Regie over eigen leven
De bedoeling van persoonsvolgende financiering is dat mensen met een handicap vraaggestuurde ondersteuning en zorg krijgen. Dit is een Copernicaanse revolutie. Want voorheen bepaalde de voorziening of iemand met een handicap ondersteuning kreeg, hoeveel en op welke manier. Hierover werd meestal niet rechtstreeks in dialoog gegaan, noch met de persoon met een handicap, noch met zijn sociaal netwerk. Het werd hen hoogstens meegedeeld.
‘Dit is een Copernicaanse revolutie.’
En als de persoon met een handicap toch eens iets vroeg dat voor hem wezenlijk was, dan zei de voorziening vaak dat ze daar niet konden op ingaan. Anders kregen ze de organisatie van de zorg niet rond. Dat was mainstream.
Dat verandert met de invoering van de persoonsvolgende financiering. Met zijn persoonsvolgend budget, is de persoon met een handicap aan zet.
Hulp bij keuze
Met een persoonsvolgend budget in de hand kan iemand met een beperking eigen keuzes maken. Hij kan bepalen hoe de zorg er moet uitzien. Hij kan zelf onderhandelen met verschillende informele en formele hulpverleners en zorgverstrekkers.
Dat lukt natuurlijk enkel voor personen met een handicap die bijzonder sterk in hun schoenen staan of kunnen rekenen op een krachtig sociaal netwerk. Sta je hier niet sterk genoeg, dan moet je een deel van je budget aanspreken om bij deze keuzeprocessen ondersteuning te krijgen.
Voorzieningen haalden slag thuis
Bij het vastleggen van die individuele zorgbudgetten werd spijtig genoeg nauwelijks of geen ruimte voorzien voor die ondersteuning bij het maken van nieuwe, alternatieve keuzes. De voorzieningen haalden hun slag thuis.
Ze hebben de pot subsidies die ze voor de invoering van de persoonsvolgende financiering kregen, met de invoering van het nieuwe systeem herverdeeld over hun cliënten, alsof zij in hun voorziening zouden blijven. Het allereerste doel: een nuloperatie voor de voorziening.
Het gevolg is dat het maken van nieuwe, alternatieve keuzes voor de meerderheid van de mensen met een handicap te hoog gegrepen is. Meer nog: ze geven veelal hun budget af in de voorziening waar ze al ondersteuning kregen. Dat was niet de bedoeling van persoonsvolgende financiering.
Naar de wachtlijst
Komt daar nog eens bij dat met de persoonsvolgende budgetten geen woonkosten, leefkosten en medische kosten meer mogen worden betaald. Dit betekent concreet dat mensen met een handicap vanaf nu ook de huur en hun eten in de voorziening moeten betalen. Als hun inkomen dat niet toelaat, dan moeten cliënten naar het OCMW, zo redeneren de voorzieningen.
‘Nieuwe drempels om in de samenleving te leven.’
En wat als die mensen met een handicap niet langer in de voorziening willen wonen? Wat als ze liever in het dorp wonen? Dan moeten ze maar achteraan de wachtlijst gaan staan voor een sociale woning. Dat die wachtlijsten lang zijn, weten we allemaal.
Ook deze nieuwe drempel weerhoudt veel mensen met een handicap ervan om in de samenleving te gaan wonen en leven. Ze blijven vastgeklonken aan hun voorziening.
In het centrum van de wereld
In het verleden was er het beeld dat mensen met een beperking niet of moeilijk in staat zijn hun rechten uit te oefenen. Voorzieningen namen dat dus over.
‘Voorzieningen behartigen vooral de eigen belangen.’
Maar in werkelijkheid behartigen voorzieningen in de eerste plaats de eigen belangen. Dat is niet zo vreemd. Iedereen komt immers op voor zijn bestaansreden en zijn eigen belang. Dat is eigen aan mensen en organisaties. Als het kan, nemen ze uiteraard ook die van de mensen met een handicap mee. Maar als professionele zorgorganisaties in het centrum van de wereld staan, en niet de gebruikers, dan heeft dat gevolgen.
Binnen de uren
Zo is het een illusie te denken dat professionele zorg van voorzieningen een niet in geld vertaalbaar vlechtwerk van relaties, vertrouwen, tijd, aandacht en betrokkenheid zou zijn. In onze welvaartsstaat hebben we heel goede hulpverleners, maar er is een loonkost aan gekoppeld en de voorziening moet erover waken dat ze alles financieel rond krijgt.
‘Voorzieningen moeten alles financieel rond krijgen.’
Voor mensen met een handicap betekent dat concreet dat als de betaalde werktijd van de hulpverlener er op zit, dat de hulpverlener weg is. De tijd dat de hulpverlener er is voor iemand met een handicap, is duidelijk afgebakend. De hulpverlener heeft naast zijn job immers nog een leven.
Dikwijls correspondeert de tijd die de hulpverlener heeft met de momenten waarop mensen met een handicap echt hulp en ondersteuning nodig hebben. Soms ook niet. Daarenboven sturen voorzieningen vaak signalen uit dat ze de zorg die ze willen geven, niet kunnen geven omdat het budget niet volstaat.
Vriendschap en liefde
Relaties, vertrouwen, tijd, aandacht en betrokkenheid die met geen geld te vergoeden zijn, krijgen mensen met een handicap van hun ouders, familie en vrienden. Allemaal mensen uit hun directe omgeving die tijd en engagement geven, ook als ze daarvoor niet vergoed worden. Dat is vriendschap en liefde.
‘De professional moet sociale weefsels versterken.’
Zoiets verwachten van een voorziening of betaalde zorgprofessional is je als mens met een handicap een rad voor ogen draaien.
Maar sociale weefsels zijn wel van betekenis in onze samenleving. We denken dan aan de buurt waar mensen met een handicap wonen en leven, aan de dagbesteding of op het werk, de school of in de vrije tijd. Uiteraard spelen ook betaalde hulpverleners en sociaal werkers hier een cruciale rol. Zij kunnen die sociale weefsels helpen tot stand te brengen, versterken en ondersteunen. Dat is hun taak.
Echte solidariteit
Toen de voorzieningen gesubsidieerd werden en niet de rugzakjes van de mensen met een beperking, was er in die voorzieningen een onzichtbaar solidariteitsmechanisme. Met de invoering van persoonsvolgende financiering verdwijnt dat nu stilaan. Een goede zaak, omdat die onzichtbare solidariteit meestal geregeld werd boven het hoofd van mensen met een handicap.
‘Nu kiezen mensen zelf of ze solidair zijn.’
Nu kunnen mensen met een handicap met hun persoonsvolgend budget zelf beslissen of ze solidair willen zijn en in welke mate. Dat creëert het voordeel van de duidelijkheid. Het verplicht tot dialoog over in welke mate en waarvoor die solidariteit nodig is.
Mensen willen nog solidair zijn
Dat solidariteit nog steeds mogelijk is, wordt onder andere aangetoond in ouderinitiatieven zoals Bindkracht, Meegaan, Maud&Co en Wijzersterk. Dat zijn allemaal burgerinitiatieven voor mensen met een beperking. Ze werken samen met vrijwilligers, buren, maatschappelijk werkers bij lokale besturen, professionele hulpverleners en sociaal ondernemers.
In die initiatieven leggen mensen met een beperking hun persoonsvolgende budgetten samen om in hun gemeenschap de onderlinge solidariteit te organiseren, met duidelijke regels en goede onderlinge afspraken. Ongelooflijk, hoe in de praktijk blijkt dat mensen nog solidair kunnen en willen zijn. Maar wel op een duidelijke, transparante manier.
Schouder aan schouder
Dat neemt niet weg dat een welvaartsstaat ook collectieve solidariteitsmechanismen met duidelijke herverdelingsregels moet hebben. We zijn geen vragende partij om de sociale zekerheid of Vlaamse Sociale Bescherming af te schaffen.
‘Solidariteit is geen wij-zij verhaal.’
Solidariteit is geen wij-zij verhaal. Mensen met een beperking, hulpverleners, voorzieningen die de ondersteuning en de zorg organiseren, gewone burgers in de straat, familie, vrienden, buren, vrijwilligers… delen immers zoveel. Het is de basis voor sterke verbindingen om schouder aan schouder op te komen voor mensen met een handicap, hun hulpverleners en de sociaal ondernemers die oplossingen bedenken.
Het is deze samenwerking die de basis legt voor echt vertrouwen onder alle partners. Zodat ze samen hun stempel kunnen drukken op beleid en in functie hiervan politiseren. Vanuit een sterkere positie voor mensen met een handicap. Dat is ons gezamenlijk toekomstbeeld.
De samenleving van morgen
De invoering van persoonsvolgende financiering is voor mensen met een handicap een emancipatorische hefboom. Het zet hen niet alleen in de rol van ontvanger van zorg, maar ook in een gevende en regisserende positie. Zo kunnen ze hun eigen leven en de samenleving mee construeren. Het helpt hen om van betekenis te zijn voor anderen en voor zichzelf, erbij te horen.
Dat hier nog een lange weg moet worden afgelegd, is een feit. Dat doet geen enkele afbreuk aan de verdienste van Jo Vandeurzen als Vlaams welzijnsminister. Hij is erin geslaagd om op deze weg een belangrijke en onomkeerbare stap te zetten.
Reacties [11]
Het zal eraan liggen voor wie het genuanceerd is. Voor ons alleszinds niet.
Als moeder van een 18 jarige zoon met ASS, deels verblijvend op internaat en bijzonder onderwijs ZOM1 hebben wij DOP aangevraagd ivm PVB. Hij voldoet aan alle voorwaarden om BOB te krijgen op één na: zijn leeftijd; hij zat net op de wip. Nu blijkt dat PVB ook geen zekerheid is. Zoals onze traject begeleider zei: “Zijn traject is net dat gene wat de overheid wil bereiken met de omvorming, spijtig dat het niet haalbaar is omwille van het financiële plaatje..” Dan vraag ik mezelf af waar de zin van al deze onzin is? Mijn kind is doodongelukkig omdat hij niet kan wonen, studeren, werken wat hij wil, waar hij recht op heeft. Er is maar half over nagedacht en vele blijven in de kou staan. Dankzij deze financiële verschuiving in de zorgsector, die er net kwam zodat de zorgvrager kon opkomen voor zijn noden?!. Ja, de achterliggende waarden zijn ideaal, maar blijkbaar in de realiteit is het utopisch!
Beste Danny, beste Jan, dank voor jullie kritische en moedige artikels. Als docent en stagebegeleider in HBO5 Orthopedagogie, merk ik dat studenten nood hebben aan een genuanceerde kijk op de complexe realiteit van de persoonsvolgende financiering. Op stage zijn zij vaak getuige van discussies en ervaren zij (een deel) van de effecten van de nieuwe regelgeving. In de opleiding bespreken wij de nieuwe regelgeving. Jullie artikels helpen om een ruime kijk te ontwikkelen. Als zus van een vrouw met een handicap ervaar ik dagelijks dat een brede kijk een zegen voor velen is.
Degenen die het meeste budget krijgen zitten in het voordeel. De meeste en nieuwste voorzieningen zijn allemaal cvba’s. Daar krijgen de mensen met een beperking aandelen in de voorzieningen. Dit kan ik niet betalen.
Budgetten worden verkeerd beoordeeld. Mensen met NAH en HSP krijgen niet genoeg budget.
Ongenuanceerd artikel. Het beheren van een eigen budget kan doorgaans positief zijn voor iemand met een fysieke beperking, maar steeds wordt voorbij gegaan aan de vraag hoe iemand met een mentale beperking hier – en in de tijd – moet mee omgaan. Eens temeer is solidariteit een basisbegrip voor de gehandicaptenzorg, anders vervallen we in een pure gecommercialiseerde zorgverlening.
Het artikel lijkt me meer ideologisch geïnspireerd te zijn dan gebaseerd op de realiteit van mensen met een beperking. Het gaat verder op een achterhaald beeld over wat voorzieningen doen en zijn. Het idealiseert ook de persoon met een beperking. In onderhandelingen haalt meestal de sterkste partij het laken naar zich toe. De voorziening is een sociale onderneming met sociale ondernemers. In de bemerking van Mario is omschreven wat sociaal ondernemen inhoudt. Het persoonsvolgend budget maakt het sociaal ondernemen heel moeilijk. Tussenkomsten, begeleiding, ondersteuning, zorg wordt gebonden aan het budget, niet aan de zorgvraag. Een gesprek stopt als het budget op is, niet als het probleem opgelost is. Er is geen marge meer.
Het artikel mist nuance en gaat voorbij aan de ontstaansgeschiedenis van veel voorzieningen. Als ‘instellingsdirecteur’ van Oostrem sta ik aan het hoofd van een voorziening die als een eigenregieproject van ouders ontstond. Schoolverlaters van een school voor buitengewoon onderwijs konden niet doorstromen naar beschutte werkplaatsen. Dagcentra bestonden nog niet. Ouders legden geld samen om een huis in te richten. Ze betaalden zelf een kinderverzorgster die zes zwaar meervoudig gehandicapte volwassenen begeleidde. De overheid zag dat het goed was en zorgde voor een wetgevend kader voor dagcentra. In 1976 kwam de eerste subsidie. Ook dat heette toen ‘Vermaatschappelijking van de zorg’, nl. de gesubsidieerde professionele ondersteuning van projecten die in eigen regie ontstonden. Vandaag is het gevaar van vermaatschappelijking dat alleen personen die over een eigen krachtig netwerk beschikken nog initiatief kunnen ontwikkelen. Wij spreken dan van een terugtrekkende overheid.
Jan Raymaekers werd gevormd binnen de Oikonde filosofie en kent ook alles van een maximale betrokkenheid van het eigen netwerk en van vrijwilligers. Hij hoeft de les niet gelezen te worden.
In plaats van de polemiek te zoeken, moet de aandacht blijven gaan naar de 1000-en personen die nog steeds geen antwoord krijgen op hun vraag naar de nodige ondersteuning. Wij pleiten voor een én-én verhaal. Eigen regieprojecten moeten alle kansen krijgen en zich ook verzekerd te weten van de nodige financiële middelen. Ik ben als vergunde zorgaanbieder betrokken op twee eigenregieprojecten en doe er in mijn schaarse tijd alles aan om deze projecten levensvatbaar te maken. Daarnaast zijn er vele voorzieningen die niet beantwoorden aan het karikaturale beeld dat wordt geschetst.
Oostrem maakt deel uit van KWAITO, een Vlaams sociaal ondernemersplatform, dat elke dag invulling geeft aan ethisch, sociaal, duurzaam ondernemen, in verbinding en vanuit solidariteit met alle betrokken partijen.
KWAITO staat symbool voor heel wat voorzieningen in Vlaanderen. KWAITO heeft geen problemen met de persoonsvolgende financiering. Het is enkel een andere manier om zorg te bekomen. Er zijn echter heel wat problemen met de uitvoering van deze nieuwe financieringsstroom. Vandaar dat wij een procedure bij de Raad van State ingezet hebben om iedereen gelijke kansen en gelijke budgetten te bieden. Iedereen gelijk aan de meet en het recht voor alle personen met een beperking op een ondersteuningsbudget. Als hulpverlener hebben wij begrip voor de situatie van dhr. Dewulf. Als vader van twee kinderen met een beperking zullen de frustraties vaak hoog oplopen. In plaats van schuldigen aan te wijzen, gaat hij beter op zoek naar bondgenoten om er samen voor te zorgen dat Vlaanderen absoluut recht op op zorg toekent. Dat was ook de boodschap die deze regering mee kreeg: ‘Werk de wachtlijsten nu eindelijk volledig weg!’. Deze oproep werd niet gevolgd.
Voor iemand die al lang in de zorgverlening staat, is dit artikel als een klap in het gezicht. Er zullen zeker mensen zijn die baat hebben bij het nieuwe systeem al heb ik mijn vragen bij de haalbaarheid er van. Probeer maar eens een betaalde kracht te zoeken die hulp komt bieden op die momenten dat je je hulp wenst (ouders blijven er niet eeuwig om die zorg op zich te nemen). En de nieuw opgerichte initiatieven zijn -helaas- wel sterk afhankelijk van vrijwilligers en giften. En ja, ik heb een professionele relatie met de mensen waarmee ik werk maar dat wil niet zeggen dat die zonder liefde of vriendschap is maar wel dat ik ook afstand kan nemen om hun vragen/problemen op een professionele manier te bekijken. En ja, ik heb ook een leven na mijn job maar dat wil niet zeggen dat ik niet al vaak langer dan nodig ben gebleven omdat er zich nog een vraag/probleem stelt op het einde van de shift. We werken tenslotte mét en vóór mensen. En een glimlach als bedankje maakt nog steeds mijn dag.
Wat bedoelt de auteur nu eigenlijk? Moeten we allemaal boekhouder worden en privé initiatieven uit de grond stampen? Budgetten, spaarboeken en vrijwilligers bij elkaar gooien om zelf voorzieningen op te richten die aan geen enkele reglementering of arbeidsvoorwaarden moeten voldoen? U spreekt alvast niet in mijn naam.
Wat een cynisch artikel… Ik hoop dat de auteur vooral enkel voor zichzelf spreekt.
Zeker lezen
Jongvolwassenen in detentie: ‘Zorg moet fundamentele pijler blijven’
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies