Verhaal

Hulp aan geradicaliseerde gevangenen: ‘Ik ben er niet om hun geloof te veranderen’

Lisa Develtere

Joke en NeleDit zijn niet hun echte namen.zijn deradicaliseringsconsulenten in de gevangenis, maar noemen zichzelf liever ‘hulpverlener’. “Laat mensen beleven dat hun denkbeelden niet kloppen. Dan wordt het moeilijk om er star aan vast te houden.”

gevangenis

© Unsplash / Hedi Benyounes

Jullie zijn consulenten die radicalisering aanpakken in de Vlaamse gevangenissen. Wat moet ik me daarbij voorstellen?

Joke: “We zijn in Vlaanderen met vier consulenten. We helpen geradicaliseerde gevangenen met het oog op een succesvolle re-integratie in de maatschappij. We streven naar ‘disengagement’: afstand doen van het gebruik van geweld. Dat doen we via een-op-eenbegeleiding. Deze gevangenen zijn vaak vervreemd van de maatschappij. Hun vertrouwen in de instellingen is weg, in de hulpverlening vaak ook. In het begin nemen we dus veel tijd om een band met hen op te bouwen. Gaandeweg ontstaat vertrouwen, waar we dan op voortbouwen.”

Vervolgens leiden jullie hen naar andere hulpverlening?

Joke: “Een aantal zaken nemen we zelf op. Maar we doen liefst niet alles zelf. We willen de gevangene met meer mensen omringen. Het vertrouwen dat ze in ons hebben, zetten we in om de brug te maken naar andere diensten.”

‘Deze gevangenen zijn vaak vervreemd van de maatschappij.’

Nele: “Bij die andere diensten kan iemand vervolgens nieuwe positieve ervaringen opdoen. Wij zijn dan geen uitzondering meer voor de gevangene. Het idee: ‘Jij bent wel een goeie, maar de rest niet’, gaat niet meer op. Het helpt het wij-zij-denken, dat sterk meespeelt in radicalisering, doorbreken.”

Hoeveel mensen in de gevangenis hebben het label ‘geradicaliseerd’?

Joke: “In Vlaanderen gaat het om een tachtigtal gedetineerden. Er zitten mannen bij die ook op Guantanamo zaten. Maar het gaat evengoed om jongvolwassenen die van achter hun computer iets te diep in de IS-ideologie doken of vrouwen die naar Syrië probeerden te gaan.”

“Er zijn er die in de gevangenis zitten wegens aan terrorisme gerelateerde feiten. Maar ook die veroordeeld werden voor andere feiten en waarover justitie zich zorgen maakt. Ook zij hebben het label ‘geradicaliseerd’. Het zijn dus allesbehalve allemaal aanslagplegers.” 

Waarin verschilt wat jullie doen van andere hulpverlening aan gevangenen?

Nele: “Onze surplus is dat we niet vraaggestuurd werken. De gevangenen moeten niet met een heldere hulpvraag op ons af stappen. We zoeken hen op. We gaan ook langdurig en intensief met hen aan de slag. In het begin zien we mensen wekelijks. Gesprekken duren soms twee uur. We kijken niet op ons horloge. We geven het gesprek de tijd en ruimte die het nodig heeft.”

Is er naast een verschil in aanpak ook een inhoudelijk verschil?

Joke: “Ja. We werken vooral rond identiteit, zelfbeeld, ideologie. Als iemand naar Syrië trok, gaan we op zoek naar waarom. Wat waren pushfactoren? Wat bracht hen terug?”

‘We werken rond identiteit, zelfbeeld, ideologie.’

“De bedoeling is om de hele puzzel te kunnen leggen. Wat maakte dat iemand nu in de gevangenis zit? En vervolgens kijken we naar al die puzzelstukjes. Wie gaat met welk stukje best aan de slag: wij of een andere dienst?”

In het begin werken jullie aan vertrouwen. Hoe doe je dat?

Joke: “Je kan geen vertrouwen bouwen op een leugen, dus we leggen duidelijk uit wie we zijn. Ik zeg altijd: ‘Als je in de media hoort spreken over de deradicaliseringsconsulent in de gevangenis, dat ben ik.’ Maar ik voeg er ook aan toe dat ik niet van dat woord hou en mezelf liever een hulpverlener noem.”

Nele: “Ik ben ook duidelijk: ‘Ik kom voor jou en om jou te leren kennen. Verder zien we wel hoe het loopt en hoe ik je kan ondersteunen.’ Het vertrouwen is er nog niet vanaf dag één. Het moet groeien. Soms komt een cliënt terug op wat hij enkele maanden eerder vertelde. ‘Ik heb dat toen gezegd, maar dat was eigenlijk gelogen.’”

Het gaat om vrijwillige hulpverlening. Gaat iedereen in op jullie aanbod?

Joke: “In die drie jaar dat ik hier werk, heeft nog maar één iemand gezegd dat het voor hem niet hoefde. En nog niemand is onderweg afgehaakt.”

Nele: “Ik heb momenteel één cliënt die niet meer wil meewerken. Het is iemand die het statuut in de gevangenis kreeg. Maar ik voel in elke vezel van mijn lijf dat die jongen eigenlijk hulp nodig heeft. Ik heb een tijdje aanklampend gewerkt, maar de laatste tijd ga ik niet meer elke week aan zijn celdeur staan, omdat hij daarvan blokkeert.”

‘Ik voel dat die jongen eigenlijk hulp nodig heeft.’

“Toch probeer ik het draadje vast te houden. Ik laat een briefje achter of ik kom eens vragen hoe het gaat. Of als ik een artikel lees en daarbij aan hem moet denken, print ik het af en geef ik het aan een cipier. Telkens met de boodschap: ‘Als er iets is, weet dat ik er ben.’”

De media noemt jullie ‘deradicaliseringsconsulent’. Is deradicalisering ook jullie kernopdracht?

Joke: “Wij spreken over ‘disengagement’. Dat is afstand doen van het gebruik van geweld. Wat mensen denken, daar zijn ze uiteindelijk vrij in. We willen dat ze er niet naar handelen. Ik ben er niet om hun geloof te veranderen. Wel reiken we inzichten en kennis aan, waardoor ze hun blik verruimen.”

Hoe doen jullie dat juist?

Joke: “Ik speel zoveel mogelijk in op de dingen die ze zelf vertellen. Ik werk vaak met boeken, of we kijken samen een tv-programma. Maar evengoed nodigen we iemand uit om met hen in gesprek te gaan. Als je bijvoorbeeld merkt dat ze bewondering hebben voor die persoon. Misschien kan die wel als rolmodel fungeren?”

‘Een cliënt zei laatst: ‘De mensen die me de voorbije jaren het best geholpen hebben zijn drie autochtone vrouwen.’ Dat stond haaks op wat hij vroeger dacht.’

Nele: “Geen enkel traject is hetzelfde. We moeten veel maatwerk leveren. Dat wil niet zeggen dat het vrijblijvend is. Het is geen koffieklets. We geven hen soms opdrachten. We werken bijvoorbeeld rond hun kwaliteiten. Dan krijgen ze als opdracht mee dat ze bij familie en vrienden moeten polsen: ‘Wat vind je dat mijn kwaliteiten zijn? En wat zijn mijn valkuilen?’ En dan brengen we dat weer samen.”

Kan je met die aanpak iemand op een ander pad brengen?

Joke: “De grootste kracht schuilt in positieve ervaringen. Een cliënt zei me laatst: ‘Eigenlijk is het wel straf, de mensen die me de voorbije jaren het best geholpen hebben zijn drie autochtone vrouwen.’ Dat stond haaks op wat hij vroeger dacht. Dat we hem geholpen hebben, heeft zijn bubbel doen barsten.”

“Ik had hem duizend boeken kunnen geven over hoe de Koran kijkt naar de vrouw of hoe je moet omgaan met andersdenkenden. Dat had nooit hetzelfde effect gehad. Laat mensen beleven dat hun denkbeelden niet kloppen. Dan wordt het moeilijk om er star aan vast te houden.”

Betekent wie jullie traject doorloopt dan geen gevaar meer voor de samenleving?

Nele: “Je ziet dingen veranderen doorheen het traject. Maar steek ik mijn hand in het vuur dat iemand die ik opgevolgd heb nooit meer in de gevangenis zal belanden in het kader van terrorisme? Nee.”

‘Onder het laagje ‘geradicaliseerd’ gaan verschillende problemen schuil.’

Joke: “Dat geldt eigenlijk voor elke gevangene. Je kan nooit garanderen dat ze na hun vrijlating op het rechte pad blijven. Wij kunnen aan bepaalde aspecten werken, maar je kan geen perfecte persoon afleveren. Er zijn zo veel zaken die meespelen.”

“Onder het laagje ‘geradicaliseerd’ kunnen verschillende problemen schuilgaan. Dingen die we ook bij andere gevangenen tegenkomen, zoals psychische problemen, een gebrek aan sociale vaardigheden omwille van een problematische jeugd, kwetsuren en trauma’s,…”

“Onlangs kreeg ik een mooie brief van een cliënt waarin hij zich excuseert over hoe hij vroeger dacht en schreef over de Belgen.”

© Unsplash / Scott Webb

Hier en daar klinkt het dat er niet genoeg gewerkt wordt rond radicalisering in de gevangenis.

Joke: “Enkele jaren geleden was er wel wat handelingsverlegenheid, maar die is vandaag helemaal weg. We doen met deze doelgroep net heel veel. Ook andere diensten gaan met hen aan de slag. Ze krijgen vaak prioriteit en komen niet op de wachtlijsten terecht. Zeggen dat er te weinig gebeurt, klopt dus echt niet. Je kan je soms zelfs afvragen of het nog verantwoord is tegenover andere groepen in de gevangenis.”

‘Onze aanpak zou eigenlijk voor alle gevangenen een meerwaarde zijn.’

Nele: “Onze aanpak zou eigenlijk voor alle gevangenen een meerwaarde zijn: de tijd nemen om de persoon te leren kennen in al zijn facetten, intensief werken aan de relatie, bouwen aan vertrouwen. Helaas kan dat niet door een gebrek aan middelen en tijd.”

De meeste van jullie cliënten zijn mannen. Jullie zijn niet-moslim en vrouw. Maakt dat het werk moeilijk?

Nele: “Dat we vrouw zijn maakt niet uit. Dat we geen moslims zijn is soms net een voordeel. Een aantal zaken zullen sommige gedetineerden tegen ons durven zeggen, maar niet tegen een van onze collega’s, die wel moslim is. Uit schaamte. Of omdat het vanuit hun geloof of cultuur een taboe is.”

Joke: “Cliënten kunnen ook met een moslim of een man praten, als ze dat verkiezen. Weinigen vragen dat. Het belangrijkste is dat we openheid tonen. Je moet onbevooroordeeld zijn. Daar valt of staat onze job mee. Je moet je bewust zijn van je eigen referentiekaders en ze zien als evenwaardig aan die van de ander. Zonder die basishouding kan je deze job niet doen.”

Kijkt jullie omgeving ook onbevooroordeeld naar wat jullie doen?

Nele: “Er zijn mensen die er begrip voor hebben, maar er zijn er ook heel veel die me gek verklaren. ‘Ze hebben een bewuste keuze gemaakt om naar Syrië te reizen, ze waren beter daar gebleven.’ Dat verhaal. Ik durf daar stevig tegenin gaan en heb dus af en toe pittige discussies met de mensen in mijn omgeving.”

“Vroeger was ik trajectbegeleider bij Justitieel Welzijnswerk en toen kreeg ik ook tegenwind. Veel mensen hebben er moeite mee dat we tijd steken in gedetineerden. Dat we hen helpen.”

‘De perceptie op ons werk als hulpverlener is vaak dat het op gespannen voet staat met de nationale veiligheid. Maar ons ultieme doel is ook die veiligheid van de maatschappij.’

Joke: “De perceptie op ons werk als hulpverlener is vaak dat het op gespannen voet staat met de nationale veiligheid. Maar ons ultieme doel is ook die veiligheid van de maatschappij. De meeste gevangenen komen vrij. De bedoeling van het traject is een succesvolle re-integratie en dus een veiligere samenleving.”

En hoe kijkt men in de gevangenis zelf naar jullie?

Nele: “Ik heb het gevoel dat wat we doen geapprecieerd wordt. Andere diensten zien dat wij door onze manier van werken ver geraken. We krijgen vaak een andere persoon te zien dan zij. Het helpt dat wij de gevangene mee volgen als die getransfereerd wordt naar een andere gevangenis. Alle andere hulpverlening moet dan van nul herbeginnen.”

Is de gevangenis een moeilijke plek om te werken?

Joke: “Het is geen evidente setting, werken op een plek waar allemaal mensen opgesloten zitten. Er hangt een andere sfeer dan buiten. Bovendien zijn we overgeleverd aan het reilen en zeilen van het leven in de gevangenis.”

‘Soms zit je middenin een gesprek en komt iemand je cliënt weghalen.’

Nele: “We manoeuvreren tussen appèls, beweging, einde beweging en wandelingen. Soms zit je middenin een gesprek en komt iemand je cliënt weghalen omdat er bijvoorbeeld ‘code rood’ is. Zelfs al zit je op een cruciaal punt in je gesprek, je kan niet anders dan zeggen: ‘Oké, ik kom straks wel terug.’”

Wat is de grootste uitdaging in jullie job?

Nele: “Bij bijna al onze cliënten wordt op een bepaald moment de procedure opgestart om hun verblijfsvergunning in te trekken. Iedereen vecht die beslissing aan en lang niet iedereen wordt op het einde van de rit ook uitgewezen. Maar het doorkruist wel ons werk. We werken aan hun re-integratie en plots komt er weer een signaal: ‘We willen je hier niet.’”

Joke: “Je ziet welke evolutie mensen doormaken. Dat zou geapprecieerd moeten worden. Waar ik al helemaal boos van wordt, is als het gaat om iemand die hier geboren is. Waar zijn we dan mee bezig? Het is bijzonder jammer, maar het is een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken. Justitie of Welzijn heeft daar geen vat op.”

Wat drijft jullie?

Joke: “Het feit dat je ziet dat je echt het verschil maakt. Veel mensen kijken naar recidive, maar ik bekijk het op kleinere schaal. Iemand die zijn diploma haalt. Iemand die weken zijn cel niet uit wil maar zich plots herpakt. Of iemand die zegt: ‘Je hebt me leren praten. Nu kan ik ook met mijn vrouw praten en haar vertellen wat er echt speelt bij mij.’”

“Onlangs kreeg ik een mooie brief van een cliënt waarin hij zich excuseert over hoe hij vroeger dacht en schreef over de Belgen. ‘Eigenlijk had ik het daarbij dus ook over jou, al had ik je toen niet in gedachten. Daar wil ik me voor excuseren.’ Weet ik wat hij later zal doen? Nee. Maar ik weet wel dat hij op de goede weg is. Die kleine successen geven me energie om verder te doen.”

Nele: “Je ziet inderdaad de vruchten van je arbeid. Daarnaast is het een dankbare doelgroep. Ze zijn heel blij dat er eens iemand voor hen zit die hen ziet als mens, en niet als terrorist of geradicaliseerde. Ze worstelen vaak met het beeld dat de samenleving van hen heeft. Het is echt een stempel. Het is een sticker aan de deur van de gevangenis, letterlijk.”

Reacties [1]

  • Paul

    Hoe komt het toch dat elke mooie ervaring vooral doet denken aan hoeveel er schort in andere hulpverlening. Hier gaat aandacht naartoe vanuit regering/management en dus:

    * 1 persoon 1 hulpverlener (volgen)
    * onmiddellijke actie
    * NUL dwang
    * veel tijd voor client, en wanneer client wilt

    Vergelijk met OCMW, jeugdzorg, GGZ, … waar op grote schaal rampen gebeuren die grenzen aan mensenrechtenschendingen (zeker bij dwang) om geld te krijgen/besparen (wat dan bvb hulpverleners motiveert om dwang te gebruiken voor subsidies te krijgen ipv om te helpen, om maar iets van deze site te noemen: iemand met bruut geweld dwingen 5 maanden te blijven in een GGZ instelling omdat de psychiater dan 1 week op 2 niet ingehuurd moet worden. Resultaat: patient zit 5 maand opgesloten om 1 uur psychiater te zien. Maar agenda instelling is makkelijker en subsidies zijn er …)

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.