Religieuze superdiversiteit in Brussel
De gemeente Anderlecht telt meer dan 120.000 inwoners. Het is de tweede grootste gemeente van het gewest Brussel. Het is een lappendeken van verschillende wijken en buurten.
Net als in andere grote steden en gemeenten is de diversiteit onder de bevolking groot. Het bevolkingsprofiel is jong en er is veel armoede.
‘Het is cruciaal dat de gemeente de link legt met levensbeschouwelijke organisaties.’
Dat lappendeken komt terug als het gaat over religie en levensbeschouwing. In Anderlecht zijn er acht katholieke kerken, twee orthodoxe kerken, een honderdtal evangelische kerken, een anglicaanse kerk, een synagoge, een Japans boeddhistische tempel en acht moskeeën.
“Van die moskeeën zijn er twee sjiitische en zes soennitische. Een moskee is Turks georiënteerd, een andere Pakistaans en de rest zijn eerder gericht op Marokkaanse, Tunesische of Guinese geloofsgemeenschappen. Binnen deze geloofsgemeenschappen spreekt het merendeel van de mensen Frans, maar er wordt ook Nederlands, Arabisch, Engels en Spaans gesproken. Tenslotte is er in Anderlecht nog het ‘Maison de la Laïcité’, vergelijkbaar met de humanistische Huizen van de Mens in Vlaanderen.”
Aan het woord is Julien Milquet. Hij is in Anderlecht schepen van Internationale Solidariteit, Sport, Erediensten en Sociale Cohesie (Les Engagés). Hij creeërde voor zijn gemeente de nieuwe functie ‘medewerker erediensten en vrijzinnigheid’. Die job wordt ingevuld door Jamel Arbia. Het is zijn taak om vanuit het lokaal bestuur de brug te leggen met al die religieuze spelers.
De rol die Jamel Arbia opneemt is uniek in Brussel. In tegenstelling tot de meeste steden en gemeenten in Vlaanderen hebben Brusselse gemeenten geen medewerker die de brug vormt naar religieuze spelers. De gemeente Anderlecht is hierop een uitzondering.
Waarom besloten jullie als lokaal bestuur om in te zetten op het thema religie en dialoog?
Milquet: “Brussel is een poort voor internationale migratie. Anderlecht zit daar middenin, met de nabijheid van het Zuidstation. Onze gemeente wordt dan ook gekarakteriseerd door een specifieke diversiteit op religieus vlak.”
‘Het is cruciaal dat de gemeente de link legt met levensbeschouwelijke organisaties.’
“Het is cruciaal dat we als lokaal bestuur de link leggen met al die levensbeschouwelijke organisaties. Om dat goed te doen, hebben we nood aan een overlegplatform. Het goed functioneren van zo’n platform vereist opvolging en coördinatie. Daarom vond ik het als schepen zo belangrijk dat de functie van Jamel er kwam.”
Waaruit bestaat jouw rol precies, Jamel?
Arbia: “Ik vorm de brug tussen de levensbeschouwelijke organisaties en het lokale bestuur. Ook tussen de initiatieven onderling probeer ik linken te leggen.”
“In de dagelijkse praktijk ondersteun ik organisaties rond kwesties van stedenbouw en subsidies. Mijn invalshoek is heel breed. Ik ga bijvoorbeeld ook in op vragen rond mobiliteit. De moskeeën organiseren tijdens de ramadan solidariteitsacties die veel mensen op de been brengen. Ik ga dan in overleg met de functionaris van de gemeente om te zorgen dat alles goed verloopt.”
Hoe begin je aan zo’n opdracht?
Arbia: “Eerst bracht ik alle levensbeschouwelijke initiatieven in kaart. Daarna maakte ik kennis met sleutelfiguren van al die strekkingen. De eerste reacties op mijn komst waren uiteenlopend. Maar over het algemeen werd ik warm onthaald en zijn mensen enthousiast over mijn rol.”
‘Omdat ik voor de overheid werkte, werd ik geassocieerd met de politie. Men vermoedde dat ik hen kwam controleren.’
“Bij sommige evangelische kerken was er iets meer wantrouwen. Omdat ik voor de lokale overheid werkte, werd ik geassocieerd met de politie. Men vermoedde dat ik hen kwam controleren. Maar ik ben in gesprek gegaan om mijn functie en rol uit te klaren. Daardoor verloopt het contact en de samenwerking ook daar intussen vlot.”
Hoe breng je mensen met een verschillende levensbeschouwing met elkaar in dialoog?
Milquet: “Ons uitgangspunt is dat er ondanks de vele verschillen tussen de religies en godsdiensten, ook heel wat raakpunten en gemeenschappelijkheden zijn.”
Arbia: “Ik probeer te luisteren naar vragen en verzuchtingen, en breng mensen met elkaar in contact rond specifieke thema’s of vragen. Naast het inzetten op overleg, ondersteuning en dialoog tussen de levensbeschouwingen onderling en met de gemeente, organiseer ik samen met hen ook een jaarlijks evenement rond een specifiek thema. Zo organiseerden we al eens een gespreksavond en uitwisseling rond ‘Kunst en Religie’. Dat was een succes.”
Religieus- of levensbeschouwelijk geïnspireerde initiatieven nemen vaak een belangrijke rol op voor mensen die door de mazen van het welzijnsnet dreigen te vallen. Gebeurt dat ook in Anderlecht?
Milquet: “Daar bestaat geen eenduidig antwoord op. De ene kerk richt zich enkel op religieuze activiteiten, terwijl een andere dan weer heel wat sociale activiteiten of vormen van solidariteit en dienstverlening organiseert.”
“De plek van religie wordt door de overheid en burgers vaak niet goed begrepen. Mensen denken al snel dat het bij een evangelische kerk louter gaat om de bijeenkomsten op zondag. Maar er gebeurt daar heel wat meer.”
‘Een evangelische kerk start nu ook met kinderopvang.’
“Er zijn er die het hele jaar door wekelijkse vormen van dienstverlening of solidariteit organiseren. Zo is er een kerk met een wekelijkse voedselbedeling en zorgt een moskee voor relatietherapie en huiswerkklassen. Een grotere evangelische kerk start nu ook met kinderopvang.”
“Er is dus uiteraard het aspect van religie, maar daarnaast mikken ze ook op sociale cohesie en een verenigingsleven. Bovendien zien we dat heel wat jongeren via deze geloofsgemeenschappen een zinvolle bezigheid vinden. Zo blijven ze weg van jeugddelinquentie.”
Door die sociale rol zijn sommige van die organisaties een mogelijke partner van het brede sociaalwerkveld. Toch lijkt er weinig contact te zijn tussen beide.
Arbia: “Er speelt vermoedelijk wantrouwen vanuit het sociaal werk tegenover deze religieuze initiatieven. Dat gaat dan voornamelijk over bezorgdheden rond liefdadigheid en paternalisme, en de effecten daarvan op kwetsbare mensen.”
‘Religie wordt beschouwd als een privézaak.’
Milquet: “Het kan ook lijken of ze met elkaar moeten concurreren om mensen te ondersteunen. Echte samenwerking is dan ook niet altijd vanzelfsprekend. Maar er wordt wel doorverwezen, ook door Jamel. Wat er na die doorverwijzing gebeurt, blijft echter onduidelijk.”
Hoe komt dit?
Milquet: “Brussel mag dan wel één stad lijken, het zijn eigenlijk meerdere steden in elkaar. De bestuurlijke complexiteit is enorm. Daarnaast spelen de geschiedenis van de stad en breuklijnen langs de taalgrens een rol.”
“Franstalig Brussel wordt vaker geassocieerd met een cultuur die aanleunt bij Frankrijk. Het secularisme is een belangrijk onderdeel van de Franse identiteit en cultuur. Dat betekent dat religie er beschouwd wordt als een privézaak en de overheid er zich niet mee te bemoeien heeft. Die houding tegenover religie zie je terug in de Franstalige besturen in Brussel.”
“Toch dringt de realiteit van Brussel zich op. Religie en levensbeschouwing zijn heel zichtbaar geworden in het straatbeeld. Lokale besturen moeten dringend nadenken over de plaats die religie kan krijgen in hun lokaal sociaal beleid. Meteen zal dit ook gevolgen hebben voor sociaalwerkpraktijken.”
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies