Boek

‘Je kan gedetineerden alleen helpen als je oprecht om hen geeft’

Leen Muylkens

Psychologe Leen Muylkens ziet in grote gevangenissen veel uitdagingen en in kleine transitiehuizen een beetje hoop. Hoe meer ze met gedetineerden werkt, hoe sterker haar overtuiging: “Je kunt mensen alleen helpen als je oprecht om hen geeft.” In haar boek ‘De kansenfabriek’ werkt ze dat krachtig en pakkend uit.

gevangenis

© Unsplash / Karim Manjra

Pretlichtjes

“Vanmorgen zat ik op de trein naar mijn werk en ik moest lachen in mezelf”, zei Lucas. Lucas zat naast mij aan tafel en vertelde over zijn dag. Ik zag pretlichtjes in zijn ogen. Lucas is 36 jaar, maar die dag liep hij over van kinderlijk enthousiasme.

‘Soms is een identiteit als crimineel beter dan helemaal geen identiteit.’

Ik keek en dacht terug aan hoe hij was toen ik hem enkele maanden geleden voor het eerst ontmoette. Getekend door een jeugd van verwaarlozing, een leven op de straat en in de gevangenis. Zijn gebrek aan sociale vaardigheden compenseerde hij door een stoer imago. In het theater van het leven nam hij de rol op van zware jongen. Soms is een identiteit als crimineel beter dan helemaal geen identiteit.

Ik ben nu een van jullie

“Waarom moest je lachen?” vroeg ik hem. “Ik keek om me heen, naar de mensen rond mij. Allemaal op weg naar hun werk, fris gewassen, met hun rugzak en lunchpakket. En ik dacht: wie had dat ooit verwacht, ik ben nu een van jullie!”

Ik moest ook lachen en voelde trots. Maar het raakte me ook. Ik zag hem daar zitten op die trein, tussen al die mensen op weg naar hun werk. Wat ongemakkelijk. Niet helemaal op zijn plaats. De vreemde eend in de bijt. Het beeld had iets kwetsbaars.

“Ze moesten eens weten dat ik eigenlijk nog nooit in mijn leven echt heb gewerkt en dat ik de laatste zes jaar in de gevangenis heb doorgebracht.”

Flirten met nieuwe identiteit

Gelukkig weten ze dat niet, dacht ik. Want om op zoek te gaan naar een nieuwe identiteit moet je de kans krijgen om voldoende afstand te nemen van de vorige. Die dag op de trein werd dat heel tastbaar: Lucas kreeg het geschenk van de anonimiteit en dat gaf hem de kans om te flirten met een nieuwe identiteit.

‘Ze moesten eens weten dat ik de laatste zes jaar in de gevangenis heb doorgebracht.’

Hij wilde een andere rol in het leven. Niet langer die van crimineel en nog minder die van het gekwetste, verwaarloosde kind. Maar welke rol dan wel? En hoe kon hij ertoe komen dat hij op een dag helemaal geen rol meer hoefde te spelen, maar gewoon zijn nieuwe zelf kon zijn?

Misschien was dat laatste een utopie, maar het was alleszins het proberen waard. Zeker in het geval van Lucas. En zoals Lucas zitten er veel mensen in de gevangenis.

Hopeloos geval

Zijn dossier sprak nochtans niet in zijn voordeel. Lucas leek op papier een hopeloos geval. Zo’n geval waarvan je zou kunnen denken dat er simpelweg te veel schade is en dat het point of no return bereikt is. Gelukkig geloof ik niet in hopeloze gevallen. Hoe meer schade, hoe meer er te herstellen valt. Toch?

‘Ik geloof niet in hopeloze gevallen. Hoe meer schade, hoe meer er te herstellen valt.’

Uit het dossier van Lucas werd duidelijk dat er al veel geprobeerd was om hem op het rechte pad te krijgen. Lucas had de binnenkant van veel gevangenissen gezien. En elke keer als hij er buiten kwam, verviel hij in zijn oude gewoontes, bij gebrek aan nieuwe. Want waar zou hij die geleerd hebben?

Op basis van zijn verhaal zou je tot twee verschillende conclusies kunnen komen. Ofwel: hij leert niet bij en werd dus nog niet hard genoeg gestraft. Ofwel: hij werd al vaak gestraft, maar dat werkt blijkbaar niet.

Telkens hetzelfde doen

Waarom grijpen we zo makkelijk naar de eerste optie? Ook al weten we dat opsluiting niet werkt, toch laten we ons er steeds weer toe verleiden. Weet je wat volgens Einstein de definitie is van waanzin? Telkens hetzelfde doen, maar een andere uitkomst verwachten.

Als ik kijk naar de recidivecijfers in België, dan stel ik me de vraag wie nu eigenlijk de grootste idioten zijn in dit verhaal: mensen als Lucas, die zich blijven gedragen als criminelen, of alle anderen,die hen blijven behandelen als criminelen, in de hoop dat ze er dan mee ophouden?

Tijd voor iets helemaal anders

Dan kies ik liever voor de tweede optie: mensen enkel opsluiten werkt niet, dus moeten we iets anders proberen. Laten we eens kijken wat er gebeurt als we plegers van een misdrijf niet alleen een straf, maar ook liefde geven. Als ze dan toch hopeloze gevallen zouden zijn, hebben we niets te verliezen.

‘Mensen enkel opsluiten werkt niet, dus moeten we iets anders proberen.’

Om te beginnen moeten we bepalen wat we willen. Willen we dat een straf in de eerste plaats pijn doet? Willen we mensen leed toebrengen, zodat ze een les leren en uit angst nooit meer een misdrijf zullen plegen? Of willen we dat mensen die een misdrijf pleegden leren uit hun fouten, de schade herstellen, aan zichzelf werken en opnieuw van betekenis zijn voor anderen en de maatschappij?

Of durven we nog een stap verder te gaan, en is het doel dat (ex-)gedetineerden ook (weer) echt gelukkig worden, genieten van het leven, zelfvertrouwen hebben, lachen en plezier maken?

Gebroken door hun straf

Als ik daar met mensen over praat, merk ik dat vooral de laatste vraag erg gevoelig ligt. Straffen? Zeker. Herstel? Ja, misschien wel. Maar plezier maken, lachen en gelukkig worden? Ja, maar… Waarom worden we daar toch zo ongemakkelijk van? Sturen we niet liever gelukkige mensen de samenleving in dan mensen die verloren en gebroken zijn door hun straf?

‘Ik word weleens naïef genoemd, maar daar probeer ik mij niet te veel van aan te trekken.’

Jammer genoeg worden we nog vaak geconfronteerd met onze eigen ingebakken overtuiging dat een straf in de eerste plaats pijn moet doen. Maar hoeveel pijn dan, en hoelang? En willen we dat omdat het werkt? Of vooral om onze eigen wraakgevoelens te bevredigen?

Ik word weleens naïef genoemd – je begint misschien al te begrijpen waarom – maar daar probeer ik mij niet te veel van aan te trekken. Ik ben er namelijk van overtuigd dat we moeten stoppen met concepten als vertrouwen, zorg, hoop, trots, liefde, kansen en dromen louter te zien als beloningen voor goed gedrag, aangezien ze er ook noodzakelijke voorwaarden voor zijn. En dat geldt niet alleen voor gedetineerden, maar eigenlijk voor alle mensen.

Mens versus gedetineerde

Gedetineerden worden nog te vaak herleid tot een soort van studieobjecten. Met een resem aan wetenschappelijke theorieën worden ze ontdaan van hun menselijkheid. Ze worden onder de loep genomen, geanalyseerd, ontleed en opnieuw in elkaar gepuzzeld.

Die theorieën en onderzoeken zijn zeker boeiend, maar soms heb ik het gevoel dat we er ons achter verschuilen. Ze creëren een afstand en zorgen voor een beschermlaag. Factor 50, om zeker niet te verbranden. Wij versus zij. Goed versus slecht. Hulpverlener versus cliënt. Mens versus gedetineerde.

Maar helpen we gedetineerden zo bij hun re-integratie? Of stellen we hiermee vooral onszelf gerust, in de overtuiging dat wij fundamenteel anders zijn dan mensen die in de gevangenis zitten?

Als ik de voorbije jaren uit het werken met gedetineerden één ding heb geleerd, dan is het wel dat deze overtuiging niet klopt. En misschien is het net dat waar we allemaal zo bang voor zijn: dat wij hen zijn en omgekeerd. Dat zij worstelen met de vragen waarmee iedereen worstelt. En dat de antwoorden niet liggen in theorieën die van toepassing zijn op ‘gedetineerden’, maar wel in theorieën die van toepassing zijn op ‘mensen’.

De wetenschap van de mens

Vooraleer je me nu veroordeelt voor een fatale dosis wolligheid, laat me je het volgende vertellen. In tegenstelling tot veel collega-psychologen heb ik altijd graag wiskunde gedaan. Ik was zelfs fan van de lessen statistiek.

‘Wiskunde en psychologie lijken tegenpolen, maar voor mij zijn ze dat niet.’

Wat ik altijd boeiend vond aan cijfers is dat ze, als je de juiste berekening maakt of formule gebruikt, doen wat je wilt dat ze doen: 1 + 1 = 2 en de vierkantswortel van 25 is 5. Dat is altijd zo geweest en dat zal altijd zo blijven. Wat je gemoedstoestand ook is, of je nu houdt van cijfers of er een hekel aan hebt, de uitkomst zal niet veranderen. Het is exacte wetenschap. Bewijsbaar. Voorspelbaar. En dat zorgt voor houvast.

En toch koos ik voor psychologie. Een humane wetenschap. De wetenschap van de mens. De mens die zich, in tegenstelling tot cijfers, niet in formules laat gieten en waarbij 1 + 1 de ene dag 3 is en de andere dag 5. Niet exact. Onvoorspelbaar.

Een kompas

Wiskunde en psychologie lijken tegenpolen, maar voor mij zijn ze dat niet. En hierin speelt een openbaring uit het begin van mijn loopbaan een belangrijke rol. Een inzicht dat een kompas werd in mijn verdere professionele leven.

Ik was 24 jaar, pas afgestudeerd als klinisch psycholoog en nog maar enkele maanden aan het werk. Samen met mijn collega begeleidde ik een groep van acht deelnemers, voornamelijk plegers van geweldsdelicten. Het was een moeilijke groep. Er zat veel frustratie en weerstand bij de deelnemers, waardoor ze moeilijk deden en tegenwerkten.

detentie

“We willen allemaal hetzelfde: gezien worden, erbij horen en van betekenis zijn. Daarin verschillen mensen met een strafblad niet van mensen zonder.”

© Unsplash / Mahdi Dastmard

Lange stilte

Als gevolg daarvan raakte ik zelf steeds meer gefrustreerd en groeide ook mijn weerstand. Ik vertelde tijdens een intervisiemoment tegen mijn collega’s over alle negatieve gevoelens die de groep deelnemers bij mij opriep.

De coördinator die de intervisie voorzat, liet mij een tijdje ventileren. Toen ik klaar was, viel er een lange stilte. Enerzijds omdat mijn verhaal hen raakte, anderzijds omdat ze deze gevoelens herkenden bij zichzelf. De coördinator doorbrak de stilte: “Ik weet wat het probleem is: je ziet deze groep niet graag. En als je je deelnemers niet graag ziet, kun je ze ook niet helpen. Je kunt mensen alleen helpen als je oprecht om hen geeft.”

Sleutel tot verandering

Verdorie… Ze had gelijk. De boodschap lijkt zo simpel, maar voor mij was het een openbaring. Een die ik heb meegenomen in al mijn latere werkervaringen en die me gevormd heeft als hulpverlener, leidinggevende en uiteindelijk ook als coördinator van een huis vol gedetineerden.

Het gaat hier natuurlijk niet over hetzelfde soort ‘graag zien’ als bij een partner, ouders of kinderen, maar over het soort ‘graag zien’ dat mensen met elkaar verbindt en de sleutel biedt tot verandering.

Menselijke mens

Dus misschien verschillen psychologie en wiskunde dan toch niet zo veel van elkaar. Ook als het om mensen gaat, is 1 + 1 soms wel degelijk gewoon 2. Er is namelijk een constante factor die altijd werkt.

Hoe wispelturig en onvoorspelbaar mensen ook zijn, hoe hard ze jou ook frustreren en teleurstellen, als je hen gelijkwaardig en respectvol behandelt, gaan er deuren open. Mensen kunnen enorm veel horen en verdragen, als ze maar voelen dat je hen ziet als mens en hen vanuit je eigen mens-zijn het beste toewenst.

‘Als je mensen gelijkwaardig en respectvol behandelt, gaan er deuren open.’

Dus sloot ik als 24-jarige een pact met mezelf: ik ga in mijn job doen waar ik in het dagelijkse leven ook goed in ben. Ik ga een menselijke mens zijn die altijd op zoek gaat naar de persoon achter het gedrag. Want onderliggend willen we allemaal hetzelfde: gezien worden, erbij horen en van betekenis zijn. Daarin verschillen mensen met een strafblad niet van mensen zonder. Dat is wat ons verbindt.

Mijn kompas heeft me sindsdien nog nooit in de steek gelaten. Garanties op succes zijn er niet, maar het is een universele sleutel die deuren opent. Zeker wanneer je werkt met gedetineerden, de doelgroep die nooit de populariteitsprijs wint. Ze straffen is gemakkelijk. Om hen geven, daarin schuilt de echte uitdaging. Helemaal niet wollig dus, maar net moedig.

Overlevingsmodus

De kritische lezer maakt zich waarschijnlijk de bedenking dat gedetineerden toch een zwaar misdrijf hebben gepleegd en hiervoor terecht gestraft werden. Dat klopt. Het strafaspect is dan ook niet onbelangrijk. Voor de slachtoffers en voor de veiligheid van de samenleving is een (tijdelijke) verwijdering van sommige plegers van misdrijven uit de samenleving noodzakelijk.

Dit is dan ook absoluut geen pleidooi tegen vrijheidsberovende straffen. Wel stel ik me grote vragen bij het ontmenselijkende effect ervan. Door de afstand die ontstaat tot al wat ons mens maakt, komen gedetineerden in een overlevingsmodus terecht. Hun focus vernauwt, hun aandacht wordt naar binnen gericht en hun empathisch vermogen daalt. Eigenlijk worden alle belangrijke menselijke functies die noodzakelijk zijn voor groei uitgeschakeld.

Radicaal andere aanpak

Toch verwachten we dat gedetineerden zich herstellen tot stabiele mensen die schuldinzicht verwerven, aan zichzelf werken en als een betere versie opnieuw bij de samenleving aankloppen.

Dus net voor deze doelgroep is het zo belangrijk om onze houding en onze aanpak grondig te evalueren. En te durven kiezen voor een radicaal andere richting. Want het overgrote deel van de gedetineerden komt op een dag weer vrij. Ze worden niet verscheept naar een of ander eiland, maar komen opnieuw onder de mensen wonen. Ze worden jouw buur, zitten naast jou op de trein en staan op zondagochtend achter jou in de rij bij de bakker voor een pistoletje of zes.

Kansen aan de lopende band

Als je met gedetineerden werkt, ben je niet alleen een observator of een bewaker van de orde. Je hebt de taak en verantwoordelijkheid om met een andere aanpak voor deze mensen het verschil te maken.

Voor mij begon deze opdracht en dit avontuur toen ik de kans kreeg om coördinator van het allereerste transitiehuis van België te worden. Tijdens die jaren heb ik enorm veel geleerd, vooral van de mannen die er verbleven, de deelnemers. Mensen die ik een voor een in mijn hart heb gesloten en die ik via deze weg een stem wil geven. Als genoeg mensen durven dromen, kunnen we de werkelijkheid wel degelijk veranderen. Groots dromen en klein(schalig) beginnen, is de boodschap. En kansen creëren aan de lopende band. Kansen komen niet zomaar, die moet je actief maken. Dat vereist soms dat je out of the box denkt en kleurt alsof er geen lijntjes zijn.

Reacties [6]

  • ann

    Ik ben de moeder van een geïnterneerde, die bij gebrek aan geschikte opvang, langdurig in de gevangenis verblijft. Bedankt om voor de vermenselijking te pleiten en getetineerden een stem te geven. Het doet deugd.

    • Kristien

      Zeer heldere en mooi analyse! Lang leve deze naïviteit en warme menselijkheid!

  • Stefanie Deygers

    Heel mooi, ontroerend artikel, waar ik ook volledig achtersta! Merci!

  • Mieke Beirinckx

    Ik deel de visie dat zonder goed te keuren wat ze deden, respect en begrip voor daders met schuldinzicht die aan zichzelf willen werken, ze al een heel eind op weg helpt. Ondersteuning en begeleiding binnen dit traject zijn noodzakelijk, opsluiting zonder meer is niet de oplossing. Knap werk Leen en dank om deze positieve aanpak onder de aandacht te brengen.

  • Simone Sergeant

    Zulke artikels moeten meer geschreven worden en kansen krijgen bij een ruimer publiek. Sommige beeldmedia staan er zeker voor open. Elke gedetineerde is een confrontatie met jezelf. Elke mens is tot veel in staat in alle richtingen…
    Ik ben een grote fan van de nieuwsbrief Sociaal.Net en probeer die ruimere bekendheid te geven. Doe zo verder en dank u aan Leen om zo oprecht naar buiten te komen.

  • Lieve Polfliet

    wat een sterke getuigenis en oh zo waar! dankjewel Leen. respect en waardering voor jouw engagement en het feit dat je jouw engagement maar ook de stem van mensen waarnaar zo weinig echt geluisterd wordt met velen te verbinden!

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

De kansenfabriek

Waarom ook gevangenen moeten kunnen dromen

Leen Muylkens

Tielt | Lannoo | 2023 | 216 pMeer info