Opinie

Vrijwilliger op palliatieve afdeling: ‘Voor een rustige babbel is vaak geen tijd’

Steffi Soethoudt

Mensen die zich in de laatste fase van hun leven bevinden, kunnen voor een waardig levenseinde terecht bij de palliatieve eenheid van het ziekenhuis. Je zou verwachten dat hier een zee van ruimte is voor gesprekken. Vrijwilliger Steffi Soethoudt ervaarde dat het soms anders loopt.

vrijwilliger

© Pexels / Cedric Fauntleroy

Keuze snel gemaakt

Enkele jaren geleden maakte ik als familielid van een patiënt kennis met de palliatieve afdeling van een ziekenhuis. Ondanks het pijnlijke en onvermijdelijke afscheid, had ik meteen bewondering voor wat hier gebeurt.

‘Als aanwezigheid, stilte en gesprek cruciaal zijn, kunnen vrijwilligers het verschil maken.’

Toen ik als student sociaal werk de opdracht kreeg om enkele maanden op het werkterrein als vrijwilliger aan de slag te gaan, was mijn keuze snel gemaakt.

Kracht van vrijwilligers

Ik had onmiddellijk een goed gevoel bij dit vrijwillige engagement. Toch zag ik hoe verpleegkundigen ook hier alle zeilen moeten bijzetten om de nodige zorg te verschaffen. Veel werk moet worden verricht in zo’n kort mogelijke tijdspanne. Voor een rustige babbel is vaak geen tijd.

Ik zag ook de kracht van vrijwilligers die klaarstaan om dat op te vangen. Het gaat daarbij om veel meer dan het invullen van gaten die zorgprofessionals noodgedwongen laten vallen. Patiënten waarderen dat mensen hen in deze levensfaze omarmen vanuit vrijwillig engagement. Als aanwezigheid, stilte en gesprek cruciaal zijn, kunnen vrijwilligers het verschil maken. Toch stelde ik vast dat het in de praktijk soms ongewild anders uitdraait.

Angst en zorgen

Tijdens een shift zocht ik samen met een patiënt de frisse buitenlucht op. Hij zat in de rolstoel, ik duwde hem verder. Hij rookte enkele sigaretten en fleurde snel op. Even ontsnappen aan de vier muren van zijn ziekenhuiskamer, deed wonderen.

We babbelden. Hij vertelde over zijn kinderen en kleinkinderen. Over zijn reizen, over zijn hartproblemen en over hoe het idee te moeten sterven hem beangstigde. Hij sprak zorgen uit die hij al heel lang met zich meedroeg zonder deze ooit een keer te uiten. En kwamen familie of vrienden op bezoek, dan kon dat telkens de laatste keer geweest zijn. Hij had het gevoel steeds een beetje meer afscheid te nemen. Dat gevoel vond hij ondraaglijk.

Afscheid nemen

Afscheid moeten nemen, is iets wat voor iedereen ongemakkelijk, vaak zelfs beangstigend aanvoelt.

Ook ik had het telkens moeilijk om bij de afronding van mijn shift afscheid te nemen. Pas een week later zou ik terugkomen. Op een palliatieve afdeling kan er op die korte tijd veel veranderen. Ook ik worstelde met de onzekerheid of dat afscheid tijdelijk of definitief zou zijn. Het was altijd onwennig zoeken naar de juiste woorden. Vaak stamelde ik een ‘merci voor de babbel, hou je goed’ uit.

Ik wist dat ik de volgende week zou terugkomen. Maar voor deze patiënten bestaat die zekerheid niet meer. Ik kan me niet inbeelden hoe dat voelt.

Gemis aan gesprek

Dat was deze keer niet anders. Terwijl ik naar de juiste woorden zocht om mijn bezoek af te ronden, vroeg de man me of ik snel kon terugkomen. Hij vond het fijn om met me te praten. Ik was een lieve, zei hij. Zijn woorden vleiden me.

‘Deze patiënt toonde me de tikkende tijdbom onder de zorg.’

Toen ik onhandig antwoordde met ‘dankjewel, maar…’, viel hij me meteen in de rede. Er moest hem iets van het hart. Hij vertelde me dat hij ontzettend goed verzorgd werd, maar dat hij de deugddoende gesprekken miste. Hij had niet met iedere vrijwilliger een klik en de verpleging had vaak geen tijd. Omringd door een zorgteam, voelde hij zich toch eenzaam.

Van geluk naar verdriet

Mijn goed gevoel na zijn compliment was meteen weg. Zijn bekentenis over zijn eenzaamheid en het gebrek aan een babbel, sloeg bij me in. Op een palliatieve afdeling zou tijdsgebrek geen issue mogen zijn. Maar tijd is ook hier een schaars goed.

Deze patiënt toonde me de tikkende tijdbom onder de zorg. Ondanks de waardevolle inzet van vrijwilligers, blijft werkdruk het zorgenkind. Alles moet snel gaan, op korte tijd moet veel gebeuren. Zelfs op een palliatieve afdeling moeten mensen soms wachten op een babbel. Omdat hen niet veel tijd meer rest, vind ik dat een onmenselijke gedachte.

Als vrijwilliger werd ik éénmaal per week geconfronteerd met dit ongemakkelijk gevoel. Voor verpleegkundigen is dit dagelijkse realiteit. Elke dag moeten zij tegen de klok werken, elke dag krijgen zij te horen dat ze onvoldoende tijd hebben voor patiënten. Ik vraag me af hoe ze dat verdragen.

Reacties [5]

  • Jean

    Boeiend verhaal, tegelijk ook schrijnend. Hoed af voor het verplegend personeel, die dagelijks geconfronteerd worden met het leven, net als de vrijwilligers die bijspringen.
    En die tijdbom tikt voor heel de zorg, sociale en welzijn sector! Wachttijden van maanden, gesprekken a la minute, je zit nog niet goed neer of er wordt al een chrono ingedrukt. Als patiënt/ cliënt geeft dat al een slecht gevoel!
    Waar is er nog tijd voor een rustige babbel? Elke sector kreunt onder de wachtlijsten, personeel verlaat het schip voor de storm, subsidies blijven uit en/of slecht besteed.
    Enkel de patiënt/ cliënt, blijft verweest achter en voelt zich niet begrepen. Zelfs als de bom ontploft zal er weinig veranderen, zorg en welzijn trekt al honderden jaren zijn plan dankzij het personeel met een hart op de juiste plaats.
    Dus ons Belgisch beleid maakt zich geen zorgen, ze kijken ernaar en zien dat het goed is! Aan al wie zich inzet voor zorg en welzijn, mijn oprechte warme groeten en sterkte!

  • Johan Roels

    U bent ten volle aanwezig, ziet wat op het spel staat en begrijpt waarderend wie u voor de Ander kunt zijn.

    De oplossing ligt door uw getuigenis voor de hand: elke palliatieve afdeling zou minstens één maatschappelijk werker fulltime in dienst dienen te hebben om dagelijks die noodzakelijke babbels vorm te geven. Die fulltime medewerk(st)er zo dat de patiënten in hun laatste levensdagen die zo noodzakelijke babbels kunnen hebben en zo toch nog een menswaardig einde op psychisch vlak. Een probleem: ik vrees dat ‘het beleid’ uw bede niet waarderend zal begrijpen, laat staan ook realiseren. Dubbel spijtig!

    Gefeliciteerd met uw krachtige getuigenis!

    Creatively,
    Johan

  • Johan Roels

    Dag Steffie,

    “Il faut donner le temps au temps” leerde een vriend (uit Lyon) mij ooit. Vanaf het moment dat ik die spreuk hoorde, worstelde ik er mee. U legt de vinger op de wonde in de specifieke omgeving van een palliatieve afdeling in een ziekenhuis. De mensen die daar verblijven hebben inderdaad de niet tijd meer … om aan de tijd te geven …

    Ik lees uw artikel als een actie in het kader van politiserend werken. Blijkbaar hebben we ervoor gezorgd het fysisch lijden van de stervende draagbaar te maken en schieten we tekort om het psychisch lijden van de patiënt te temperen. De nood aan wat ik cruciale babbels noem, wordt door uw artikel duidelijk geschetst. Het is niet verwonderlijk dat een studente maatschappelijk werk die nood als vrijwilligster leende. Niet verwonderlijk wegens uw krachtige empathische communicatievaardigheden die u van binnenuit beleeft in wat in de theorie ‘presentie’ wordt genoemd.

  • Gert

    Mooi verwoord.
    Vrijwilligers moeten extra zijn, geen vervangers omdat er te weinig officiele hulp mogelijk is.
    Ook bij sterven in andere omgeving is veel te weinig tijd of mogelijkheid tot steun.
    Strenge coronamaatregelen die ervoor zorgen dat terminale broers en zussen zonder jouw kans tot afscheid eenzaam vertrekken, nadat je ze maanden niet mocht zien is hartverscheurende eenzaamheid voor allebei.

  • eddy van tilt

    Heel mooi artikel, Steffie. Waarschijnlijk veel te evident en veel te waar om veel reacties te krijgen. Gemis-zorg zou ik het willen noemen. Gemiste zorg vooral… Te evident , te simpel wellicht voor plannenmakers.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.