Zohra Lkasbi
Als kind was Zohra Lkasbi (38) gefascineerd door alles wat met criminaliteit te maken had. Wat brengt mensen ertoe om over de schreef te gaan? Toen ze zeventien was, vroeg ze zich af of ze voor een opleiding criminologie dan wel psychologie moest kiezen. Het werd het tweede. “Omdat het naar mijn gevoel breder ging, meer wegen openhield.”
‘Wanneer mensen bij ons aankloppen, willen ze meteen hulp. Het doet pijn als je mensen dan naar huis moet sturen.’
Toen Zohra Lkasbi in haar masterjaar een stageplek zocht, twijfelde ze niet. Haar top drie bestond exclusief uit forensische teams. Ze ging aan de slag bij de Universitaire Kinder- en Jeugdpsychiatrie Antwerpen (ZNA-UKJA), en mocht er na afstuderen ook meteen aan de slag. Tijdens haar job haalde ze uiteindelijk ook nog haar master criminologie.
Elf jaar werkt Zohra Lkasbi ondertussen als forensisch psycholoog. De doelgroep: adolescenten die criminele feiten hebben gepleegd. “Tijdens mijn stage wist ik al: dit is mijn ding. Mensen zien alleen de criminele feiten, het gedrag. Maar daar schuilt nog zoveel onzichtbaars onder.”
“Er is een achtergrond, een levensgeschiedenis. Combineer biologische factoren – zoals bijvoorbeeld een verstandelijke beperking of autismespectrumstoornis – met contextfactoren, zoals een moeilijke thuissituatie, en het verhaal is al helemaal anders. En dan zijn er nog omgevingsfactoren die een kwetsbaarheid triggeren of versterken, bijvoorbeeld armoede. Het zijn complexe situaties.”
Kan je eerst eens meer vertellen over je werk als forensisch psycholoog?
“Onze kinder- en jeugdpsychiatrie gaat breed. Ikzelf werk met adolescenten op de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie, FOR-K. Het gaat om jongens tussen twaalf en achttien die criminele feiten hebben gepleegd en waar sprake is van een psychiatrische problematiek. Denk aan ADHD, autismespectrumstoornis, trauma, hechtingsproblemen, noem maar op.”
“Vaak staan de jongeren onder toezicht van de jeugdrechtbank. We zijn gespecialiseerd in seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar ook in jongeren met een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling en ernstige agressieproblemen.”
Dat zijn stevige dossiers.
“Daarom ben ik blij dat ik aan de slag kan binnen een multidisciplinair team van dokters, psychologen, criminologen, maatschappelijk werkers, psychiatrisch verpleegkundigen en vaktherapeuten. Het is belangrijk om ook in de context van jongeren aan de slag te gaan. Want vaak is er sprake van meer dan een ‘individueel’ probleem.”
‘We zagen de laatste jaren steeds meer aanmeldingen over online seksueel grensoverschrijdend gedrag.’
“Mijn taak binnen dat multidisciplinaire team is vooral therapie. En daarnaast: psychodiagnostiek. Ik ben getraind in intelligentie-, neuropsychologisch-, belevings- en persoonlijkheidsonderzoek, en risicotaxatie.”
Je werkt binnen de jeugdpsychiatrie en hebt het over de jeugdrechtbank. Dan denk ik meteen aan: wachtlijsten.
(Lachje) “Het probleem is algemeen bekend, zeker binnen de geestelijke gezondheidszorg. Ook wij kampen als residentiële voorziening met een wachtlijst.”
Hoe voelt dat voor jou, als hulpverlener?
“Heel frustrerend, uiteraard. Wanneer mensen bij ons aankloppen, willen ze meteen hulp. Je ziet de machteloosheid. Het doet pijn als je mensen dan naar huis moet sturen. Maar je probeert wel mee na te denken. Ik stop niet bij: ‘sorry, er is geen plaats.’ We kijken naar crisismeldpunten en -afdelingen, en bieden sinds kort ook voortrajecten aan. In afwachting kunnen jongeren dan al wekelijks op gesprek komen.”
Tussen al dat werk door schreef je de voorbije jaren aan het boek ‘Jongeren en online seksueel grensoverschrijdend gedrag’.
“Bij FOR-K zagen we de laatste jaren steeds meer aanmeldingen over online seksueel grensoverschrijdend gedrag. In het begin vroegen we ons af hoe daarmee om te gaan. Er bestond duidelijk nog niet veel onderzoek rond het thema. Dus begin je op te zoeken, dingen in elkaar te steken en uiteindelijk zelf vormingen te geven. Dat werd opgemerkt door uitgeverij Garant. Rond online seksualiteit bij jongeren bestond al wat, maar over online seksueel grensoverschrijdend gedrag nauwelijks.”
Online seksueel grensoverschrijdend gedrag gaat heel breed. Een definitie op zich is al moeilijk?
“Heel moeilijk! In de weinige wetenschappelijke artikels die er waren, werd telkens een eigen omschrijving gebruikt. Uiteindelijk heb ik een definitie gevolgd die min of meer neerkomt op dit: het gaat om seksuele activiteiten die via het internet of een mobiel toestel worden uitgevoerd, en die niet ontwikkelings- en leeftijdsadequaat zijn, ongepast en schadelijk.”
‘Ook problematisch online pornogebruik valt onder seksueel grensoverschrijdend gedrag.’
“Die definitie sluit dicht aan bij het Vlaggensysteem van Sensoa zoals we dat in de hulpverlening kennen. Het gaat bovendien om meer dan alleen strafbare feiten, ook problematisch online pornogebruik valt onder online seksueel grensoverschrijdend gedrag.”
Over strafbare feiten schrijf je in je boek: “Het strafrecht kan moeilijk volgen”.
“Al zijn er in 2022 wel stappen gezet met het hervormde seksueel strafrecht. Sexting met wederzijdse onderling toestemming en boven de zestien jaar, is bijvoorbeeld niet langer strafbaar. Dat is een goede evolutie. Jongeren ontwikkelen zich seksueel en zijn online. Het is dus logisch dat de beleving van seksualiteit naar de digitale wereld verschuift.”
Op dat vlak is er geen reden tot paniek?
“Ik begrijp best dat ouders vaak panikeren rond dit thema. ‘Oh neen! Mijn kind stuurt een naaktfoto!’ Maar er is niks nieuws aan jongeren die hun seksualiteit exploreren. Het gebeurt nu gewoon via smartphones en sociale media.”
“Feit is natuurlijk wel dat er risico’s aan verbonden zijn. Er kunnen mensen meekijken of de ontvanger kan de beelden verspreiden. Maar op dat vlak is er geen verschil tussen online en offline: als er grenzen worden overschreden, moet je actie ondernemen. Dan komen we opnieuw bij het strafrecht.”
Online seksueel grensoverschrijdend gedrag gaat – voor de duidelijkheid – over veel meer dan naaktbeelden. Ik leerde heel wat nieuwe woorden in jouw boek: grooming, creepshots, sextortion, catfishing…
“Ik vind het belangrijk dat we stilstaan bij al die vormen. De laatste jaren zie ik bijvoorbeeld vaker dat offline seksueel geweld, zoals aanranding of verkrachting, gefilmd wordt. Dat is heftig. Maar ook grooming – waarbij jongeren anderen manipuleren om seksueel getinte beelden te bekomen – zie ik in de praktijk terugkomen. Gelukkig niet zo veel, maar toch, we moeten daar bewust van zijn. Net zoals van pakweg dierenporno, gewelddadige porno of seksueel misbruikbeelden van minderjarigen. Het is allemaal strafbaar.”
Voor jonge daders zijn er vandaag verschillende straffen mogelijk: een multimediaverbod, bemiddeling met het slachtoffer, opgelegde hulpverlening, maar ook opsluiting in een gemeenschapsinstelling. Is zo’n instelling de juiste plek voor een jonge pleger?
“De jongeren met wie ik werk, komen vaak uit een gemeenschapsinstelling. Ik vind het belangrijk dat jonge plegers een juridisch signaal krijgen. Als je een feit pleegt, moet daar een reactie op komen. Maar het is ook belangrijk dat zo’n signaal samengaat met een behandeltraject. We weten veel te weinig over recidive bij jonge plegers van online seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar onderzoek toont wel aan dat sommigen hervallen. Daar moeten we dus mee aan de slag.”
Je boek is een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek. De volgende vraag doet al dat werk oneer aan, maar ik stel ze toch: heb je tips voor ongeruste ouders wiens kind dader of slachtoffer is van online seksueel grensoverschrijdend gedrag?
“Eerst en vooral is het belangrijk om te investeren in preventie. Ouders kunnen bijvoorbeeld goede afspraken maken met hun kinderen en interesse tonen in wat ze doen. Op die manier word je als ouder een vertrouwenspersoon, en is het voor kinderen makkelijker om de stap te zetten in geval van problemen.”
‘Wanneer je kind slachtoffer is van online seksueel grensoverschrijdend gedrag is het belangrijk om te luisteren, te communiceren, niet de schuld te geven…’
“Wanneer je kind slachtoffer is van online seksueel grensoverschrijdend gedrag is het belangrijk om hem of haar te steunen. Te luisteren, te communiceren, niet de schuld te geven… Daarnaast kunnen ouders en kind samen hulp zoeken. Bij een therapeut bijvoorbeeld, maar ook elders. Er zijn verschillende opties. Bij Child Focus zijn ze gespecialiseerd in online veiligheid. Maar ook het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) kan een rol spelen. En je kan uiteraard altijd klacht indienen bij de politie.”
“Wanneer jongeren online seksueel grensoverschrijdend gedrag stellen, bestaan er verschillende instanties waar ouders met hun kinderen terechtkunnen, zoals het CLB of een Centrum Geestelijke Gezondheidszorg. In sommige gevallen is de jeugdrechter betrokken, die maatregelen zal opleggen.”
Het is voor slachtoffers niet evident om hulp te zoeken. Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag is al sprake van schuldgevoel en schaamte. Bij online seksueel overschrijdend gedrag komt daar extreme victim blaming en herhaaldelijk slachtofferschap bovenop.
“Klopt. Beelden die na jaren blijven circuleren: dat is schrijnend. Het heeft een niet te onderschatten impact op iemands welzijn. Net als victim blaming. Daders maar ook mensen uit de omgeving van het slachtoffer zeggen al snel: ‘Maar je hebt dat beeld toch zelf gemaakt en gestuurd?’ Maar het is de dader die verantwoordelijk is voor het verspreiden van beelden. Daarom ook dat je aangifte kan doen bij de politie.”
Je geeft daarover ook vormingen op scholen.
“Het is in de eindtermen en ontwikkelingsdoelen vastgelegd dat scholen aandacht moeten hebben voor mediawijsheid en seksuele opvoeding. Maar ook de combinatie van die twee is dus belangrijk. Maar uit onderzoek blijkt dat jongeren aangeven dat ze op school minder informatie krijgen over sexting en online seksuele media dan over andere onderwerpen van relationele en seksuele voorlichting.”
‘Beelden die na jaren blijven circuleren: dat is schrijnend. Het heeft een niet te onderschatten impact op iemands welzijn.’
“Ook voor ouders ligt er werk op de plank. Het wordt aangeraden om het gesprek al op voorhand aan te gaan, en niet te wachten tot er een probleem is. Onze peuters en kleuters gebruiken al media. Ze kijken TV, zitten op YouTube. Het is belangrijk dat jongeren weten dat daarover gesproken kan worden. Dat media een belangrijke plaats innemen in ons leven, en dat ze vragen kunnen stellen als er issues zijn. Opnieuw: open communicatie. Het voorkomt elk taboe.”
“De online leefwereld stopt nooit, jongeren nemen die overal mee. Het is belangrijk dat we jongeren weerbaar maken. We hoeven daar niet bang van te zijn. En dat geldt ook voor het jeugdwerk.”
Je was zelf ook actief in het jeugdwerk, als vrijwilliger bij jeugdhuis Den Eglantier in Antwerpen. Je bent ook één van de hulpverleners op Black Mental Health Care, een plek voor mensen op zoek naar hulpverleners van kleur.
“Ik vind het belangrijk dat de hulpverlening een weerspiegeling is van de maatschappij, en ik werk graag samen met jongeren. Het is nodig dat we hen positieve boodschappen geven: je moet niet alles alleen doen, er zijn mensen die jou willen ondersteunen. Maar eerlijk: dat vrijwilligerswerk was ook puur amusement. Ik deed veel rond muziek en hiphop met die jonge gasten.”
Muziek! Je bent naast forensisch psycholoog ook… DJ SAHЯA. Op je Instagram staat onder een foto met je boek een filmpje van Tomorrowland. Veel groter kan het contrast niet zijn. Hoe geraak je als gedragstherapeut op Tomorrowland en Rock Werchter?!
“Dankzij Den Eglantier! (lacht) Ik kende niks van deejayen, maar toen DJ Dysfunkshunal een workshopreeks kwam geven in het jeugdhuis, begeleidde ik de groep. Ik was begin dertig, maar deed vol overtuiging mee met die veertienjarigen. Als afsluiter was er een feestje. Het was zo mooi om zien hoe al die jonge gastjes mij kwamen helpen.”
‘Als ik draai op feestjes, heb ik wel eens het gevoel dat ik therapie geef. Als ik de mensen voor mijn booth zie dansen en opfleuren…’
“Na die workshops kon ik er eerlijk gezegd nog steeds niet van. Maar ik had de smaak wel te pakken. Ik leerde bij via YouTube, postte voor de fun filmpjes op Instagram. En voor ik het wist vroegen mensen mij of ik DJ was. (lacht) Er kwam een vraag, een echte boeking, nog meer boekingen. En deze zomer sta ik op Afro-Latino, de Gentse Feesten, Cafe au Lait Streetparty, We Can Dance, Les Ardentes, Ostend Beach…”
Combineer dat maar eens met boeken schrijven en forensische psychologie!
“Het is niet altijd evident. Maar ik zou nooit willen kiezen tussen die twee passies. Hoewel ze ver uit elkaar liggen, passen ze perfect bij elkaar. Ik probeer muziek vaak te integreren in mijn therapieën. En als ik draai op feestjes, heb ik wel eens het gevoel dat ik therapie geef. Als ik de mensen voor mijn booth zie dansen en opfleuren… Soms komt een vreemde na een set naar me toe: ‘Ik had een slechte dag, maar nu voel ik me veel beter.’ Dan denk ik: dat is het. Dat is wat ik wil.”
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Dikke Freddy aan Marc Coucke, een mens met geldproblemen
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies