150.000 kinderen in armoede
Enkele cijfers die we ook in ons werk steeds benoemen. Er leven in Vlaanderen 150.000 kinderen in armoede. 12,7 procent van de kinderen groeit op in een gezin in armoede. De cijfers over kinderarmoede zijn hoger dan de gemiddelde Vlaamse armoedecijfers (10 procent).
‘In eenoudergezinnen loopt 26 procent van de kinderen risico op armoede.’
Het armoederisico hangt samen met de gezinssamenstelling. In eenoudergezinnen loopt 26 procent van de kinderen risico op armoede en 31 procent van de alleenstaande ouders zegt moeilijk rond te komen. 6 procent van de minderjarigen komt thuis materieel en sociaal veel tekort.
Bijna een op de vijf kinderen leeft in een gezin dat geen onverwachte uitgaven van 1.000 euro aankan en 15 procent van de kinderen kan geen week buitenshuis op vakantie. Regelmatig meedoen met vrijetijdsactiviteiten is niet haalbaar voor ongeveer een op de tien kinderen. Opmerkelijk is ook het verschil naargelang van het aantal kinderen in het gezin. 12 procent van de gezinnen met drie of meer kinderen leeft onder de armoedegrens. Bij kleinere gezinnen is dat aandeel lager. Deze cijfers komen van Statistiek Vlaanderen en de EU-SILC enquête.
Kinderarmoede
“Kinderarmoede is een grote maatschappelijke uitdaging met aanzienlijke gevolgen”, zeggen experten. “Niet enkel voor de kinderen en hun gezin, maar ook voor de hele samenleving.”
Zoals te lezen staat op de website en in het laatste onderzoek over kinderarmoede van de Koning Boudewijnstichtingvan 2023: “Sinds 2018 gebruiken EU-lidstaten, bovenop het inkomen van de ouders, een extra indicator om kinderarmoede te meten: de specifieke deprivatie van kinderen in België. Deze indicator meet de dagelijkse moeilijkheden van kinderen, die kunnen verschillen van die van hun ouders.”
Hij is gebaseerd op de toegang tot zeventien items die als essentieel worden beschouwd voor een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van elk kind dat opgroeit in Europa. Eet het kind elke dag fruit en groenten? Kan het kind soms vriendjes uitnodigen thuis? Is de woning voldoende verwarmd?…
Een kind wordt beschouwd als gedepriveerd als het minstens drie van deze zeventien items niet heeft. Sommige kinderen zijn meer blootgesteld aan materiële deprivatie. Het risico is veel groter voor kinderen van wie de ouders geen werk hebben, een beperkt inkomen hebben, laagopgeleid zijn, een woonst huren, uit een niet-EU- land zijn of alleenstaand zijn – en dan vooral alleenstaande moeders.
Veelvuldige gevolgen
De studie legt een verband bloot tussen deprivatie en gezondheidsproblemen: een gedepriveerd kind loopt drie keer meer risico om niet gezond te zijn. Dit kan gevolgen hebben op korte en lange termijn, wanneer de kinderen volwassen zijn.
‘Kinderen die opgroeien in armoede zitten minder in de kinderopvang.’
Kinderen die opgroeien in armoede hebben vaker medische behoeftes waar niet aan beantwoord wordt, zitten minder in de kinderopvang, worden minder opgevangen door familie, wonen vaker in een sociale woning.
Voor het eerst is in cijfers ook het veel grotere risico aangetoond om op te groeien in armoede als een kind opgroeit bij een alleenstaande moeder en hoe vaak deze moeders hun kinderen zonder alimentatie moeten opvoeden en hoe vaak deze moeders door omstandigheden niet voltijds kunnen werken, wat hun kwetsbaarheid voor armoede verder in stand houdt.
Niet onontkombaar
Kinderarmoede is en blijft een verontrustende realiteit, maar ze is niet onontkoombaar zeggen de experten verder. “Het inzetten en versterken van gerichte beleidsmaatregelen is een krachtige hefboom om de vicieuze cirkel van de armoede te doorbreken.” En dat is hoopgevend.
De studie biedt in dit opzicht verschillende sleutels voor een beter begrip die nuttig kunnen zijn voor beleidsmakers die effectieve structurele maatregelen willen nemen om kinderarmoede te bestrijden.
Rauwe realiteit
Dat ook in België en Vlaanderen armoede helaas veel te vaak een barrière opwerpt voor de verwezenlijking van de rechten van kinderen stellen we ook vast in de signalen en meldingen bij onze klachtenlijn. Ze maken duidelijk wat de rauwe realiteit is van opgroeien en leven in armoede en hoe dat kinderen en hun rechten treft.
‘Gezinnen kunnen vaak niet terugvallen op een netwerk of andere mensen.’
Het gaat dan over problemen op school, gezondheidsproblemen, hulpverlening die ontbreekt of niet bereikbaar is, sociaal isolement en mentale problemen, onzekerheid en drempels die een migratiecontext met zich meebrengt. Te vaak ligt een armoedesituatie op de achtergrond in het leven van die kinderen en gezinnen mee aan de oorsprong van de moeilijkheden. Die te vaak kansen van kinderen belemmeren en hun welzijn bedreigen.
De verhalen van jongeren en ouders komen binnen. In hun verhalen valt op hoe ouders in armoede vaak alles overhebben voor hun kinderen. En dat gezinnen te vaak niet kunnen terugvallen op een netwerk en andere mensen. Dat ze vaak niet durven te vragen om waar ze recht op hebben uit angst wat ze nu hebben te verliezen of uit angst voor stigmatisering.
Wachten
Het valt ook op dat tijd een cruciaal element is in het leven van kinderen. Kinderen en jongeren veranderen voortdurend en kunnen geen jaren wachten om hun noden vervuld te zien.
‘Wachten op wat je toekomt, heeft zware gevolgen en is geen optie als je jong bent.’
Ik denk aan de getuigenis van Danko van 18 jaar, in het Manifest van vzw Jong, die het gevoel heeft dat hij de hele tijd moet wachten. Die talent heeft maar niet met de voetbalcompetitie mag meedoen omdat hij geen papieren heeft. Die zegt dat hij daar triest van wordt en niet wil uitgaan en geen liefje wil. Zijn uitspraak “mijn leven is gelijk al afgelopen, terwijl het nog moet beginnen”, zegt het allemaal. Wachten op wat je toekomt, heeft zware gevolgen en is geen optie als je jong bent.
Sociaal werk
De gevolgen van opgroeien en leven in armoede dringen ook elke dag door bij jeugdwelzijnswerkers en sociaal werkers. Ze voelen en horen wat er leeft. Ze bijten zich vast en zoeken naar oplossingen. Ze proberen gezinnen en kinderen toe te leiden naar waar ze recht op hebben: een gezonde woning, vrijetijdsactiviteiten, hulp.
‘De gevolgen van armoede in de kindertijd blijven ook later nog sterk doorwegen.’
De complexiteit van de problemen die ze tegenkomen, de vele lagen in de verhalen vergen intense samenwerking op verschillende niveaus om verandering te krijgen. En een ambitieuzer Vlaams en Belgisch armoedebeleid.
Er is een effectiever, structureel armoedebeleid nodig en extra aandacht voor armoede bij kinderen, want: het armoederisico bij kinderen ligt hoger. Kinderen beleven armoede op hun eigen manier. Ze ervaren zelf de gevolgen van armoede, niet alleen thuis, maar ook daarbuiten: op school en in hun vrije tijd. Kinderen ondergaan armoede niet passief en de gevolgen van armoede in de kindertijd blijven ook later nog sterk doorwegen.
Essentiële basisvoorwaarden voor een waardig leven zoals een dak boven je hoofd, een leefbaar inkomen, toegang tot gezondheidszorg of psychologische zorg, tot gezonde voeding, zijn voor veel gezinnen en dus ook kinderen en jongeren niet ingevuld.
Geldzorgen
Ouders die in financiële onzekerheid leven, zullen er vaak alles aan doen om hun kinderen zoveel mogelijk te vrijwaren van de negatieve gevolgen. Ouders in armoede spreken me soms aan dat het zo belangrijk is dat zij meer een stem krijgen in hoe zaken aangepakt worden. Op school, in de gemeente, in het beleid. Dat dat een groot verschil kan maken en ze nu te vaak niet genoeg gehoord of betrokken zijn.
‘Er is een grote correlatie tussen gezinnen die in extreme armoede leven en kinderen in de jeugdhulp.’
Er is een grote correlatie tussen gezinnen die in extreme armoede leven en kinderen in de jeugdhulp. Als meldingen bij onze klachtenlijn binnenkomen, registreren we systematisch of er ook een armoedeprobleem is in het gezin. Vaak moeten we vaststellen dat dat het geval is als er problemen zijn op school, in de jeugdhulp of met de verblijfsprocedure.
En ook in minder extreme gevallen zorgt financiële onzekerheid vaak voor een levenslang trauma. Door onze brede definitie van geweld moeten we armoede zeker als een belangrijke – en misschien wel de meest primaire – vorm van geweld zien. Voortdurende geldzorgen zijn een aanslag op het mentale welzijn van jongeren en kinderen en laten zich voelen in alle aspecten van het leven.
Kind van de rekening
Kinderen in ernstige armoede kunnen vaker geen vriendjes uitnodigen voor hun verjaardag, ervaren hierdoor stress, kunnen minder op vakantie gaan, hebben thuis vaker geen eigen plekje, wonen vaker niet op een duurzame of kwaliteitsvolle manier, kunnen soms niet mee op schooluitstap, krijgen soms hun schoolboeken niet doordat de rekeningen nog niet betaald zijn, of krijgen geen toegang tot gezonde maaltijden, aangepaste kleren, gezondheidszorg. Het gaat vaak om basisbehoeften die voor veel mensen vanzelfsprekend zijn.
Die realiteit kan verregaande gevolgen hebben: sociaal isolement, onrust, angst, frustraties en zorgen. De impact van armoede op kinderen is bovendien groter omdat ze in volle ontwikkeling zijn. Ze zijn niet alleen spreekwoordelijk, maar ook letterlijk het kind van de rekening – zoals we in een van onze adviezen schreven.
Schending van kinderrechten
Je kunt armoede zien als een grove schending van verschillende rechten van het kind. Een kind moet zich volgens artikel 6 van het Kinderrechtenverdrag kunnen ontwikkelen op de best mogelijke manier. De voorbeelden hierboven maken duidelijk dat dat vaak niet het geval is als ze opgroeien in armoede.
Bovendien specifieert het verdrag dat kinderen gezond moeten kunnen leven, en naast de basisbehoeften eten, drinken, kleren en huisvesting ook recht hebben op volwaardig onderwijs, op kansen om hun talenten te ontwikkelen en op rust, vrije tijd en spel. Stuk voor stuk rechten die in armoede sterk onder druk staan.
‘Heeft onze samenleving genoeg aandacht voor armoede?’
We moeten ons afvragen of onze samenleving genoeg aandacht heeft voor armoede. Hoe zijn we als maatschappij georganiseerd om dat op te vangen? Doen we dat goed genoeg? De meeste uitkeringen in België blijven ver onder de Europese armoedegrens, en zelfs die is nog te pover om mensen volop te laten participeren in de samenleving. Zelfs bij werkende gezinnen liggen de inkomsten te vaak lager dan de minimumuitgaven die nodig zijn voor een menswaardig leven.
Het is aan de overheid om te zorgen dat basisbehoeften betaalbaar blijven voor iedereen. Ook daar laat het Kinderrechtenverdrag geen twijfel over bestaan. “De Staten die partij zijn, erkennen het recht van ieder kind op een levensstandaard die toereikend is voor de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling van het kind.” En ook daar weer de bepaling dat ouders de eerste verantwoordelijkheid dragen en dat de staat de plicht heeft om ouders daarin te helpen en te ondersteunen.
Potentieel om beter te doen
Daar ligt een groot potentieel. Goede kinderopvang toegankelijk maken voor kwetsbare gezinnen kan de kwetsbaarheid voor een stuk compenseren. Dat heeft de kracht om mensen en hun netwerk te versterken.
‘Goede kinderopvang toegankelijk maken voor kwetsbare gezinnen kan de kwetsbaarheid voor een stuk compenseren.’
De Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar James Heckman toonde dat investeren in de eerste vijf levensjaren, bijvoorbeeld in kinderopvang en kleuteronderwijs, de grootste winst oplevert voor mensen zelf en voor de maatschappij. Op alle vlakken, studies, gezondheid, werk, welzijn. Het vermindert duurdere interventies in het latere leven. Dat potentieel blijft nu nog onderbenut.
Het beleid evolueert in de richting om werkende ouders meer voorrang te geven, terwijl kinderopvang cruciaal is voor mensen in armoede om hun situatie te kunnen verbeteren en voor kinderen om meer kansen te krijgen.
Kindtoets
We schrijven regelmatig aanbevelingen om dat probleem beter aan te pakken. Want het gebeurt al te vaak dat op het eerste gezicht goede oplossingen het kinderperspectief over het hoofd zien.
Een heel concreet voorbeeld was ons advies in 2023 over de collectieve schuldenregeling. De Vlaamse overheid had een wetsvoorstel om de situatie van mensen met schulden draaglijker en menselijker te maken. Dat is alleen maar toe te juichen. Alleen hield het wetsvoorstel te weinig rekening met de situatie van ouders met kinderen.
Het is onze taak om op zo’n moment mee de stem van het kind en het kindperspectief te laten horen. In dat geval was onze suggestie om de schuldbemiddelaar te verplichten tot een zogenaamde ‘kindtoets’ om het budget van het gezin op te stellen. Zo wordt ook rekening gehouden met de noden van minderjarige kinderen – zoals studiekosten of een hobby.
Reacties [3]
wat er ook heel belangrijk is, dat het geluk van het kind telt, een kind dat niet bang is van zijn mama en niet word achteruit gestoken voor de kinderen van haar vriend, en dat het kind iemand moet hebben dat hij vertrouwt en gelooft en eten krijgt
Armoede geeft overheid een plicht om gezin te ondersteunen echter niet het recht om het kind uit het gezin weg te halen. Echter het gezin moet altijd de regie behouden en niet onder de knoet van de “professionals” komen. Zij hebben wellicht meer inkomen echter zorg en liefde wat kinderen zeer hard nodig hebben. Want van geld hangt niet alles af. Dit wordt ook vaak vergeten.
De centjes… niet enkel de centjes zijn een issue voor de kindjes.
Het is de doctrine van mensen die hun geld royaal uitgeven. “Ga je op school vertellen over je reis?” En zo wordt de toon gezet naar vakantie = reizen…
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies