Hervorming eerste lijn
De laatste jaren groeit het inzicht dat we zorg en welzijn best niet los van elkaar zien. Iemand die ziek is, heeft vaak ook welzijnsnoden. Iemand met welzijnsvragen heeft vaak ook gezondheidsklachten.
Die wisselwerking werd gelukkig ook zichtbaar gemaakt in de recente hervorming van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Er kwamen zestig eerstelijnszones. Die werden opgericht om het werk van lokale overheden, zorg- en hulpverleners beter op elkaar af te stemmen. Deze samenwerking zet de burger met zijn zorgvraag en traject meer centraal.
‘De samenwerking in een eerstelijnszone zet de burger met zijn zorgvraag en traject meer centraal.’
Elke eerstelijnszone wordt bestuurd door een zorgraad. Deze bestaat uit vertegenwoordigers vanuit zorg, welzijn, lokale besturen en personen met een zorg- en ondersteuningsnood. Concreet worden hier huisartsen, verpleegkundigen, apothekers, sociaal werkers, lokale besturen en mantelzorgers samengebracht.
De zorgraad biedt de kans om de samenwerking tussen zorg en welzijn op lokaal niveau verder uit te bouwen. Dit maakt de integratie van sociaal werk op de eerste lijn mogelijk. Sociaal werkers uit verschillende disciplines zijn er nauw betrokken, denk aan praktijkwerkers uit de woonzorgcentra, de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg, de lokale dienstencentra, de Diensten Maatschappelijk Werk (DMW), de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) en de OCMW’s.
Sociaal werkers streven binnen de zorgraden naar een ruimer perspectief op gezondheid, met specifieke aandacht voor kwetsbare doelgroepen. Dit wordt weerspiegeld in de werking van de eerstelijnszones, waardoor sociaal werk en zorg dichter bij elkaar kan komen.
Samenwerken rond COVID
De zorgraden en eerstelijnszones waren nog maar net uit de startblokken geschoten toen begin 2020 corona voor een eerste grote uitdaging zorgde.
‘Om de pandemie aan te pakken moesten medische en sociale disciplines samenwerken.’
In Vlaanderen speelden eerstelijnzones een cruciale rol bij informatieverstrekking, contacttracing en de vaccinatiecampagnes. De covidpandemie fungeerde als katalysator voor de samenwerking tussen verschillende disciplines en overlegstructuren. Medische en sociale disciplines moesten samenwerken om de pandemie en de gevolgen daarvan aan te pakken.
Bij het streven naar een hoge vaccinatiegraad zette elke eerstelijnszone bijvoorbeeld sterk in op populatiemanagement. Er werd extra aandacht geschonken aan het bereiken van kwetsbare doelgroepen. Dit vroeg opnieuw om samenwerking. Dankzij sociaalwerkorganisaties slaagde men erin zicht te krijgen op welke groepen tot dan toe onder de radar bleven.
In de kijker
Ook individuele professionals in de gezondheidszorg voelden de noodzaak tot meer samenwerking.
Zo kwamen apothekers tijdens de pandemie in aanraking met welzijnsvragen van mensen in een kwetsbare leefsituatie. Het project #CAVAsa bracht daarom het Vlaams Apothekers Netwerk en enkele CAW’s samen. Apothekers werden aanspreekpunten voor welzijnsvragen, die ze dan gericht konden doorverwijzen naar gepaste hulpverlening in het lokale CAW.
‘De nadruk op corona heeft impact op de rol van het sociaal werk in de eerstelijnszones.’
Sociaal werkers van de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen werden op hun beurt ingezet in schakelzorgcentra. Die centra ondersteunden mensen die het ziekenhuis mochten verlaten maar omwille van sociale redenen nog niet naar huis konden. Zo bouwden deze welzijnspartners mee aan een stevige brug tussen het ziekenhuis en thuisomgeving.
Ook lokale besturen zetten hun sociaal werkers in voor bijvoorbeeld cultureel-sensitieve informatieverstrekking en om besmette personen op te bellen en proactief te peilen naar mogelijke noden.
Kortom: door corona stonden de eerstelijnszones en zorgraden van bij hun start meteen in de kijker. De aanpak van de pandemie is een perfect voorbeeld van het belang van samenwerking tussen zorg en welzijn. De nadruk op corona had echter wel een impact op de rol en inhoud van sociaal werk binnen de eerstelijnszones.
Gezondheid neemt de bovenhand
Sociaal werkers speelden tijdens de pandemie een grote rol in het bereiken van kwetsbare doelgroepen. Ze werden ingeschakeld in functie van de vaccinatiecampagne en het opvolgen van quarantainemaatregelen. Ondanks de aandacht voor kwetsbare doelgroepen, bleven deze interventies voornamelijk gericht op het medische aspect van corona.
‘Corona legde de sociale kloof opnieuw bloot.’
Die beperking is een belangrijk aandachtspunt voor de zorgraden. Met een loutere focus op het gezondheidsverhaal slaag je er namelijk moeilijker in om te beantwoorden aan de complexe en uiteenlopende zorgvragen van mensen. Brede en structurele processen die de leefsituaties van mensen bepalen, krijgen minder aandacht.
Nochtans legde corona de sociale kloof in ons land opnieuw bloot. Plots was een rustige thuisomgeving en het hebben van een laptop een voorwaarde om thuis te werken of om lessen te volgen. De sociale ongelijkheid op vlak van wonen werd door de lockdown op scherp gesteld.
Heel wat zorgraden erkennen dat sociale determinanten zoals werk, huisvesting, onderwijs en armoede door de focus op de pandemie tot nu toe te weinig aandacht kregen. We hopen dan ook dat de zorgraden in hun toekomstige beleidsplannen hiervoor meer ruimte krijgen en nemen. Het huidige traject ‘Slagkrachtige en efficiënte eerstelijnszones’ biedt alvast een kans.
Tegelijk is het ook de opdracht van sociaal werkers om alert te blijven voor bovenstaande uitsluitingsmechanismen. Binnen het eerstelijnslandschap zijn zij perfect gepositioneerd om deze mechanismen te herkennen en te signaleren. Daarom moeten sociaal werkers hun meerwaarde meer in de verf zetten. Enkel op deze manier worden zij een belangrijke schakel op de eerste lijn.
Onbekend is onbemind
Dat laatste is een grote uitdaging. Gezondheidsprofessionals zijn vaak weinig vertrouwd met sociaal werk. Sociaal werk en zorg blijken in de praktijk nog te vaak gescheiden werelden.
De complexiteit van het welzijnsveld en de veelheid aan sociaalwerkorganisaties worden door zorgprofessionels vaak benoemd als een rem op samenwerking. Die diversiteit is ongetwijfeld een van de sterke punten van het sociaal werk, maar voor veel zorgverleners is het gissen hoe en wanneer je samenwerkt met of doorverwijst naar een sociaal werker.
‘Voor veel zorgverleners is het gissen hoe en wanneer je samenwerkt met het sociaal werk.’
Gebrek aan kennis van elkaar kan het samenwerken in functie van een persoon met een zorg- en ondersteuningsnood belemmeren. Onderzoek bevestigt dan ook de nood aan kennis van elkaar(s) discipline en werking. Het is de basis voor een goede samenwerkingsrelatie.Schot, E., Tummers, L. and Noordegraaf, M. (2020), ‘Working on working together. A systematic review on how healthcare professionals contribute to interprofessional collaboration’, Journal of Interprofessional Care, 34(3), 332–342
Wanneer medische professionals aan welzijn denken, is de link naar een psycholoog vaak een van de eerste aanknopingspunten. Het sociaal werk in zorgvoorzieningen, ziekenfondsen, buurthuizen, jeugdwerk, straathoekwerk en vrijwilligersorganisaties is voor hen weinig bekend en zichtbaar. We delen de bezorgdheid van onderzoekers Pascal Debruyne en Jan Naert dat het onvoldoende betrekken van deze partners in een eerstelijnszone kan bijdragen tot de onderbescherming van de meest kwetsbare doelgroepen.
Sterk sociaal werk meer op de kaart
Hoe creëren sociaal werkers dan die meerwaarde?
Als een van de weinige niet-klinische professionals in de eerstelijnsgezondheidszorg hebben sociaal werkers kennis en ervaring om de gezondheidskloof en de sociale determinanten van gezondheid aan te pakken. Sociale determinanten van gezondheid worden gedefinieerd als “de omstandigheden waarin mensen worden geboren, opgroeien, leven, werken en ouder worden, wat betekent dat sociaal-economische factoren zoals werkloosheid, een lager opleidingsniveau of armoede bijdragen tot een verhoogd risico op gezondheidsproblemen”.
‘De brede en structurele focus op problemen is een belangrijke kracht die sociaal werkers kunnen binnenbrengen.’
Vooral de brede en structurele focus op problemen en sociale determinanten is een belangrijke kracht die sociaal werkers kunnen binnenbrengen in een gezondheidscontext.Feryn, N., De Corte, J. and Roose, R. (2021), ‘The DNA of Social Work as a Partner in Primary Health Care’, Social Work in Public Health, 1–12.
Het zijn dan ook sociaal werkers in de zorgraad die kansen zien om in te zetten op gedeelde signalering. Zo ondersteunt de eerstelijnszone in Gent de uitwerking van een signalenbundel. Dat is een instrument waarmee praktijkwerkers structurele problemen signaleren die sectoroverschrijdende oplossingen vragen.
Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) werkt via het project ‘Lokaal signaal’ aan een manier om signalen van veldwerkers te capteren en te gebruiken voor de uitwerking van een lokaal sociaal beleid. Sociaal werkers, thuisverpleegkundigen, professionals uit de diensten gezinszorg en vrijwilligers hebben door hun ervaring en aanwezigheid op het terrein immers het beste zicht op maatschappelijke en structurele problemen.
Al deze initiatieven juichen we toe. Het is immers nodig dat sociaal werkers hun evidente rol kunnen opnemen in een omgeving van gezondheidsprofessionals.
Gezondheidswinst
Dat sociaal werk in de gezondheidszorg kansen biedt, wordt benadrukt door de holistische visie op de persoon en zijn omgeving. Onderzoek toont zelfs aan dat er gezondheidswinst te boeken valt door de tussenkomst van een sociaal werker.Feryn, N., De Corte, J. and Roose, R. (2022), ‘Interprofessional primary care practice including social workers: exploring the experiences of patients in vulnerable situations’, Journal of Interprofessional Care, 1- 8.
‘Onderzoek toont aan dat er gezondheidswinst te boeken valt door de tussenkomst van een sociaal werker.’
Door de doorverwijzing van een arts naar een sociaal werker komt de sociale rechtenverkenning op de voorgrond te staan. Maar ook de omgekeerde beweging wordt gemaakt: sociaal werkers maken vanuit hun vertrouwensband met iemand gemakkelijk de link naar gezondheidsinstanties.
Nieuwe ontwikkelingen, nieuwe kansen
Nieuwe tendensen in de gezondheidszorg bieden ook kansen tot meer verbinding met het sociaal werk.
Zo krijgt het concept ‘doelgerichte zorg’ aandacht in verschillende eerstelijnzones. Bij doelgerichte zorg staan de levensdoelen en prioriteiten van de cliënt centraal. Het maakt komaf met het probleemgericht denken en de focus op klinische doelstellingen.
Deze kijk op de zorg is uiteraard niet nieuw voor sociaal werkers. De persoon met een zorg- en ondersteuningsnood vooropstellen en daarbij de sociale en familiale context betrekken in het opstellen van een zorgtraject, sluit naadloos aan bij de kernopdracht van sociaal werkers.
Public health
Ook een public health perspectief zit in de lift, bijvoorbeeld in de geestelijke gezondheidszorg. De focus ligt daarbij op preventie en gezondheidspromotie. Ook dat is een kans voor het sociaal werk.
‘Zorgzame buurten trekken volop de kaart van preventie, integrale zorg en samenwerking tussen zorg en welzijn.’
Zo gingen in een project rond rouw en psychisch welzijn in Gent het wijkgezondheidscentrum De Kaai, het lokaal dienstencentrum De Boei en het museum Dr. Guislain een samenwerking aan.
Daarnaast zet Vlaanderen sinds kort sterk in op zorgzame buurten. Die buurten trekken volop de kaart van preventie, integrale zorg en samenwerking tussen zorg en welzijn. Ook daar zijn sociaal werkers cruciale schakels om te werken aan een betere levenskwaliteit van mensen met een welzijns- en zorgnood.
Mens centraal
Sociaal werkers betrekken bij de eerstelijnszorg heeft dus verschillende voordelen. Maar het louter aanwezig zijn van verschillende puzzelstukjes maakt nog geen afgewerkte puzzel. De samenwerking tussen professionals uit welzijn en zorg mag geen doel op zich zijn. Alle partners moeten focussen op wat men vanuit die samenwerking wil waarmaken voor de persoon met een zorg- en ondersteuningsnood.
Door een wederzijdse afhankelijkheid ten aanzien van elkaars expertise is er een meerwaarde die door geen enkele individuele professional of organisatie bereikt kan worden. Maar naast voordelen voor burgers, kan die gedeelde verantwoordelijkheid ook voor meer reflectie zorgen bij organisaties. Ook dat is belangrijk.De Corte, J. (2015), Lokaal sociaal beleid en toegankelijke maatschappelijke dienstverlening: een onderzoek naar de relatie tussen lokale besturen en private non-profitorganisaties, Universiteit Gent, Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek, 235p.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies