Verhaal

Brugfiguren op school: ‘Leerkrachten zagen dat ik het moeilijk had, maar ik durfde er niets over zeggen’

Mieke Van Poucke

Eén op zeven kinderen groeit op in kansarmoede. Scholen merken dat steeds meer gezinnen het moeilijk hebben. Brugfiguren bouwen een vertrouwensband op met deze gezinnen, de school en sociale partners. Twee mama’s vertellen hoe zij de ondersteuning van een brugfiguur ervaren.

© Pexels / Caleb Oquendo

Kampioen sociale ongelijkheid

Volgens internationaal onderzoek is Vlaanderen de trieste Europese kampioen in sociale ongelijkheid in het onderwijs. In tegenstelling tot vele andere landen is het onderwijs in Vlaanderen veel minder een hefboom voor sociale mobiliteit.

Scholen signaleren dat ze steeds meer geconfronteerd worden met sociale problemen maar onvoldoende gewapend zijn om hiermee om te gaan. Ook gemeenten voelen de nood en schakelen brugfiguren in.

‘In tegenstelling tot vele andere landen is het onderwijs in Vlaanderen veel minder een hefboom voor sociale mobiliteit.’

Brugfiguren in het onderwijs vormen dé schakel tussen school, welzijnsdiensten, het gezin en de buurt. Het zijn neutrale tussenpersonen die een vertrouwensband opbouwen met gezinnen in een kwetsbare positie, de school en sociale partners.

West-Vlaanderen koploper brugfiguren

In West-Vlaanderen brengen Samenlevingsopbouw, flankerend onderwijsbeleid van de provincie en expertisecentrum Vonk lokale besturen en hun brugfiguren samen in een lerend netwerk. 46 brugfiguren en 22 beleidsmedewerkers nemen deel. We bereiken hiermee 31 West-Vlaamse gemeenten.

In 2020 zijn er in West-Vlaanderen 14 nieuwe brugfigurenZe krijgen niet altijd de functietitel van brugfiguur, maar zijn wel het aanspreekpunt voor gezinnen en scholen vanuit het Sociaal Huis of verkennen de mogelijkheid om als brugfiguur aan de slag te gaan.gestart. Daarmee is West-Vlaanderen koploper in Vlaanderen wat betreft aantal brugfiguren.

Avelgem: mama Olivia en brugfiguur Veerle

Hoe ervaren ouders de ondersteuning van een brugfiguur? En hoe veranderde dit hun relatie met de school? We vroegen het aan twee mama’s.

De eerste is Olivia. Ze woont sinds 2009 in Avelgem en heeft twee kinderen. Dochter Nneka zit in het derde leerjaar en zoontje Obie in de derde kleuterklas.De namen van de moeders en kinderen in dit artikel zijn schuilnamen. De foto’s zijn illustratief.

‘Ik werd zelf ook gepest op straat door de schoolkinderen.’

Olivia: “Ik leerde Veerle kennen als medewerker van het zorgnetwerk (ZOHRA). Ons leven was toen heel moeilijk. Mijn dochter werd gepest en soms sloegen of schopten de kinderen haar zelfs. Mijn dochter wou helemaal niet meer naar school en wou zelfs weg uit het dorp. Ik praatte met de school en ze beloofden dat ze er iets zouden aan doen, maar er veranderde niets.”

“Ik werd zelf ook gepest op straat door de schoolkinderen. Op een dag stond de politie erbij toen het gebeurde en zij waren geschokt. De politie beloofde toen met de school te gaan praten, maar ook dat veranderde niets. Twee jaar geleden stonden we op het punt om naar de stad te verhuizen toen ik vernam dat Veerle brugfiguur werd in de school.”

Pestgedrag aanpakken

Veerle: “Ik organiseerde meteen een overleg met de zorgcoördinator en de juf van Nneka. De school besefte toen pas goed hoe ernstig het probleem was. Ze hadden gesprekken met Nneka en met de andere kinderen. Daarna is het pesten gestopt.”

‘Als je bang bent en geïntimideerd wordt, ben je niet vrij.’

Olivia: “Toen we gepest werden, hadden we heel sterk het gevoel dat we hier niet thuishoorden, dat deze gemeenschap niet klaar was voor mensen met een andere huidskleur. Op straat keek iedereen altijd zo raar naar ons. We dachten dat niemand contact met ons wou. Ik was zelf ook heel verlegen en bang om met mensen te praten.”

“Op een dag zei Veerle dat ik eens moest proberen om zelf contact te leggen. Als je bang bent en geïntimideerd wordt, ben je niet vrij. Het is alsof je opgesloten zit in jezelf. Nu is de angst weg. Ik zeg tegen iedereen goeiedag, het maakt niet uit of ze iets terugzeggen of niet. Ik heb zoveel meer zelfvertrouwen gekregen en zowel mijn dochter als ik voelen ons nu heel goed hier in het dorp. We voelen ons thuis.”

Het voordeel van een klein dorp

Olivia: “Dankzij Veerle hebben we ontdekt dat er hier ook mensen zijn die anderen willen helpen. Zo is er Gerlinde, die voor de coronaperiode kwam voorlezen. Er zijn ‘opa Frans’ en ‘oma Lieve’ die mij met 1001 dingen helpen, zoals studeren voor mijn theoretisch rijexamen, helpen met wiskunde-oefeningen, kleine herstellingen doen, meegaan naar de dokter…”

‘Je kan mensen doorverwijzen naar organisaties in de stad, maar die is voor veel mensen veraf en moeilijk bereikbaar.’

Veerle: “Een groot verschil met de stadscontext is dat, als wij iemand willen helpen, wij dat grotendeels zelf moeten doen. Je kan mensen doorverwijzen naar organisaties in de stad, maar die is voor veel mensen veraf en moeilijk bereikbaar. Hier proberen we als brugfiguur, school en Sociaal Huis samen te werken en oplossingen te zoeken binnen de gemeente.”

Olivia: “Nu komt zelfs mijn buurman ons helpen met het huiswerk. Vroeger dacht ik altijd dat het leven gemakkelijker zou zijn in een grote stad, omdat je daar anoniem kan leven en niemand je bekijkt op straat. Maar nu zie ik het voordeel van een klein dorp, waar iedereen je kent en voor je zorgt. Veerle heeft niet enkel het contact met de school verbeterd, maar eigenlijk met heel het dorp.”

Het probleem van de (school)taal

Olivia: “Ik ben helemaal niet bang om met de juf te praten, maar in het Nederlands kan ik mij nog niet zo goed uitdrukken. Ik heb tijd nodig om de juiste woorden te vinden, en die tijd is er vaak niet tijdens een oudercontact.”

Veerle: “Als ik erbij ben, vertaal ik alles. Dan nemen we de nodige tijd en zorg ik ervoor dat Olivia alles perfect begrijpt en haar bezorgdheden in het Engels kan uitdrukken. Het vorige oudercontact zou online doorgaan. Maar toen ik duidelijk maakte dat het belangrijk is voor Olivia om een fysiek gesprek te hebben, was dit geen probleem voor de school. Ze weten dat ik dit niet zomaar vraag.”

‘Ik heb tijd nodig om de juiste woorden te vinden, en die tijd is er vaak niet tijdens een oudercontact.’

“Ik ben nog steeds een belangrijke tussenpersoon tussen de school en de ouders. De school gebruikt ook een eigen jargon, wat voor Olivia moeilijk is om te begrijpen. Ik probeer haar in eenvoudige zinnen uit te leggen wat bedoeld wordt. Of ik stel zelf vragen aan de juf, zodat ze wat meer uitleg moet geven.”

“Voorlopig ben ik nog aanwezig bij de oudercontacten, maar ik werk aan een vlot rechtstreeks contact tussen de school en Olivia. Olivia krijgt ook veel brieven die ze niet begrijpt. Ze neemt er dan een foto van en stuurt die naar mij, zodat ik haar kan helpen. Vandaag gaan we Google Meet uitproberen. Het doel is dat Olivia tegen het volgende oudercontact zelf in staat is om het online te volgen. Een nieuwe stap voor Olivia in haar relatie tot de school.”

“Ik leg heel moeilijk contact met mensen. Toen Luka pas op school zat, durfde ik de juf niet aanspreken.”

© Pixabay

Oostende: mama Natasha en brugfiguur Siska

Ook Natasha kreeg dankzij brugfiguur Siska meer vertrouwen in haar contact met de school. Haar zoontje Luka is zes jaar en zit in de derde kleuterklas.

‘Door wat ik vroeger heb meegemaakt, aanvaard ik niet snel hulp.’

Natasha: “Ik leg heel moeilijk contact met mensen. Toen Luka pas op school zat, durfde ik de juf niet aanspreken. Vaak zagen de leerkrachten wel dat er iets aan de hand was en dat ik het moeilijk had met de opvoeding van Luka, maar het was voor mij niet gemakkelijk om er iets over te zeggen.”

“Door wat ik vroeger heb meegemaakt, aanvaard ik ook niet snel hulp. Een medewerker van het Inloopteam de Viertorre vertelde me over brugfiguur Siska. Na een moeilijk oudercontact met de juf van Luka kwam ik in contact met Siska.”

Deugddoende groepsmomenten

Siska: “We leerden elkaar kennen op een moment dat Natasha nog maar weinig mensen kende op school. Ongeveer gelijktijdig startte ik met koffiemomenten voor ouders. Ik zag dat het Natasha veel deugd deed om met andere ouders te praten over opvoeding en te horen dat niet alleen zij het daar soms lastig mee heeft.”

“Door het contact met andere ouders voelt Natasha zich nu heel goed op school. Ze helpt ook bij schoolevenementen. Dit engagement maakt dat ze zich meer op haar gemak voelt en dat de drempel om in gesprek te gaan met de school kleiner wordt.”

‘Ik zag dat het Natasha veel deugd deed om met andere ouders te praten over opvoeding en te horen dat niet alleen zij het daar soms lastig mee heeft.’

“Deze school blijft zichzelf voortdurend in vraag stellen waardoor dingen kunnen veranderen. Ik ga ook voortdurend in dialoog met het zorgteam. De veranderingen die ik zie zijn er vooral gekomen door teamwerk.”

“Als brugfiguur geef je signalen door van de ouders naar de school en probeer je de school ertoe aan te zetten om zaken aan te passen, bijvoorbeeld eenvoudige communicatie. Ook de school zelf zette doorheen de jaren stappen om hun relatie met de ouders sterker te maken.”

Ondersteuning op maat

Siska en het Inloopteam gingen in gesprek met Natasha om extra ondersteuning mogelijk te maken voor Luka. Vzw CAR Stappie werkt aan de uitspraak en het gedrag van Luka en vzw Arcade geeft thuisbegeleiding.

Siska: “Het staat als een paal boven water dat Natasha het beste wil voor Luka. Samen zoeken we naar wat dan ook echt het beste is voor hem. Tijdens een online-overleg met het CLB, Stappie, Arcade en de school kwamen we tot de conclusie dat kleinere groepjes beter zouden zijn voor Luka. Dit betekent dat we nu samen op zoek moeten gaan naar een gepaste school.”

‘Iedereen wil het beste voor Luka, dus ik moet geen schrik hebben om te vertellen waar ik mee zit.’

“Dat was een heel moeilijk moment voor Natasha. We hebben dat gesprek samen kunnen voeren en nadien hebben we alles nog eens overlopen. Zo begreep Natasha beter waarom iedereen rond de tafel van mening was dat dit de beste keuze zou zijn voor Luka.”

Natasha: “Ik had nu eindelijk vertrouwen in Siska, de juffen, de directeur en een paar andere ouders, en nu moest ik helemaal opnieuw beginnen. Dat kwam heel hard aan. Dankzij Siska en het traject dat we doorlopen hebben, heb ik wel geleerd dat ik niet meer zo lang moet wachten om met iemand te gaan praten.”

“Iedereen wil het beste voor Luka, dus ik moet geen schrik hebben om te vertellen waar ik mee zit, ook niet in de nieuwe school. Ik hoop heel erg dat het voor Luka zal lukken om zich aan te passen in de nieuwe school.”

Reacties [1]

  • Gaby Jennes

    Mooi toch dit engagement van de brugfiguren! Toch dit: misschien ook d e Home Start werking eens aandacht geven. Hier zijn het vrijwilligers van Domo vzw’s en andere partners die daarbij ook ouders ondersteunen en dit in en samen met 11Vlaamse besturen in Vlaanderen.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.