Nabijheid
De ondertekenaars van de open brief pleiten om de praktijk van isolatie in de jeugdzorg te verbieden en te vervangen door een model van nabijheid. Het appel aan de politiek en de samenleving is voor de ondertekenaars kristalhelder: we moeten hulpverleners ondersteunen door hen de middelen te geven om nabij te zijn. Ze pleiten ook – naar Noors model – voor een wettelijk verbod op isolatie onder de leeftijd van zestien jaar.
‘Wie is er tegen dat isolatie uit de zorg gebannen wordt?’
Iedereen die dit wenst kan deze open brief ondertekenen op www.zonderdwang.be. Wie is er immers tegen dat isolatie op termijn uit de zorg gebannen wordt?
En toch. Over het eindpunt zijn we het eens, maar minder over de te volgen weg. Uitsluitend een verbod op isolatie van jongeren onder de zestien jaar invoeren, is te gemakkelijk en te snel. Om een omslag te bereiken moet de wetgever meer doen.
Het vullen van een vacuüm
De huidige wetgeving kijkt met weinig visie naar dwangmaatregelen in de zorg. Vaak vinden dwangmaatregelen plaats in een juridisch vacuüm. Zo is er geen specifiek juridisch kader op basis waarvan een dementerende patiënt gefixeerd wordt. Laat staan dat de wet iets zegt over het onder dwang wassen van een oudere in een woonzorgcentrum. Terwijl er in de jeugdhulp een min of meer omvattende regeling bestaat, moet er voor andere sectoren beroep gedaan worden op algemene regels, die vaak ontoereikend zijn.
Zo ook voor isolatie in een psychiatrische instelling. Hoewel er regels zijn die de aanwezigheid van isoleercellen in de psychiatrie vereisen, bestaan er geen specifieke regels op het gebruik ervan. Hierdoor ontstaat een paradoxale situatie waarin de wetgever zegt dat er cellen moeten zijn, vervolgens de zorginstellingen in het duister laat over hoe de cellen te gebruiken, om daarna wel het gebruik te controleren via inspectie. Het gevolg is een beleid dat verschilt van voorziening tot voorziening.
Grijze zone
Er is dus geen eenduidige beleidsvisie over het inzetten van dwang. De cijfers tonen echter aan dat er in de zorg isoleercellen worden gebruikt. Maar dit gebeurt dus in een juridisch grijze zone.
‘Het beleid verschilt van voorziening tot voorziening.’
Waar er geen specifieke regels zijn, kunnen dwangmaatregelen in principe enkel in uitzonderlijke gevallen van daadwerkelijk gevaar voor de persoon zelf of voor andere personen. Bovendien moeten deze maatregelen onmiddellijk beëindigd worden wanneer dit gevaar verdwijnt.
Het is nog maar de vraag of dergelijke algemene regel het vaak verdergaande fixatie- en isolatiebeleid van sommige zorginstellingen kan legitimeren.
Laakbaar
Mensenrechtelijk is de combinatie tussen deze aanwezige praktijk en de versnipperde wetgeving laakbaar. Hoewel er geen totaalverbod geldt op dwangmaatregelen, vereisen mensenrechten een duidelijk kader dat oog heeft voor de integriteit van de cliënt, sturing geeft aan de zorgverlener en rechtswaarborgen biedt in geval van oneigenlijk gebruik.
‘Voldoet de zorg aan deze mensenrechtelijke standaarden?’
Het is nog maar de vraag of België voor alle zorgsectoren aan deze mensenrechtelijke standaarden voldoet. Een greep uit eerdere opiniestukken in de Vlaamse media toont aan dat de integriteit soms zoek is, de hulpverlener met de handen in het haar zit en de cliënt niet over de effectieve rechtsmiddelen beschikt om dwangmaatregelen aan te vechten.
Visie
Zijn er dan geen voldoende redenen om isolatie onder de zestien te verbieden? Waarschijnlijk wel. Maar dan als onderdeel van een totaalaanpak waarin alle dwangmaatregelen voor alle groepen zorggebruikers geregeld worden.
Het volstaat niet om het makkelijke pad te nemen door enkel één vorm van dwang bij één specifieke groep te verbieden, zonder een visie te ontwikkelen op hoe het in het algemeen anders kan. Het gebruik van isoleercellen in jeugdinstellingen kan je niet los zien van dwang in de zorg in het algemeen.
Verkeerd signaal
Bovendien geeft een dergelijk verbod een verkeerd signaal. Ten eerste biedt een verbod geen sturing aan ontredderde hulpverleners, maar lijkt het eerder een blijk van wantrouwen. Geen enkele hulpverlener plaatst cliënten met plezier in de isoleercel. De cel wordt gebruikt omdat de hulpverlener geen gelijkwaardige alternatieven ziet. Of zoals iemand zei op de studiedag waar de open brief uit voortvloeit: “Wat zou een rechter oordelen als de cliënt iets overkomt na de beslissing om hem niet te isoleren?”
‘Een verbod biedt geen sturing aan ontredderde hulpverleners.’
Ten tweede levert een verbod geen extra rechtswaarborgen aan jongeren die met andere dwangmaatregelen geconfronteerd worden. Immers als isolatie niet meer mag, welke bescherming heeft de cliënt tegen het oneigenlijk gebruik van andere dwangmaatregelen zoals fixatie?
Tot slot geeft een verbod op één specifieke vorm van dwang bij één specifieke groep een ongewenst signaal over het gebruik van andere dwangvormen bij jongeren en het gebruik van dwang in het algemeen. Het verbieden van één bepaalde praktijk is het stilzwijgend bevestigen van vele andere onsamenhangend geregelde praktijken.
Beter pad
De wetgever moet zich durven wagen op een moeilijker pad: het uitwerken van een algemene visie en beleid over het gebruik en de afbouw van dwang in de zorg. Dit betekent niet enkel regelen wanneer dwang niet mag, maar ook vaststellen binnen welk beschermend kader dwang wel mag.
‘We moeten vaststellen binnen welk kader dwang wel mag.’
Dat op deze weg het ijs gladder is, bewijzen de Nederlanders die al meerdere jaren debatteren over twee wetsvoorstellen. Het ene regelt het gebruik van dwang in de psychiatrische zorg. Het andere het gebruik van dwang in de psychogeriatrie en de zorg voor verstandelijk gehandicapte cliënten.
Deze voorstellen moeten dwang in de zorg beperken tot uitzonderlijke gevallen maar ze regelen wel de contouren van dwang wanneer deze uitzonderlijke gevallen zich voordoen. In beide voorstellen blijkt het een moeilijke oefening om cliënten te beschermen zonder zorgverleners administratief te belasten of een ongewilde uiting te geven van wantrouwen.
De wetsvoorstellen zijn echter slechts het topje van de ijsberg. Tegelijk met deze voorstellen ontwikkelde de Nederlandse Rijksoverheid een visie op de afbouw van dwang in de zorg en ondersteunde ze de zoektocht naar alternatieven. Het resultaat is een breed gedragen debat tussen zorgvoorzieningen en cliënten over hoe dwang vermeden wordt en hoe – indien vermijden niet meer mogelijk is – de regels recht kunnen doen aan de positie van zowel de hulpverlener als de cliënt.
Reacties [3]
Isoleercellen moeten verboden worden in de Jeugdzorg.
Meestal geraken kinderen en jongeren overstuur door toedienen van medicatie zoals Risperdal of Abilify. Deze medicatie is in feite verboden om te geven aan minderjarigen (zie bijsluiter). Antipsychotica geeft Akatisia (rusteloosheid), angst, dystonia (spiercontracturen van agonisten en antagonisten die gelijktijdig samentrekken wat een enorme pijn veroorzaakt), tongkramp (stikkingsgevaar), Parkinsonisme, en nog andere bijwerkingen. De patiënten (kinderen) raken in een angstpsychose en beginnen dan zeer hevig te reageren op de omgeving en op zichzelf (vaak automutilatie). Het sociale kader valt weg, familie , vrienden ea. er blijft dan nog enkel de psychiatrische opvang over om de patiënt te isoleren van zijn omgeving waar hij of zij als gevaar wordt bestempeld. In feite is het een samenspel tussen psycho-sociale problematiek, medicatie en hulpverlening. Het is zo dat er inderdaad in Noorwegen en Canada betere hulpverlening is.
Isoleercellen is een woord dat doet denken aan de gevangenis en niet voor mensen die door hun ziekte in paniek en angstig zijn. Indien nodig dat een paar hulpverleners op het moment dat de paniek te groot de patient vasthouden op een warme manier tot de angst voorbij is , zou volgens mij veel beter zijn. Er is ook andere dwang die niet kan . Een patient met smetvrees die de op gelegde tijd niet respecteert door zijn ziekte , met drie hulpverleners op een grove manier uit de douche wordt getrokken , zoals ze in het psychiatrisch ziekenhuis te Kortenberg deden
Helaas kan ik het niet eens zijn met de stelling dat geen enkele hulpverlener mensen gemakshalve in een isoleercel plaats. Dit zijn echt wel uitwassen die eruit moeten. Dit gezegd wil ik wel aannemen dat dit uitzonderingen zijn maar helaas gebeurt het wel.Komt dit mede door onderbemanning, vermoeidheid en uit een impuls dat de hulpverlener anders niet genoeg tijd heeft om genoeg aandacht te geven aan de andere mensen die hij onder zijn hoede heeft? Dat kan, maar dan moeten er toch maatregelen getroffen worden. Besparen op personeel werkt wanpraktijken waar de doelgroep slachtoffer van is alleen maar in de hand. En vergeet niet dat de hulpverlener hier zelf ook slachtoffer wordt van zijn handelingen op een moment dat hij het zelf ook moeilijk heeft.
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies