Verhaal

Buurthuis Posthof: duurzaam sociaal werk zonder opgeheven vingertje

Lisa Develtere

Gaan sociaal werk en duurzaamheid hand in hand? Buurtcentrum Posthof in het Antwerpse Berchem bewijst van wel: “Laat het opgeheven vingertje achterwege en inspireer elkaar.”

© Posthof

Dorp in de stad

Het binnenplein van buurtcentrum Posthof voelt als een dorpsplein. Buurtbewoners ontmoeten elkaar in het buurtrestaurant, tijdens conversatiegroepen Nederlands of op een van de vele andere activiteiten.

‘We willen ontmoeting tussen mensen bevorderen.’

Met sociale vragen kan je terecht bij het onthaal. Heb je hulp nodig met je smartphone, dan kan je aankloppen bij het Web.Punt. Wie graag in de aarde wroet, kan zich uitleven in een van de stadsmoestuinen. En heb je klusmateriaal nodig, dan kan je dat lenen bij de GeriefBieb.

Posthof heeft ook een poetsdienst, kinderopvang en naaiatelier. Mensen die moeilijk werk vinden, kunnen bij deze diensten werkervaring opdoen. In het totaal leren zowat zestig mensen momenteel een stiel.

Geen eenzijdig verhaal van gentrificatie

De wijk Oud-Berchem, waar je Posthof vindt, onderging de laatste decennia een metamorfose. Van een buurt met vooral mensen uit de lage middenklasse, evolueerde het naar een felbegeerde wijk onder gezinnen uit de betere middenklasse.

Martine Eloy is coördinator van Posthof. Zij werkt al dertig jaar in het buurtcentrum en maakte deze verandering vanop de eerste rij mee. “De mensen die hier komen wonen, wonen hier graag en blijven ook. Dat voel je.”

Al ziet ze geen eenzijdig verhaal van gentrificatie, benadrukt Martine. “Niet alles veranderde. De buurt bestaat lang niet alleen uit hoge middenklassers. Achter statige gevels, schuilen nog steeds woningen in erg slechte staat. En van de vele hippe zaakjes die in het straatbeeld verschijnen, moeten er velen al snel weer hun deuren sluiten.”

Posthof is er voor iedereen uit deze superdiverse wijk. Tegelijk hebben ze extra aandacht voor wie minder kansen krijgt in onze samenleving. “Maar we mikken zeker niet enkel op kwetsbare mensen. We willen net ontmoeting tussen verschillende mensen bevorderen. Dat is superbelangrijk.”

Tot in de kleinste details

Buurthuizen zijn er wel meer in ons land. Maar op één vlak onderscheidt Posthof zich duidelijk van andere spelers in het sociaal werk: duurzaamheid loopt als een rode draad door hun werking. En dat gaat een pak verder dan de zonnepanelen op het dak of de regenwateropvang onder de koer.

Hoe nauwer je de projecten en het programma bekijkt, hoe meer opvalt dat het tot in de kleinste details aanwezig is. Milieubewustzijn is deel van het DNA van Posthof, maar dat was niet altijd zo.

‘Als het je medewerkers niet raakt, komt er weinig van in huis.’

“Het is gegroeid naarmate het de mensen raakt”, licht Martine toe. “Je kan proberen om van bovenaf te beslissen om rond duurzaamheid te werken, maar als het je medewerkers niet raakt, komt er weinig van in huis.”

Tijdens ons gesprek laat Martine niet na om met bloemetjes naar haar medewerkers te gooien. Het zijn zij die op de proppen komen met ideeën voor nieuwe projecten klein en groot.

Tweedehands boeken voor een prikje. Omdat consumptie zo’n impact heeft op het klimaat, zetten veel projecten van Posthof in op hergebruik.

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Kwetsbare mensen als inspiratie

Die medewerkers selecteert Martine niet op hun groene inborst. “We hebben als organisatie in de eerste plaats een sociaal doel. Dat staat voorop. We hebben het geluk dat we medewerkers met vele talenten in huis hebben. De kennis binnen het team is divers en we inspireren elkaar voortdurend”, vertelt de coördinator.

‘Hoe meer je verdient, hoe meer spullen je koopt. Consumptie is de grootste bron van vervuiling.’

Een grote inspiratiebron voor het duurzaam sociaal werk zijn de kwetsbare bezoekers en medewerkers van Posthof, zegt Martine. “Het zijn niet de kwetsbare mensen die hier over de vloer komen die de grootste ecologische voetafdruk hebben, maar jij en ik. Veel van hen hebben geen auto, vliegen enkel voor familiebezoek en gooien niet snel voedsel weg.”

“Hoe meer je verdient, hoe meer spullen je koopt. Consumptie is de grootste bron van vervuiling. Helaas zijn het kwetsbare mensen die het eerste slachtoffer zijn van milieuverontreiniging en klimaatverandering. Het is dus vanuit zorgzaamheid en respect voor hen dat we op duurzaamheid inzetten. We zijn daar zeker niet de enige in. Ik denk dat veel sociaalwerkorganisaties zonder het zo te noemen vandaag al best duurzaam tewerk gaan.”

Repareren in plaats van weggooien

Net omdat consumptie zo’n impact heeft op het klimaat, zetten veel projecten van Posthof in op hergebruik. Zelf probeert het buurtcentrum zo weinig mogelijk weg te gooien. Is de koffiezet stuk? Dan wordt alles in het werk gesteld om het apparaat te repareren, al kost dat meer tijd en moeite dan snel een nieuwe aanschaffen. En de voornemens dit jaar: een restafvalcontainer minder per week en verminderen van de digitale vervuiling.

Al mag het geen wedstrijd ‘om ter duurzaamst’ worden tussen de verschillende werkingen. In de ene werking is het nu eenmaal makkelijker om in te zetten op pakweg hergebruik dan in de andere. “Het moet ook haalbaar blijven. Zo zou het ecologischer zijn om met herbruikbare luiers te werken in onze kinderopvang, maar het personeel heeft wel andere katten te geselen.”

‘Het mag geen wedstrijd ‘om ter duurzaamst’ worden.’

In de veelheid van duurzame projecten voor buurtbewoners waar Posthof mee experimenteerde, werden sommige kleinere initiatieven vaste waarden. Zo kan je spullen laten herstellen in het repair café en serveert het buurtrestaurant wekelijks soep met groentenoverschotten van winkels in de buurt.

Enkele andere experimenten groeiden uit tot een volwaardige deelwerking. Wat ooit startte als een initiatief van vrijwilligers die in coronatijd herbruikbare beschermingsschorten naaiden, vervelde tot het Naai.Punt. Je leert er hoe je kleding of textiel een tweede leven kan geven. In het winkeltje kan je tweedehands naaigerei en stof kopen. Tegelijk begeleidt het Naai.Punt drie langdurig werklozen naar werk.

In het Naai.Punt wordt nagedacht over duurzaam textiel. Tegelijk zetten enkele mensen er de stap naar werk.

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Lokale munt

Een tiental jaar geleden ontwikkelde Posthof met Buurtijd een lokale munt: de ‘buur’. Leden van Buurtijd kunnen diensten en goederen aanbieden of vragen. “Een uur voor je buur en een buur voor je uur”, luidt de slogan.

‘De buurvrouw die een week je kat eten geeft terwijl je op vakantie bent, wordt misschien wel een vriendin.’

“Een gemeenschapsmunt kan onvervulde noden linken aan onbenutte capaciteit in je buurt”, legt Martine uit. Zo moeten organisaties uit de buurt bijvoorbeeld vaak op zoek naar vrijwilligers voor pakweg de was na een kamp of helpen opruimen na een feest. Buurtbewoners hebben dan weer hulp nodig bij het rijden naar een containerpark of zoeken servies voor een tuinfeest. Buurtijd linkt al deze vragen aan het aanbod.

Fijne uitwisselingen

Wat een gemeenschapsmunt met duurzaamheid te maken heeft? Het gaat voorbij aan de blinde consumptiedrang. “Het doet je stilstaan bij wat je echt nodig hebt”, zegt Martine.

Ook het menselijke aspect maakt een gemeenschapsmunt duurzaam. “De buur is misschien een minder efficiënt ruilmiddel dan de euro, maar het is niet anoniem. Er ontstaan fijne uitwisselingen tussen mensen. Want de buurvrouw die een week je kat eten geeft terwijl je op vakantie bent, wordt misschien wel een vriendin. Duurzaamheid gaat ook over veerkracht creëren.”

‘Ook iemand die goed z’n boterham verdient, kan door een burn-out kwetsbaar zijn.’

Kan je met zo’n project ook kwetsbare mensen bereiken? Op die vraag antwoordt Martine volmondig ja. “Wie veel geld heeft, maar weinig tijd, zal liever snel spullen online kopen dan te zoeken via Buurtijd. Onder het publiek van Buurtijd is ongeveer de helft kwetsbaar en de andere helft niet. Pas op, ‘kwetsbaar’ betekent niet enkel financieel kwetsbaar. Ook iemand die goed z’n boterham verdient, kan door bijvoorbeeld een burn-out kwetsbaar zijn.”

Buurtijd geeft mensen een gevoel van waarde dat losstaat van geld, schetst Martine. Het stelt mensen in staat om dingen te doen en kopen waar ze het geld niet voor hebben. “Mensen die het systeem gebruiken, zijn erg tevreden. Iemand die het niet zo breed heeft vertelde me: ‘Door Buurtijd ben ik rijk.’”

Klusmateriaal lenen

Een spin-off van Buurtijd is de GeriefBieb. “Veel mensen zochten klusmateriaal om te lenen. Dat is veel goedkoper en duurzamer dan het zelf aan te kopen. Een boormachine wordt in een levensloop gemiddeld maar een kwartiertje gebruikt. Wist je dat?”

‘Een boormachine wordt in een levensloop gemiddeld maar een kwartiertje gebruikt.’

De GeriefBieb wordt gedragen door vrijwilligers en was meteen een groot succes. Binnen de kortste keren was er een ruim gamma aan klusmateriaal, stuk voor stuk donaties. Dankzij een crowdfunding vorig najaar kan de bib nu extra materiaal aankopen waar veel vraag naar was, maar dat nog geen deel uitmaakte van het aanbod.

Een jaarabonnement heb je al voor 20 euro. Net zoals elders bij Posthof kan je ook in buren betalen. “Bovendien is er geen hoge waarborg. Dat is anders als je een machine huurt in een doe-het-zelfzaak. Vrijwilligers staan paraat om een demonstratie te geven als je niet weet hoe het gereedschap werkt.”

Een deel van de oogst van Stadsakker wordt ingemaakt in glazen bokalen, zodat het ook in de winter de weg naar een bord in het buurtrestaurant kan vinden.

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Eet lokaal

Een volgend project dat duurzaamheid ademt is Stadsakker. Op verschillende plekken in Berchem verzorgen buurtbewoners moestuinen. Sinds enkele jaren telen medewerkers op een groter stuk landbouwgrond in Wommelgem ook de groenten voor het buurtrestaurant. Een deel van de oogst wordt ingemaakt in glazen bokalen, zodat het ook in de winter de weg naar een bord kan vinden.

Lokaal voedsel zorgt voor minder voedselkilometers: de afstand dat eten aflegt voor het op je bord belandt. Bovendien zet Stadsakker in op ecologische teelttechnieken en het composteren van groente- en fruitafval.

‘Het is absurd dat er meer promotie wordt gemaakt voor elektrische auto’s dan voor eenvoudige oplossingen zoals delen, herstellen of buurtcompost.’

De afgelopen jaren ontwikkelde Stadsakker verschillende buurtcomposteerplaatsen. “Composteren kost niets en er zijn alleen maar voordelen”, zegt Martine. “Het afval moet niet meer getransporteerd en verwerkt worden, wat allemaal energie kost. Compost verbetert bovendien de structuur van de bodem.” Bij zandgrond houdt het meer water vast en bij zwaardere grond helpt het bij de drainage.

Compost is voor Martine een schoolvoorbeeld van lowtechoplossingen die te vaak over het hoofd gezien worden als antwoord op klimaatverandering. “Het is absurd dat er meer promotie wordt gemaakt voor elektrische auto’s dan voor eenvoudige oplossingen zoals delen, herstellen of buurtcompost.”

Lokaal voedsel zorgt voor minder voedselkilometers: de afstand dat eten aflegt voor het op je bord belandt.

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Worsteling

Martine vertelde al dat het thema duurzaamheid groeide in de werking naarmate het de medewerkers raakte. Ook bij haar brengt het veel gevoelens naar boven. “Klimaatopwarming maakt me bezorgd. Maar het kan me ook verlammen. Het is moeilijk te aanvaarden dat we zo’n grote ecologische voetafdruk hebben.”

‘Klimaatopwarming kan me ook verlammen.’

“Als ik wetenschappelijke rapporten lees en zie dat het alleen maar de foute richting uitgaat, dan denk ik: oh jee”, zucht Martine. “En wanneer je anderen over het thema informeert, brengt dat bij hen eveneens negatieve gevoelens naar boven. Niet alles is positief en geeft energie. Je mag dat best zeggen want als je die gevoelens niet benoemt is het moeilijker om ze als motor te gebruiken.”

Hoe overwint Martine dat negatieve? “Ik stel mezelf de vraag of ik de situatie wil ondergaan of dat ik vanop de stoel waar ik zit actie wil ondernemen. Uiteindelijk kies ik telkens voor het laatste, maar het is wel een voortdurende worsteling.”

Hoe beginnen?

Posthof toont dat sociaal werk en duurzaamheid best hand in hand kunnen gaan. Voor sociale organisaties die minder oog hebben voor duurzaamheid wil Martine niet te streng zijn. Al zou de overheid dit wel meer kunnen ondersteunen en stimuleren.

“Projectsubsidies, onderfinanciering en personeelstekort maken het niet gemakkelijk. Elke organisatie kent ook haar ups en downs. In moeilijkere jaren is je eerste prioriteit de doelgroep. Maar eens je er weer bovenop komt, hoop ik dat je als organisatie nadenkt over duurzaamheid en klimaatverandering. Niet zelden levert een ecologische insteek trouwens een kostenbesparing op.”

‘Je moet niet alles in één keer willen doen.’

Hoe begin je daaraan? “Het is zo’n breed thema dat er op veel domeinen acties mogelijk zijn. Vertrek van het enthousiasme dat er leeft in je organisatie. Iedereen heeft wel trucjes die duurzaam zijn. Organiseer daarrond uitwisseling, maar laat het opgeheven vingertje achterwege en inspireer elkaar. Je moet niet alles in één keer willen doen. Ook kleine dingen kunnen uiteindelijk een grote impact hebben.”

Posthof probeert de gevoeligheid voor duurzaamheid onder haar personeel aan te wakkeren, onder meer door hen buurtwerkactiviteiten rond ecologie mee te laten volgen tijdens de werkuren.

Toen poetsmedewerkers tijdens een workshop ‘Ecologische kuisproducten maken’ bijvoorbeeld ervaarden hoe makkelijk dat was, besloten ze om voortaan zelf hun wasmiddel te maken. “Maar ook als het niets met hun vakgebied te maken heeft, kunnen medewerkers vorming volgen, zoals onlangs bijvoorbeeld rond het verkleinen van je digitale voetafdruk.”

“Dankzij de creativiteit en inzet van medewerkers, vrijwilligers en bezoekers krijgt ons duurzaam verhaal zo verder vorm.”

Reacties [6]

  • Maya Mouart

    Mooi artikel over een prachtig project. Ik ga zeker eens een kijkje nemen deze zomer !

  • richard de brabander

    Een prachtig voorbeeld van een ecosociale praktijk dat hopelijk doet volgen.

  • Rik Holvoet

    Meer van dit!!

    • Ritje Pauwels

      Woorden wekken, voorbeelden strekken. De coördinator is in het Posthof het grote voorbeeld van “duurzaam in het leven staan”. Wij, haar buren en leden van de Wijgmaalse Dongels(buurt-)tuin, proberen stapje voor stapje van haar te leren. Proficiat Martine Eloy!

  • Marie-Rose terryn

    bedankt Posthof, dank zij een vriendin heb ik er kennis mee gemaakt 30jaar geleden. Ik heb er typeles gevolgd , en de leerkracht werd een vriendin waar ik dan weer samen mee naat tray-outs ging. Ik sprong er binnen als ik in de buurt was. Spijtig genoeg woon ik nu in Edegem, en hier is het totaal anders. Ik mis de sfeer en de steun van Posthof grtj

  • carina

    Ik krijg ‘t meteen warm bij ‘t lezen van dit mooie artikel!!( Bespaart meteen verwarming😉)

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.