Liesbeth Homans
Laat mij dat illustreren aan de hand van een recent en veelbesproken interview met Vlaams minister voor armoedebestrijding Liesbeth Homans in de krant De Zondag. In dit interview laat de minister optekenen dat de integratie van de OCMW’s in het gemeentebestuur een goede maatregel is omdat daardoor het stigma rond het OCMW wordt weggenomen. Fair enough, maar anderhalve maand later verdedigt Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen op Radio 1 de beslissing om het minimumtarief voor kinderopvang te verdrievoudigen met het argument dat wie het tarief niet kan betalen een individuele korting kan krijgen, op voorwaarde dat men langs het OCMW passeert.
Dr. Jekyll: het OCMW is stigmatiserend en moet daarom verdwijnen. Mr. Hyde: wie de kinderopvangkosten niet kan betalen moet wel naar het OCMW.
‘Homans vindt dat kinderopvang er is voor zij die werken.’
In De Zondag liet Homans zich ook uit over de kinderopvang. Ze erkent daarbij het belang van goede kinderopvang voor kinderen die opgroeien in armoede, vaak gezinnen waar niet wordt gewerkt. Tegelijkertijd vindt ze dat kinderopvang er in de eerste plaats is voor zij die werken. De overheid moet voor arme kinderen andere oplossingen uitwerken.
Dr. Jekyll: kinderen die opgroeien in armoede hebben baat bij kinderopvang. Mr. Hyde: kinderopvang is er in de eerste plaats voor mensen die werken.
Beleidsnota
In de beleidsnota armoedebestrijding van de minister is het ‘waken over een correcte beeldvorming omtrent armoede’ één van de operationele doelstellingen, terecht. In het interview geeft ze het voorbeeld van participatie aan sportactiviteiten: “Niets zo erg voor een kind als basketten in een shirtje waar als het ware OCMW op staat.” Om dan enkele paragrafen later doodleuk te verklaren dat het voor arme kinderen beter is om naar de kinderopvang te gaan “dan thuis te zitten of meegenomen te worden op café”.
Dr. Jekyll: we moeten waken over een correcte beeldvorming rond armoede. Mr. Hyde: arme gezinnen zitten met hun kinderen op café.
‘Sociaal beleid wordt gezien als een kost.’
Wat kunnen we besluiten uit deze anekdotiek? Op zijn minst dat er op het vlak van armoedebestrijding een kloof gaapt tussen woord en daad. Kwatongen zeggen: geen visie. Maar dat klopt niet. De marsrichting is erg duidelijk. Sociaal beleid wordt niet gezien als een productieve factor, als iets waar we met z’n allen baat bij hebben, maar als een kost. En voor wie in een besparingslogica zit, is het een vanzelfsprekendheid om kosten te beperken.
Laaghangend fruit
En dus wordt het laaghangend fruit geplukt: de kinderbijslag wordt voorlopig niet geïndexeerd, minimumtarieven voor de kinderopvang worden opgetrokken (maar niet voor de hogere inkomens), gratis water en elektriciteit worden afgeschaft, basismobiliteit staat onder druk. Allemaal maatregelen die op de meeste Vlamingen weinig of geen impact hebben, behalve voor mensen met een laag inkomen.
‘De Vlaamse regering voert een spuug- en plaktouwbeleid.’
Gevolg? De Vlaamse regering voert een spuug- en plaktouwbeleid. Om de effecten van de besparingslogica te verzachten, voert ze hier en daar zogenaamde sociale correcties door. Niet alleen wordt er veel mist gespuid over de concrete uitwerking van die sociale correcties, een fundamenteler probleem is dat het sociaal beleid op die manier wordt vernauwd tot een klein groepje van mensen die steun ‘verdienen’. Het minimumtarief voor kinderopvang voor zij “die het écht nodig hebben”, aldus Jo Vandeurzen. Voor zij die “niet op café gaan”, bedoelt Liesbeth Homans.
Tweedeling
Hier dringen we door tot de kern van de zaak. Een sociaal beleid waarin alleen maar wordt gegeven aan wie het nodig heeft, is gedoemd om te falen. Dat is de ‘paradox van de herverdeling’: hoe meer de middelen van het sociaal beleid gericht worden op wie het echt nodig heeft, hoe minder effectief het armoedebeleid zal zijn. Net omdat er alleen maar correcties zijn voor de laagste inkomens, hebben andere groepen in de samenleving – die vaak het gevoel hebben veel bij te dragen en weinig terug te krijgen – er geen baat meer bij. Men wil dan koste wat het kost het onderscheid maken tussen wie wel en wie geen steun verdient. Een sociaal beleid dat geënt is op een besparingslogica leidt zo als vanzelf tot het aanwakkeren van een wij-zij dichotomie.
Het gevolg is een zelfvernietigende spiraal waar sociale maatregelen voor een kleine groep van zogenaamd échte armen alsmaar minder legitimiteit genieten. Bovendien is het toepassen van sociale correcties een gecompliceerde en stigmatiserende zaak. Dat wie een plaats in de kinderopvang niet kan betalen vanaf nu naar het OCMW moet stappen voor verminderd tarief, ook al heeft men nog nooit met het OCMW te maken gehad, is daar de perfecte illustratie van. We kunnen er nu al gif op innemen dat dit voor veel mensen een te hoge drempel zal zijn. Ze zullen de stap niet zetten en verzaken aan kinderopvang. Maar dat past dan weer mooi in een besparingslogica.
Pact 2020
De Vlaamse regering heeft zich achter de Pact2020 doelstellingen geschaard om de armoede met 30% te doen dalen tegen 2020. Daarvoor moet Vlaanderen een structureel beleid voeren dat gericht is op het verhogen van de laagste gezinsinkomens. Kinderopvang kan daarbij een belangrijke rol spelen. Gebruik van kinderopvang bestrijdt armoede op een directe manier omdat het ouders die nu nog niet aan het werk zijn, toelaat te werken. Maar ook indirect is kinderopvang belangrijk. Het heeft een gunstige impact op de ontwikkeling van de schoolse vaardigheden van kinderen die opgroeien in moeilijkere omstandigheden. Dat vereist echter voldoende betaalbare plaatsen, in het bijzonder voor ouders die nu nog niet aan het werk zijn. Dat staat echter opnieuw haaks op ‘de besparingslogica met sociale correcties’ die nu dominant is.
‘Gebruik van kinderopvang bestrijdt armoede op een directe manier.’
Dr. Jekyll: we voeren een structureel armoedebeleid en we verlagen de armoede met 30% tegen 2020. Mr. Hyde: We voeren een besparingsbeleid met sociale correcties voor wie het echt nodig heeft waardoor de armoede niet zal dalen.
Ondanks de mooie woorden over structurele armoedebestrijding lijkt het er sterk op dat Mr. Hyde in de Vlaamse uitvoeringspraktijk de bovenhand haalt. Zover hoeft het echter niet te komen. De Vlaamse overheid beschikt met de kinderbijslag, kinderopvang, onderwijs, het woon- en activeringsbeleid over voldoende structurele hefbomen voor een effectief armoedebeleid. In tegenstelling tot de onfortuinlijke Dr. Jekyll hebben de protagonisten binnen de Vlaamse regering nu nog de kans om een happy end aan dit verhaal te breien. Wie gooit het roer om?
Reacties
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies