Hart, werk en verhaal
Els Galle rondde haar bacheloropleiding psychologie af maar paste voor het logisch vervolg: een masterdiploma. Ze besloot haar hart te volgen en over te schakelen naar vroedkunde.
‘Een babbel is de eerste basiszorg.’
Ze woont en werkt nu al enkele jaren in Brussel, als verpleegkundige bij Kind en Gezin. Die grote organisatie begeleidt gezinnen met kinderen tot ze naar school gaan. In een superdiverse grootstad zijn dat helaas ook veel gezinnen die in moeilijke omstandigheden leven. Bij hen ligt Els haar hart, werk en verhaal.
Vanwaar je keuze om met deze gezinnen te werken?
“Sociale bewogenheid werd me ingegoten met de paplepel. Mijn moeder werkte voor Broederlijk Delen, mijn vader voor het OCMW. Ons gezin was een warm nest voor kinderen en pleegkinderen.”
“De keuze om aan de slag te gaan met kwetsbare gezinnen, kwam dus niet uit de lucht gevallen. Op vaste momenten in de week ben ik in daklozencentra en het Klein Kasteeltje, het Brussels opvangcentrum voor asielzoekers. Met mijn fiets ga ik langs bij jonge ouders in de Marollenwijk.”
Kan je een profiel schetsen van die gezinnen?
“Heel vaak gaat het over mensen zonder papieren of wettig verblijf. Dat zorgt ervoor dat ze soms weinig toekomstperspectief hebben en maakt hen erg kwetsbaar. Velen verblijven in een opvangcentrum, erbarmelijke huurwoning of kraakpand.”
“Ik werk vooral met alleenstaande moeders. Zonder sociaal netwerk staan ze er alleen voor en zijn ze eenzaam.”
Vertelt elke mama een ander verhaal?
“Elke situatie is anders. Een mama vertelt me dat ze hier net aangestrand is met haar baby. Een babbel doen is de eerste basiszorg, want veel moeders voelen zich verweesd. Soms stopt de begeleiding ook bij dat luisterend oor omdat de moeder teruggestuurd wordt naar het land van herkomst.”
“Andere mama’s verblijven hier al veel langer. Ze overleven in de illegaliteit en door de zwangerschap wordt hun situatie soms nog meer precair. Door de komst van de baby verliezen ze ook hun inkomen, veelal uit illegale arbeid.”
‘Ik werk vooral met alleenstaande moeders.’
“En niet te vergeten: Brussel is een superdiverse grootstad. Hier kom ik de hele wereld tegen. De diversiteit op vlak van culturen, gewoontes en religie is enorm. Soms sla ik me uit de slag met gebarentaal.”
Hoe komen die baby’s bij jou terecht?
“In België worden bijna alle geboortes meteen geregistreerd. Die gegevens komen terecht bij Kind en Gezin of ONE, de Franstalige tegenhanger. Iemand van ons team neemt contact op met het gezin en gaat er langs. Dit kan een verpleegkundige zijn maar ook een gezinsondersteuner, sociaal assistent of psychopedagoog.”
“Moeders die in diepe armoede leven of een traumatisch vluchttraject achter de rug hebben, willen we graag al tijdens de zwangerschap begeleiden, prenataal dus. Dan kan de zoektocht naar kansen vroeger opgestart worden. En hoe vroeger je aanwezig bent, hoe meer ruimte er is om te ondersteunen. Omdat de baby nog niet geboren is, heeft de moeder nog meer mentale ruimte om bijvoorbeeld haar administratie in orde te krijgen, mee te zoeken naar een betere woonst, de school voor oudere kinderen in orde te brengen of psychologische begeleiding op te starten.”
Hoe weten jullie dat deze vrouwen zwanger zijn?
“Van sommige vrouwen weten we dat ze zwanger zijn omdat we al kinderen van dat gezin opvolgen. Maar een grote groep staat niet op onze radar omdat ze geen papieren hebben. Om ze tijdens de zwangerschap toch te ontmoeten, werken we samen met enkele materniteiten van Brusselse ziekenhuizen.”
‘Sommige gezinnen overleven in een ruimte zo groot als mijn badkamer.’
“Een bijzondere partner is vzw Aquarelle, verbonden aan het Sint-Pietersziekenhuis. De vroedvrouwen van Aquarelle ondersteunen moeders zonder wettig verblijf. Zij krijgen prenatale consultaties in het ziekenhuis en maken daar ook onmiddellijk kennis met iemand van Kind en Gezin. Zij voorzien de medische ondersteuning, wij helpen bij de psychosociale ondersteuning. Zo’n warme voorbereiding is een grote plus voor een goede start. Ook na de bevalling gaan de vroedvrouwen van Aquarelle aan huis, afwisselend met iemand van Kind en Gezin.”
Kind en Gezin biedt ondersteuning op maat. Dat is veel meer dan meten, wegen en een prikje geven?
“Die medische handelingen zijn maar een begin. Door dichtbij de moeder en haar kind te staan, krijgen we een zicht op de psychosociale situatie van het gezin.”
“Ons doel is die omstandigheden zo optimaal mogelijk te maken. Dat is niet makkelijk. Sommige gezinnen overleven in een ruimte zo groot als mijn badkamer. Vaak is er geen perspectief op een legale verblijfssituatie. We bespreken soms ook een vrijwillige terugkeer naar hun thuisland. Maar als dergelijke erbarmelijke leefsituaties in België beter zijn als de context waarvan ze weggingen, zegt dat veel.
Kunnen jullie werken aan een beter leven voor deze gezinnen?
“Ik probeer bij een eerste gesprek zicht te krijgen op de belangrijkste noden. Dat is vaak niet evident omdat mensen na een vluchtverhaal of ernstige traumatische ervaringen niet meteen een open boek zijn. Maar met realistische doelen probeer ik kleine stappen te zoeken die we samen kunnen zetten.”
‘Kleine dingen kunnen nieuwe lichtjes doen branden.’
“Het gaat vaak over kleine dingen. We zorgen dat het gezin via de voedselbank gezond eten heeft. Of we wijzen de weg naar de Pamperbank en zorgen dat er via vrijwilligerswerkingen babyspullen zijn.”
“Die kleine dingen kunnen nieuwe lichtjes doen branden. Ze geven mama’s het gevoel opnieuw een beetje grip te krijgen op het leven. Deze ouders zitten in een overleefmodus. Bij een eerste gesprek moet je het niet hebben over passende opvoedingsstijlen, wel over vindplaatsen van eten en kleding. Je moet je advies aanpassen aan de situatie. Het heeft weinig zin om uit te leggen dat een baby het best slaapt in een kamer van achttien tot twintig graden als er geen verwarming is. Natuurlijk zijn er grenzen: een baby kan niet kansrijk opgroeien onder een brug of in een park.”
Hoe belangrijk is samenwerking met andere organisaties?
“Voor gespecialiseerde ondersteuning werken we samen met andere diensten. We gaan bijvoorbeeld niet zelf aan de slag rond traumaverwerking van de moeder. Die expertise hebben we niet. En waar meer fundamentele oplossingen liggen, botsen we vaak op muren. Voor veel gezinnen zou een betaalbare en goede woning een reuzesprong zijn. Maar dat is niet evident.”
Het lijkt moeilijk om in deze omstandigheden succes te boeken.
“Toch hebben ook wij onze succesverhalen. Pas nog kwam een jonge vrouw tijdens een consultatie bij me langs. Ik begeleidde haar enkele jaren geleden. Ze was toen zeventien, zonder papieren, pas bevallen en op de vlucht voor oorlog.”
‘Wij hebben succesverhalen.’
“Tijdens het eerste huisbezoek zag ik achter de zetel een matje liggen. Daarop sliep ze, samen met haar baby. Van een bevriende landgenoot mocht ze een tijdje in deze kamer verblijven.”
“Met vallen en opstaan volgden we samen een lang traject. Haar baby werd erkend door zijn Belgische vader. Zo kregen we haar verblijfspapieren in orde. We vonden samen een kinderopvang zodat ze haar middelbare school kon afmaken. Intussen volgde ook het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk haar mee op. Nadat ze haar diploma behaalde, vond ze snel werk. Ze huurt nu een appartement, met steun van het OCMW. Fantastisch, als je ziet welke weg ze heeft afgelegd.”
Vaak loopt het ook anders.
“Zolang er aandacht, liefde en ondersteuning is, is er ruimte om die unieke band tussen moeder en kind sterker te maken. Zolang moeders ons toelaten om samen een traject af te leggen, zijn er groeikansen.”
“Sluiten moeders zich voor ons af, dan maken we ons ook sneller zorgen over de veiligheid van de baby. Als een moeder tijdens een huisbezoek haar geduld verliest met haar krijsend kindje, dan spreken we haar daar op aan. Beseft ze dat ze even uit de bocht ging, dan is dat heel anders dan een moeder die zich na hetzelfde incident van ons afsluit.”
Dat lijken me moeilijke beslissingen.
“Het laatste wat een gezinswerker wil, is de relatie tussen moeder en kind onnodig op het spel zetten. Om die inschatting rond de veiligheid van de baby zorgvuldig te maken, moet je een goed zicht hebben op het gezin. Hier ligt een belangrijk pluspunt van huisbezoeken: je ziet en voelt dan hoe het gezin functioneert.”
“Dit zijn belangrijke beslissingen die niet afhankelijk mogen zijn van de overtuiging van één gezinsbegeleider.”
‘Voor ons is de veiligheid van de baby het ultieme criterium.’
“In zo’n situaties neem ik een collega mee op huisbezoek om samen te observeren. Dan deel je meteen de verantwoordelijkheid over de beslissing. Vervolgens leggen we onze indrukken voor aan het team, onder supervisie van een psychopedagoog. We bekijken dan samen op welke manier we dit gezin kunnen ondersteunen en of we zelf voldoende expertise in huis hebben.”
Wat als dit niet meer mogelijk is?
“Dan delen we die verantwoordelijkheid door aan te kloppen bij meer gespecialiseerde diensten zoals het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling. En als het echt nodig is, gaan we meteen naar politie en parket. Voor ons is de veiligheid van de baby het ultieme criterium.”
“Ook in die extreme situaties blijven we open en transparant. We vertellen dan aan de mama dat we het vertrouwenscentrum inschakelen en leggen uit wat er verder zal gebeuren. Dat is niet altijd evident, maar wel nodig om nadien verder te kunnen samenwerken.”
Gebeurt dat vaak?
“Gelukkig zijn zo’n situaties zeer uitzonderlijk. Ik herinner me nog levendig de situatie van een jonge mama die, terwijl haar man lag te slapen, ons toevertrouwde dat ze slachtoffer was van ernstig partnergeweld. Na grondig intern overleg, schakelden we de politie in. De moeder belandde samen met haar kinderen in een vluchthuis in Wallonië.”
‘Ook in extreme situaties blijven we open en transparant.’
“Die vlucht mondde uit in een onverwacht succes. De moeder volgde taallessen en de kinderen gingen naar school. Na individuele en gezinstherapie, woont het gezin opnieuw samen en doen ze het super goed.”
Dat succes start bij een moeder die jullie vertrouwt.
“De vertrouwensband is onze levenslijn. Die bouw ik op door veel aanwezig te zijn bij deze gezinnen.”
“Aanwezigheid is de basis. Zo ervaren mensen dat we er voor hen zijn en hen niet loslaten. We maken samen een wandeling met de baby of stellen voor om deel te nemen aan activiteiten of moedergroepen. Die betrokken aanwezigheid is de zuurstof van een vertouwensrelatie.”
Er is in deze grootstad ook veel blingbling. Die rijkdom staat in schril contrast met jouw dagelijks werk.
“Toen ik hier begon te werken, knaagde die onrechtvaardigheid meer dan vandaag.”
“Ik trek me op aan de kleine positieve evoluties die ik samen met gezinnen realiseer. Kinderopvang regelen voor een moeder zonder papieren, bijvoorbeeld. Dat maakt een groot verschil. Je weet dan dat het kindje gestimuleerd zal worden, vriendjes zal maken, Nederlands leert en een gezonde maaltijd krijgt. Dat geeft me het gevoel dat ik in zeer moeilijke omstandigheden toch mee sleutel aan een betere toekomst.”
Deze job is weggelegd voor optimisten?
“Deze job kan je maar volhouden door te kijken naar wat nog mogelijk is. Ik sta ook elke dag verwonderd te kijken naar de creativiteit en veerkracht van deze jonge mama’s en hun baby’s. Ik benut ook elke kans om mijn geloof en vertrouwen in hun kunnen uit te drukken. Want dat geeft hen vleugels om nieuwe perspectieven te verkennen.”
“Ik zie veel collega’s die zo’n positieve vibes delen. En ook de vele vrijwilligers die ons werk omarmen en verwarmen, stemmen me hoopvol.”
Reacties [7]
Gezonde betaalbare woning -waardig werk-onderwijs-gezondheidszorg ! De 4 pijlers die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden om een waardig bestaan te hebben .
Heb met veel ongeloof je verhaal gelezen. Maar besef dat het bij ons ook zeer dichtbij komt. En ieder kind heeft het recht om op te groeien. Heb vorig jaar ook een kind opgevangen . Leerkracht, was met familie langsgekomen. Zoiets maakt me gelukkig. Mensen verbinden met elkaar die ik graag.
Zo trots op mijn nichtje Els.
Proficiat Els voor zoveel betrokkenheid, inzet, menselijkheid. Je verwoordt zo mooi hoe ik de werking en mogelijkheden van Kind en Gezin zie.
Fantastisch hoe een betrokken zorgverlener zo’n verschil in het leven van een moeder en vooral ook van het kind kan maken. Met veel ontzag en bewondering deze getuigenis gelezen.
Sociale bewogenheid, maatschappelijk werk, zolang het betaald zie ik inderdaad veel bewogenheid en inzet.
Mooi o zo mooi. Mijn hoed af.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies