Achtergrond

De echte krapte op de arbeidsmarkt: duurzaam werk op mensenmaat

Lynn Formesyn

Wie wil werken, moet kunnen werken. Met een vast contract en een voldoende hoog inkomen om van te kunnen leven. Alleen staat dit sociaal recht vandaag nog altijd onder druk. Er zijn te weinig duurzame jobkansen voor mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie. SAAMO creëerde daarom op een aantal plaatsen in Vlaanderen eigen jobs.

Sterk Werk

© SAAMO

Rachida

“Ze vragen aan ons wat wij graag willen doen, en dat is zo belangrijk. Daarom ben ik nog altijd hier. Je kan behulpzaam zijn, je doet iets wat je graag doet en het kan op je eigen tempo”, getuigt Rachida (58).

‘Ik heb altijd gewerkt. Ik wil niet thuis zitten piekeren over wat voorbij is.’

Als moeder van drie belandde Rachida in haar zoektocht naar werk al snel in een job als poetshulp. Dit deed ze jarenlang, terwijl ze eigenlijk droomde van een job als naaister. Een stiel die ze geleerd had, maar omwille van haar thuissituatie niet kon verzegelen met een diploma.

Die droomjob bleef lange tijd buiten bereik, tot een vriendin haar vroeg of ze dat nog steeds graag wilde. In een naaiatelier was namelijk iemand uitgevallen. Rachida ging kennismaken, draaide twee weken proef en kreeg meteen een vast contract.

Tijdens de jaarlijkse sluiting tussen kerst en nieuw brak in het bedrijf brand uit. Hierdoor belandde Rachida langdurig in werkloosheid. De zoektocht naar werk kon herbeginnen. Ze werd opnieuw poetsvrouw tot rugproblemen haar schaakmat zetten. Ze werd ontslagen om medische redenen, maar werd door een controlearts van de RVA toch volledig arbeidsgeschikt verklaard, ondanks de chronische schade aan haar rug.

Naaiatelier

Ze besloot het oordeel aan te vechten, won haar zaak en werd voor 33 procent blijvend arbeidsongeschikt verklaard. Een administratieve deur naar maatwerk – of dat had het toch moeten zijn.

Rachida werd doorverwezen naar het Gespecialiseerd Team Bemiddeling (GTB) dat mensen met gezondheidsproblemen en beperkingen helpt om geschikt werk te vinden. Ze draaide als vrijwilliger mee in een school, een woonzorgcentrum en een kringloopwinkel. Bij die laatste kreeg ze uiteindelijk een contract voorgeschoteld dat voor haar helaas onhaalbaar was: acht uur per dag, voltijds.

“Ik ken mijn lichaam en mijn gezondheid gaat voor. Maar ik ben ook iemand die onder de mensen moet komen, die iets moet kunnen doen. Ik heb altijd gewerkt. Ik wil niet thuis zitten piekeren over wat voorbij is”, besluit Rachida.

Gelukkig vond ze een job in het naaiatelier van de wijkonderneming van SAAMO Antwerpen. Ze zet haar naaitalent in door met gedoneerd textiel kinderkleding te maken voor de vele jonge gezinnen in de wijk.

Mensenmaat

Het naaiatelier is één van de vijf Sterk Werk-projecten van SAAMO. Deze projecten zorgen voor jobs op maat van buurtbewoners. In een afgebakende wijk wordt outreachend onderzocht wat de onvervulde noden zijn, wie er onvrijwillig werkloos is en wat voor werk mensen zichzelf zien doen. In die overlap wordt dan een wijkonderneming opgericht met als doel mensen lokaal en duurzaam werk aan te bieden.

‘De job moet voorspelbare werktijden hebben en zorgen voor leermogelijkheden.’

Duurzaam werk is voor SAAMO langdurige tewerkstelling, met voldoende inkomen voor een menswaardig leven en waarmee mensen socialezekerheidsrechten opbouwen. De job moet ook voorspelbare werktijden hebben en zorgen voor leermogelijkheden, voldoende inspraak en gelijke sociale relaties.

Buurten zonder langdurige werkloosheid

De grote inspiratiebron voor dit model zijn de ‘Buurten Zonder Langdurige Werkloosheid’ die komen overgewaaid uit Frankrijk. Daarin gelden, naast vrijwilligheid als basisvoorwaarde, drie simpele principes. Niemand is niet inzetbaar, want werk is een mensenrecht. Er is werk genoeg, want er zijn tal van onvervulde maatschappelijke behoeftes. Er is geld genoeg, het is alleen slecht verdeeld.

‘Niemand is niet inzetbaar en werk is er genoeg.’

Aan de basis van het model ligt een krachtig lokaal partnerschap waarin organisaties zich engageren om voor iedereen die zich aanmeldt een geschikte job te vinden of creëren. In het ideale geval bestaat zo’n partnerschap uit vertegenwoordigers van het lokale bestuur, arbeidsbemiddeling, partners uit de sociale economie en vertegenwoordigers van vakbonden, werkgevers en het maatschappelijke middenveld. Belangrijk is ook de deelname van werknemers uit de wijkondernemingen.

Vanuit wetenschappelijke hoek wordt dit model voor wijkgerichte jobcreatie gezien als een waardevol puzzelstuk voor ons economisch systeem.

Onderzoekers van het HIVA bestudeerden uitgebreid de kosten en de baten voor de overheid en de samenleving: “Eigenlijk moet je zo’n buurten zien als proeftuinen waar men de uitdaging aangaat om met alle betrokken stakeholders samen te werken totdat de laatste persoon die wil werken, en die langdurig verstoken is gebleven van werk, een kans op duurzaam werk heeft gevonden. Dat kan op de reguliere arbeidsmarkt zijn, maar dat zal in vele gevallen natuurlijk in de sociale economie zijn.”

Geen politiek draagvlak

De projecten van Sterk Werk draaien vandaag noodgedwongen op de vrijwillige inzet van mensen. De politieke steun die nodig is om deelnemers een arbeidscontract van onbepaalde duur, een degelijk inkomen en de opbouw van volwaardige sociale rechten te garanderen, is momenteel nog zoek.

Om duurzame jobcreatie op wijkniveau te realiseren zal de overheid bereid moeten zijn om te investeren zonder onmiddellijk de ‘return on investment’ te zien. De gemeenschap als geheel heeft er zeker baat bij, omdat er naast het verbeteren van de levenskwaliteit van mensen ook gewerkt wordt aan de emancipatie van kwetsbare buurten.

Het werk in de wijkondernemingen heeft bovendien een uitgesproken circulair en duurzaam karakter. Het gaat vaak om naai- en fietsateliers, kleine herstellingen en klusjes aan huis. Hun duurzame aanpak draagt bij aan de klimaatdoelstellingen.

Jobkansarmoede

De grote drijfveer achter de Sterk Werk-projecten is het aanpakken van jobkansarmoede.

Voor wie nu de wenkbrauwen fronst: wees gerust, het is geen gratuit gebruik van een zo beladen woord als kansarmoede. Het is ook geen vingerwijzing naar mensen die arm zijn omdat ze geen job hebben. De term wijst op de structurele schaarste aan duurzaam werk op mensenmaat.

‘Negatieve beeldvorming duwt mensen nog verder in een neerwaartse spiraal.’

Hoewel dit geen individueel probleem en bijgevolg ook niemands individuele schuld is, wordt de eigen-schuld-dikke-bult-kaart steeds vaker getrokken. De Amsterdamse arbeidsmarktexpert Paul De Beer ziet het zo: “In de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw werd werkloosheid gezien als een probleem dat veroorzaakt werd door maatschappelijke factoren, instituties en structuren, door een arbeidsmarkt die niet goed functioneerde, door uitsluitingsmechanismen. Later is de aandacht steeds meer verschoven richting individuele factoren.”

“Als je langdurig werkloos bent, is dat niet omdat er te weinig banen zijn, of omdat er sprake is van discriminatie of uitsluiting. Nee, dan is het omdat er aan jou iets schort. Omdat je niet het juiste diploma hebt, te weinig ervaring of een multiproblematiek, een combinatie van bijvoorbeeld lage opleiding, verslaving en nog een of andere fysieke beperking. En dus wordt de oplossing ook steeds meer gezocht in het individueel proberen te repareren van die tekortkomingen.”

“Als je dat een tijd lang doet, en er blijven toch nog steeds mensen aan de kant staan, dan neemt het vermoeden toe dat er iets met jou persoonlijk aan de hand is. Dus wordt in toenemende mate de nadruk gelegd op: blijkbaar wil jij niet. Blijkbaar ben je onvoldoende gemotiveerd. En zo wordt het een individueel tekortkomen waar we ons als samenleving dan misschien ook niet meer zoveel zorgen om hoeven te maken.”

Achteraan de wachtrij

Die negatieve beeldvorming duwt mensen nog verder in een neerwaartse spiraal waar ze bijna niet meer uit kunnen komen, aldus De Beer. “Als je langdurig werkloos bent en gaat solliciteren, zal een werkgever al snel denken: ‘Laat ik die maar niet aannemen, want daar is vast iets mee aan de hand.’ En zo blijf je alleen maar nog langer werkloos.”

‘Hoe vaak we ‘inclusief’ ook in de mond nemen: mensen in maatschappelijk kwetsbare posities staan zelden vooraan voor een duurzame tewerkstelling.’

Hier sluit de theorie van politiek econoom Lester Carl Thurow naadloos op aan. Al in 1975 beschreef hij in zijn boek ‘Generating Inequality’ hoe er een fictieve mensenrij gevormd wordt in de hoofden van werkgevers. Wanneer ze een vacature uitschrijven, hebben werkgevers een bepaalde rangschikking in gedachten, gebaseerd op kwaliteiten die mensen bij voorkeur allemaal kunnen afvinken. De focus ligt daarbij op snelle inzetbaarheid en minimale investeringsnoden.

Snel samengevat: kortgeschoold, gezondheidsproblemen, arbeidshandicap, migratieachtergrond, vijftigplusser en langdurig werkloos halen die shortlist doorgaans niet. Hoe vaak we ‘inclusief’ ook in de mond nemen: mensen in maatschappelijk kwetsbare posities staan zelden vooraan wanneer de kansen op duurzame tewerkstelling worden verdeeld.

Zelfs in tijden van krapte op de arbeidsmarkt komen ze niet sneller of makkelijker in aanmerking om te laten zien wat ze in hun mars hebben, laat staan om zich te ontplooien in een zelfgekozen richting.

jobkansarmoede

“In een rijhuis te midden van een sociale woonwijk krijgen onvrijwillig werkloze buurtbewoners de kans om te leren naaien of fietsen te herstellen.”

© SAAMO

Kettingreactie

De afstand die je ervaart tot de arbeidsmarkt bepaal je zelden zelf. “Het is een kettingreactie”, getuigt André (65) die zich engageert voor De Werkplek, het Sterk Werk-project van SAAMO Willebroek.

‘Een belangrijke stap is het doorprikken van de negatieve beeldvorming die mensen in langdurige werkloosheid boven het hoofd hangt.’

In een rijhuis te midden van een sociale woonwijk krijgen onvrijwillig werkloze buurtbewoners de kans om te leren naaien of fietsen te herstellen. Tegelijkertijd kunnen ze hun Nederlands oefenen, opnieuw voeling krijgen met bepaalde werkattitudes en hun sociaal netwerk versterken. Er is geen stok achter de deur, maar wie zich klaar voelt om verdere stappen te zetten, kan wel doorstromen naar een maatwerkbedrijf of ander werk in de omgeving.

André gelooft in dit model omdat het inzet op het vergroten van het welzijn van mensen. Als jong kind werd hij geplaatst in een jeugdhulpvoorziening. Een kwetsbaarheid die hem voor de rest van zijn leven zou tekenen: “Ik ben in een tijd opgegroeid waar je nog slaag kreeg op school. Ik kan je zeggen: ik heb te veel slaag gekregen. In mijn klas was ik de enige uit een voorziening. Er werd regelmatig gepikt en de meester van het eerste studiejaar haalde mij dan altijd naar voren en sloeg me totdat ik zei dat ik het wel gedaan had. Dan is leren er niet meer bij. Daar zijn veel kansen van mij afgepakt.”

Die kwetsuren vertaalden zich bij André uiteindelijk in jobkansarmoede. Zo zag hij zijn kans op een vast contract verdampen omdat zijn diploma onvoldoende hoog was, ook al deed hij de job in kwestie al een jaar als interimmer. Het werk dat hij wel kon krijgen, was in die mate belastend voor zijn lichaam dat hij op twee jaar tijd drie keer geopereerd moest worden aan zijn rug. Nadien was hij niet meer welkom op die werkvloer.

“We moeten zien dat het welzijn van mensen versterkt wordt. Je welzijn is heel belangrijk in het vinden van werk, en in het deelnemen aan de samenleving. Vaak worden mensen helemaal geïsoleerd omdat ze geen kansen meer krijgen om te participeren”, besluit André.

Sterk Werk

Om deze kettingreactie te stoppen, is het belangrijk om de negatieve beeldvorming rond mensen in langdurige werkloosheid te doorprikken. Hardnekkige stigma’s tasten het zelfbeeld van mensen en het geloof in eigen kunnen ingrijpend aan, waardoor de kloof naar werk snel onoverbrugbaar voelt.

Ook is het essentieel om jobkansarmoede als structureel probleem bespreekbaar maken. In aanloop naar de verkiezingen van 2024 is het belangrijk dat we het noodzakelijk maatschappelijke en politieke draagvlak voor meer duurzaam werk op mensenmaat vergroten.

Reacties [1]

  • Lucie Evers

    En het wordt nog complexer als het profiel van de doelgroep niét de kortgeschoolde generatie- kansarme mens is, maar een persoon met een kwetsbaarheid en/of arbeidshandicap die wél intellectueel functioneert, maar toch geen academische graad heeft. Zelfs de vakbonden ( maar collega’s) zien die niet graag komen. Want een diploma is steeds vaker een ‘meal ticket’ waarmee je rechten en sociaal aanzien opbouwt, waarmee je tot de middenklasse behoort. Of je nu intellectueel wel of niet ‘capabel’ bent.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.