Vraag en aanbod
De rechter kan een internering opleggen als je criminele feiten pleegt maar ontoerekeningsvatbaar bent, bijvoorbeeld als gevolg van een psychose of een verstandelijke beperking. Er moet ook een risico zijn op herval, gelinkt aan je diagnose. Een interneringsmaatregel moet de samenleving beschermen en het individu zorg geven, met het oog op een veilige re-integratie. Dat is de theorie.
In de praktijk belandt een grote groep zeer kwetsbare mensen in de gevangenis, zonder enige vorm van zorg. “Ons systeem loopt over de hele lijn vast”, vertelt gerechtspsychiater Rudy Verelst. Verelst is psychiater en jurist. Hij kent psychiatrie en justitie van binnenuit. Hij is ook een van de twee Vlaamse stagemeesters voor forensisch psychiaters in opleiding.
“Nochtans investeerde men de laatste jaren in betere opvang en begeleiding van mensen die geïnterneerd worden”, vervolgt hij. “In Antwerpen en Gent werden twee Forensische Psychiatrische Centra (FPC’s) gebouwd. Ook psychiatrische ziekenhuizen verruimden hun aanbod voor geïnterneerden. Helaas lost dat het probleem niet op. Rechters maken meteen gebruik van deze extra capaciteit. Er is meer zorg, maar er worden ook meer mensen geïnterneerd. Zo blijft de kern van het probleem overeind.”
‘Soms denk ik dat de investeringen van de afgelopen jaren weggegooid geld waren.’
“Ik mis een onderliggende visie over hoe we als samenleving met deze mensen omgaan. Ik mis een overkoepelend plan dat focust op zowel de instroom, doorstroom als uitstroom van geïnterneerden. Soms denk ik dat de investeringen van de afgelopen jaren weggegooid geld zijn.”
Katelijne Seynnaeve bevestigt. Als coördinator extern zorgcircuit internering bij FOD Justitie organiseert ze zorgtrajecten voor geïnterneerden buiten de gevangenis. “Ik deel de indruk dat het aanbod inderdaad de vraag creëert. Of dat ook zo is, wordt momenteel door het NICC onderzocht. Daarnaast vrees ik voor oneigenlijk gebruik van internering: ik zie regelmatig dossiers waarbij ik twijfel of alle voorwaarden vervuld zijn om een internering op te leggen.”
Spreken rechters dan een internering uit terwijl dat niet kan of nodig is?
Katelijne Seynnaeve: “Wettelijk gezien mag een rechter of rechtbank interneren bij een geestesstoornis met ontoerekeningsvatbaarheid, een recidiverisico en bij aantasting van de fysieke en psychische integriteit van anderen. Die integriteitsaantasting komt niet altijd duidelijk naar voor, bijvoorbeeld bij bepaalde inbreuken op de drugwetgeving of een diefstal zonder geweld. En toch legt men in die gevallen soms een interneringsmaatregel op.”
“Een veel grotere groep voldoet duidelijk aan alle wettelijke criteria. Zij worden geïnterneerd na feiten van bijvoorbeeld bedreiging of slagen en verwondingen. Maar de vraag is ook hier: staat een ingrijpende en potentieel levenslange maatregel als internering altijd in verhouding tot de gepleegde feiten?”
“Rechters en advocaten beschouwen internering te vaak als een ‘humane’ oplossing voor moeilijke cliënten. Alleen is de uitvoering voor velen inhumaan. Mensen wachten soms jarenlang op gepaste zorg. Ze belanden letterlijk in een vergeetput. Daartegenover staan daders die voor vergelijkbare feiten een gewone gevangenisstraf krijgen en na enkele maanden opnieuw vrijkomen.”
‘Rechters en advocaten beschouwen internering te vaak als een ‘humane’ oplossing voor moeilijke cliënten.’
“Soms stelt een deskundigenverslag van een gerechtspsychiater letterlijk: ‘nood aan een dwingend juridisch behandelkader, met lange justitiële opvolging en controle’. Dan gaat het vaak om zwakbegaafde mensen of mensen met een persoonlijkheidsstoornis. Profielen die moeilijk hun weg vinden naar de hulpverlening.”
“Als die groep feiten pleegt en men legt een interneringsmaatregel op, moet je je afvragen waarom dat gebeurt. Is de persoon echt gevaarlijk en ontoerekeningsvatbaar? Of zoekt men een oplossing voor cliënten met wie men geen raad weet?”
Rudy Verelst: “De proportionaliteit is zoek. Mensen belanden voor kleine misdrijven in een log en uitzichtloos systeem. Pas als ze genezen, mogen ze hun plek in de samenleving opnieuw opnemen. Het punt is dat veel mensen niet ‘genezen’ van hun kwetsbaarheid of mentale beperking. Zo raak je je interneringsstatuut pas kwijt als je doodvalt of als het systeem oordeelt dat het genoeg is geweest.”

Katelijne Seynnaeve: “Staat een ingrijpende en potentieel levenslange maatregel als internering altijd in verhouding tot de gepleegde feiten?”
© ID / Sien Verstraeten
Wanneer is het volgens het systeem genoeg geweest?
Rudy Verelst: “Dat is de grote vraag. We proberen mensen zo goed mogelijk te begeleiden, maar scheppen tegelijk de illusie dat we ze behandelen. Voor dat misverstand betalen cliënten in de forensische psychiatrie een zware prijs. Er bestaat geen kant-en-klaar behandelmodel waarmee we mensen succesvol kunnen resocialiseren en het hervalrisico tot nul terugbrengen.”
“Sinds de hervorming in 2016 verwacht de wetgever dat deskundigen oordelen over iemands psychopathologie, ontoerekeningsvatbaarheid en over het risico op recidive. Daarnaast moeten we een behandelplan voorstellen. In onze huidige, uitdagende werkcontext kunnen we die laatste twee punten niet waarmaken. Welk zorgtraject heeft iemand nodig om te resocialiseren? We hebben geen glazen bol, helaas.”
‘Zonder fundamentele hervorming zal het aantal interneringen blijven toenemen.’
“Zonder fundamentele hervorming zal het aantal interneringen blijven toenemen. Onze samenleving kampt al langer met drugs- en overlastproblemen. Een groeiende groep mensen heeft psychische problemen. Die trends helpen niet.”
Hoe kunnen we het aantal interneringen terugdringen?
Rudy Verelst: “Je moet de drempel verhogen. Ofwel interneer je alleen nog bij zware delicten, bijvoorbeeld feiten waarop een minimum gevangenisstraf van drie jaar staat. Nederland doet dat vandaag al binnen het TBS-systeem. De drempel ligt daar zelfs op vier jaar gevangenisstraf. Ofwel begrens je de lijst met psychiatrische aandoeningen die een interneringsadvies mee onderbouwen. Je kan uiteraard ook beide doen.”
Katelijne Seynnaeve: “In theorie volg ik. In de praktijk probeerde men de drempel al in 2016, via de interneringswet die toen van kracht werd, te verhogen. Sindsdien mag je alleen nog interneren bij een aantasting van de fysieke of psychische integriteit van derden. Denk bijvoorbeeld aan intimidatie. Ondanks die hogere drempel daalde het aantal interneringen niet. Integendeel.”
Rudy Verelst: “Rechters volgen meestal het advies van de deskundige. Maar internering biedt geen oplossing voor systeemfouten of een gebrek aan visie. Wat verwachten samenleving en beleidsmakers van justitie en zorg? Hoe gaan we om met personen die buiten de norm vallen of de orde verstoren? Dat debat moeten we ten gronde durven voeren.”
Is ontoerekeningsvatbaarheid een wetenschappelijk of ideologisch concept?
Rudy Verelst: “De manier waarop psychiaters ontoerekeningsvatbaarheid en het risico op herval inschalen, verschilt. In Wallonië interneert men bijvoorbeeld zelden mensen met een persoonlijkheidsstoornis. In Vlaanderen doet men dat veel vaker. Die verschillende aanpak wortelt in een andere visie op de menselijke psychologie en toerekeningsvatbaarheid. De psychiatrie kent meerdere stromingen, het is geen exacte wetenschap.”
Katelijne Seynnaeve: “Zelfs binnen Vlaanderen zie je grote verschillen. In bepaalde arrondissementen zoals Gent en Dendermonde interneert men veel meer dan in andere arrondissementen. Daar klopt iets niet. De vraag of je geïnterneerd wordt, mag niet afhangen van de plaats waar men over je dossier oordeelt.”
‘In Gent en Dendermonde interneert men veel meer dan in andere arrondissementen. Daar klopt iets niet.’
Rudy Verelst: “Sommige deskundigen herleiden toerekeningsvatbaarheid tot een klinische inschatting, anderen werken met vragenlijsten die een psycholoog afneemt. Zelf probeer ik te achterhalen of het om een geïsoleerd crimineel feit ging of een feit dat past in een breder patroon. Pleegde iemand een delict zonder logische, bijvoorbeeld financiële, aanleiding? Dan was er mogelijk sprake van ontoerekeningsvatbaarheid en groeit de kans op herhaling.”
“In principe zouden twee deskundigen bij hetzelfde dossier tot hetzelfde advies moeten komen. Die kwaliteit en uniformiteit moeten we waarborgen. De vraag is hoe. Binnen het beperkte opzet van een expertise kan je geen wonderen verrichten. Vaak zien we mensen in de gevangenis. Daar is het moeilijk om een behandelplan op maat te schrijven of het hervalrisico in te schatten. In een klinische setting duurt het dagen, soms weken om zoiets in kaart te brengen.”

Rudy Verelst: “We moeten de meerwaarde van internering op tafel durven leggen.”
© ID / Sien Verstraeten
Zo’n deskundigenverslag is nochtans cruciaal. Hebben we nood aan meer kwaliteitsbewaking?
Katelijne Seynnaeve: “Volgens mij wel. Nederland doet het wat dat betreft beter. Er bestaat een nationale richtlijn en een uitgebreid protocol voor deskundigenonderzoeken en -verslagen. Daarnaast is er een systeem ter opvolging en ondersteuning van de rapporteurs. Elk rapport moet logisch opgebouwd zijn en helder toelichten hoe men tot een bepaald advies komt. Dat draagt bij tot de kwaliteit en verhoogt de transparantie.”
“België heeft een sjabloon voor deskundigenverslagen met vier instructies. Het biedt in principe de ruimte om de wettelijk vastgelegde vragen te beantwoorden. Alleen bestaat hierop geen officiële controle of opvolging. We weten niet goed of en hoe deskundigen het sjabloon gebruiken. Bovendien zijn er te weinig deskundigen. In sommige arrondissementen stellen telkens dezelfde drie of vier psychiaters de verslagen op. Dat verhoogt het risico op een tunnelvisie en ongelijke behandeling.”
Geïnterneerden uitten al felle kritiek op de korte duur en kwaliteit van de expertises.
Rudy Verelst: “Wij zijn opgeleid om snel diagnoses te stellen. Belangrijk is dat je het dossier goed doorneemt. Bij twijfel nemen we uiteraard meer tijd, maar na dertig jaar ervaring zie ik meestal snel of er een geestesstoornis aanwezig is en of die samenhangt met iemands (on)toerekeningsvatbaarheid. Er bestaat dus geen verband tussen de duur van een onderzoek en de kwaliteit van het oordeel rond iemands diagnose en (on)toerekeningsvatbaarheid.”
“Vlaamse collega’s die in Nederland werken, vertellen dat meer kwaliteitsnormen niet per definitie tot een betere werkpraktijk leiden. En bovendien: hoe leg je een subjectief concept als ontoerekeningsvatbaarheid objectief vast?”
“Het maatschappelijk onbegrip hangt volgens mij meer samen met het feit dat je expertises kan kopen. Zoals dat in de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk al langer het geval is.”
Kan je in België dan expertises kopen?
Rudy Verelst: “Daarmee bedoel ik in de eerste plaats de tegenexpertises. Als je niet akkoord bent met het deskundigenverslag kunnen jij of je advocaat een tweede opinie vragen. Bij een andere deskundige. De vraag is hoe objectief dat tweede verslag is. Advocaten weten bij wie ze moeten aankloppen om hun stelling te onderbouwen. Eigenlijk betaal je voor een door jou gewenste uitkomst. Het leidt geregeld tot tegengestelde adviezen, wat de geloofwaardigheid van ons beroep aantast.”
‘Advocaten weten bij wie ze moeten aankloppen om hun stelling te onderbouwen. Je betaalt voor een door jou gewenste tegenexpertise.’
“Ik ben voorstander van een blinde aanstelling van deskundigen. Op die manier weten noch het gerecht, noch de advocaat van de verdediging wie het onderzoek zal uitvoeren. Dat systeem lijkt me rechtvaardiger, zeker voor wie geen geld heeft om een tegenexpertise te betalen.”
Nog een schrijnend punt: mensen die geïnterneerd zijn krijgen geen gepaste zorg. Hoe komt dat?
Katelijne Seynnaeve: “We missen heldere en bindende afspraken over instroom, doorstroom en uitstroom in de forensische zorg. Zonder die afspraken werken justitie en de verschillende zorgpartners naast elkaar of binnen hun eigen logica. We hervormen de interneringswet of investeren in FPC’s, zonder visie op het totale traject en de doelstellingen.”
Rudy Verelst: “Alleen FPC’s hebben een wettelijke opnameplicht. Andere zorginstellingen beslissen zelf wie ze aannemen en kiezen vaak voor de makkelijkere profielen. Mensen met complexe problematieken zoals persoonlijkheidsstoornissen, zwakbegaafdheid of verslaving blijven daardoor vastzitten in hoogbeveiligde settings, ook als ze klaar zijn voor een volgende stap.”
Katelijne Seynnaeve: “De terughoudendheid van sommige zorgpartners bemoeilijkt de doorstroom. Justitie probeert oplossingen te forceren om de overbevolking in de gevangenissen aan te pakken, maar botst op weerstand. Zorgpartners opereren autonoom. Ze willen hun werking niet laten dicteren door justitie en wijzen op hun lange wachtlijsten. Combineer dat met de versnipperde Belgische bevoegdheden en je begrijpt hoe moeilijk structurele oplossingen van de grond komen.”
Wanneer is iemand opnieuw klaar voor de samenleving?
Katelijne Seynnaeve: “Voor geïnterneerden zonder sociaal netwerk is re-integratie lastig. Vaak keren ze terug naar dezelfde omstandigheden als vroeger, zonder opvolging. Er zijn weinig beschermde, betaalbare woonvormen of voldoende mobiele teams met forensische expertise. Om de poort naar zorg open te houden, blijven mensen soms langer dan nodig in het interneringsstatuut.”
Hoe raken we hieruit?
Rudy Verelst: “Met een geïntegreerd plan over alle beleidsdomeinen heen en de wil om het plan vervolgens uit te voeren. We moeten de meerwaarde van internering op tafel durven leggen. De vraag of iemand (on)toerekeningsvatbaar is, kan leiden tot oeverloze discussie. Internering is geen scherp afgebakend concept. Dat maakt een strikte, uniforme toepassing moeilijk. Het vraagt ook veel energie die we beter elders investeren.”
‘De afbouw van langdurige zorg leidde vermoedelijk tot meer mensen in de gevangenis.’
“Ik pleit voor een afschaffing van internering. Kijk case per case of er psychopathologie aanwezig is, en teken een behandelplan uit. Hoe vermijden we dat iemand opnieuw feiten pleegt? Welk zorgtraject en/of welke straf leiden tot succesvolle re-integratie? Je kunt psychosociale begeleiding aanbieden als alternatief voor een gevangenisstraf. Bij probatie gebeurt dat vandaag al.”
Als een gerechtspsychiater voorstelt om internering af te schaffen, is de malaise groot.
Katelijne Seynnaeve: “Ik begrijp Rudy zijn punt. Toch vrees ik dat het louter afschaffen van internering geen oplossing biedt voor de zorgnood van een grote groep mensen die misdrijven plegen. Bij een afschaffing verschuif je die mensen gewoon naar de groep veroordeelden die psychisch kwetsbaar zijn. In tegenstelling tot geïnterneerden, hebben zij tot op vandaag geen afdwingbaar recht op zorg. En zelfs als die groep morgen wel recht zou krijgen op zorg, moet je die zorg ook nog kunnen garanderen binnen het juiste kader en een redelijke termijn.”
“Bovendien biedt een afschaffing geen oplossing voor de kleine, gevaarlijke groep mensen die zware feiten pleegden en een onaanvaardbaar hoog risico stellen voor de samenleving. Laat je die groep na hun straf gewoon vrij? We zullen altijd nood blijven hebben aan een systeem met zorgomkadering en beveiliging voor onbepaalde duur.”
Rudy Verelst: “Het hoeft niet het ene of het andere te zijn. Je kan voor een grote groep de maatregel afschaffen en voor een kleine, scherp afgebakende groep begeleiding en beveiliging verzekeren voor onbepaalde duur. De afbouw van langdurige zorg leidde vermoedelijk tot meer mensen in de gevangenis. Die wetenschap moet beleidsmakers inspireren tot een overkoepelend plan. Zoiets vraagt uiteraard investeringen en intensieve begeleiding, maar wat is het alternatief? De maatschappelijke kost van een gevangenisstraf is altijd hoger dan die van sociale of therapeutische begeleiding.”
Reacties [5]
Families van patiënten in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Antwerpen luiden de alarmbellen over de te lange opsluiting van hun geliefden en het ontbreken van de mogelijkheid om hen onder elektronisch toezicht vrij te laten op ambulante basis. Deze families maken zich zorgen over de overbevolking van gevangenissen met geïnterneerden en vinden dat er dringend iets moet veranderen.
Het is geen geheim dat België kampt met een probleem van overbevolking in gevangenissen, vooral als het gaat om geïnterneerden. Geïnterneerden zijn personen die een misdrijf hebben gepleegd, maar ontoerekeningsvatbaar zijn verklaard en daarom moeten worden behandeld in een forensisch psychiatrische setting in plaats van een gewone gevangenis. Het doel van de behandeling is om de geïnterneerden te rehabiliteren en veilig terug te laten keren naar de maatschappij.
Echter, de families van patiënten in FPC Antwerpen maken zich ernstig zorgen over de lange duur van de opsluiting van hun geliefden. Ze vinden
De psychiatrie en de sector voor mensen met een beperking is jaren terug ‘vermaatschappelijkt’ maar zonder voldoende ondersteuning, het was een besparingsmaatregel? Gevolg is het verhoogd risico op verjuridisering en criminalisering van de ‘moeilijkere’ kwetsbare mens. Loic Wacquant’s ‘straf de armen’ komt dichtbij wanneer er wachtlijsten in die sectoren ontstaan en het neoliberaal adagium van ‘eigen verantwoordelijkheid’ hoog tij viert. Ook de eerder tijdelijke colloquatie, is een steekspel tussen vredegerecht en psychiaters geworden zonder lange termijnvisie op de clIënt in nood, en deze nood is er 7 dagen na opname vaak nog… en toch breekt men af… niet echt zorgzaam, eerder laakbaar! Met de huidige drempels overal, ben ik soms blij voor een cliënt die dan uiteindelijk geïnterneerd wordt, dat hij eindelijk veilig zit en begeleiding op lange termijn krijgt, met kleine haalbare stappen en werken aan herverbinding, ook al gebeurt er het eerste jaar weinig qua behandeling.
Indien men dit wil veranderen, best beginnen bij de opleidingen.
Professoren die zichzelf, hun status en hun pensioen belangrijker vinden dan de intrinsieke motivatie van hun studenten.
Wie de scheefgelopen situaties in Belgische justitiële instanties wil rechtzetten van uit huidige politieke positie, wordt te veel tegengewerkt door vastgelopen procedure projecties.
Jongeren opleiden tot meer begrip en meer inzicht, vraagt van professoren de wil om zich te verplaatsen in de schoenen van de benadeelden.
Meestal vanuit trots en carrièredrift staat hun ingebouwde stigmatiserings vermogen in de weg naar constructievere onderbouw.
Vastgeroeste patronen en onuitgesproken machtsconflicten personeel zorgen voor veel meer ellende in de plaats van vooruitzichten. Veel werk aan de winkel. Opleiding in het buitenland licht opsteken om nieuwe maatregelen en wettelijke gronden uit te spitten?
Misbruik van gezag & macht is in Vlaanderen vaker een onbesproken traditionele suïcide drama.
Mon mari, architecte, père de nos 2 enfants mineurs, propriétaire, francophone non bilingue à été arrêté lors de sa première décompensation psychiatrique alors qu’il n’avait aucun antécédent ni judiciaire, ni psychiatrique.
Il est emprisonné depuis février 2023 pour des SMS que moi et sa famille utilisions pour obtenir une mise en observation civile (loi de 1990 révisée en 2024). Jamais nous n’avons imaginé que notre demande de soins médicaux aboutisse à une telle situation inhumaine et dégradante pour une durée indéterminée.
Nous risquons de tout perdre, la société de mon mari, notre maison et sa santé. Son encourageant diagnostic de rétablissement (qq semaines à ce le bon traitement bien dosé pour reconnecter à ce notre réalité et nous sa famille) est gravement mis en péril depuis désormais plus de 30 mois.
Mon mari demeure en prison en Flandre, totalement isolé, et sans aucun soins adapté. J’ai honte pour la Belgique déjà condamnée à de multiples reprises par la CEDH.
Wat ik in 5 jaar Fpc Linkeroever zag meemaakte en ondervond !!
Is een regelrechte schande .
Zag er boof zaken van 18 en 15 jaar heleden waar ik destijds al 8 jaar voor vastzat !!
Door 2 interneringen ‘mits verslagen van 2 psychiaters die mij niet eens onderzochten.
Heb jatrn gevraagf de testen op te vragen aan deze 2 psychiaters.
Dan kon gerecht zien dat ze mij niet eens onderzochten.
Maar dat deed het gerecht zelfs niet eens ??
Dit heeft mijn leven helemaal naar dr vaatjes geholpen en van mijn dierbaten familie en kinderen.
Ook in Fpc ben ik geschrokken hoe dr Media die ik jaten aanschreef nooit iets wilden naar buiten brengen van de wantoestanden in die vergeetput .
Drugshandel ten top agressie,relaties tussen patienten en personeel .
Om de paar maanden andere psychologen die steeds opnieuw uw fossier moeten instuderen.
Onbekwaam en veel te jong personeel.
Personeelstrkorten en veel te weinig therapeuten.
Heb jaren alle ledia aangeschreven om een intervieuw te geven nooit reactie !!!