Verhaal

Sociale economie zorgt voor meer handen in ouderenzorg

Marie 's Hertogen

De ouderenzorg kampt met een personeelstekort. Tegelijk wachten talloze getalenteerde werknemers in de sociale economie op een eerlijke kans op de arbeidsmarkt. Het project ‘Tea for two’ bouwt de brug tussen deze twee werelden.

© vzw De Biehal

Tekort aan personeel

In het project Tea for Two zochten we met drie woonzorgcentra en drie maatwerkbedrijven toenadering tot elkaar.Project gefinancierd door Europees Sociaal Fonds (ESF).Kunnen we nieuwe functies creëren op maat van medewerkers uit de sociale economie en zo het zorgpersoneel versterken? Gedurende drie jaar namen we de proef op de som.

‘We moeten out of the box durven denken.’

“Er is een steeds groter tekort aan zorgpersoneel. Om daarmee om te gaan, moeten we out of the box durven denken”, motiveert Nathalie Van Ginneken, van woonzorgcentrum Ter Vest uit Balen hun deelname aan het project. “Het was voor ons de ideale manier om te experimenteren met oplossingen vanuit de sociale economie.”

Tegelijk is Ter Vest een van de grootste werkgevers van deze gemeente. Ook op dat vlak willen ze hun verantwoordelijkheid opnemen. “Naast zorgverlening willen we ook kansen creëren voor kwetsbare mensen op de arbeidsmarkt”, aldus Nathalie.

Hoe werkt het?

Heel wat organisaties in de sociale economie werken al samen met woonzorgcentra: ze versterken de klusjes- of groendienst, doen de was en de strijk, komen poetsen… Om een echte winsituatie voor het zorgpersoneel te creëren, ging Tea for Two nog een stap verder.

De takenpakketten van zorgkundigen en logistieke medewerkers werden onder de loep genomen. Wat bleek? Ze bevatten heel wat laagdrempelige taken. Boterhammen smeren, koffie rondbrengen, een wandelingetje maken met de bewoners, bedden opmaken, was wegleggen…

‘Boterhammen smeren, koffie rondbrengen, een wandelingetje maken met de bewoners… Mensen uit de sociale economie kunnen die taken perfect uitvoeren.’

Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen die dagelijkse taken perfect uitvoeren. Voeg ze samen en je hebt jobs op maat van de werknemers uit de sociale economie.

Door die opdrachten uit te besteden, daalt de werkdruk bij het bestaande personeel. Zij kunnen zich opnieuw meer op hun zorgtaak focussen. Met de extra handen in de zorg, slagen de woonzorgcentra er bovendien in om hun bewoners beter te omringen.

Uitgetest

Het nieuwe takenpakket werd tijdens drie periodes van telkens drie maanden uitgetest. Heel wat verschillende profielen uit sociale economie kregen de kans om deel te nemen aan de stages. Doordat zij voornamelijk laagdrempelige taken uitvoerden, was er weinig tot geen opleiding nodig. Vooral de goesting om met ouderen te werken was belangrijk.

Een goede structuur in het takenpakket en een vertrouwenspersoon op de werkvloer zorgden ervoor dat de nieuwe medewerkers zich snel thuis voelden op hun nieuwe werkplaats. De medewerkers apprecieerden het sociale contact en de waardering die ze kregen van collega’s en bewoners.

Opengebloeid

Philip van maatwerkbedrijf De Ploeg werkte als logistiek assistent in Home Elisabeth in Sint-Truiden. Hij hielp in de keuken, bijvoorbeeld met het dekken van de tafels, en assisteerde de bewoners bij het eten. Ook de bedden opmaken en het proper wasgoed op de kamers leggen, behoorde tot zijn takenpakket.

“Op tijd en stond maakte ik graag tijd voor een babbeltje met de bewoner”, vertelt Philip. “Zeker in tijden van corona was dat hard nodig. Het gewone, de dagelijkse structuur van de bewoners was volledig weggevallen en je voelde dat ze er nood aan hadden om hun hart te luchten.”

‘Ik kan hier mezelf zijn, met alles erop en eraan. Dat is heel fijn.’

“Voor de kleinste dingen zoals een stoel dichterbij schuiven, kreeg ik enorm veel waardering en dankbaarheid. Ook de klik met het personeel was er meteen. Dat hangt natuurlijk ook een beetje van jezelf af. Als je gemotiveerd bent om hard te werken, weten je collega’s ook dat ze op je kunnen rekenen.”

Een vaste job in dit woonzorgcentrum? Daar zou Philip direct voor tekenen. “Had ik dit 30 jaar geleden geweten… Ik ben van nature vrij introvert en ben hier helemaal opengebloeid. Ik kan hier mezelf zijn, met alles erop en eraan. Dat is heel fijn.”

Philip: “Voor de kleinste dingen zoals een stoel dichterbij schuiven, kreeg ik enorm veel waardering en dankbaarheid.”

© vzw De Biehal

Wennen aan de samenwerking

Bij de medewerkers uit de sociale economie viel het takenpakket meteen in de smaak. Maar het woonzorgcentrumpersoneel had wat meer tijd nodig om aan de nieuwe samenwerking te wennen. Wie zijn die mensen die uit de sociale economie? Gaan we hierdoor niet nog meer werk krijgen? Ze gaan ons werk toch niet afnemen?

‘Hoe meer de nieuwe medewerkers ingewerkt raakten, hoe duidelijker de voordelen voor het zorgpersoneel: meer tijd voor zorgtaken, minder werkdruk en een betere zorg voor de bewoners.’

Heldere en voortdurende communicatie over de nieuwe samenwerking was daarom heel belangrijk. Een aantal personeelsleden uit het woonzorgcentrum volgden een workshop over het begrijpen en begeleiden van personen uit de sociale economie. In het begin moet er dus best wel wat energie geïnvesteerd worden in de samenwerking.

Die inspanningen verdienen zich op termijn dubbel en dik terug. Tijdens de pandemie werd het nut van Tea for Two bevestigd. De extra handen waren meer dan welkom om de crisis de baas te kunnen. Hoe meer de nieuwe medewerkers ingewerkt raakten, hoe duidelijker de voordelen voor het zorgpersoneel: meer tijd voor zorgtaken, minder werkdruk en een betere zorg voor de bewoners.

Echt iemand van het team

“De start verliep wat stroef, omdat ons personeel taken uit handen moest geven die ze gewend zijn om zelf uit te voeren. Het voelde vreemd aan om die taken plots te laten liggen”, vertelt Nathalie van woonzorgcentrum Ter Vest.

Maar tegen het einde van de stageperiode waren de nieuwe medewerkers volledig opgenomen in de zorgteams. “Ze werden niet meer bekeken als medewerkers uit de sociale economie die kwamen helpen, maar echt als iemand van het team. Als iemand waarmee we samen konden pauzeren, lachen en babbelen.”

Het project werkt

Bij woonzorgcentrum Sint-Jan Berchmans in Hamont-Achel voltrok zich een gelijkaardige evolutie. “In het begin stonden onze medewerkers twijfelachtig tegenover de samenwerking, maar dat is nu volledig omgeslagen”, vertelt diensthoofd Annemie Sevens.

“Ons personeel komt nu aan onze mouw trekken met de vraag of de sociale economiemedewerkers kunnen blijven”, zegt Annemie. “Op dagen dat ze er niet zijn, worden ze echt gemist. Dan pas valt het op hoeveel zij uit handen nemen en dat ze deel van het team geworden zijn.”

‘Mensen uit de sociale economie zullen meer inzetten op de levenskwaliteit en het gezellig samenzijn. Dat is net wat onze bewoners zo fijn vinden.’

“Mensen uit de sociale economie zijn niet medisch opgeleid en kijken met een andere bril naar de bewoners. Zij zullen veel meer inzetten op de levenskwaliteit en het gezellig samenzijn. Dat is net wat onze bewoners zo fijn vinden.

Een medewerker pompt een rolstoel op.

© vzw De Biehal

Wanneer kom je terug?

Hoe ervaren de bewoners het project? “Zij weten eigenlijk niet dat we mensen uit de sociale economie inschakelen”, zegt Marijke, sociaal werker in woonzorgcentrum Sint-Jan Berchmans.

‘Er is veel meer aandacht mogelijk voor wat bewoners leuk vinden.’

“We merken wel dat de medewerkers uit de sociale economie echt een extraatje kunnen meegeven aan de bewoners en dat zij meer tijd krijgen om hun taken uit te voeren. Dat voelen de bewoners”, vertelt Marijke. “Zij bouwen makkelijk een band op met elkaar en vragen al snel: ‘Welke dagen kom jij werken?’ of ‘Wanneer kom je terug?’.”

Begeleiding

Dat de zes partners vorig jaar bij het afronden van het project overtuigd waren van het nieuwe samenwerkingsmodel hoeft niet te verbazen. Toch moesten er nog een aantal obstakels overwonnen worden om de nieuwe samenwerking structureel te verankeren.

‘De zes partners waren overtuigd van het nieuwe samenwerkingsmodel.’

Wat bijvoorbeeld met de begeleiding van de werknemers uit de sociale economie die aan bepaalde normen moet voldoen? Organisaties uit de sociale economie rollen hun activiteiten normaal uit binnen de eigen muren, zoals kringwinkels, groendiensten of een eigen horecazaak.

Dit project verlaat deze omgeving. Mensen worden tewerkgesteld in de reguliere economie, maar onder de voorwaarden en omstandigheden van de sociale economie: medewerkers voeren een job uit binnen het woonzorgcentrum, maar op hun eigen tempo en afgestemd op hun talenten en capaciteiten. Bovendien komt een begeleider uit de sociale economie nog regelmatig op bezoek om de nodige ondersteuning te bieden.

Dienstverleningsovereenkomst

Deze nieuwe vorm van samenwerken zal door de Tea for Two-partners verdergezet worden via een dienstverleningsovereenkomst. Dat bleek de enige financieel haalbare en juridisch sluitende oplossing.Een dienstverleningsovereenkomst is niet hetzelfde als enclavewerking, wat vaak toegepast wordt in de sociale economie. Daarbij gaat een ploeg sociale-economiemedewerkers onder leiding van een begeleider meewerken in een regulier bedrijf. Een hele ploeg medewerkers is te veel voor de meeste kleinschalige woonzorgcentra.

Om de weg naar een doorgedreven samenwerking tussen sociale economie en zorg helemaal vrij te maken, formuleerden we een aantal beleidsaanbevelingen. Zo zou het bijvoorbeeld goed zijn als woonzorgcentra die hiermee aan de slag gaan een financiële incentive ontvangen. Ook zijn huidige normeringen over de begeleiding niet aangepast aan deze specifieke werksituatie.

Onze beleidsaanbevelingen maakten we over aan de bevoegde ministers van Welzijn Wouter Beke en van Sociale Economie Hilde Crevits. Dat er binnenkort wellicht een projectoproep zit aan te komen om te experimenteren met deze nieuwe samenwerkingsvorm, toont aan dat ook zij hier toekomstmuziek in zien.

Doorstroom

Tea for Two werkte op een stimulerende manier aan doorstroom. Door medewerkers uit de sociale economie te laten proeven van taken in de reguliere economie, ontwikkelen ze zelfvertrouwen en vaardigheden die nuttig zijn bij hun tewerkstelling binnen de sociale economie, maar zeker ook in functie van toekomstige doorstroom naar het reguliere werkveld.

Met deze samenwerking brengen we mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt dus weer een stapje dichter bij een reguliere tewerkstelling. En dat op een manier die het tekort aan handen in de zorg een stukje verkleint.

Reacties [1]

  • Josephine

    De verzorgenden hoeven niet te vrezen voor hun job.
    De logistieke hulpen (opleiding bso) dreigen zo niet aan hun job toe te komen …
    Ze zijn gepast voor hun job, te sterk voor de sociale economie, maar te zwak voor het hogere segment …
    Het zou mogen stoppen om de mensen uit de sociale economie alle leuke jobs aan te bieden … zo creëeren we een nieuwe groep sociaal uitgeslotenen …

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.