Opinie

Lokale opvanginitiatieven voor vluchtelingen botsen op wooncrisis

Jesse Vander Hoek, Marie Driessen, Maxime Bloemen, Jana Conen

Studenten sociaal werk trokken naar lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers. Vooral de wooncrisis knaagt aan de toekomst van erkende vluchtelingen: “Geef deze mensen een eerlijke kans op een nieuw begin.”

© Unsplash / Joshua Oluwagbemiga

Kleinschalige opvang

Lokale opvanginitiatieven (LOI’s) zijn kleinschalige opvangplaatsen waar asielzoekers tijdelijk kunnen wonen. Mensen wiens asielaanvraag goedgekeurd of bijna goedgekeurd is, worden er door het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil) naar doorgestuurd.

‘Ik wil geen huurder met jouw huidskleur.’

Momenteel bieden 405 LOI’s plaats aan ruim 4.500 mensen. Deze opvanginitiatieven worden meestal georganiseerd door OCMW’s. Doorgaans zijn het individuele gemeubelde woningen of appartementen, voorzien voor zowel gezinnen, alleenstaanden of niet-begeleide minderjarigen.

Het OCMW is verantwoordelijk voor de begeleiding van mensen die in een lokaal opvanginitiatief verblijven. Het gaat voornamelijk om de opvolging van de asielprocedure, psychosociale hulp, het vinden van een woning en een gepaste opleiding of job. Het OCMW brengt ook de leefloonaanvraag in orde.

Wooncrisis

In het kader van onze opleiding sociaal werk (UCLL) onderzochten we via een literatuurstudie de impact van migratie op gezinnen. Daaruit bleek dat er heel wat knelpunten bestaan op het niveau van de LOI’s. Dus besloten we dit onder de loep te nemen. We spraken drie medewerkers en een bewoner.

Het knelpunt dat met stip bovenaan staat is de wooncrisis. Erkende vluchtelingen botsen snel op die crisis. Na de goedkeuring van hun asielaanvraag moeten ze het LOI in principe binnen de twee maanden verlaten. Die uitstroomtermijn kan twee keer met één maand verlengd worden. Vervolgens moeten ze op zoek naar een andere woonoplossing.

Stereotypen vliegen de pan uit

Die zoektocht loopt omwille van het stigma dat aan vluchtelingen kleeft erg moeizaam. “Zelfs wanneer ik aan alle voorwaarden voldoe voor een huurhuis, maak ik nog geen kans”, vertelt de bewoner. “Ik wil geen huurder die geen Nederlands spreekt, ik wil geen huurder met jouw huidskleur, ik wil niemand die geen werk heeft”, zijn uitspraken die de bewoners te horen krijgen.

‘Is het zoeken naar een woning al niet moeilijk genoeg? Waarom moet het dan ook nog op zo’n korte termijn?’

De moed zakt hen al snel in de schoenen. Bovendien ervaren zowel bewoners als hulpverleners de druk van de lokale overheid om plaats te ruimen voor anderen. Dat lukt zelden. Het is duidelijk dat het woonbeleid faalt. Is het zoeken naar een woning al niet moeilijk genoeg? Waarom moet het dan ook nog op zo’n korte termijn?

Na vier maanden tevergeefs zoeken naar een woning, belanden deze mensen op straat. Gelukkig gebeurt dit niet altijd. De opvanginitiatieven die wij gesproken hebben, verlengen het verblijf nog. Een goede oplossing, zou je denken. Toch schuilt er een addertje onder het gras, want de bewoners moeten vanaf dan betalen voor hun verblijf. De financiering voor de opvang vanuit Fedasil valt namelijk weg na de maximale verblijfperiode. De OCMW’s moeten de kosten op zich nemen.

De maximale verblijfsperiode van vier maanden blijkt in alle LOI’s te kort om een woning te vinden en alle papierwerk in orde te brengen. Een verlenging van zes maanden zou meer realistisch zijn en ook het OCMW financiële ademruimte bieden.

Torenhoge taalbarrière

Ook voor de LOI’s zelf ligt er werk op de plank. Zo wijzen de bewoner en medewerkers ook op de taalbarrière als een belangrijke frustratie.

Om die barrière te overbruggen, wordt meestal geopteerd voor vertaalapps. Ze zijn wel gratis, maar kunnen de band tussen maatschappelijk werker en bewoner op de helling zetten. Slechts uitzonderlijk wordt er ook een tolk ingeschakeld.

Betrokken buurt

Een warme omgeving is essentieel om je thuis te kunnen voelen in een nieuw land. De buurt kan daarbij een sterke schakel vormen. Daarom polsten we naar de verbondenheid tussen het opvanginitiatief en de buurt.

Opvallende vaststelling: één LOI vindt die verbondenheid tussen buurt en bewoners niet zo belangrijk. Dat is een gemiste kans. Samenwerken met de buurt, zorgt ervoor dat buurtbewoners beter begrijpen wat het LOI is en wie de bewoners zijn. Het zorgt voor harmonieuzer samenleven.

‘Meer verbinding met de buurt, vergroot het welkomstgevoel.’

Tegelijk kunnen buren een bron van steun en informatie zijn voor de bewoners van het LOI. Niet onbelangrijk, aangezien zij grote veranderingen doormaken in hun leven. Buddywerkingen en vrijwilligers voor bijvoorbeeld hulp met het leren van Nederlands blijken van grote meerwaarde voor zowel de bewoners als de medewerkers van het LOI.

Meer verbinding tussen de buurt en nieuwe bewoners, vergroot het welkomstgevoel en de kans op integratie. De buurt actief betrekken, is dan ook meer dan een nuttige bijkomstigheid voor LOI’s.

Administratieve overlast

Ook de strijd tegen administratieve overlast is een must. Zowel de bewoners als het personeel van de LOI’s worstelen met het vele papierwerk.

‘Zowel bewoners als personeel worstelen met het vele papierwerk.’

Er is een nieuwe evaluatie nodig van de bredere systemen om hulp aan te vragen, zoals asielaanvragen, leefloonaanvragen en aanvraag voor een sociale woning. Veel van deze systemen zijn omslachtig en vragen veel papierwerk. Dit is een grote last voor zowel aanvragers als hulpverleners.

Tot slot is er een grote nood aan meer betaalbare psychologische hulp. Veel bewoners van een lokaal opvanginitiatief kampen met psychische klachten omwille van trauma’s en langdurige stress. Soms is deze hulp wel voorzien, bijvoorbeeld via de eerstelijnspsychologen, maar dit is zeker niet overal het geval. Hierdoor krijgen mensen niet de psychologische hulp die ze nodig hebben. Zelf naar een psycholoog stappen, is voor veel erkende vluchtelingen niet haalbaar noch betaalbaar.

Eerlijke kans op nieuw begin

Voor erkende vluchtelingen die tijdelijk in lokale opvanginitiatieven wonen, oogt de toekomst niet rooskleurig. Vooral de wooncrisis zorgt voor veel onzekerheid.

Het is cruciaal dat medewerkers van LOI’s sleutelen aan verbeterpunten die ze zelf in handen hebben: de taalbarrière, het werken aan verbinding met de buurt. Bovendien moeten ze aan het beleid signaleren welke structurele veranderingen nodig zijn.

Overheden moeten hun verantwoordelijkheid nemen en die problemen vervolgens aanpakken. Alleen dan kunnen de bewoners van LOI’s een eerlijke kans krijgen op een nieuw begin.

Reacties [1]

  • Jacques Hommé

    In een democratie is dit mogelijk. In Deep Democracy is dit onbestaande. In Deep Democracy heeft ieder een stem, ook vluchtelingen, daar zij even ‘uniek’ zijn,als wij zelf. M.a.w. in Deep Democracy staat men ‘open’ voor de ‘minderheden’ die er zijn in een democratie. In een democratie werkt men met ‘hokjes’, in Deep Democracy met individuen. In Deep Democracy, wordt iedere stem gehoord, tot de eindbeslissing, in democratie niet. In Deep Democratie is de eindbeslissing zeer verfijnd, in democratie wordt een beslissing uitgesmeerd (zie de vele administratieve rompslomp). Politici denken in ‘hokjes’, terwijl er mensen achter die ‘hokjes’ zitten, die allen ‘uniek’ zijn, allen een stem hebben die telt. Eenvoud siert. In Deep Democracy wordt een neen-stem gebruikt, om de ja-stem te versterken, daar in beiden wijsheid zit, door de ‘uniekheid’ van allen. Mensen hebben ‘t niet meer over vluchtelingen maar bezoekers. De wereld veranderen, ten goede van allen 😉😊1dr8,maakt m8😉😊

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.