Verhaal

Getuigenis internering: ‘Je hebt niets te zeggen’

Thomas Detombe

Een geïnterneerde jongeman getuigt over zijn leven in de gevangenis. Samen met lotgenoten schreef hij een brief aan minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld). Een echt antwoord kwam er niet. “Had ik een gewone gevangenisstraf gekregen, was ik al lang opnieuw vrij.”

Dossier:  
Internering

© Unsplash / Lukas Eggers

Over de rand

“2017 en 2018 waren moeilijke jaren”, begint Thomas Delanote. Een liefdesbreuk, professionele, financiële en gezondheidsproblemen duwden me over de rand. Ik vluchtte in alcohol en pleegde enkele domme diefstallen. Over die feiten schaam ik me. Ik denk er liever niet meer aan terug.”

‘Thomas werd geïnterneerd en zit al vijf jaar in de gevangenis.’

Dat hij zijn verhaal toch vertelt, heeft alles te maken met het systeem dat hem nadien compleet opslokte. Na een kort psychiatrisch deskundigenonderzoek verklaarde de rechter hem ontoerekeningsvatbaar en gevaarlijk. In 2018 werd hij geïnterneerd. Niet veel later belandde hij in de gevangenis van Merksplas. Daar zit hij vandaag nog altijd.

Thomas doet zijn verhaal vanuit de gevangenis in meerdere, lange telefoongesprekken. Aanleiding voor die gesprekken was de brief die hij midden 2022 naar minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) stuurde. Het antwoord van de minister ontgoochelde, waarna hij contact nam met Sociaal.Net. Of we iets met de brief en zijn verhaal wilden doen?

Thomas gaf ons inkijk in zijn dossier en verwees door naar zijn advocaat. Tijdens de gesprekken bleek hoezeer de slechte behandeling van geïnterneerden hem raakte. Hoewel hij schroom voelt om in naam van anderen te spreken, doet hij het toch. Omdat veel lotgenoten niet durven spreken. Omdat het anders moet.

Internering

Op papier is internering geen straf maar een beschermings- en zorgmaatregel. De rechter kan een internering opleggen als je tijdens criminele feiten en tijdens de rechterlijke zitting ontoerekeningsvatbaar bent, bijvoorbeeld als gevolg van een psychose of een verstandelijke beperking. Er moet ook een risico zijn op herval, gelinkt aan je diagnose. Een interneringsmaatregel moet de samenleving beschermen en het individu zorg geven, met het oog op een veilige re-integratie.

België heeft zorginstellingen voor geïnterneerden, bijvoorbeeld de Forensische Psychiatrische Centra of de forensische afdelingen in psychiatrische ziekenhuizen. Zij bieden begeleiding op maat, maar er zijn lange wachtlijsten. Van de 4.000 geïnterneerden verblijven er in ons land dan ook meer dan 700 in de gevangenis. Daar zitten ze vaak jarenlang, zonder gepaste hulp of duidelijk perspectief. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens veroordeelde België al meermaals voor die onmenselijke situatie.

Normale jeugd

Thomas kende een relatief normale jeugd en volgde kunstonderwijs. Een tijdlang woonde hij samen met zijn vriend. “Kiezen voor een boerderij op het platteland was een romantisch idee. Het was huisje-tuintje”, herinnert hij zich.

Toch liep het fout. “Ik miste een rijbewijs en had moeite met het sociale isolement. Mijn hele leven had ik in de stad gewoond. Bovendien vond ik moeilijk werk, met het openbaar vervoer raak je niet zomaar overal. Alcohol werd een probleem. Mijn ouders lieten me meermaals gedwongen opnemen. Die opnames gaven me een stempel: jij bent een probleemgeval.”

“Ik besef dat ik niet helemaal in het klassieke plaatje pas. Maar dat geldt voor meer studenten uit het kunstonderwijs. Ze stimuleren je om op zoek te gaan naar je artistieke eigenheid. Als vrije ziel zoek je automatisch grenzen op. Creativiteit en waanzin liggen in elkaars verlengde. Sommige artiesten verdienen daar hun boterham mee, anderen vinden hun weg niet. Voor hen dreigt een leven in de marge.”

Akelig

Dat hij nu in de gevangenis verblijft is frustrerend, maar gaf hem ook de tijd om fundamenteel na te denken. “Wanneer wordt het excentrieke of bijzondere een ongewenste stoornis?”, werpt Thomas op. Die vraag hangt volgens hem samen met sociale status. “Alleen wie succesvol is, mag echt anders zijn.”

‘Onvolgroeide mensen in een keiharde omgeving als Merksplas plaatsen. Dat is misdadig.’

“Recht spreken zou niets met afkeer te maken mogen hebben. Dat schrijft de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum in haar boek ‘Hiding from humanity’. Misschien weerspiegelt internering een groeiende maatschappelijke afkeer voor wie niet voldoet aan de sociale norm.”

“Cipiers vertellen me dat ze de populatie zagen veranderen. Mensen die je als ‘gewoon’ zou omschrijven, belanden vaker in Merksplas dan vroeger. Wie hier terechtkomt, zit vaak jarenlang vast. Het Europees Hof veroordeelt België hiervoor aan de lopende band. Waarom blijft men dan toch mensen doorsturen? Hoe langer ik hier zit, hoe meer ik besef dat het een soort gemakkelijkheidsoplossing is voor mensen waarmee ze niet onmiddellijk raad weten. Als dat aanvoelen klopt, wordt het akelig.”

“Het feit dat ook jonge mensen hier terechtkomen, stoort me enorm. Tot je 25ste zijn je hersenen niet volgroeid. Je houdt nog onvoldoende rekening met de gevolgen van je daden. Stanford professor Robert Sapolsky beschrijft dat mooi in zijn boek ‘Behave’. Toch beoordeelt en behandelt men jongeren op dezelfde manier als volwassenen. Dat is misdadig. Onvolgroeide mensen in een keiharde omgeving als deze plaatsen, is niet oké.”

internering

”Als geïnterneerde weet je niet wanneer je vrijkomt. Dat gebrek aan perspectief is moordend.”

© Thomas Delanote

Geen perspectief

“In de gevangenis leid je bijna hetzelfde leven als gewone gedetineerden”, vertelt Thomas, “met het verschil dat je als geïnterneerde niet weet wanneer je vrijkomt. Dat gebrek aan perspectief is moordend.”

‘Je draait de knop om of geeft de hoop op. Het is maar hoe je het bekijkt.’

“Een man woont hier al twaalf jaar. Vroeger worstelde hij met druggebruik. De keren dat hij vrijkwam, herviel hij, waarna hij werd teruggestuurd. Voor zover ik weet pleegde hij nooit nieuwe feiten. Hoe is het mogelijk dat iemand die duidelijk zorg nodig heeft, telkens opnieuw in de gevangenis belandt? En hoe is het mogelijk dat hij die uitzichtloze situatie zo waardig verdraagt? Volgens mij heeft hij de knop definitief omgedraaid. Of de hoop opgegeven, het is maar hoe je het bekijkt.”

Slecht gesprek

Volgens het psychiatrisch deskundigenverslag kampt Thomas met een narcistische persoonlijkheidsstoornis en een alcoholverslaving. Die combinatie zou de kans op nieuwe strafbare feiten verhogen, en de interneringsmaatregel rechtvaardigen. De rechter volgde dat advies.

‘De gerechtspsychiater die me ontoerekeningsvatbaar verklaarde, zag me hoogstens vijftien minuten.’

Thomas ziet het anders. “De gerechtspsychiater die me ontoerekeningsvatbaar verklaarde, zag me hoogstens vijftien minuten. Ik had er op dat moment een gedwongen opname van veertig dagen opzitten. Mijn koffer om naar huis te gaan stond klaar toen ik in het psychiatrisch ziekenhuis bezoek van hem kreeg.”

“Ik dacht dat het om een uitleidend gesprek ging, een formaliteit. Maar na twee minuten liep het fout: de psychiater polste naar mijn afgesprongen relatie. Of ik lang samen was geweest met die vrouw? Ik vertelde dat het over een man ging, waarop hij reageerde dat ik me niet hoefde te schamen. Daarop klapte ik dicht: voor mij kon die man niets goed meer doen. Hoe uit dat dovemansgesprek zo’n doorslaggevend advies kan komen, ik begrijp het nog altijd niet.”

Veel geïnterneerden die Thomas in Merksplas ontmoette, delen zijn verbijstering. “Sommigen waren tijdens het deskundigenonderzoek onder invloed van medicatie of drugs. Kan je dan een betrouwbare diagnose stellen? De psychiater die mij onderzocht, overlegde ook niet met anderen, bijvoorbeeld met de hulpverleners die me kenden. Dan mis je toch waardevolle informatie.”

In de boeien

Na zijn gedwongen opname kwam Thomas vrij. In januari 2019 volgde er een nieuwe gedwongen opname. Na tien dagen lieten ze hem gaan. “Volgens de psychiater van het vredegerecht worstelde ik met een impulscontroleproblematiek en alcohol, maar had ik geen geestesstoornis. Een andere kijk dan die van de gerechtspsychiater. Dat verschil is opmerkelijk en maakt de uiteindelijke interneringsbeslissing onbegrijpelijk. Internering kan immers alleen maar als iemand effectief lijdt onder een geestesstoornis.”

‘De eerste weken durfde ik mijn cel amper verlaten.’

Daarna ging het snel. Thomas leefde een tijdlang op straat en liet zich vrijwillig opnemen in Menen om van daaruit zijn leven op orde te krijgen. Op dat moment had de rechter al beslist om hem te interneren. Thomas was niet aanwezig op die zitting. Hij mocht het psychiatrische ziekenhuis niet verlaten. De Kamer voor de Bescherming van de Maatschappij, die beslist over de concrete invulling van een internering, oordeelt dat zijn crisisopname in Menen onvoldoende perspectief bood.

“Men miste een vervolgplan”, vertelt Thomas. “Volgens hen kon ik dat plan beter vanuit Merksplas uitwerken. Een absurd idee natuurlijk. Op dag zeven in mijn opname sloeg de politie me in de boeien. Men bracht me over van een psychiatrische kliniek in Menen naar de gevangenis in Merksplas, diep in de Kempen.”

Daar belandde hij in de vleugel waar geïnterneerden en zorgbehoevende gedetineerden verblijven. “Plots zat ik in een cel. De eerste weken durfde ik die amper te verlaten. Alles voelde anders dan in de psychiatrie. Logisch natuurlijk. In een gevangenis draait het om regels, structuur en veiligheid. Plots zit je tussen de zware jongens.”

“Bij aankomst in Merksplas heb je een intakegesprek met de psychosociale dienst. Maar zij kijken vooral naar het dossier, niet naar de mens. Je krijg zeer weinig info. Het verbaast me nog altijd hoeveel nieuwkomers ik op de wandeling moet uitleggen wat internering eigenlijk betekent. Online vind je nochtans goede, begrijpelijke brochures over ons statuut. Het is toch geen moeite om daarnaar te verwijzen?”

Hele dag in bed

“Je ziet mensen met depressie, psychoses of zelfmoordgedachten de hele dag in bed liggen. Zij verdienen gespecialiseerde psychische hulp, maar hier is alleen basiszorg: eten, drinken, pillen en om de zoveel tijd een gesprek met een hulpverlener.”

‘Kwetsbare mensen verdienen gespecialiseerde hulp, maar er is alleen basiszorg.’

“De gevangenis telt meer zorgverleners dan vroeger. Die mensen doen hun best, maar het is onvoldoende. Al voel je de laatste tijd wel kleine verbeteringen. Men investeert in dagprogramma’s die ik zelf liever bezigheidstherapie noem. Je kan tegenwoordig gezelschapspelletjes spelen, mee helpen koken…”

“Hoewel hulpverleners een verschil kunnen maken, blijft dit een gevangenis. Cipiers controleren je honderd keer per dag, je moet wachten voor elke deur en je mag alleen in groep naar buiten. Je moet ook altijd op je hoede zijn. Er lopen hier bullebakken rond waarmee je geen ruzie wilt. Veel geïnterneerden zijn terecht bang en wantrouwig. Ook ik kreeg al te maken met geweld.”

internering

”In deze benauwende context kan je niet spreken over therapie of een psychiatrische behandeling die naam waardig. Een minister die dat denkt, is ofwel naïef, ofwel slecht geïnformeerd.”

© Unsplash / Daniel Tseng

Extra zorgmedewerkers

Met 116 extra zorgmedewerkers hoopt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne geïnterneerden in de gevangenis dezelfde hulp te kunnen bieden als in de psychiatrie.

“Sorry, maar dat is complete onzin”, reageert Thomas. “In deze benauwende context kan je niet spreken over therapie of een psychiatrische behandeling die naam waardig. Een minister die dat denkt, is ofwel naïef, ofwel slecht geïnformeerd.”

‘Ik ben het kotsbeu om altijd opnieuw hetzelfde verhaal te moeten vertellen.’

“Bovendien heeft de aangeboden zorg iets frustrerend. Telkens opnieuw komt iemand voor je zitten met pen en een leeg blad papier, het hoofd een tikkeltje schuin. Mensen tonen vaak oprecht begrip, dat is het niet. Ik heb bijvoorbeeld veel gehad aan een psychologe die me wekelijks zag. Maar ik ben het kotsbeu om altijd opnieuw hetzelfde verhaal te moeten vertellen.”

“En wat je ook vertelt, je hebt toch niets te zeggen: zij beslissen over jou. Men vraagt telkens naar het verhaal van 2017 en 2018, de periode die zo lastig voor me was. Ik snap de logica wel, ze willen zien of ik er anders naar kijk dan vroeger. Maar het is veel gevraagd. Vijf opnames in de psychiatrie, de intake op Merksplas, drie keer de psychiater van de psychosociale dienst, mensen uit de zorgequipe… ‘Heb je een hulpvraag?’, willen ze weten. Hoepel op, denk ik soms.”

Vreselijke positie

Over de psychosociale dienst van de gevangenis is Thomas erg kritisch. “Alles wat je zegt of doet interpreteert men in het licht van je diagnose en risicoprofiel. Boosheid omdat je dossier zo traag vordert, bewijst dat je nog steeds een risico vormt. Een wisselende stemming is het bewijs voor een persoonlijkheidsstoornis. Maar hoe moeten we ons dan gedragen? Sommigen zitten hier jaren vast voor kleine vergrijpen en hebben geen idee wanneer ze vrijkomen. Als je nog niet helemaal gek bent, dan word je het wel.”

‘Alles wat je zegt of doet interpreteert men in het licht van je diagnose en risicoprofiel.’

“De psychosociale dienst heeft te veel macht, er is geen orgaan dat hen controleert”, vervolgt Thomas. “In principe zouden ze je moeten helpen resocialiseren. In de praktijk voelt het alsof ze elk afwijkend gedrag onder een vergrootglas houden en vertalen in een negatief advies.”

“Wie er uiteindelijk toch in slaagt om door te stromen naar psychiatrische zorg, keert vaak weer terug. In het psychiatrisch centrum maken ze lawaai, verhandelen ze tabak of zoeken ze oude bekenden op. Ik begrijp dat zoiets voor problemen kan zorgen, maar bekijk het eens vanuit ons standpunt. Als je na een lang gevangenisverblijf meer vrijheid krijgt, wil je daar een beetje van genieten. Je mag begrijpelijk menselijk gedrag niet afstraffen met een terugkeer naar de gevangenis. De zoektocht naar meer stabiliteit verloopt altijd met vallen en opstaan.”

Hulp van buitenaf

“Als geïnterneerde kan je in principe ook een ambulant zorgtraject aanvragen. De voorwaarde is dat je een woning, zorgplan en een job of tijdsbesteding hebt. Slechts heel weinig mensen krijgen dat georganiseerd vanuit een gevangenis. Omdat je ondersteuning mist, maar ook de tijd en ruimte om iets op poten te zetten.”

‘Veel mensen hebben bijna niemand meer. Hun internering vormt het eindpunt van een leven vol pech.’

“Neem bijvoorbeeld het systeem met ‘uitgangen’. Wie daarvoor toestemming krijgt, kan de gevangenis om de zoveel tijd enkele uren verlaten. Op die momenten moet je solliciteren, een woning vinden en zoeken naar een zorgverlener die je wil begeleiden. Ik woonde vroeger in Oosterzele, nabij Gent. Vanuit Merksplas ben je enkele reis bijna drie uur onderweg met bus en trein. Zo krijg je niets voor elkaar.”

“Een betaalbare woning vinden is niet makkelijk. Daarbij komt ook de huurwaarborg die je vooraf moet neertellen. Als de psychosociale dienst je plan afkeurt, ben je dat bedrag gewoon kwijt. Dat kunnen velen hier zich niet permitteren. Zonder hulp van familie of vrienden is het bijna onmogelijk om een ambulant traject te regelen.”

“Veel mensen hebben bijna niemand meer. Hun internering vormt het eindpunt van een leven vol pech. Men wijst altijd naar de rol van psychopathologie, maar ziet de achterliggende sociale context niet. Iedereen die ik hier ken, draagt een zware rugzak.”

Op zoek naar het kwaad

“Aan het begin van mijn internering was ik kwaad. Ik ging op zoek naar de spreekwoordelijke boze heks in dit verhaal. Hoe is het mogelijk dat ik hier zit? Ik verwachtte niet dat alles zo’n abrupte en dramatisch wending kon nemen. En waarom duurt alles zo lang? Had ik een gewone gevangenisstraf gekregen, ik was al lang opnieuw vrij.”

‘Had ik een gewone gevangenisstraf gekregen, ik was al lang opnieuw vrij.’

“Met de tijd begreep ik steeds beter dat mijn gevangenisverblijf niet samenhangt met één persoon of instantie. Internering is een complex systeem van in elkaar hakende radartjes. Te veel betrokkenen doen wat men van hen vraagt, zonder hun nek uit te steken. Het kwaad zit in de optelsom van volgzame uitvoerders die samen een onmenselijk systeem vormgeven. Dat collectieve conformisme beschadigt kwetsbare mensen. Niemand voelt zich op zijn eentje verantwoordelijk, en tegelijk is iedereen verantwoordelijk.”

Vincent Van Quickenborne

Samen met andere geïnterneerden stelde Thomas aan de minister enkele concrete verbeteracties voor. Een echt antwoord kwam er niet. “Hij zou beter zijn excuses aanbieden.”

© ID / David Legrève

Excuses van de minister

Om de situatie van geïnterneerden in de gevangenis aan te kaarten, hield Thomas de pen vast van een brief, gericht aan de minister van Justitie. Samen met de andere geïnterneerden uit Merksplas stelt hij enkele concrete verbeteracties voor. Ze pleiten onder meer voor het recht op een grondige en kosteloze psychiatrische tegenexpertise, voor meer transparantie, informatie en inspraak. En dat elk dossier minstens elk jaar geactualiseerd wordt.

Gedragen mensen zich lastig omdat ze psychisch ziek zijn, of worden ze psychisch ziek en lastig door hun lange verblijf in de gevangenis? En ook: welke invloed hebben camera’s en disciplinerende regels op menselijk gedrag? Het zijn vragen die Thomas bezighouden. Hij twijfelt of de minister het bredere plaatje begrijpt.

‘Gedragen mensen zich lastig omdat ze psychisch ziek zijn, of worden ze psychisch ziek en lastig door hun lange verblijf in de gevangenis?’

“Ik denk dat sommigen zich alleen maar ‘goed’ gedragen omdat iedereen je constant in de gaten houdt: je hoopt hier weg te raken. Maar kan de psychosociale dienst dan wel voortgaan op wat ze ziet? Mensen volgen de regels om allerlei redenen, maar dat weerspiegelt niet per se duurzame gedragsverandering.”

In zijn schriftelijk antwoord verwees Van Quickenborne naar het extra zorgpersoneel in de gevangenis en drie nieuw geplande forensische psychiatrische centra in Aalst, Waver en Paifve. “Een bedroevende en wereldvreemde reactie”, vindt Thomas. “Die nieuwe centra openen pas in 2027. Moeten we nog eens vier jaar wachten? Ik vind het cynisch. Hij zou beter zijn excuses aanbieden.”

Mensen vertrouwen

Twee jaar geleden meldde Thomas zich aan voor een zorgtraject in een psychiatrisch ziekenhuis. Na een wachttijd van achttien maanden kreeg hij de kans om daar te starten. Toch ging het niet door. “Omdat alles zo lang duurde, ben ik weggebleven na een uitgang. Men interpreteerde dat als een gebrek aan motivatie. Onterecht: ik bleef weg omdat ik niet thuishoor in de gevangenis.”

Daarnaast knapte hij af op de bekeringsdrang van het ziekenhuis. “De psychiater sprak me aan op mijn drankgebruik. Hij zei dat mijn houding ten aanzien van alcohol wel zou veranderen tijdens de opname. Maar volgens mij heeft gedwongen hulpverlening geen zin. Oké, ik heb begeleiding nodig, maar geef me de kans om die zelf te organiseren. Ik vind mezelf ook niet gevaarlijk voor anderen. In plaats van je blind te staren op elk mogelijk risico na een vrijlating, zou je mensen beter wat vertrouwen geven.”

Vijf zomers

Zijn principiële houding leidt voorlopig tot een verlengd gevangenisverblijf. “Straks begin ik aan mijn vijfde zomer in Merksplas. Een pijnlijke vaststelling. Anderzijds weiger ik nog op de kar te springen van dit onmenselijke systeem. Voor hetzelfde geld sturen ze me na twee weken ziekenhuisopname gewoon terug. In die zin verlies ik nog liever mijn vrijheid dan mijn principes.”

“Hoewel ik verlang naar een leven zonder tralies, ben ik mij bewust van de mogelijke terugslag. Pas als ik vrijkom, zal ik beseffen wat me overkomen is. Zolang je opgesloten bent, gaat het leven aan je voorbij. Stap opnieuw in dat leven, en je weet wat je gemist hebt. Ik vrees ook de blik van anderen. Hoe zullen mensen reageren als ze mijn geschiedenis kennen? Zal ik mezelf kunnen bevrijden van dat stigma?”

“Naar de vreselijke periode van 2017 en 2018 wil ik nooit meer terug. Vandaag voel ik me, ondanks alles, rustiger. Ik ken mijn wegen in Merksplas en kan terugvallen op een netwerk binnen de muren. Gaat het lukken buiten? Ik hoop het.”

Reacties [14]

  • Pommé Maxime

    Beste, ik ben zelf geïnterneerd, dit al zes jaar, de laagste categorie, open psychiatrie mogelijk. Er is geen uitweg of je moet een geweldig toneelstuk kunnen spelen. Meningen worden niet geapprecieerd, eigenlijk niet toegelaten. Ik zal er mij maar bij neerleggen dat hoog opgeleide mensen het voor het rechte eind hebben

  • Marie-Rose

    wow, proficiat om je moed om dit te schrijven en te posten. Met Merksplas ben ik beetje bekend als bezoeker. De hel, als je daar in de bezoekkamer zit. Ik kan me een beetje indenken hoe het binnen is. Nadien opname twee jaar in De Kiem ,Merelbeke; En daar zag ik hem helemaal opleven en nu werk en zelfstandig wonen . Er is nog hoop. Niet opgeven, ik duim voor je . Blij vechten voor je rechten.

  • Fatima

    Als dochter van een geinterneerde wil ik me hier ook uitspreken. Mijn vader werd geinterneerd na een overval in psychosetoestand. In merksplas waar hij drie jaar verbleef werd hij wekelijks afgeslagen door medegevangenen. Vervolgens mocht hij naar Bierbeek waar ze hem als een crimineel behandelden. Eindstand: overprikkeld en opstandig. In de dossiers kijken ze altijd naar het eerste feit. Dus met andere woorden: ook al stroom je door naar de zorg, je wordt altijd als een crimineel behandeld. Vervolgens pompen ze je vol met medicatie tot ze er als zombies bijlopen.

    Eindstand weet ik niet meer wat wijsheid is: beter in de gevangenis blijven of doorstromen naar de zorg waar ze je volpompen met medicatie en weinig aandacht schenken aan bijwerkingen of therapiegesprekken.

    Ik wens alle familieleden van geinterneerden veel sterkte, want weet hoe dit voelt.

  • Isa

    Sorry dat ik zoveel reacties geef. ik kan gewoon niet alles vertellen. Ik draag veel pijn, veel boosheid. Ik wens iedereen veel sterkte en mag er ooit een zelfhulpgroep komen, voor alle ouders, partners, kinderen, want wij zijn slachtoffer geworden door deze instelling. Hopelijk leest dit iemand die ons een hand geeft, want we hebben hulp nodig. En mag er een einde komen aan dit onrecht. Als de minister mij zelf niet wil helpen. Wie dan wel en waarom gebeurd zoiets onmenselijk. Justitie is een bedrijf dat winst maakt op ons kap. Ze zitten niks met ons in. Echt niet.

    • Delanote

      Geachte Isa
      Ik meen dat u bij Similes terecht kunt, zij werken met familie en kring rond geïnterneerde personen.
      Er is inderdaad niet veel verenigde kracht, ik denk daarover na.

  • Isa

    Wat een gelijkaardig verhaal, wat ik gezien heb als partner, is verschrikkelijk onmenselijk, gevangenen en naasten worden psychisch echt pijn gedaan, zware vernederingen ook zeker niet te vergeten en hun fouten gaan radicaal in een doofpot. Klopt helemaal wat je zegt. Ze evalueren je niet correct telkens gaan ze terug naar de feit. Ik schreef zelf ook naar de minister, maar hij veegt mijn mail weg. Mijn partner werd uit reïntegratie terug opgepakt hij was verhuisd naar een nieuwe stad. 2 justitieassistenten hadden niet met elkaar gecommuniceerd, dus de 1 wist niet dat hij bij mij was, toen we ons vriendelijk voorstelde met onze stukken geraakte ze in paniek. Ze smeet alles toe. We kregen zelf de kans niet om onze bewijzen voor te leggen. De dag nadien vielen ze mijn huis binnen. Al 1 jaar sta ik op invaliditeit door dit trauma, want het is een trauma. Zoveel pijn en verdriet, het maakt je lichaam waardeloos. Justitie, straft en vernederd ook kinderen, partners, ouders… Misdadig…

    • Marie-Rose

      INDERDAAD? HIER OOK TRAUMA . en niemand begrijpt dat. Alé, toch goed dat hij vrij is en terug werkt en goed leven heeft. Ja, alleen val ik in een put,uitgeput van de zorg om hem.

    • Christof De Keyser

      Weinig mensen kunnen dit vatten collega. Ik ben ervan overtuigd dat rechters, advocaten en gerechtsspychiaters geen benul hebben van de schade die ze, zo onverschillig, aanrichten. Ik zit nu zelf weer warm thuis maar weet dat mijn maten (sommige met wat werk aan) in Merksplas straks weer met beperkte kledij grote kans hebben in de regen te moeten zitten als ze van hun eerste of tweede uurtje buitenlucht willen genieten, dit tussen de hoge oude ruwe muren zonder schuilvoorziening aan het paviljoen C. Hoewel het zorgteam zich inzet laat het logge rigide systeem vaak weinig gelijkheid en mentaal welzijn toe en is een diepe Belgische schaamte op zijn plaats.

  • Nele Vandecasteele

    Ik kan als moeder van geïnterneerde zoon die nu reeds 2,5 jaar in de gevangenis verblijft, alleen beamen hoe triest de situatie is en hoe niet alleen de geïnterneerden afzien maar ook de betrokken ouders of partner of kinderen….die met lede ogen heel het gebeuren meeleven. Als ouder of bezoeker wordt je soms al als een soort crimineel aangesproken door mensen uit de gevangenis. Regeltjes en regeltjes die ervoor zorgden dat we hem anderhalf jaar niet konden bezoeken….want elke vraag moet van hen uitkomen….niet menselijk….mijn idee van een land waar recht wordt gesproken en waar iets zoals mensenrechten gelden aan diggelen! Ik wens aan alle betrokkenen geïnterneerden en familie/vrienden goede moed en doorzettingsvermogen!

    • Marie-Rose

      mijn medeleven, ik ben zelfs als moeder niet op de hoogte gesteld dat hijin de gevangenis zat. Hijnwas de eerste x nog minderjarig. werd ook nooit op de hoogte gesteld dat hij verplaatst was, en kon dan zoektochtje beginnen, brieven kwamen terug, inlichtingen mochten ze me niet geven want schending van de privici ellende en stress, die niet echt nodig is. Belgie heeft nog veel werk.

    • thomas

      hoe is zijn situatie nu Marie-Rose? Gaat het beetje beter? Waarom was hij niet meer onder jeugdrechtbank?
      warme groet

  • Driessen Gertie

    Wat een indroevig verhaal…en toch heb je de moed om door te gaan en te geloven dat iets goed hieruit kan volgen! Bedankt om dit neer te schrijven.. reorganisatie van het gevangeniswezen is iets waar wijlen professor Lode Van Outrive al zo vroeg heeft voor gepleit. Hadden ze toen maar geluisterd! Hoeveel mensen zijn méér gekwetst en beschadigd uit de gevangenis gekomen als ze erin zijn gegaan?

    • Isa

      Deze website laat het toe, maar het is heel moeilijk, want ik zoek al 4 jaar hulp. Ik heb hulp gezocht bij Liga, Dirk De wachter, commissie van toezicht, instellingen, politie… Alleen Dirk en de voorzitter van Liga hebben mij sterkte gewenst? Justitie maakt mensen psychisch ziek, door hun fouten, vertragingen, oude wetten die niet meer toepasselijk zijn in deze tijd. Ze maken je boos en dan word je ook nog eens gestraft omdat je boos wordt,met tucht van 2w, dan zwaaien ze met je vonnis, diagnoses en ga zo maar door. Als er iets fout loopt, krijgt de gevangene altijd de schuld. Mijn partner werd gestoken met een schaar, in het verslag stond er dat hij gebeten was. Nee hoor het was een schaar. Maar dat konden ze niet zeggen, er mogen geen scharen zijn, weer foutje in doofpot. Je komt verslaafd buiten, er is meer drugs binnen dan buiten, drugs dat uw lijden kan verzachten. Terwijl ze soms voor drugs zitten. Justitie heeft mijn doen inzien, mijn partner is hun slaaf en ze bewerken hem.

  • Inge

    Dank je dat jij je nek uitsteekt Thomas (Delanote). Het is heel erg hard nodig.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.