Voorschot
Een verhaal uit de praktijk: een zestigjarige vrouw wordt ontslagen door een reorganisatie van het bedrijf waar ze werkt. Ze werkte haar hele loopbaan bij dezelfde werkgever en betaalde al die jaren lidgeld aan een vakbond. Nu de vrouw haar vakbond nodig heeft om haar werkloosheidsvergoeding in orde te maken, kan ze er amper terecht.
‘In meer dan een op vijf leefloondossiers geeft het OCMW een leefloon in afwachting van een uitkering.’
Haar, nochtans eenvoudig, aanvraagdossier sleept aan. Na een tijd stapt ze naar het OCMW. Daar zal ze meer dan een half jaar een leefloon krijgen als voorschot.
Werkloosheid en ziekte
Deze vrouw is niet alleen. In meer dan een op vijf leefloondossiers geeft het OCMW een leefloon in afwachting van de verwerking van een uitkeringsaanvraag bij de vakbond, mutualiteit of hulpkas.
De percentages verschillen sterk tussen lokale besturen. Ter illustratie: OCMW Eeklo zit rond het gemiddelde met 23 procent voorschotdossiers, bij OCMW Balen gaat het over 35 procent van de leefloondossiers. Voorschotten op een werkloosheidsuitkering vormen de grootste groep, voorschotten op een ziekteuitkering komen op de tweede plaats. Meestal moeten OCMW’s gedurende meerdere maanden een voorschot uitbetalen.
Dalend draagvlak
De cijfers hierboven capteren onvoldoende de brede gevolgen en impact van deze evolutie. Burgers die jarenlang bijdroegen aan de sociale zekerheid, hebben het gevoel dat dit systeem er niet voor hen is op het moment dat ze het nodig hebben.
Voor burgers zijn OCMW’s, mutualiteiten en andere uitbetalingsinstellingen samen het gezicht van de overheid. En samen maken we geen goede beurt. Er is een verband tussen het verdwijnen van dat gezicht en het dalend democratisch draagvlak.
‘Er is een verband met het dalend democratisch draagvlak.’
Een brievenbus waarin je je documenten kan deponeren, een online klantenzone… Het is geen evenwaardige vervanging voor een plek of loket waar mensen vroeger terecht konden voor hulp bij hun uitkeringsaanvraag of papierwerk bij bijvoorbeeld mantelzorg.
De verhouding tussen dienstverlening waar je fysiek terecht kan en alles wat telefonisch en digitaal moet, strookt onvoldoende met de verwachtingen van burgers. Sociaal werkers in de OCMW’s signaleren dat de eerste zin van steeds meer mensen is: “Ik ben dan maar naar het OCMW gekomen”.
Toegangspoort
Meer en meer zijn OCMW’s de eerste toegangspoort tot de sociale zekerheid, terwijl ze normaal gezien vooral de rol van vangnet onder die sociale zekerheid hebben.
We beseffen ook dat de verschillende uitbetalingsinstellingen aan heel wat uitdagingen het hoofd moeten bieden, zoals vacatures invullen in tijden van krapte op de arbeidsmarkt. Maar deze uitdagingen spelen vaak ook bij de OCMW’s. Bovendien zetten de extra voorschotaanvragen bij de OCMW’s nog eens extra druk op de begeleiding van reguliere cliënten. Ze wegen ook op de jobtevredenheid van sociaal werkers.
De personeelstijd en uitbetaalde voorschotten zorgen voor een hoge kost voor lokale besturen. Een voorbeeld: OCMW Denderleeuw stelt één voltijdse maatschappelijk werker aan voor deze voorschotdossiers, in een stad als Antwerpen gaat dit om dertien voltijdse krachten voor meer dan 230 unieke aanvragen per maand.
Tevergeefs aankloppen
Soms zit er venijn in de staart van zo’n voorschotdossier: als een aanvraag in orde is, moet de uitbetalingsinstelling het OCMW terugbetalen. Wanneer deze stap wordt vergeten, blijven OCMW’s tevergeefs aankloppen bij uitbetalingsinstellingen. ‘Subrogatie negatie’ heet dat in vakjargon. Het is een van de redenen waarom OCMW’s er soms voor kiezen om financiële steun te geven, en dus geen leefloon. Op die manier kunnen ze namelijk met de cliënt zelf afspraken maken over terugbetaling.
En zo komen we opnieuw bij de cijfers: om de omvang van het probleem helemaal correct weer te geven, zouden we ook alle mensen die geen leefloon maar wel financiële steun krijgen in afwachting van een uitkering moeten meetellen. Net als alle mensen die enkel uitleg en hulp bij papierwerk komen vragen. En alle mensen die de stap naar het OCMW niet zetten, maar wel hun huur moeten betalen.
Als VVSG zijn we in gesprek met de uitbetalingsinstellingen om te bekijken hoe het beter kan. Maar een quick fix zit er niet in. Eender welke oplossing is moeilijk. Of heel duur. Of allebei. Enkel oplossingen die de instroom van deze groep cliënten afremmen, pakken de problematiek van leefloon als voorschot structureel aan.
Rekenen op het systeem
De OCMW ’s zijn een sterk vangnet en willen die rol ten volle blijven opnemen. Ze zijn natuurlijk ook een toegangspoort, maar momenteel in zo’n mate dat er moet ingegrepen worden. De VVSG vraagt dat uitbetalingsinstellingen zelf meer verantwoordelijkheid opnemen in het verlenen van voorschotten op de eigen uitkering. Hun dienstverlening zal daardoor meer nabij aanvoelen. Het zal bovendien cliëntvriendelijker, efficiënter en goedkoper zijn.
‘Op het moment mensen de sociale zekerheid nodig hebben, moet het systeem er zijn en werken.’
We zouden ons vergissen als we hiervan een verhaal maken waarin de ene sociaal werker de andere verwijt te weinig toegankelijk te zijn. Deze opinie zou ook de indruk kunnen wekken dat sociaal werk in een OCMW veel administratief werk is en minder echt sociaal werk zou zijn. Dat klopt niet. Alle respect ook voor de medewerkers van de uitbetalingsinstellingen die alle dagen bergen dossiers, mails en telefoons moeten verwerken.
Laat ons daarom de focus leggen op onze sociale zekerheid. Op het moment dat mensen de sociale zekerheid nodig hebben, moet dat systeem er zijn en werken. Dienstverlening moet weer een gezicht krijgen en de druk op het vangnet moet dalen. Dat is de uitdaging waar we samen middenin staan. Dit moet onze focus zijn.
Reacties [5]
En dan wensen bepaalde politieke partijen de vakbonden en mutualiteiten aan banden te leggen of af schaffen om nog meer afstand te creëren tussen de burger en instanties. Dit leidt tot onmacht en frustratie maar ik vrees dat dat de bedoeling is. Weg met dienstverlening, weg met empathie en vooral ‘een ieder voor zich ‘mentaliteit.
Leefloon is een tegemoetkoming voor mensen die tijdelijk geen bijdrage kunnen leveren aan de staat, met deze investering hoopt de staat, dat de leefloners zich inspannen om op zo kort mogelijke termijn die tegemoetkoming te compenseren door te participeren aan het arbeidscircuit, dus leeflonen op kosten van de werkende klasse , tot de pensioenleeftijd is misdadig.
Iderdaad, dienstverlening moet terug een gezicht krijgen. Corona heeft voor een pervers nevenefeect gezorgd: je moet alles zelf doen : inscannen , opvolgen en hopen dat het dan juist gebeurt.Wie niet digitaal mee is, staat nog verder weg van een goede opvolging. Iedereen werkt in jouw dossier en dat betekent dat je je verhaal vaak verschillende keren moet herhalen vooraleer men mee is. Maar kostenbesparend is het zeker en ook geen wachtruimte meer nodig op de vele diensten die enkel op afspraak willen werken.
Dit is geen nieuwe situatie, de OCMW-maatschappelijk werkers vervullen sinds de oprichting van de OCMW’s deze taak. Ze zijn de vertrouwelingen van de burgers. Ze hebben een brede knowhow van de sociale wetgeving en de sociale kaart. Ze ervaren, samen met hun cliënteel, als eersten de meest acute en nieuwe maatschappelijk problemen. Het cliënteel ervaart het OCMW en zijn maatschappelijk werkers als bekwaam en toegankelijk. Bovendien blijven vele maatschappelijk werkers ook decennialang in dienst en is het geen gaan en komen van steeds maar nieuwe gezichten. Kortom, om het eens in marketingtermen te zeggen, ze zijn een vertrouwd merk.
Dus ik wil hier nog maar eens pleiten om zeker niet te besparen op de sociale diensten bij de OCMW’s. Ze staan garant voor een continue laagdrempelige en generalistische psycho-sociale hulpverlening aan mensen in moeilijkheden.
En dan geeft dut artikel enkel zicht op wie aanklopt op OCMW om een voorschot te vragen. Zelf had ik gelukkig genoeg voldoende buffer op het eindeloos wachten op een uitkering te overbruggen. De frustratie van te moeten blijven aandringen om iets te krijgen waar je recht op hebt, was ook heel erg groot. Even groot de frustratie over de absolute onbereikbaarheid van zowel vakbond als CM. De begeleiding was bijzonder onpersoonlijk en vooral erg onbereikbaar en onduidelijk.
Je voelt je echt verloren als je op een kwetsbaar moment, als je ziek bent of werkloos, zo lang moet wachten op duidelijke informatie en je vergoeding.
Voor mensen in een minder gepriviligeerde positie, minder marge financieel, minder talig, minder bekend met het ´landschap´ van de hulpverlening komt dit des te harder binnen …
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies