Veilige plek
Al gehoord van kwartiermakers? Het begrip komt uit het militaire jargon. In een leger zoekt een kwartiermaker een veilige plaats voor de achterhoede die volgt.
In de samenleving richten kwartiermakers zich op mensen die zich uitgesloten voelen omwille van hun psychische kwetsbaarheid. Een kwartiermaker creëert voor hen een veilige plek, waar ze op verhaal kunnen komen, gevoelens kunnen delen en zichzelf mogen zijn.
‘In Brugge gebruiken ze kwartiermaken om te werken aan gastvrije buurten.’
In Brugge gebruikten ze de afgelopen twee jaar kwartiermaken om te werken aan gastvrije en inclusieve wijken. Woonbuurten waar mensen met een psychische kwetsbaarheid zich gedragen voelen, en ook zelf kunnen bijdragen aan een aangename buurt. Sociale inclusie en geestelijke gezondheid gaan er hand in hand.
Psycholoog Peter Dierinck (TeGek!?) is grondlegger van het kwartiermaken in Vlaanderen. Hij coachte het project in Sint-Pieters: “Ik onderstreep bij elk traject hoe belangrijk samenwerking is. Therapeuten, sociaal werkers, opbouwwerkers, begeleidingsdiensten… Als je goed wil kwartiermaken, moeten je ze dicht bij elkaar en bij de geestelijke gezondheid brengen.”
Puzzelstukken
Dicht bij elkaar: zo gingen de partners in Brugge de voorbije twee jaar aan de slag. Betrokken partijen: OCMW Brugge, Mintus-buurtcentrum Den Heerd en Covias, een groepering van zeven organisaties uit de geestelijke gezondheidszorg.
Anneleen Decuyper, inhoudelijk coördinator van Covias, vertelt: “In 2020 vielen de puzzelstukken in elkaar. Wij wilden werken met de methodiek van kwartiermaken en op hetzelfde moment opende buurtcentrum Den Heerd. Dat centrum had de duidelijke opdracht om inclusief te werken. Een win-win dus.”
Evaringswerker is cruciaal
Kwartiermaken doen ze in Brugge met hulp van een klassieke hulpverlener en een ervaringswerker. Samen maken zij de verbindingen tussen buurtbewoners, het verenigingsleven, buurtcentra en hulpverlening.
An Blomme, coördinator van het buurtcentrum, vindt de inzet van zo’n ervaringswerker cruciaal om psychische kwetsbaarheid bespreekbaar te maken: “Wie kan dat beter dan iemand die er zelf mee worstelt? Laat je ervaring spreken en ga in gesprek met anderen, zo leg je vlot contacten. Het grote verschil met de klassieke hulpverlening is dat je niet vertrekt van de gedachte ‘we gaan je helpen’, maar ‘vertel eens je verhaal’. Zo motiveerden we mensen uit de buurt om te delen wat hen bezighield.”
Kwartiermaker Filip
Eén van de Brugse kwartiermakers is Filip Loobuyck. “De Molenwijk is van oudsher de meest kwetsbare buurt in Sint-Pieters”, vertelt hij. “We zijn voor het project lukraak gaan aanbellen in de wijk. We stelden ons voor en zegden dat we bewoners wilden leren kennen. Vragen die we stelden: woon je graag in de omgeving? Is er contact met de buren.”
‘We zijn lukraak gaan aanbellen in de wijk. We stelden ons voor en zegden dat we bewoners wilden leren kennen.’
“Omwille van corona golden er strenge maatregelen. Het buurthuis was gesloten en we moesten wel de baan op om buurtbewoners te ontmoeten. Eigenlijk was dat een ongelooflijk cadeau want zo kregen we snel zicht op het sociaal isolement in de wijk. Tegelijk stelden we krachtgerichte vragen: Waar waren mensen mee bezig? Waar waren ze trots op? Maar ook of ze toevallig niemand kenden die kampte met psychische kwetsbaarheid? Of hadden ze er zelf ervaring mee?”
“Als maatschappelijk werker en ervaringswerker kon ik daar ook altijd zelf iets over vertellen. Die herkenning opent deuren en maakt dat je in een gelijkwaardige positie in gesprek kunt gaan.”
Kwetsbaarheid is heel normaal
De pandemie en bijbehorende maatregelen maakten de opdracht van de kwartiermakers en andere projectmedewerkers niet zo evident. Maar zoals gezegd bood de lockdown ook voordelen.
‘Iedereen kampt met een vorm van kwetsbaarheid.’
An Blomme: “We hadden de brute pech dat we het buurthuis vijf weken na ons openingsfeest alweer moesten sluiten. Het heeft ons gedwongen om naar de mensen toe te gaan. Zo hebben we gezichten leren kennen die anders nooit in Den Heerd zouden zijn opgedoken.”
“Door die unieke dynamiek is er een enorme openheid gegroeid over psychische kwetsbaarheid, zelfs nu het buurthuis weer open is. Het thema komt ter sprake bij bezoekers en vrijwilligers. Hier weten we: iedereen kampt in zekere zin met een vorm van kwetsbaarheid. Het is heel normaal.”
Omdenken
Omdenken dus, anders dan anders te werk gaan: dat was de sleutel doorheen het hele traject.
‘Buurtcentra zijn dankbare partners.’
“Traditioneel beheren wij dagcentra waar we ‘klassiek’ aan de slag gaan met mensen met een psychische kwetsbaarheid”, bevestigt Anneleen Decuyper. “Maar kwartiermaken zorgde voor een echte switch. We hebben onze activiteitencentra in Brugge en Oostende afgestoten en verspreiden ons nu over ‘gastvrije plekken’.”
“Buurtcentra zijn voor ons dankbare partners: we kunnen zo letterlijk in de samenleving zitten, in de buurt van onze cliënten. Het is essentieel om mensen met een kwetsbaar profiel niet in een hokje te duwen. Bovendien laten we het aanbodgerichte groepsprogramma los. We voorzien nu meer dan ooit activiteiten op maat van de buurt, aansluitend op de interesses en leefomgeving van mensen.”
Iedereen aan boord
Door deze aanpak kon men volledig werken op maat van de bewoners van Sint-Pieters. Iedereen die erbij wilde horen, mocht erbij horen, ongeacht zijn achtergrond.
‘Iedereen die erbij wilde horen, mocht erbij horen.’
Filip Loobuyck : “Die specifieke visie maakt het verhaal in de Molenwijk des te krachtiger. Het kleurt ook ons fotoproject. Voor dat project vertrokken we van de idee dat ieder individu bijzondere talenten heeft. Dat wilden we vertaald zien in een fototentoonstelling.”
“In overleg met geëngageerde fotografen uit de buurt selecteerden we 45 bewoners voor een portret met een bijbehorende quote. Het resultaat vertelt iets over de kwetsbaarheid en kracht van elk individu, en hoe we mensen met elkaar kunnen verbinden. Het ging om een breder inclusief verhaal, om mensen, zoals ze zijn.”
Ongewild actueel
De expo onderstreepte – alweer door corona – onverwacht een brandend actueel thema. Iedereen had het lastig. Zelfs mensen in een comfortabele leefsituatie werden op zichzelf teruggeworpen. Het taboe over psychische kwetsbaarheid leek meer dan ooit te sneuvelen.
‘Het blijft de grote uitdaging voor de toekomst: outreachen, creatief werken en naar mensen toegaan.’
Anneleen Decuyper: “Geestelijke gezondheid werd plots zeer bespreekbaar, media pikten opvallend geregeld in op het onderwerp. Het was voor ons een opsteker. De uitdaging was vooral om outreachend aan de slag te gaan, buiten de muren van een voorziening of centrum. Het blijft overigens de grote uitdaging voor de toekomst: niet op die gestandaardiseerde hulpverlening terugvallen, maar blijven outreachen, creatief werken en naar mensen toegaan.”
Op termijn gebeurt dat in deze wijk via het ‘Open Huis Molenwijk’. De Brugse sociale huisvestingsmaatschappij Vivendo verhuurt in de wijk een pand voor één symbolische euro per maand. Het is haar engament voor een meer zorgzame buurt. Dit Open Huis wordt een uitvalsbasis waar wijkbewoners makkelijk terecht kunnen en zich veilig voelen.
Filip Loobuyck: “Het Open Huis wordt de plek waar mensen een kop koffie mogen drinken en een babbeltje kunnen doen. Vorige zomer is er in het huisje een sociale wasserette gestart. Vrijwilligers hebben zich opgegeven om de tuin opnieuw aan te leggen. Het huis wordt letterlijk gedragen door de mensen van de Molenwijk, voor de mensen van de Molenwijk.”
Het gevaar is dat dit verhaal stilletjes uitdooft
Filip: “De fototentoonstelling ‘Molenwijk in Beeld’ heeft een ongeziene dynamiek gecreëerd in deze kwetsbare wijk. Maar het gevaar bij sociaal-artistieke projecten is dat zo’n verhaal stilletjes uitdooft en dat willen we vermijden.”
“Met sommige geportretteerde buurtbewoners blijven we dus geregeld samenkomen en toekomstplannen smeden. Als kwartiermakers kunnen we daar een actieve rol in opnemen.”
“We trokken samen met een aantal buurtbewoners met een retro ijskar door de wijk. Mensen gingen bij wat zoetigheid bijpraten met de buren. Het enthousiasme werkt aanstekelijk, vrijwilligers uit de buurt willen er meer mee doen. En we blijven ondersteuning bieden aan de werking van Open Huis Molenwijk, vanwege de fysieke nabijheid.”
Over and out?
Het gelopen traject is nu voorbij. En alle partners zijn zich ervan bewust dat, ondanks het succes, niets vanzelf standhoudt. De methodiek van het kwartiermaken blijft nodig in Sint-Pieters, mensen aanporren om met elkaar in verbinding te treden evenzeer.
‘Je kunt niet gedurende een uurtje afgebakend gaan kwartiermaken. Het is een visie die je voortdurend hanteert.’
Anneleen Decuyper: “Het is een verhaal dat tijd en opvolging blijft vragen. Voor Covias is dit niet evident. Collega’s weghalen van een vertrouwde werkplek om elders met mensen aan de slag te gaan: dat realiseer je niet zomaar. Er is een mindswitch voor nodig, maar we evolueren stap voor stap. We hebben de bril van het kwartiermaken opgezet, nu moeten we die blijven dragen, wat de opdracht ook is.”
“En uiteraard zijn we ons bewust van de valkuil van de meetbaarheid. Hoe graag mensen het ook zouden willen, je kunt moeilijk exacte cijfers aan dit traject koppelen. Bovendien kun je niet gedurende een uurtje afgebakend gaan kwartiermaken. Het is een visie die je voortdurend hanteert. Je doorloopt een proces met mensen, het resultaat is wat het is.”
Zorg, aandacht en tijd voor mensen
An Blomme van buurtcentrum Den Heerd vult aan: “Er moet bovenal zorg, aandacht en tijd voor mensen zijn. Ik ben er als verantwoordelijke voortdurend mee bezig: tijd maken voor anderen. Alleen zo kun je echt verbinden en op zoek gaan naar de persoonlijke kracht en kwetsbaarheid van elk individu.”
‘Er zijn vele zaadjes geplant in de wijk.’
“Een collega-kwartiermaker sloeg bijvoorbeeld de brug met de wijkagent. Die merkt soms dingen op waarvan hij niet weet: wat doe ik hiermee? Uiteindelijk belandde de agent aan het onthaal van Den Heerd. Daar neemt hij nu zelf een stukje rol als kwartiermaker op. Er zijn vele zaadjes geplant in de wijk, die de komende jaren tot verrassende resultaten zullen leiden.”
Taboedoorbrekend werken: zo noemen An, Filip en Anneleen hun engagement graag. Iedereen in de buurt zoekt mee naar oplossingen als mensen in isolement dreigen te raken. De pandemie en de maatschappelijke beperkingen hebben de buurt er niet van weerhouden om steentjes te verleggen in een brede, complexe rivier.
Corona was goede zaak
An Blomme: “Hoe gek het ook klinkt, corona is voor ons project een goede zaak geweest. We werden gedwongen dingen anders aan te pakken, proactief op zoek te gaan naar mensen en verbindingen in de buurt. Ik vond het enorm verrijkend om zo te werken.”
‘Op een plein met een thermos koffie hebben we gesprekken gevoerd die we zonder corona niet gevoerd zouden hebben.’
“Er doken kleine initiatieven op die het verschil maakten. Op een plein met een thermos koffie voerden we gesprekken die we zonder corona niet gevoerd zouden hebben. De aanwezigheid van de kwartiermakers die op het juiste moment psychische kwetsbaarheid aankaartten, was daarbij onontbeerlijk.”
“We gaan er alles aan doen om dit verhaal verder te zetten en te bouwen aan een wijk waar mensen elkaar nabij zijn en blijven waarderen, met hun kwetsbaarheid en hun sterktes.”
Reacties
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies