Ambulare of wandelen
Hulpverlening kan op elke denkbare locatie. Bij residentiële hulp verblijft de cliënt voor langere tijd in de instelling, bijvoorbeeld een jeugdhulpvoorziening, ziekenhuis of woonzorgcentrum. Niet-residentiële of ambulante hulp gebeurt bijvoorbeeld in de gespreksruimte van de hulpverlener, bij de cliënt thuis, op school, op het werk of in het kraakpand. Wie de gastheer en gast is wisselt, elk in de eigen vertrouwde omgeving.
‘Een gesprek in een afgesloten gespreksruimte heeft altijd iets kunstmatigs.’
Graven we wat dieper naar de betekenis van ‘ambulant’, dan komen we terecht bij het Latijnse ‘ambulare’ of wandelen. Ambulante hulp waarbij hulpverlener begeleider en cliënt samen op stap gaan in de publieke ruimte? Dat is dus zo gek nog niet.
Sociaal werker Maarten is begeleider bij ondersteuningsdienst Mobilant en gaat regelmatig op wandel met de mensen die hij begeleidt, zoals Marie-Christine.Deze Antwerpse vzw biedt een brede ondersteuning aan mensen met een zorgnood, verhoogde kwetsbaarheid of (vermoeden van) een beperking.Na hun wandeling vroegen we op een terrasje in het park wat het wandelen doet met een mens, met de cliënt – in Mobilant is dat ‘de klant’ – met de hulpverlener en vooral met de interactie tussen beiden.
Veel spontaner
Maarten: “Een gesprek in een afgesloten gespreksruimte heeft altijd iets kunstmatigs. Het is meestal doelgericht: binnen een afgesproken tijdsbestek moet er ‘iets’ gebeuren. Je moet sneller to the point komen, met de begeleider – gastheer die de lead neemt. Al wandelend gebeurt dat allemaal veel spontaner, omdat je ondertussen samen al iets aan het doen bent.”
“Bij het wandelen heb je letterlijk een aanlooptijd. Je begint met wat smalltalk of met de indrukken van de omgeving. Als begeleider ga je niet meteen de problematiek van de klant bevragen en verhelderen. Dat komt tijdens de wandeling meestal vanzelf aan bod.”
Lichaam en geest
Marie-Christine: “Wandelen zet je geest open. Omdat je samen iets aan het doen bent, komt het gesprek spontaan tot stand. Dat is heel anders in de zetels van een gesprekskamer: daar moet je meteen ter zake komen en voel je de spanning over hoe het gesprek verder zal lopen.”
‘Ik ben bij face-to-face begeleiding niet altijd op mijn gemak.’
“Ik moet heel wat medicatie nemen, waardoor ik last heb van tremors of bevingen. Een zittend gesprek maakt het alleen maar erger. Tijdens het wandelen voel ik me bevrijd. Ik vind het meestal ook spijtig als het gedaan is.”
Maarten: “Wandelen zet lichaam en geest in beweging. Op die manier kom je tot inzichten waar je anders niet toe zou komen.”
Oogcontact
In een gesprekskamer of aan de keukentafel kijk je mekaar onvermijdelijk in de ogen. Al wandelend is er van alles te zien en hoef je elkaar niet aan te kijken. Dat is vaak minder confronterend en helpt het gesprek beter op gang.
Marie-Christine: “Ik ben bij face-to-face begeleiding niet altijd op mijn gemak en voel me vaak geremd. Al wandelend gaat het veel vlotter. Het is comfortabel om niet recht tegenover elkaar te hoeven zitten, zeker als je elkaar in het begin nog niet zo goed kent.”
Natuur
Maarten: “Nog iets dat tijdens een face-to-face gesprek vervelend kan zijn: stiltes. Stel je eens voor dat je voor een uurtje een afspraak hebt in een gesprekskamer en het drie kwartier duurt, vooraleer iemand iets zegt. Mocht dat gebeuren, dan vinden we dat heel bizar, tijdverlies. Tijdens het wandelen zijn zo’n stiltes heel natuurlijk.”
‘De essentie is dat je samen wandelt in de openbare ruimte. Die is van iedereen en dat bevordert de gelijkheid in de dialoog.’
Marie-Christine: “Die stiltes zorgen voor contact met de natuur. Voor mij is dat heel belangrijk. Het geeft openheid, rust en ontspanning. Het maakt ook dingen los, het geeft letterlijk meer zuurstof en het zet je hersenen en in gang. Een gesprekskamer is voor mij te intens, bijna verstikkend.”
Maarten: “Toch trek ik niet met elke klant de bossen in. Je kan ook op stap gaan in de stad of in een park. Kies samen een plek waar de klant zich goed voelt. De essentie is dat je samen wandelt in de openbare ruimte. Die is van iedereen en dat bevordert de gelijkheid in de dialoog.”

“Tijdens het wandelen zijn stiltes heel natuurlijk.”
© Sociaal.Net / Ludo Serrien
Samen onderweg
Wandelende hulpverlening doet ons stilstaan bij het belang van de directe omgeving, de ruimtes waarin we met elkaar praten. Elke ruimte heeft z’n betekenis: de gespreksruimte, de keukentafel, de openbare ruimte of andere vind- of trefplaatsen.
Maarten: “Je kan samen met de mensen bewust bepaalde ruimten of contexten gaan opzoeken. Je kan ook al wandelend een ‘warme doorverwijzing’ doen. Samen onderweg zijn, wandelend of met de tram, naar een andere dienst of instantie.”
Marie-Christine: “Zo gingen we samen naar de plek waar mijn overleden zoon heeft gewerkt. Ik kon zelfs even aan zijn vroegere bureau gaan zitten en we hadden fijne gesprekken met zijn collega’s. Dat was heel emotioneel, maar bood ook troost. Zonder samen met Maarten op stap te gaan, was dit niet gebeurd. Het heeft onze relatie hechter gemaakt.”
Presentie
Maarten: “Wandelen helpt om als begeleider echt aanwezig te zijn en samen te zien wat er komt. Wanneer je een afspraak hebt in de gesprekskamer, ga je sneller de neiging hebben om een probleem te bespreken binnen een afgebakend tijdsbestek.”
“Als je samen wandelt, dan valt dat keurslijf in tijd en ruimte grotendeels weg, weliswaar binnen de perken van de regelgeving. Die is vaak nog te strak. Willen we echt present kunnen zijn, dan is er op het vlak van regelgeving meer flexibiliteit nodig.”
Meer dan alleen wandelcoaching
Maarten is een begeleider die veel voordelen ziet in stappende ondersteuning. Toch doet hij veel meer dan alleen wandelcoaching.
Maarten: “Op het internet vind je een uitgebreid aanbod van wandelcoaches en -therapeuten die zich laten inhuren. Ik zet me bewust niet in dat rijtje: ik vind het zinvol om in verschillende settings met klanten om te gaan. Wandelen is er één van, maar zeker niet de enige. Ik wil ook geen opdeling tussen zittende en stappende begeleiders. De essentie is dat ambulante voorzieningen een variatie van ondersteuningscontexten aanbieden, een brede mix van blended hulp.”
‘Ik wil geen opdeling tussen zittende en stappende begeleiders.’
Marie-Christine: “Ik heb veel steun aan de wandelingen met Maarten. Maar in Mobilant heb ik ook andere gesprekken en kan ik ook deelnemen aan groepsactiviteiten van de Mobi Academie. Daar kan ik ook gemakkelijker praten met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Dat doet je nadenken en relativeren.”
Maarten: “De kracht van ambulante hulpverlening zit in haar veelzijdigheid, een breed palet van mogelijkheden, afgestemd op de leefwereld van de klant. In Mobilant streven we naar ‘omnipresentie’, een brede ondersteuningsmix op maat van het leven van de klant. Begeleiders zijn aanwezig op verschillende momenten en plaatsen en de klant kiest elk moment welke vorm van begeleiding het meest aansluit bij zijn noden. Dat kan een huisbezoek zijn, een workshop, een beeldgesprek of uiteraard een verhelderende wandeling.”
Reacties