Achtergrond

Woonzorgcentra na corona: kleine teams, kleine wooneenheden

Lander Vermeerbergen, Geert Van Hootegem

Experten zijn niet verrast over de grote en pijnlijke impact van corona op de woonzorgcentra: “Omvangrijke teams werken er in grote wooneenheden. Breekt dan een virus uit, dan heb je grote problemen.” In de toekomst moeten we woonzorgcentra anders organiseren.

Dossier:  
woonzorgcentra_arbeidsorganisatie_c

© ID / Jasper Jacobs

Woord vooraf

Nu op de proppen komen met wetenschappelijke analyses en vergaande beleidsadviezen voor de woonzorgcentra, kan getuigen van bad timing.

Want al wie betrokken is op ouderenzorg heeft in deze periode van verlies en verdriet vooral begrip en steun nodig. Maar ook nieuwe en hoopvolle perspectieven kunnen zuurstof bieden, ook al zijn ze misschien vandaag nog niet realiseerbaar. Dat is de intentie van deze bijdrage.

Probleemcluster

Het coronavirus slaat hard toe in organisaties waar de meest kwetsbaren wonen. ‘Physical distancing’ is een belangrijk wapen tegen dit virus. Helaas: in woonzorgcentra valt dat door de directe zorg moeilijk te organiseren.

‘Breekt het virus uit in een grote wooneenheid, dan heb je grote problemen.’

Toch moet je die evidentie in vraag stellen. In de meeste woonzorgcentra werkt ‘physical distancing’ niet omdat ze het slachtoffer zijn van meer structurele problemen. Omvangrijke teams werken er in grote wooneenheden. Breekt dan een virus uit, dan heb je grote problemen. Dat is de reden voor het coronadrama in de woonzorgcentra.

Werkbaar werk?

De woonzorgcentra verkeren al langer in zwaar weer.

Reeds voor dit coronavirus opdook, stelde 46,5 procent van de zorgmedewerkers in woonzorgcentra dat hun job emotioneel te belastend is. Iets meer dan de helft zei te moeten werken onder continue tijdsdruk.

Die slechte scores op vlak van werkbaar werk, verbazen niet. Het aantal personeelsuren nam de voorbije decennia niet evenredig toe met de groeiende zorgnood van de bewoners. Doordat ouderen almaar meer thuis worden verzorgd, krimpt het aantal bewoners met een licht zorgprofiel.

Hoge uitval op krappe arbeidsmarkt

En toen kwam het coronavirus.

Verzorgend en ondersteunend personeel geeft aan dat deze pandemie hun beroep emotioneel en fysiek nog meer belast. Medewerkers hebben angst om zelf besmet te worden. Heel wat bewoners worden plots ernstig ziek en hebben bijzondere medische zorgen nodig. Te veel bewoners waarmee doorheen het verblijf een fijne band werd opgebouwd, overlijden.

‘Werkgevers staan voor een nagenoeg onmogelijke opdracht om een sterke uitval van personeel op te vangen.’

Door de omvang van de crisis verwachten we een sterke uitval van personeel. Niet enkel doordat personeel besmet wordt, maar ook doordat veel gepassioneerde medewerkers voor een korte periode een tandje zullen bijsteken als de werklast hoog wordt. Langdurig onder druk werken, veroorzaakt echter fysieke en mentale gezondheidsproblemen. We verwachten dat dit zal leiden tot kort- en langdurig ziekteverzuim.

Voor de woonzorgcentra die al jaren kampen met een groot tekort aan verpleeg- en zorgkundigen, is dit uiterst problematisch. Werkgevers staan voor een nagenoeg onmogelijk opdracht om een sterke uitval van personeel op te vangen.

Grote wooneenheden, omvangrijke teams

Er is ook iets mis met de organisatie van wooneenheden en teams van woonzorgcentra.

Bewoners leven er traditioneel in grote wooneenheden, verzorgd en ondersteund door enkele omvangrijke teams. Hierdoor komt iedereen met iedereen in contact. Bewoners komen in aanraking met veel medebewoners en met een groot aantal medewerkers en vice versa.

Een besmettelijk virus zoals COVID-19 kan hier razendsnel toeslaan. Een besmette bewoner zal in gemeenschappelijke woondelen het virus doorgeven aan medebewoners en personeel. Besmet personeel zal tijdens de zorgen in aanraking komen met een groot aantal bewoners.

Het coronavirus verspreidt zich in woonzorgcentra dus door de wijze waarop wooneenheden en teams georganiseerd zijn. De rol van arbeidsorganisatie komt op een pijnlijke manier tot uiting doordat het de afstand tussen bewoners en zorgverleners bepaalt. Nochtans komt in de huidige discussie over het coronavirus de rol van arbeidsorganisatie nauwelijks aan bod.

Gevaarlijk om nu al te versoepelen

Er zijn dus verschillende structurele elementen die de zware impact en de moeilijke beheersbaarheid van het coronavirus in de woonzorgcentra verklaren. Die los je niet meteen op, laat staan middenin een crisis.

Op korte termijn is het prioritair om besmettingen in te dijken. Woonzorgcentra mogen niet te snel terugschakelen naar hun dagelijkse situatie. Haast en spoed zal leiden tot veel besmettingen en sterfgevallen. Indien woonzorgcentra ongecontroleerd de deuren openen, zullen zeker nieuwe besmettingen plaatsvinden via familie en vrienden van bewoners, leveranciers van zorg- en operationeel materiaal of senioren in dagcentra.

‘Woonzorgcentra mogen niet te snel terugschakelen naar de dagelijkse situatie. Haast en spoed zal leiden tot veel sterfgevallen.’

Maar ook als woonzorgcentra dicht blijven, kan het vroegtijdig versoepelen van de algemene coronamaatregelen zorgen voor een stijgend aantal besmettingen. Personeelsleden komen dan buiten de werkcontext in aanraking met meer mensen, waardoor de kans groter wordt dat ze besmet raken. Doordat die personeelsleden vaak zorg geven in grote eenheden, vergroot de kans dat ze collega’s en bewoners besmetten.

De toekomst

Als je weet waar de problemen liggen, kan je ze ook aanpakken. Dan verschijnt een meer hoopvol perspectief: door de organisatie structureel aan te passen, is het wel mogelijk om ook ‘physical distancing’ toe te passen in woonzorgcentra.

Wij zien concrete oplossingen om uit de malaise te geraken en om na de exit betere zorg en werkbaar werk te leveren: kleine wooneenheden en kleine teams.

De toekomst ligt bij kleine wooneenheden van minstens zes en maximaal vijftien bewoners.Ausserhofer, D. e.a. (2016), ‘There’s no place like home”: a scoping review on the impact of homelike residential care models on resident-, family-, and staff-related outcomes’, Journal of the American Medical Directors Association, 17(8), 685-693.Hoe kleiner het aantal bewoners, hoe groter de kans om besmetting te voorkomen bij bewoners en hulpverleners.

Kleine multidisciplinaire teams

Die kleine woonunits moeten omringd worden door kleine multidisciplinaire teams van zes tot acht medewerkers. Wijs zo’n team toe aan één of twee wooneenheden.Vermeerbergen, L., Van Hootegem, G. en Benders, J. (2017), ‘A comparison of working in small-scale and large-scale nursing homes: A systematic review of quantitative and qualitative evidence’, International Journal of Nursing Studies, 67, 59-70.Dit multidisciplinair team omvat alle noodzakelijke profielen zoals zorgkundigen, verpleegkundigen en onderhoudspersoneel. Het is verantwoordelijk voor alle zorg- en ondersteunende taken. Medewerkers wisselen niet van team.Benders, J. en Missiaen, C. (red.) (2013), Zorgvernieuwers. Betere zorg door anders organiseren: 9 praktijkverhalen, Tielt, LannooCampus.

Het gevolg van die nieuwe arbeidsorganisatie is dat bewoners en personeel COVID-19 minder aan elkaar doorgeven. Het aantal personen dat een besmette bewoner of personeelslid kan besmetten, is kleiner.

Een besmette bewoner zal enkel COVID-19 kunnen doorgeven aan de anderen in zijn kleine wooneenheid. Een besmette medewerker geeft enkel zorg aan een kleine bewonersgroep, waardoor enkel deze kleine groep besmet kan raken. Ze werken ook nauw samen in een klein team, waardoor enkel leden uit dit team besmet kunnen worden.

Door te werken met multidisciplinaire teams, is het onmogelijk dat plots alle verpleegkundigen van één woonzorgcentrum ziek worden. Dat is immers uiterst problematisch voor de woonzorgcentra. Als medewerkers ziek uitvallen, gebeurt dit in de nieuwe arbeidsorganisatie verspreid over de verschillende disciplinaire achtergronden. Dit maakt het makkelijker om te schuiven met personeelsleden als ziekte optreedt.

Veel winnaars

Samenleven in kleinere woonunits is natuurlijk niet alleen vanuit virologisch standpunt een goede keuze. Bewoners voelen zich thuis in zo’n huiselijke sfeer die veel ruimte biedt voor maximale autonomie.

Eigen onderzoek toont aan dat ook medewerkers van woonzorgcentra zich beter voelen bij zo’n innovatieve arbeidsorganisatie. Personeel kan beter omgaan met werkdruk en ondervindt minder stress. Dit leidt op korte en lange termijn tot minder ziekteverzuim.

‘De ideale arbeidsorganisatie is een huiselijke leefomgeving.’

Is zo’n arbeidsorganisatie wel betaalbaar? Personeel is de hoogste kostenpost voor woonzorgcentra. We stelden in onderzoek vast dat zorgorganisaties met eenzelfde aantal voltijdse equivalenten andere keuzes maakten op vlak van hun arbeidsorganisatie. Eenvoudig gesteld: met eenzelfde personeelsbudget kiest de ene voor een conventionele arbeidsorganisatie, de andere voor een kleinschalige en innovatieve arbeidsorganisatie.

Implementatie

Woonzorgcentra gaan vandaag gebukt onder isolement, verdriet en rouw. De druk om het in de toekomst in woonzorgcentra anders en beter te doen is groter dan ooit.

Geconfronteerd met het coronavirus, voerden woonzorgcentra op korte tijd al indrukwekkende veranderingen uit. Zo werden er cohortgroepen opgestart om bewoners met en zonder coronabesmetting van elkaar te onderscheiden. Zo’n ingrepen vergen veel inzet van alle medewerkers. Maar het veranderingsproces mag niet stoppen bij die tijdelijke crisismaatregelen.

Het is tijd voor een nieuwe arbeidsorganisatie, met kleine woongroepen en vaste multidisciplinaire teams. Niet alle woonzorgcentra hebben de infrastructuur om op korte termijn die omslag te maken. Dan nog is de uitdaging om binnen die grenzen een optimale arbeidsorganisatie op touw te zetten.

Taskforce

Bij zo’n grondig veranderingsproces is alle steun en begeleiding welkom. Er moet snel een taskforce komen die woonzorgcentra begeleidt in de versnelde overgang naar innovatief werken. Leden omvatten beleidsmakers, academici, woonzorgdirecteurs en senior consultants.

‘Een taskforce moet woonzorgcentra begeleiden in een versnelde overgang naar innovatief werken.’

Verschillende woonzorgcentra waren voor deze coronacrisis reeds bezig met het uitrollen van innovatieve arbeidsorganisaties. De drijfveer hiervoor was het verhogen van de werkbaarheid van jobs. De uitbraak van het coronavirus mag deze uitrol niet stilleggen. Integendeel, het is een argument om dit innovatief werken breder en versneld te ontplooien.

Reacties [4]

  • znidarsic E

    In grote WZC zijn stagiairs aan de lopende band,zonder begeleiding hoe het moet worden ze ingezet,goedkoop,onervaren, na paar maanden weer nieuwen,de oudjes vragen niet beter als een vertrouwd iemand te blijven zien,als je dement bent heb je nog minder verpleging,en mensjes die nog bij verstand zijn durven niet klagen om niet slecht aangezien te worden.er is te weinig goed opgeleid personeel, een personeel chef moest er zijn die nagaat wat beter kan en bijsturen, voor bijna twee duizend euro per maand,per persoon zou je verwachten dat er geen tekorten zouden zijn.Ze zijn niet alleen een bankrekening.

  • Venken Theo

    Als ik lees wie jullie voorstellen als leden van een taskforce , voorspel ik een zoveelste poging die blijft steken in een theoretisch kader. De kennis van hoe het anders zou kunnen en moeten is er al jaren. De realisaties lopen spaak op winstbejag, management zonder visie en een onderschatting van de zwaarte en de inhoud van het werk. Begin dus met inspraak te geven aan de mensen die echt weten waar het om gaat : zij die dagelijks op de werkvloer staan.

  • Geert

    Kleinschalig genormaliseerd wonen is een concept dat reeds jaren bestaat en in verschillende wzc zijn meerwaarde heeft bewezen: het warm water moet dus niet terug worden uitgevonden. Daarnaast is de presentie-benadering van Baart met oa aandacht voor het relationele zeker toe te passen in de ouderenzorg? Eigenlijk zijn alle modellen beschikbaar, waarom blijft het dan toch soms moeilijk om die modellen toe te passen in de dagelijkse realiteit? Een goede berekening van het kostenplaatje zou kunnen helpen om sommigen te overtuigen. Wat kost zo’n andere manier van werken in verhouding met de klassieke manier van werken? Dat is een argument dat altijd zal moeten meegenomen worden. Kunnen we zo’n kleinschalige manier van zorgen betaalbaar aanbieden? Plus, vinden we de geschikte kandidaten om in zo’n systeem te werken? Blijkbaar willen niet alle medewerkers werken in zulke kleinere interprofessionele teams en voor een kleinere groep van bewoners? Ik denk aan de kinesisten bijvoorbeeld?

  • Tineke Van Rafelghem

    Het besef en de nood om zich anders te organiseren bestond reeds voor COVID-19, ook bij de overheid. Ik ben overtuigd dat de ‘LEAN filosofie’ bijdraagt tot de realisatie van een innovatief WZC omdat het een dagelijkse structuur biedt voor de medewerkers.
    In een Lean WZC kijkt elke medewerker naar het eigen werk door de ogen van de bewoner. Het is immers die bewoner die bepaalt wat zijn noden zijn en waarde biedt. Lean is een verbetercultuur waar de experts op de vloer dagelijks in kaart brengen waar ze tegenaan lopen én tegelijk verbetervoorstellen uitwerken én implementeren. Zo wordt eigenaarschap gestimuleerd. Willen we deze verbetercultuur dan moet continu verbeteren onderdeel worden van ons werk voor iedereen én iedere dag. Dit wil niet zeggen harder werken, maar slimmer werken. De kracht zit in een beleid dat bereid is om te investeren in elke medewerker en voortdurend de cultuur van continu verbeteren stimuleert, ten voordele van elke bewoner!
    Tineke Van Rafelghem – Lifeloops

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.