ook heftige stormen trotseren. Ze maken dagelijks tijd en ruimte voor identiteitsvragen. Wie ben ik? Waarom doe ik dit? Waar wil mijn organisatie naartoe? Wie zijn mijn collega’s? Hoe versterken we elkaar?”
Sterke teams geven aandacht aan de kwetsbaarheid van hun medewerkers?
“Misschien geeft Yassin het mesje aan Myriam omdat hij bang is van een confrontatie met haar. Die angst moet je op tafel krijgen. Een teambegeleider die niet kan verdragen dat medewerkers zeggen dat ze bang zijn, zit niet op de juiste plaats.”
‘Sociaal werk is een vorm van topsport: door ethische spieren voortdurend te oefenen, leer je samen beter beslissingen nemen.’
“Het lijkt me logisch dat sociale professionals vaak botsen op gevoelens van onmacht of zich angstig voelen bij bedreigende situaties. In psychiatrische ziekenhuizen lopen isolatie en fixatie wel eens mis omdat medewerkers niet kunnen praten over de heftige gevoelens die ze daarbij zelf ervaren. Ze spelen op ‘veilig’ en kiezen voor strakkere veiligheidsprotocollen, meer noodknoppen of betere technieken van agressiebeheersing. Die oplossingen gaan niet alleen voorbij aan het perspectief van de patiënt, maar ook aan het gevoel van de professional.”
“Het is door die dagelijkse twijfel op tafel te leggen, dat medewerkers de kans krijgen om zichzelf te positioneren binnen de organisatie. Het fantastische aan teams is dat collega’s hier van elkaar kunnen leren. Mensen zoeken hun wortels en zien collega’s dezelfde oefening maken.”
Jouw focus ligt op organisaties. Toch kijken sociale professionals vaak hoger, naar overheid en politici. Zij bezuinigen de zorg kapot en leggen woonzorgcentra in handen van kapitaalkrachtige aandeelhouders…
“Ik denk en werk vanuit impact. Op politieke beslissingen heb ik weinig invloed. Voor mij is dat geen reden om in de slachtofferrol te kruipen. Ik wil geen weinig-kunner zijn omdat de overheid me te weinig middelen geeft. Cliënten hebben daar geen boodschap aan. Ze kloppen bij jou aan en willen weten wat jij voor hen kan doen.”
“Door te veel naar de overheid te kijken, ontsla je jezelf van de verantwoordelijkheid om goede zorg mee mogelijk te maken. Als hands-on ethicus doe ik dat binnen en vanuit organisaties. In een complexe samenleving die flippert van hard naar zacht, zie ik sociale professionals twijfelen, zwijgen, afhaken, moedig doorzetten en fantastische dingen doen. Deze veel-kunners hebben we meer dan ooit nodig.”
Reacties [14]
Prachtig artikel!!!! Wil je dit eens bezorgen aan AUVB, de Federale Raad vr verpleegk., minister Weyts, minister Vandebroucke en de zorgambassadeur. Ze slaan de bal mis. Ze willen de opleidingen HBO5 verpleegkundig, (meer dan 40% van de verpleegkundigen) die een waardevolle opleiding is, degraderen. Het zijn die verpleegkundigen die vaak aan bed van de zorgvrager werken. Die geen andere jobs ambiëren en die in hun opleiding de kansen krijgen om een zorgvrager in zijn totaliteit te benaderen, met aandacht voor visie en communicatie; Terwijl de visie van de overheid is, de zorgvrager in gestructureerde teams benaderen, elk zijn taakje, waar de HBO-5 verpleegkundigen nog taakjes onder supervisie mogen doen. Dit zal de arbeidsvreugde van de HBO-5 verpleegkundigen doen dalen. Het is zo waardevol wat u schreef. De overheid legt zijn oor enkel bij economen en hooggeschoolden die ver van de realiteit staan. Ik ben soms beschaamd omwille van de bejegening tov van die HBO5 verpleegkundigen.
Hartelijk dank!
Bedankt, doet deugd om te lezen – als ‘veldwerker’ met blijvende goesting om op individueel en samenlevingsniveau te blijven zoeken, vallen en opstaan tijdens dagen met frustraties die het vuur laten branden :)
Hartelijk dank!
Mooi artikel! Ik neem het mee naar mijn lessen ethisch handelen in de opleiding graduaat maatschappelijk werk/graduaat sociaal cultureel werk.
Hartelijk dank.
Een soulmate!
Hij benoemt de goede dingen en pakt ze aan.
Het gaat inderdaad om de ‘ziel van de stiel’, iets waar ik al jaren mee doende ben in teams in t werkveld. Het is voedend dat te doen, bijzonder zinvol werk.
Hartelijk dank!
Ik lees dit boeiende interview, ik las de getuigenis van Herman Wolf, ook op sociaal.net . Ruimte krijgen voor zingeving, gelijkwaardigheid en tijd is de rode draad in beide en in 90% van artikels op sociaal.net over dit thema .
Wat zorgvragers ten goede komt, de echte efficiëntie dus, mogelijks niet de economische. Die zorggevers terug zin laat voelen in wat ze brengen.Waar wachten we op om die radicale, maar eigenlijk evidente, draai te nemen?
Hartelijk dank!
Wat een herkenbaar verhaal. Onlangs sprak ik nog met een verpleegkundige die afdelingshoofd was in een psychiatrische instelling. Ze nam ontslag omdat ze niet meer kon doen wat ze wou: op een correcte manier voor mensen zorgen. Dat is vreselijk jammer. Zorgverleners én patiënten moeten mijns inziens de handen in elkaar slaan om de zorgsector zorgzaam te houden (of te maken): meer preventie, meer middelen, een sterker moreel kompas. (Dit kan je ook nalezen in mijn boek ‘Een tijd tussen al mijn tijden. Perikelen in de psychiatrie’. Een beetje sluikreclame mag wel, hoop ik ;o)).)
Hartelijk dank!
Mooi artikel.
Ik lees het als een hart onder de riem om te blijven kiezen voor een kwetsbare doelgroep. Onze medewerkers ervaren ook geregeld ethische uitdagingen en zoeken samen een weg om daarin. Dan hebben we mekaar nodig om met de twijfels en eigen kwetsbaarheid om te gaan.
Tino Ruyters, Free Clinic Antwerpen
Hartelijk dank!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies