Achtergrond

Eén op vijf werknemers is voortdurend bang om door de mand te vallen

Noreen Muhammad

Heb je het gevoel dat je de buitenwereld aan het bedriegen bent? Dat je al jouw successen niet aan jezelf maar aan anderen te danken hebt? En ben je constant beducht om ontmaskerd te worden? Dan vertoon je duidelijke tekenen van het oplichterssyndroom.

© Unsplash / Mohammad Dadsetan

Door de mand vallen

“Wie kampt met het oplichterssyndroom denkt, ondanks tekenen van succes, dat hij niet capabel genoeg is om zijn taken naar behoren uit te voeren”, zegt hoogleraar psychologie Peter Kuppens (KU Leuven). “Je hebt voortdurend schrik om door de mand te vallen, maar je omgeving heeft niets in de gaten.”

‘Je hebt voortdurend schrik om door de mand te vallen, maar je omgeving heeft niets in de gaten.’

Toen Kuppens zo’n vijftien jaar geleden het fenomeen voor de eerste keer tegenkwam in de wetenschappelijke literatuur, zorgde dat voor een aha-ervaring. “Ik vond het heel herkenbaar, want zo heb ik lange tijd over mezelf gedacht. Dat is een van de redenen dat ik het onderzoek ben blijven opvolgen.”

Balen van jezelf

De Nederlandse Vréneli Stadelmaier, directeur van SheConsult, is een loopbaancoach die vooral ambitieuze vrouwen begeleidt. Ze vertelt dat de coaches in haar praktijk regelmatig geconfronteerd worden met cliënten die kampen met het oplichterssyndroom.

“Ik zie zo veel vrouwen die heel mooie carrières hebben en succesvol zijn, maar toch van zichzelf balen. Ze hebben het idee dat ze niets kunnen. Het hindert hun werk en zorgt ervoor dat ze bang zijn om hun talenten te benutten”, vertelt Stadelmaier.

Navraag bij haar collega-coaches bevestigden ervaringen met hetzelfde patroon. Stadelmaier besloot zich enkele jaren geleden te verdiepen in het thema en bracht het in kaart in haar boek ‘F*ck die onzekerheid’.

Geen ziekte, maar een fenomeen

Het oplichterssyndroom is eigenlijk geen syndroom, ziekte of aandoening. Het is bijvoorbeeld niet terug te vinden in de DSM, het handboek voor de classificatie van psychische stoornissen. De naam ‘oplichterssyndroom’ is dus wat ongelukkig gekozen.

‘De naam ‘oplichterssyndroom’ is wat ongelukkig gekozen.’

Wat is het dan wel? “Het is een relatief normaal psychologisch verschijnsel dat veel mensen kunnen ervaren”, zegt professor Kuppens. “Het komt in verschillende gradaties voor. Het duikt vooral op wanneer mensen zich in een relatief nieuwe omgeving bevinden. Wanneer er specifieke vaardigheden nodig zijn om behoorlijk te functioneren.”

Eén op vijf

Hoeveel mensen lijden precies aan het oplichterssyndroom? Het antwoord varieert sterk naargelang de manier van meten. Een onderzoek bij Belgische werknemers besluit dat één op vijf van de bevraagden het gevoel heeft een ‘bedrieger’ te zijn.

Of het nu gaat om werknemers op junior-posities of bovenaan in de hiërarchie van een organisatie, het aandeel mensen dat lijdt aan het oplichterssyndroom is overal ongeveer hetzelfde. Enkel bij starters ligt het iets hoger: 27 procent.

Stotteren

Het oplichterssyndroom remde Evelien Van Leuven (28), docente Frans aan de Thomas More Hogeschool, vroeger vaak af. “Ik piekerde veel uit angst om fouten te maken. Ik had het gevoel dat ik niet kon voldoen aan de verwachtingen uit mijn omgeving.”

“Ik heb altijd een grote liefde gehad voor taal. In het middelbaar waren taalvakken mijn sterkte. Maar mijn leerkracht Frans zei me dat ik niet de capaciteit had om Frans op universitair niveau aan te kunnen.” Evelien sloeg dat advies in de wind en koos er toch voor om Engels en Frans te gaan studeren.

‘Ik begon in het bijzijn van mijn collega’s te stotteren.’

Maar de onzekerheid bleef knagen, ook nadat ze haar diploma behaalde en als leerkracht Frans op een middelbare school aan de slag kon. “Mijn collega’s die ook Frans gaven, waren toppers in hun vak. Ik begon in hun bijzijn te stotteren. Ik keek elke lesvoorbereiding wel honderd keer na om zeker te zijn dat ik geen fouten had gemaakt. Het heeft een tijdje geduurd voor ik de klik kon maken, maar nu besef ik dat ik wel bekwaam genoeg ben in mijn vak.”

Vergaderingen

“Je kan het oplichterssyndroom herkennen wanneer je veel te hard werkt, jezelf dubbel zo hard wil bewijzen of je jezelf steeds verkleint”, zegt Vréneli Stadelmaier. “Een teken aan de wand dat iemand iemand aan het oplichterssyndroom lijdt, is wanneer die persoon niet mondig is tijdens vergaderingen.”

Stadelmaier ziet het vaak gebeuren bij haar cliënten: er wordt iets gezegd op een vergadering dat ze niet begrijpen. Vervolgens beschouwen ze zich meteen als dom en duiken negatieve gedachten de kop op. Terwijl alle anderen rond de tafel evenmin hebben begrepen waar het over gaat.

Fundamentele attributiefout

Volgens professor Kuppens treedt er bij mensen die lijden aan het oplichterssyndroom een fundamentele attributiefout op: mensen schrijven gedrag van anderen toe aan karaktereigenschappen, maar hun eigen gedrag zien ze als een gevolg van de omstandigheden.

“Je ziet bijvoorbeeld dat collega’s knap werk verrichten en besluit automatisch dat ze genieën zijn”, legt Kuppens uit. “Maar wanneer je zelf goed werk verricht, denk je dat dat komt omdat je geluk had. En dat de buitenwereld toevallig niet opmerkt dat je je job niet zo goed kan.”

‘Je denkt dat de buitenwereld toevallig niet opmerkt dat je je job niet zo goed kan.’

Het oplichterssyndroom komt niet enkel in professionele situaties voor, zegt Kuppens. “Het kan ook opduiken in het privéleven. Bijvoorbeeld als je ervan overtuigd bent dat je helemaal niet kan tippen aan je lief. En je bent doodsbang dat die zich dat vroeg of laat zal realiseren.”

Vrouwen versus mannen

Belangrijk misverstand: vooral vrouwen gaan gebukt onder het oplichterssyndroom. Volgens Kuppens staat het zo in het oorspronkelijk onderzoek van de jaren zeventig beschreven, maar sinds er bijkomend onderzoek is verricht, blijkt dat beide geslachten even gevoelig zijn.

De verklaring ligt eerder in het gebrek aan voorbeeldfiguren. “In de jaren zeventig waren er voor ambiteuze vrouwen die hogerop wilden geraken weinig tot geen rolmodellen om naar op te kijken. Vandaag is dat minder van toepassing”, legt professor Kuppens uit.

Na verloop van tijd kunnen mensen ernstige stress en burn-out klachten krijgen. Daarnaast verminderen ook hun werkprestaties en jobtevredenheid.

© Unsplash / Leon

Etnische minderheidsgroepen

Uit de evaluatie van elf wetenschappelijke studies bij Amerikaanse studenten blijkt dat etnische-culturele minderheidsgroepen zeer vaak worstelen met bedriegersgevoelens. Deze gevoelens gaan gepaard met een slecht mentaal welzijn, depressie en angst.

‘Etnische-culturele minderheden worstelen zeer vaak met bedriegersgevoelens.’

De onderzoekers brachten enkele factoren aan het licht die bij deze minderheidsgroepen voor extra stress zorgen tijdens hun studies: gebrek aan financiële hulp, discriminatie en de eerste in de familie zijn die hoger onderwijs aanvangt.

Zwakke schakel

De 23-jarige studente geneeskunde Talia Davids werd eind vorig jaar verkozen als bestuurslid in het Vlaams Jeugd Parlement. Langs de ene kant omschrijft ze dat als een moment waarop ze helemaal begon open te bloeien, maar tegelijkertijd staken de onzekere gevoelens bij haar de kop op.

“Ik denk dat mensen een beeld van mij hebben dat totaal niet strookt met wie de echte Talia is. Het voelde alsof ik een perfecte versie van mezelf moest zijn, terwijl die niet bestaat”, vertelt ze. Talia worstelde erg met deze gedachten. “Ik zag mezelf als een zwakke schakel. Ik was bang dat ik nooit aan de verwachtingen zou kunnen voldoen.”

‘Ik zag mezelf als een zwakke schakel. Ik was bang dat ik nooit aan de verwachtingen zou kunnen voldoen.’

Voor Talia gaat het oplichterssyndroom gepaard met een laag zelfvertrouwen, een minderwaardigheidsgevoel en gedachten waarbij je jezelf steeds neerhaalt. Vroeger, als kind, had ze er met periodes ook al last van. “Ik had weinig vrienden en vond van mezelf dat ik vreemd was. Ondertussen heb ik wat meer zelfvertrouwen. Maar lukt iets goed, dan vraag ik me nog steeds af waarom dat geluk me treft. Ik zoek het nog te weinig in mezelf.”

Meer dan gewone onzekerheid

Volgens Stadelmaier is het normaal dat een mens zich onzeker voelt in bepaalde contexten. Bijvoorbeeld wanneer iemand voor de eerste keer iets doet en het spannend vindt. Stadelmeier geeft het voorbeeld van de onzekerheid die je ervaart tijdens je eerste rijles.

Wanneer je na die eerste rijles denkt dat je het nooit zal kunnen, dat je gewoon geluk had dat er geen zwaar ongeval gebeurd is en dat je de domste persoon van de wereld bent, dan gaat het verder dan gewone onzekerheid. “Dan heb je last van het oplichterssyndroom.”

Mogelijke ernstige gevolgen

Uit recent onderzoek bij werknemers blijkt dat het syndroom voor sommige mensen een serieuze impact kan hebben op het mentaal welzijn.

Na verloop van tijd kunnen mensen ernstige stress en burn-out klachten krijgen. Daarnaast verminderen ook hun werkprestaties en jobtevredenheid. Werknemers die voortdurend hun capaciteiten in twijfel trekken, zullen daarom mogelijk minder kans maken om carrière te maken.

‘Er is hoop voor wie kampt met het oplichterssyndroom.’

Maar er is hoop voor wie kampt met het oplichterssyndroom. “Het gevoel dat je een bedrieger bent, gaat meestal vanzelf over wanneer je je volledig hebt ontplooid in de nieuwe omgeving”, zegt Stadelmaier.

Volgens Kuppens is het dan ook meestal niets om je ernstig zorgen over te maken. “Zeer veel mensen maken het mee wanneer ze in een nieuwe omgeving terechtkomen. Praat erover met je collega’s en naasten en je zal ervan versteld staan hoeveel mensen zich erin herkennen.”

Hoe maak je de klik?

Als je er toch last van blijft hebben, probeer dan stil te staan bij de situatie en je gedachten, raadt Kuppens aan. Talia gaat bijvoorbeeld om met het oplichterssyndroom door zich net niet te verzetten tegen haar negatieve gedachten. “Het is niet erg als het even niet goed gaat. Het is vooral belangrijk om te relativeren. Geef de negatieve gedachten een plaats en probeer niet te veel te piekeren.”

‘Focus op je verwezenlijkingen en vier vooral ook je successen.’

“Na verloop van tijd begin je zaken beter onder de knie te krijgen. Dan gaat het vanzelf beter”, weet Talia. “Heb je er echt veel last van, probeer dan aan introspectie te doen. Schrijf de negatieve gedachten die steeds terugkeren op. Probeer na te gaan waarom je dit denkt. Klopt het wel? Focus op je verwezenlijkingen en vier vooral ook je successen.”

Evelien heeft nog steeds last van onzekerheid, maar ze leerde om de klik te maken. “Wat me erg geholpen heeft, is het leren aanvaarden van complimenten. Ik besefte ook dat de mensen naar wie ik opkijk van mij niet vanaf dag één perfectie verwachten. Dat was eerder een lat die ik voor mezelf legde.”

Praat erover

Met je omgeving praten over je onzekerheden, helpt ook volgens Evelien. “Ik heb geleerd dat hoe opener je bent, hoe meer collega’s je appreciëren.” Vandaag heeft ze minder schrik om fouten te maken. “Ik heb er vertrouwen in dat als ik een foutje zal maken, een collega me daar op een beschaafde en constructieve manier zal op wijzen. Niemand wil iemand de grond in boren.”

‘Wat zeker helpt: op het werk een veilige omgeving creëren waarin mensen fouten mogen maken.’

Ook werkgevers of teamleiders kunnen een helpende hand reiken aan werknemers die hiermee kampen, zegt Stadelmeier. “Het fenomeen op de werkvloer erkennen, benoemen en bespreekbaar maken kan al veel verschil maken. Wat zeker ook helpt: op het werk een veilige omgeving creëren waarin mensen fouten mogen maken en werknemers gewaardeerd worden om wie ze zijn en wat ze inbrengen.”

Al is het volgens Stadelmeier voor een werkgever lastig om een context te creëren die helemaal voorkomt dat werknemers aan het impostersydroom zullen lijden. “Het syndroom is namelijk niet enkel werkgerelateerd, maar komt ook door onder andere patronen die ontstaan tijdens je jeugd.”

Zowel Stademaier als Kuppens raden aan om naar een professional, zoals een gespecialiseerde coach of een psycholoog, te stappen wanneer het je niet lukt om zelf een positieve verandering te realiseren. “Gelukkig is er met goede begeleiding wat aan te doen”, zegt Stadelmaier.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.