Zesdejaars luisteren
Een zachte lentedag in Hechtel. In het Limburgse Don Boscocollege heerst een gemoedelijke sfeer. De examens komen er aan, maar voor de zesdejaars van het Algmeen Secundair Onderwijs (ASO) wacht eerst nog een boeiende gastspreker: een ex-gedetineerde.
‘Hier staat een hoffelijke zestiger die op een rustige manier zijn bijzonder verhaal vertelt.’
De leerlingen nemen plaats, even voel je de spanning van het onbekende dat zal komen. Alle ogen gericht op die ene man vooraan de zaal. Alle clichés over gedetineerden die lang in de gevangenis hebben gezeten, mogen meteen overboord. Daar staat een hoffelijke zestiger, een gewone man, stijlvol gekleed, die op een rustige en beheerste manier zijn bijzonder verhaal vertelt.
Hij stelt zich voor als Lieven – een schuilnaam – en duidt waarom hij over detentie komt spreken. Hij is verbonden aan het project PrisonTellings waarbij ex-gedetineerden getuigen over hun gevangeniservaring.
Lieven is veroordeeld voor doodslag. Hij legt het verschil tussen moord en doodslag uit. Hij zegt dat hij dit enkel doet met de bedoeling het verschil in de juridische kwalificatie van de feiten aan te geven, niet omdat hij doodslag minder erg vindt dan moord. “In beide gevallen valt immers een dodelijk slachtoffer te betreuren.” Bij moord is er sprake van voorbedachte rade, bij doodslag niet. Een dunne lijn, geeft hij zelf toe.
PrisonTellings
Later zal hij wat meer vertellen over de feiten – als de vragen er zich toe lenen. Eerst wil hij het project voorstellen.
“We willen een lans breken voor een kansenbeleid in de gevangenis, wat haaks staat op een repressiebeleid zoals we dat vandaag in veel Belgische gevangenissen nog zien”, duidt Lieven een eerste doelstelling.”
“Hij geeft een voorbeeld: “Een cel is slechts acht tot negen vierkante meter groot, daarin zitten mensen 23 uur op 24 opgesloten. Gelet op de constante overbevolking, zitten mensen soms met drie of vier samen in een ruimte die voorzien is voor één of twee personen. De overbevolking betreft voornamelijk de arresthuizen, wat niet wegneemt dan een louter opsluitingsbeleid nog steeds legio is in onze gevangenissen.”
Beeldvorming
Een ander doel van PrisonTellings is de beeldvorming over gevangenen nuanceren. “Een gedetineerde is een doodgewone mens”, zegt hij. “Vooraleer ik in de gevangenis terechtkwam had ik, zoals veel mensen wellicht, een afschrikwekkend beeld van gedetineerden. Dat beeld had ik mij gevormd op basis van de media. Ik las over monsters en gevaarlijke psychopaten.”
‘Een cel is slechts acht tot negen vierkante meter groot, daarin zitten mensen 23 uur op 24 opgesloten.’
Eens in de gevangenis stelde hij tot zijn verbazing vast dat dit beeld volkomen verkeerd was. Daarom stipt hij een derde doelstelling van PrisonTellings aan: mensen, jongeren in het bijzonder, aanmoedigen om een kritische blik in acht te nemen ten aanzien van de media, zeker wanneer het gaat om berichtgeving over menselijke drama’s.
Controle kwijt
Lieven onderbreekt zijn betoog met de vraag waaraan de leerlingen spontaan moeten denken als ze het woord gevangenis horen. Oranje of gestreepte pakken, suggereert een leerling. Onderlinge gevechten, zegt een ander. Zware boeven van boven de honderd kilo, lacht iemand. De woorden drugshandel, dealen in de gevangenis en corruptie vallen. Cipiers die hun macht gebruiken en misbruiken, is een leerlinge dan weer ernstig.
‘Je wordt ontmenselijkt in de gevangenis. Dat begint al bij aankomst. Je moet je helemaal uitkleden en naakt voor een cipier staan.’
Ze raakt een gevoelig punt bij Lieven. De macht en het misbruik ervan hebben hem zelf sterk geraakt. Een ander fenomeen dat zwaar op hem heeft gewogen is wat hij de ‘objectivering’ noemt. “Je wordt ontmenselijkt in de gevangenis”, zegt hij. “Je wordt een object van detentie. Het begint al bij aankomst. Je moet je helemaal uitkleden en naakt voor een cipier gaan staan die je fouilleert. Dit is niet alleen mensonterend, het is het objectiveringsmoment bij uitstek.”
Maar het allerlastigst is de onzekerheid. “Ze is er vanaf het eerste moment dat je in de gevangenis binnenkomt tot het laatste moment als je buitenkomt”, zegt Lieven. “Soms gaat die onzekerheid over onbenulligheden, maar de opeenstapeling van die onbenulligheden kan iemand soms tot wanhoop drijven.”
Regels die anders worden geïnterpreteerd naargelang de een of de andere, of naar de toevallige gezindheid van een persoon op verschillende momenten. Over waar precies dit of dat voorwerp mag staan in de cel bijvoorbeeld. Of welke soorten schoenen wel of niet worden getolereerd. Hoe je iemand moet aanspreken, wanneer je mag douchen, met wie je contact mag hebben. Wat je mag zeggen of doen. De willekeur is groot. Niets is er voorspelbaar. Wie houdt het zo vol? “Als gedetineerde ben je de controle over je eigen leven helemaal kwijt.”
Werken in de gevangenis
Er is werk in de gevangenis, bijvoorbeeld in de grootkeuken of de wasserij. Maar dan aan 80 cent per uur, soms 1,40 euro. De leerlingen kijken hem vol ongeloof aan. Iemand had nog gesuggereerd dat het minstens 2 euro zou zijn.
“Stel je voor dat er niemand van de gedetineerden wil werken”, zegt hij. “Zie je dan het kostenplaatsje dat zou ontstaan indien al deze taken door normaal betaald personeel moeten gedaan worden? Toch zal het nooit zover komen. “Want ook in de gevangenis heb je centen nodig: telefoneren, roken, extraatjes… ze kosten allemaal geld. Ook wil een aantal gedetineerden werken om uit de benepenheid van die veel te kleine cel met te veel andere op de schoot te ontsnappen.”
Jonge mensen in de cel
Het leven in de gevangenis heeft Lieven wel aan het denken gezet. Niet alleen over zijn eigen leven en keuzes, maar ook over het systeem en hoe dat aanzet tot nog meer ongelijkheid.
‘Ik heb veel jonge mensen ontmoet in de gevangenis. Veel van die jongens zijn helemaal niet dom.’
“Ik heb veel jonge mensen ontmoet in de gevangenis”, vertelt hij. “In grote lijnen is het telkens hetzelfde verhaal: het zijn jongeren uit kwetsbare socio-economische milieus. Veel hebben de school niet afgemaakt. Vaak hebben ze alleen maar te horen gekregen dat ze voor niets deugen. Ze zitten dus opgescheept met een negatief zelfbeeld. Ze geraken dan vaak gevangen in het milieu van drugs en kleine criminaliteit. Dat wordt al snel een negatieve spiraal waardoor ze uiteindelijk in de gevangenis terechtkomen.”
“Veel van die jongens zijn helemaal niet dom”, zegt Lieven tegen de scholieren. “Ze beseffen maar al te goed in welke situatie ze zitten. Alleen weten ze niet hoe ze er op eigen kracht iets aan kunnen veranderen.”
“Ze hebben iemand nodig die in hen gelooft, hen een hand reikt. Ze hebben een omgeving nodig die kansen biedt en ruimte geeft om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Dan maak je mee dat ze in zichzelf beginnen te geloven, dat ze zich bewust worden dat ze wel iemand zijn en wel dingen kunnen. Dit is het mooiste wat ze kan overkomen, zelfs in detentie. Dat is het pad wat we in moeten slaan.”
“Daarom wil ik nogmaals het belang van een kansenbeleid in de gevangenis benadrukken. Leuven-Centraal is op dat vlak een model, met dank aan de humanistische visie van de toenmalige directeur Guido Verscheuren.”
Nieuwsgierige scholieren
Tijd voor nog meer vragen van leerlingen. Voorzichtig willen ze toch iets meer weten over waar hij gezeten heeft – Leuven Centraal – en hoelang precies. En het verschil tussen de uitgesproken straf den de effectieve celjaren, twaalf jaar. Hoe het zit met de vervroegde vrijlating? “Je komt nooit zomaar vervroegd vrij, dat elke gedetineerde na een derde van zijn straf vrijkomt is een mythe.”
Er zijn tal van voorwaarden die je moet naleven, in hoofdzaak gaat het om het hebben van een vaste woonplaats en een zinvolle dagbesteding, lees werk. Je moet ook over psychologische begeleiding beschikken. Daarnaast kunnen nog extra individuele voorwaarden worden opgelegd: die voorwaarden zijn streng en worden strikt opgevolgd. Maar ik vind dit helemaal terecht en heb er absoluut geen moeite mee”, besluit Lieven.
Tiny House
Er volgen vragen over hoe hij zijn leven tijdens en na zijn detentie heeft vorm gegeven. “In de gevangenis ben je tot niets verplicht. De hoogste straf die ons strafwetboek voorziet is de vrijheidsberoving, niets meer en niets minder. Aan elkeen om zijn detentie vorm en inhoud te geven.”
‘Wat het meest was veranderd in de samenleving na twaalf jaar cel? Dat iedereen de hele tijd op zijn smartphone kijkt.’
“Omdat ik mijn misdaad op geen enkele manier kon plaatsen ben ik op zoek gegaan naar een uitleg. Na wat omzwervingen, via de psychologie onder andere, viel filosofie mij plots in de schoot. Ze bood mij nieuwe inzichten die onmiddellijk een louterend effect hadden. Ik heb er mijn volledige detentietijd aan besteed.” De wijsbegeerte lijkt Lieven nog steeds te boeien want hij werkt nu aan een doctoraatsthesis in het vakdomein moraalfilosofie.
Instemmend gelach klinkt uit de zaal als Lieven vertelt dat hij nu in ‘Tiny House’ woont. Hij heeft niet veel nodig om te leven. Dat soberheid en sereniteit zijn ethische levenspijlers zijn geworden, en dat hij daardoor een totaal andere mens is geworden. Hij voegt er nog een derde pijler aan toe: leven in een discrete en intieme verbondenheid met slachtoffer en nabestaanden.
Er wordt gegrinnikt als de woorden lockdown en corona vallen. “Wat de impact betreft was corona niets in vergelijking met de lockdownervaring tijdens mijn detentietijd. Beide zijn natuurlijk niet te vergelijken wegens totaal andere contexten. Maar op zich had de coronalockdown nauwelijks impact op mij.”
Wat het meest was veranderd in de samenleving na twaalf jaar cel? “Dat iedereen de hele tijd op zijn smartphone kijkt.” Opnieuw goedkeurend gelach.
Familie
Het wordt even stil als het over contact met familie gaat. Wie is hem komen bezoeken en met wie heeft hij nog contact? Belangrijke, maar delicate vragen. “Mijn moeder”, zegt hij. “Moeders zijn moeders hé. Die zien hun kinderen graag, wat er ook gebeurt. Natuurlijk is ze kwaad geweest, maar ze is blijven komen.”
‘Moeders zijn moeders hé. Natuurlijk is ze ook kwaad geweest, maar ze is blijven komen.’
Ook zijn broer en zus zijn hem nabij gebleven samen met enkele vrienden van vroeger. Het contact met zijn kinderen is verbroken. “Ik moet dat respecteren en hen alle tijd gunnen”. Maar hij gelooft dat het contact zich op termijn zal herstellen.
Terugblik
Tijd voor de afronding, voor de leerlingen wenkt een zonnige middagpauze in open lucht. Lieven bedankt de leerlingen voor hun respectvolle houding ten aanzien van hem, voor hun geduldige aandacht en hun interessante vragen. De leerlingen hebben veel om over na te babbelen.
Achteraf blikt Lieven even terug. “Aandachtig publiek en interessante vragen. Ook een goeie spirit in deze school. De schoolgeest voel je vaak meteen wanneer je binnenkomt. Soms krijg ik mee dat het een moeilijke klas is en dat ze veel lawaai kunnen maken, maar meestal valt het wel heel goed mee.”
‘Lieven deelt zijn verhaal een paar keer per jaar. Telkens komen de meer menselijke vragen bovendrijven.’
Hij deelt zijn verhaal een paar keer per jaar, soms kort na elkaar, soms met weken tussen. Altijd weer is iedereen nieuwsgierig. Telkens komen ook de meer menselijke vragen bovendrijven. De verhoudingen binnen de gevangenismuren, maar ook hoe het contact loopt met familie en vrienden. Doel bereikt. Nuance aangebracht en stof tot nadenken meegegeven.
“Je kan niet weten wat er blijft hangen na zo’n lezing. We hebben daar trouwens geen enkele pretentie over: ons bescheiden doel is om virtueel de gevangenisdeuren te openen en op een verantwoordelijke en genuanceerde wijze te getuigen over het leven daar.”
Of hij het nooit te lastig vindt? “Toch wel, wat ik vertel is mijn persoonlijke intieme beleving van zowel de feiten als de detentie. Dit ‘verhaal’ kan ik onmogelijk objectiveren of er mentale en emotionele afstand van nemen. Dus ja, elke getuigenis heeft impact. Het is een kwestie van de kritische emotionele grens in de gaten te houden.”
Lieven neemt beleefd afscheid. En zoals hij prompt alle aandacht naar zich toetrok, zo verdwijnt hij geruisloos opnieuw in de anonimiteit. Hij gaat op in het banale geroezemoes van een school tijdens lunchpauze.
Reacties [1]
Een lovenswaardig initiatief! Om sterk aan te moedigen.
De lijn is inderdaad zeer dun voor elkeen, als je rekening houdt met ieders achtergrond en de rugzak die je meekrijgt in het leven…
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies