Achtergrond

Wooncrisis in Brussel: ‘Gezinnen lijden, hulpverleners verzuipen’

Rebecca Thys, Emma Janssen, Melanie Zonderman, Christa Matthys

In Brussel woedt een ernstige wooncrisis. Dat verhoogt de druk op gezinnen in kwetsbare leefomstandigheden. Kinderen en ouders lijden. Terreinwerkers zetten alle zeilen bij om voedsel, luiers en een dak te vinden. Hoe lang kunnen politici nog wegkijken van deze mensonwaardige toestanden?

wooncrisis Brussel

© Unsplash / Kyle Nieber

Drama, maar geen alternatief

In april 2021 kostte een brand in de Anderlechtse Heyvaertstraat het leven aan drie mensen, waaronder een vader en zijn minderjarige dochter. Zoals veel woningen in de armere wijken van het Brussels Gewest, was ook dit herenhuis niet brandveilig en zwaar overbevolkt.

‘De binnenkant van de wooncrisis blijft onderbelicht.’

Volgens de Brusselse Huurdersbond voldoet zowat de helft van de Brusselse woningen niet aan de veiligheidsnormen. Voor veel mensen is er op dit moment helaas geen betaalbaar alternatief op de Brusselse huurmarkt. Brussel kampt met een ernstige wooncrisis.

Wooncrisis treft steeds meer kinderen

Uit de resultaten van recent onderzoek blijkt dat deze crisis ook in toenemende mate kinderen treft.

De tweejaarlijkse telling van dak- en thuislozen in Brussel toont bijvoorbeeld aan dat het aantal Brusselse kinderen in dak- en thuisloosheid de voorbije twee jaar met de helft steeg. Het gaat vooral om een stijging van het aantal kinderen in de noodopvang, in transitwoningen en in kraakpanden.

Onderzoek naar de materiële deprivatie bij Belgische kinderen legde een groot verschil tussen Brusselse en Vlaamse kinderen bloot: 29 procent in Brussel tegenover 8 procent in Vlaanderen. Dat kan deels verklaard worden door de hoge woonkost in Brussel.

Gezinnen en terreinwerkers aan het woord

Rapporten en onderzoekspublicaties beschrijven uitvoerig de materiële dimensie van de Brusselse huisvestingscrisis: het tekort aan toereikende, stabiele en betaalbare huisvesting voor een groeiende groep inwoners.

Toch blijven er blinde vlekken, vooral over de ‘binnenkant’ van die crisis. Hoe ervaren ouders de invloed van een precaire woonsituatie op het welzijn van alle gezinsleden en op de ouder-kindrelatie? En ook voor hulpverleners is het alle hens aan dek om mee op zoek te gaan naar een geschikte woonst. Die urgentie zet andere begeleidingstaken onder druk. Hoe ervaren zij dat?

We onderzochten beide onderbelichte aspecten. We verwerkten getuigenissen van Brusselse terreinwerkers en ouders met kinderen in precaire leefomstandighedenen. Het gaat om gezinnen zonder wettig verblijf, maar ook om gezinnen die, ondanks een verblijfsvergunning, bijzonder moeilijk rondkomen.

Slecht wonen zet gezinnen onder druk

Een van de rode draden doorheen de getuigenissen van de gezinnen zijn de grote moeilijkheden die ze ondervinden in hun zoektocht naar een goede betaalbare woning. Ondanks de hoge huurprijzen, is de kwaliteit van de huisvesting vaak ondermaats.

‘De gezondheid van gezinsleden staat onder druk.’

De slechte huisvesting is een bron van stress en zorgt voor problemen op andere levensdomeinen. Zaken zoals vochtproblemen tasten de gezondheid van de gezinsleden aan. De gezinnen wonen met te veel mensen op een te kleine oppervlakte waardoor vaak onderlinge spanningen ontstaan. Ouders vinden geen rust en dat zet alle gezinsrelaties onder druk.

De ouders vertellen ook over de stress die het voortdurend verhuizen met zich meebrengt. Het is een bron van veel leed voor de kinderen. Want verhuizen impliceert meestal: van school veranderen, vaak tijdens het schooljaar. 

Gezinnen zonder wettig verblijf

De verwevenheid van de verschillende levensdomeinen komt scherp tot uiting bij de gezinnen zonder wettig verblijf. Zij kunnen niet tewerkgesteld worden op de arbeidsmarkt, vinden zelden een kwaliteitsvolle betaalbare woning en kunnen niet ingaan op de vraag van verhuurders naar bewijs van inkomen. Ze kunnen moeilijker beroep doen op hun rechten waardoor ze bijvoorbeeld weerloze slachtoffers worden van huisjesmelkers of andere vormen van uitbuiting.

‘De noodopvang is geen goede omgeving om kinderen in op te voeden.’

Van de tien gezinnen zonder wettig verblijf die aan het onderzoek deelnamen, zijn er acht dak- en thuisloos. Zij verblijven in de noodopvang, hebben tijdelijk onderdak in een informeel opvanginitiatief, ze bezetten een pand of logeren bij vrienden of familie.

De noodopvang is geen goede omgeving om kinderen in op te voeden. Er is een gebrek aan ruimte en privacy. Ouders voelen zich belemmerd om hun eigen opvoedingsstijl te vinden. Ze aarzelen om hun grenzen te trekken uit angst voor beoordelende blikken of een oncontroleerbare huilbui.

Ook ouders die met hun kinderen in een kraakpand leven, maken zich zorgen over het welzijn van hun kinderen. De tijdelijkheid van de bezetting zorgt voor veel stress.

Dit of de straat

Mama Marie vertelt over de invloed van haar woonsituatie op het gezin.Omwille van privacy gebruiken we pseudoniemen.

‘Het vreet aan mij, ik maak me veel zorgen.’

“Vroeger waren dat hier burelen. We hebben ze bezet. Zoals je kan zien, is er één kamer voor mijn zoon en één voor mijn twee dochters. Het is geen goede omgeving voor mijn kinderen. Maar bon, het was dit of de straat. Het zou beter zijn moesten we op één plek kunnen verblijven, nu moeten we altijd verhuizen.”

“We weten niet hoelang we kunnen blijven. Dat vreet aan mij, ik maak me veel zorgen. Ik weet dat dit een impact heeft op mijn kinderen. Ze zijn hier, ze gaan uit, ze komen terug, ze gaan naar school. Alles lijkt gewoon, maar ik weet dat ze vanbinnen écht lijden.”

Bezetting als tijdelijke oplossing

Een kraakpand is slechts een tijdelijke oplossing. Dat onzeker perspectief geeft gezinnen stress. Toch kreeg Mama Rana er meer zuurstof dankzij de grotere ruimtes.

“Nu gaat het beter dankzij de bezetting. Maar voordien was het heel moeilijk, zowel voor mezelf als voor mijn man en de kinderen. We konden ons nooit even afzonderen. Er was maar één kamer. De kinderen plakten altijd tegen me aan.”

“In de leefkamer spelen de kinderen, ik maakte er eten, deed er de was, allemaal in één ruimte. Mijn man liep er dan ook nog eens altijd rond. Ik had soms het gevoel dat ik niet meer kon ademen. We werden allemaal nerveus. Nu is het beter. We kunnen ons al eens terugtrekken, komen gemakkelijker tot rust.”

Uitzonderlijke veerkracht

Ondanks deze mensonwaardige leefomstandigheden, blijven deze gezinnen overeind dankzij een uitzonderlijke veerkracht. Sommige ouders slagen erin om open en hoopvol te communiceren met hun kinderen. Ze leggen hen de moeilijke situatie uit: “Nu is onze woonsituatie slecht, maar we doen er alles voor om ze te verbeteren. We hopen dat we jullie allemaal ooit een eigen kamer kunnen bieden.”

‘Sommige ouders slagen erin om hoopvol te communiceren met hun kinderen.’

Er heerst veel solidariteit in deze gezinnen: “Ja het is lastig”, vertelt een mama. “We hebben allemaal nood aan meer ruimte, maar we houden wel rekening met elkaar.”

Ook kinderen zijn veerkachtig. Een mama is verbaasd als haar kinderen vertellen dat ze ook mooie herinneringen overhouden aan de vroegere slechte woning: “Weet je nog, mama, toen we allemaal in één bed sliepen? Het was een levendige wijk, vlakbij de school. Op nieuwjaar hoorden we overal vuurwerk.”

Door die herinneringen met elkaar te delen, geven ze zin en betekenis aan de moeilijke leefomstandigheden die het gezin kende, het versterkt hun veerkracht.

Terreinwerkers: pompen of verzuipen

Ook veel sociale professionals zitten dagelijks middenin deze precaire situatie. Hoe ervaren bijvoorbeeld buurt- en straathoekwerkers, medewerkers van Kind en Gezin of van wijkgezondheidscenta dat?

Omdat de Brusselse huisvestingscrisis zo groot is, vinden ze moeilijk oplossingen voor gezinnen zonder woonst. Zelfs in de noodopvang blijft de deur soms dicht. Dan blijven enkel nog informele opvanginitiatieven over, zoals opvang binnen religieuze gemeenschappen. Maar ook die raken tegenwoordig verzadigd.

De diepe bestaansonzekerheid dwingt hulpverleners om hun ambities in een eerste fase van de begeleiding terug te schroeven. Ze moeten er vooral voor zorgen dat deze groeiende groep gezinnen minstens materieel kan overleven. Ze besteden veel tijd en energie aan de zoektocht naar huisvesting, de toeleiding naar voedselbedelingen, pamperbanken of plaatsen waar ouders gratis kleding voor hun kinderen kunnen vinden.

Minder aandacht voor kinderen

Pas als aan de basisbehoeftes van de gezinnen voldaan is, komt er ruimte vrij om te kijken naar wat er speelt bij de kinderen. Daardoor verschuift in deze begeleidingen de aandacht voor kinderen en gezinsrelaties naar de achtergrond.

Brusselse terreinwerkers zouden dat graag anders zien. Maar vaak ontbreekt het aan personeel om op verschillende sporen in te zetten. Ze geven aan dat doorverwijzen naar meer gespecialiseerde gezinshulp in Brussel erg moeilijk is, ook bij dringende problemen zoals intrafamiliaal geweld. Die hulp is verzadigd en sommige gezinnen kan je niet doorverwijzen omdat ze geen verblijfsvergunning hebben.

Huisvestingsproblemen staan niet los van opvoedingsproblemen

Een CAW-medewerker verwoordt die moeilijke begeleidingssituatie treffend.

“Je kan je in het begin niet meteen richten op alles wat er met het kind gaande is. Vaak moet eerst het OCMW en de huisvestingsituatie in orde gebracht worden. Pas dan komt er ruimte voor andere dingen. Zelfs bij gezinnen die aangemeld werden vanuit een verontrusting over de veiligheid van het kind, komen we vaak na maanden nog niet tot opvoedingsondersteuning.”

‘Zelfs bij verontrusting komen we vaak na maanden nog niet tot opvoedingsondersteuning.’

Nochtans toonden de getuigenissen van de ouders dat voor hen het huisvestingsprobleem én het welzijn van de kinderen twee kanten van dezelfde medaille zijn. De huisvestingsproblemen staan niet los van opvoedingsproblemen. Helaas: op het terrein ontbreekt de ruimte om daar gelijktijdig op in te zetten.

Wie het meest ondersteuning nodig heeft, krijgt die het minst

De sociale onrechtvaardigheid is groot: kinderen die in gezinnen leven met een opeenstapeling van dringende problemen, blijven ook binnen de hulpverlening het langst buiten beeld. Wie het meest ondersteuning nodig heeft, krijgt die het minst. Dit komt het sterkst tot uiting bij de kinderen die opgroeien in gezinnen zonder wettig verblijf.

Een beperkt beschikbaar middenveld krijgt deze problematiek niet onder controle. Hoe nu verder, na deze schrijnende vaststellingen?

De impasse doorbreken

De overheden moeten hun verantwoordelijkheid nemen en op verschillende sporen inzetten.

‘Hoe nu verder, na deze schrijnende vaststellingen?’

Slechte huisvesting heeft impact op mensen, maar er zijn te weinig sociale professionals om daarmee om te gaan. Er moeten meer en langdurige werkingsmiddelen gaan naar sociale organisaties die met deze gezinnen een traject afleggen.

Dit geeft deze organisaties de mogelijkheid om te zoeken naar  manieren om van bij het begin van de begeleiding de kinderen in beeld te krijgen, vooral bij zeer dringende problemen zoals dak- en thuisloosheid.

Wonen, wonen, wonen

Verder zou het verbeteren van de woon- en leefsituatie van deze gezinnen de druk op andere levensdomeinen van de ketel halen. Dat geeft sociale organisaties de broodnodige ademruimte om opnieuw hun kerntaken te kunnen verrichten.

De overheid moet dus prioritair inzetten op het creëren van betaalbare huisvesting. Sociale woningen moeten grootschalig uitgebreid en gerenoveerd worden. Een grotere groep mensen moet gebruik kunnen maken van huursubsidies. Steden als Berlijn, Barcelona en Parijs gaven het goede voorbeeld door de huurprijzen te bevriezen.Helaas vernietigde het Duitse Grondwettelijk Hof recent de ‘Mietbremse’ die Berlijn installeerde.

Vijf na twaalf

De Brusselse regering beseft dat het vijf na twaalf is. Ze maakte in januari 2021 haar Noodplan voor Huisvesting bekend. Dit plan zet sterk in op sociale huisvestingscreatie en vereenvoudigt ook de huurtoelage. Hierdoor krijgen 12.800 gezinnen die op de wachtlijst voor een sociale huurwoning staan toegang tot dit toelagesysteem.

‘De overheid moet prioritair inzetten op het creëren van betaalbare huisvesting.’

Tegelijk toont het plan aan dat de Brusselse regering niet structureel en dwingend wil ingrijpen in de private huurmarkt. Er werd bijvoorbeeld geen huurplafond geformuleerd. Het Brusselse Noodplan zal dus niet verhinderen dat de huur- en verkoopprijzen verder zullen stijgen. Voor de grote groep gezinnen in bestaansonzekerheid zal het moeilijk blijven om toegang te krijgen tot stabiele en toereikende huisvesting.

Plan negeert gezinnen zonder wettig verblijf

Bovendien negeert dit plan de gezinnen zonder wettig verblijf. Nochtans zijn het net deze gezinnen die het hoogste risico op dak- en thuisloosheid lopen.

Om dat tij duurzaam te keren, moeten alle verblijfsprocedures, inclusief de humanitaire regularisatie (de zogeheten 9bis-aanvraag), diepgaand en kindvriendelijk hervormd worden. Een onafhankelijke en multidisciplinaire analyse van het hoger belang van het kind moet in alle procedures geïntegreerd worden.

De onlangs opgestarte oefening om een Migratiewetboek op te stellen, is de perfecte gelegenheid om de rechten van kinderen en het principe van het hoger belang van het kind als een leidraad in de verblijfsprocedures op te nemen. Het Platform Kinderen op de Vlucht en Défense des Enfants International Belgique adviseerden hierover zopas de Commissie Migratiewetboek.

Daadkrachtige politieke interventies

We besluiten kort maar krachtig.

Gezinnen die geen degelijk dak boven het hoofd hebben, lijden.

Daadkrachtige politieke interventies zijn dringend nodig. Een overtuigende sociale huisvestingspolitiek moet het verschil maken.

Gezinnen zonder wettig verblijf worden bovenmaats getroffen. Zij moeten overleven in situaties die veelal mensonwaardig zijn. Hun toegang tot rechten is intrinsiek verbonden met hun recht op verblijf. Voor deze gezinnen moet een duurzame oplossing voor hun migratieproject gevonden worden. Het belang van het kind moet hierbij centraal staan. Het ontbreken van duidelijke regularisatiecriteria wekt op het terrein en bij de gezinnen zonder wettig verblijf het vermoeden dat er willekeur heerst. Veel gezinnen komen hierdoor in een impasse terecht. Duidelijke criteria zouden voor ouders en hun kinderen het begin kunnen zijn van trajecten met meer hoopgevende perspectieven.

Reacties [4]

  • Ilse Campo

    En in Antwerpen dan… Ben al jaren op zoek naar iets betaalbaars dat ook nog eens in orde is… Ben alleenstaande gehandicapte moeder. Toch verdien ik volgens SVK te veel om in aanmerking te komen ( medische kosten worden niet afgetrokken van je uitkering, ik hou minder over dan gezonde mens met OCMW uitkering) voor sociale woning is het jaren wachten en voor mijn handicap zou het beter zijn om rustiger te wonen maar dat is helemaal geen optie want dan moet ik voor sociale woning helemaal opnieuw beginnen om band met gemeente te bewijzen. Ik blijf dus maar in mijn onaangepaste woning met ondoenlijk veel gebreken….

  • Luc Lampaert

    Is crisis wel het juiste woord? Is de huidige situatie onverwacht, onvoorspelbaar … Nee, het is een voorspelbaar gevolg van een vrije markt die volop gaat voor winstmaximalisatie waarbij huisvesting gereduceerd is tot een financieel product. Het Noodplan Huisvesting ziet heil in sociale huisvesting, terwijl er geen aandacht is voor de nefaste impact. Wat ooit gold als een goed concept, heeft de afgelopen decennia bewezen voor problemen te zorgen. Ook de sociale verhuurkantoren zijn niet (meer) de oplossing: de spectaculaire aangroei hiervan is het gevolg van het feit dat bouwpromotoren appartementen als investeringsproduct aanbieden. Over deze gang van zaken schreef de BBRoW in 2018 reeds een onrustbarend rapport (zie: Privékapitaal bestormt het sociale). Er is nood aan een langetermijnvisie om de ambities van betaalbaar wonen te realiseren. Er is vooral moed nodig om te durven zeggen en handelen naar de essentie: huisvesting dient om in te wonen, niet om in te investeren!

    • Rebecca Thys

      Helemaal mee eens Luc. Ik kijk alvast uit naar een stuk van jou!

  • Renée

    Goed artikel dat de vinger op de wonde legt en met interessante en nuttige aanbevelingen ook. Mijn enige nuance is dat mensen zonder wettig verblijf vaak wèl werken, zij het op de illegale arbeidsmarkt. Ik ken verschillende gezinnen zonder papieren en de ouders werken quasi allemaal – in moeilijke, gevaarlijke en onderbetaalde jobs. Wat inderdaad de kans op een adequate woning verder verkleind voor deze gezinnen.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.