Een kleine verschuiving
“Het boeit me niet.” Dat hoor ik vaak als jeugdhulpverlener. Jongeren zeggen het wanneer het gaat over school, over hun lichaam, over familie of zelfs over keuzes die hun toekomst bepalen. Niet omdat ze niets voelen, maar omdat ze vaak niet weten wat er voor hen toe doet. Er is geen richting. Geen vuur. Geen gevoel van: dit is van mij, hier doe ik het voor.
In de adolescentenwerking van vzw Martens-Sotteau waar ik als teamverantwoordelijke mee jongeren begeleid, zie ik dit gemis dagelijks terug. En toch, wie met jongeren werkt, herkent het moment waarop er plots wel iets beweegt. Je kan het niet plannen of opleggen. Vaak ontstaat het bij een ontmoeting, een ervaring, een onverwacht moment van rust of erkenning.
‘Zingeving is een klein kantelpunt waar betekenis sterker wordt dan onverschilligheid.’
Wat dan gebeurt, noemen we vaak een ‘klik’. Een besef, een kleine verschuiving die iets opent. Moeilijk te vatten, maar telkens krachtig. Het lijkt iets te raken dat dieper zit. Iets wat betekenis, verbinding en zingeving krijgt of heeft. Iets waarvoor jongeren moeite willen doen en hun eigen patronen willen doorbreken. Voor mij is dat zingeving, een klein kantelpunt waar betekenis sterker wordt dan onverschilligheid.
We praten graag over prestatiedruk, sociale media en mentaal welzijn. Terecht, maar onder al die symptomen zit een fundamenteler gemis: zingeving. Niet weten wie je bent, waarvoor je leeft of wat je leven voor jou betekenisvol maakt. In een samenleving die draait om presteren, delen, pronken en waarin zelfs lijden soms wordt ingezet om status te verkrijgen, zijn we vergeten hoe belangrijk het is om te kunnen zeggen: “Ik doe ertoe en mijn leven ook.”
De stille leegte onder de oppervlakte
Zingeving is geen wollig woord. Het gaat over iets heel menselijks: voelen dat je leven verbonden is met iets of iemand. Dat je ertoe doet. Dat je keuzevrijheid geen leegte is, maar een kans om verantwoordelijkheid op te nemen. Niet alles hoeft groots of spiritueel te zijn. Zin zit ook in zorgen voor iemand, ergens bij horen, een eigen pad volgen of gewoon trouw zijn aan jezelf en je waarden.
Als die ervaring ontbreekt, ontstaat er leegte. Jongeren raken verdwaald. Sommigen sluiten zich af, anderen worden opstandig. Velen blijven vastzitten in routines die verdoven of afleiden: scrollen, gamen, middelengebruik of zich eindeloos terugtrekken. Dit doen ze niet uit gemakzucht, maar omdat het alternatief ondraaglijk is.
In het rapport ‘Zingeving in zorg’ van de Nederlandse organisatie ZonMw wordt dit scherp benoemd: wie geen zingeving ervaart, loopt meer risico op psychisch lijden, sociaal isolement en innerlijke leegte. Tegelijk laat het zien dat wanneer zingeving wel ruimte krijgt, dit leidt tot herstel, motivatie en verbondenheid. Niet alleen bij ouderen of ernstig zieken, maar ook bij jongeren en ouders die zoeken naar richting en waarde in het leven.
Wat zingeving wel kan doen
Als jongeren ruimte krijgen om na te denken over wat voor hen betekenisvol is, begint er iets te bewegen. Niet omdat ze plots ‘gelukkig’ zijn, maar omdat ze richting krijgen. De vraag verschuift van ‘Wat is er mis met jou?’ naar ‘Wat doet ertoe voor jou?’. En dat maakt verschil.
‘Niet elke jongere is stuurloos, maar voor velen is er niets dat richting geeft.’
Onderzoek binnen de positieve psychologie toont aan dat zingeving veerkracht verhoogt, herstel ondersteunt en terugval in psychische problemen kan verminderen. Hetzelfde zien we bij begeleidingsmethodes waar mensen hun levensverhaal kunnen herontdekken of in scholen die ruimte maken voor vragen die verder gaan dan diploma’s en cijfers.
Niet elke jongere is stuurloos, maar voor velen is er niets dat richting geeft. Ze hebben niet alleen ruimte nodig om na te denken, maar ook prikkels om uit hun patroon te breken. Als jeugdhulpverleners hebben we daarin een rol te spelen. De jongeren duwen ons soms weg, houden zich stoer of ongeïnteresseerd, maar vaak is dat net het teken dat er iets wringt. Precies daar mogen we er onvoorwaardelijk blijven staan: niet met oplossingen, maar met aanwezigheid en betrokkenheid.
In Vlaanderen groeit het bewustzijn hierover en zijn er praktijken waarvan ik zie dat ze, zonder het expliciet te benoemen, toch wezenlijk met zingeving bezig zijn. Een voorbeeld is Buiten Beeld in Gent van vzw Stappen en vzw Lejo. Het is een ervaringsgerichte dagbestedingsplek voor jongeren die tijdelijk uitvallen uit schoolse trajecten. In open ateliers kunnen ze zoeken, proberen, leren en rusten. Zonder druk en zonder oordeel. Niets doen is oké.
Zingeving is in dit soort praktijken geen opgelegd thema, maar het ontstaat in de manier van werken. Ruimte geven, aanwezig zijn, in gesprek gaan zonder agenda en op het tempo van de jongeren. Bij het werken met hout, koken of gewoon samenzijn duiken existentiële vragen op als: Wat wil ik? Wat kan ik? Waar hoor ik bij? Er hoeft niet meteen een antwoord voor uitgesproken worden.
Waarom we liever zwijgen
Toch blijven we het moeilijk vinden om over zingeving te spreken. Misschien omdat het te groot voelt of omdat we bang zijn voor wat het losmaakt. Want als je jezelf echt afvraagt waarvoor je leeft, dan kijk je in een spiegel. En die vragen vermijden we liever. In een cultuur waarin alles maakbaar lijkt, is het lastig om toe te geven dat we soms gewoon verloren zijn.
‘In een cultuur waarin alles maakbaar lijkt, is het lastig om toe te geven dat we soms gewoon verloren zijn.’
Soms vullen we die leegte op met ideologieën of morele stellingnames die houvast geven. Of je nu links of rechts denkt, progressief of conservatief: het kan verleidelijk zijn om je identiteit te koppelen aan wat je verdedigt, waar je tegen bent of welke waarden je uitstraalt. Het lijkt dan alsof je ergens voor leeft. Maar vaak gaat het meer over bevestiging krijgen van anderen dan over echte verbinding.
Zingeving vraagt iets anders. Geen vlag, maar een kompas. Niet roepen: “Kijk hoe goed ik ben!”, maar durven vragen: “Wat is voor mij werkelijk van betekenis en leef ik daar ook naar?”
Ik zie dagelijks wat het gebrek aan zingeving doet met jongeren. Maar ook wat er mogelijk is als het wel ruimte krijgt. Zingeving is geen luxe. Het is geen spiritueel bijgerecht. Het is de grond onder onze voeten. Zonder die grond gaan we schuiven, vallen, zoeken.
Zin doet ertoe. Niet alleen voor jongeren, maar voor ons allemaal.


Reacties [10]
Ik vind het belangrijk om de vraag te stellen: wie ben ik eigenlijk? Zelf had ik lange tijd eerder een tamelijk negatieve identiteit: dat ik onbeduidend zou zijn en dat ik geen enkele invloed kan uitoefenen op anderen. Maar ik besefte dat dit een self-fulfilling prophecyu kon worden: een voorspelling die eigenlijk niet waar is maar datdie kan uitkomen omdat ik er zelf in geloof. Ik besefte dat ik beter kon beginnen met enkele eigenschappen te ontdekken die positief zijn! En dat die uitspraken ook waar, realistisch en haalbaar behoorden te zijn. Vervolgens vind ik het nu van belang om deze nieuwe uitspraken in verschillende situaties in te oefenen en zoek ik naar bewijzen die mijn uitspraken ondersteunen. En vooral: Ik probeer daarbij écht liefdevolle en inspirerende mensen voor de geest te halen die me ondersteunen. Want ik ben al in valkuilen terechgekomen.Liefdevolle ,steunende mensen zijn dan nodig om me uit die valkuilen te bevrijden. Elke ochtend bezinnen is nodig.
Net was ik met de auto op de baan en zag een fietser met fluohesje waarop stond ‘wat beweegt u’
Ik lees jouw artikel. Proficiat
Sterk, waardevol artikel Jorn!
Wat een krachtige opinie! Wat een rake verschuiving in vragen en de concrete focus op aanwezigheid en betrokkenheid! Bedankt!
Prachtige tekst!
Beste Jorn, u slaat de nagel op de kop. Dankjewel om dit punt te maken.
helemaal mee eens Veerle,
de ouders in onze werking (Ouderspunt) hebben dit ook ingebracht tijdens de gesprekken ter voorbereiding van het jeugddelinquentiedecreet
Heel zinvol artikel, Jorn!
Cruciale vraag: De vraag verschuift van ‘Wat is er mis met jou?’ naar ‘Wat doet ertoe voor jou?’. En dat maakt verschil.
Mijn pleidooi is om op sociaal werk opleidingen de narratieve methode te onderwijzen – naast alle andere 19 beproefde SW-methoden – zodat SW’ers weten hoe ze samen met de jongere helpende perspectieven kunnen ontwikkelen. Inderdaad niets erger dan existentiële leegte, dan nog liever een negatieve identiteit aannemen, met soms extreem agressieve uitingen: van zero tot Hero. Of zelf agressie uitmondend in zelfverwaarlozing, zelfverwonding, suïcide(pogingen). Mooi pleidooi voor het opleiden in de narratieve bekwaamheid!
Graag contact hierover: monnink@home.nl
Heel herkenbaar. Het verdwijnen van religie? Ik ben zelf niet ‘gelovig’ maar het gaf/geeft mensen wel betekenis. We zijn zoekend maar vinden niet meteen iets in de plaats. Jeug(welzijn)werkers zijn misschien wel de nieuwe pastoors van vandaag?
Zinvol artikel! Reikt handvatten om als ouder met je puber het gesprek aan te gaan.