Slechte reputatie
Voor jeugdwerkers in de Brusselse Kanaalzone, met onder meer Molenbeek en de Anneessenswijk, zijn extremisme en radicalisering geen onbekenden.
Vooral Molenbeek kreeg na de aanslagen in Parijs (2015) en Brussel (2016) een negatieve reputatie. Media van over heel de wereld streken neer in wijken en buurten die ze omschreven als brandhaarden van moslimextremisme. Het feit dat een pak jongeren uit die buurten zich aanmeldden als Syriëstrijder deed de reputatie ook geen deugd.
‘Jongerenwerkers voelden zich onbegrepen.’
Maar jongere en oudere bewoners herkenden zich niet in de hardnekkige stereotypes die werden opgedrongen. Ook jeugdwerkers voelden zich onbegrepen door de buitenwereld. Jarenlang kregen ze nauwelijks aandacht voor hun intense werk. In de toenmalige sfeer van angst en wantrouwen werden deze sociale professionals door sommigen plots beschouwd als de aanstokers van radicalisering.
Zelf aan het woord
Tegen deze achtergrond namen jeugdwerkers en onderzoekers uit Brussel het initiatief voor een twee jaar durend actie-onderzoek. Doel? Een ander perspectief ontwikkelen op radicalisering. Het onderzoek kreeg de naam ‘Rise Up’.De onderzoekers waren verbonden aan Odisee Hogeschool. De jongeren en jongerenwerkers kwamen uit de Brussels Boxing Academy, de Vereniging voor Marokkaanse Jongeren, de jeugdwerking D’Broej en het Collectief Bim.
Startpunt was hun frustratie dat media en beleidsmakers van alles beweerden en schreven over jongeren en hun begeleiders, maar dat er nauwelijks naar hen werd geluisterd. Deze lacune moest dringend ingevuld worden door degenen die in het vizier kwamen zelf aan het woord te laten.
Hoe kijken jongeren naar radicalisering en moslimextremisme? Hoe ervaren ze de negatieve beeldvorming rond religie? Wat verwachten ze van de samenleving en van hun eigen ontplooiingskansen?
Uitputtende zoektocht
Het actie-onderzoek bracht antwoorden op deze vragen. Zowel de jongeren als de jeugdwerkers werden uitgedaagd om hun eigen positie in de samenleving te bevragen, en te verkennen hoe ze andere perspectieven op zichzelf en het samenleven konden ontwikkelen.
Dat gebeurde niet met een klassieke bevraging via interviews of vragenlijsten. De onderzoekers kozen ervoor om hun gegevens te verzamelen doorheen momenten van fysieke en mentale confrontatie: uitputtende tochten in de Ardennen, de Pyreneeën en in de Schotse Highlands, een gezamenlijke verkenning van de grootstad Istanboel met zijn gemengd christelijk-mohammedaanse roots.
Al snel werd duidelijk dat er in de publieke opinie één specifieke en negatief geladen invulling van radicalisering dominant werd. Dat bracht de jeugdwerkers en onderzoekers ertoe om de kiemen te leggen van een bredere invulling van radicalisering. Radicalisering als complex fenomeen dat samen met andere maatschappelijke veranderingen zoals uitsluiting, verdringing en racisme binnendringt in de leefwereld van jongeren. Die veranderingen geven vaak aanleiding tot frustraties, onvrede en mogelijk geweld.
Tochten en gesprekken
Dit breder perspectief op radicalisering opent de poort naar constructieve oplossingen die een al te eenzijdige repressie overstijgen.
‘Radicalisering is een complex, meerlagig fenomeen.’
Een eerste moment van verbreding en verdieping kwam tot stand tijdens een winters verblijf in een schamele chalet in de Ardennen. Fysieke activiteiten zoals trektochten werden er afgewisseld met indringende gesprekken over radicaliteit. Uiteenlopende figuren die als ‘radicaal’ bestempeld worden passeerden de revue: Salah Abdeslam, Anders Breivik, Nelson Mandela, Rosa Parks.
De reflectie op het engagement van deze bekende figuren maakte het voor de jongeren duidelijk dat radicaliteit en radicalisering een complex, meerlagig fenomeen is. Radicalisering wijst op een dieperliggende malaise als gevolg van ingrijpende maatschappelijke veranderingen.
Naar Istanboel
Welke maatschappelijke veranderingen geven aanleiding tot radicale reacties en hoe zijn die reacties te interpreteren? Deze vragen werden verkend tijdens een verblijf in Istanboel.
Deze stad werd uitgekozen omdat ze model staat voor een plek in volle ontwikkeling: een snelgroeiende metropool gekenmerkt door een explosieve demografische evolutie, een snelgroeiende kapitalistische economie, een opvallende culturele diversiteit en een meervoudige historische gelaagdheid. Allemaal kenmerken die ook van toepassing zijn op Brussel, de thuisstad van deze jongeren.
Tijdens dit verblijf stonden de jongeren en hun begeleiders ook stil bij hun eigen kwetsbaarheid. Door middel van digital storytelling onderzochten de jongeren hun levenskwetsuren. Ontroerende verhalen over afwijzing, miskenning, verraad, vernedering, onrechtvaardigheid passeerden de revue.
Veel van die ervaringen brengen de jongeren in verband met het discriminerend optreden van de Brusselse politie. Etnische profilering is voor hen een dagelijkse ervaring: witte jongeren worden met rust gelaten, gekleurde jongeren worden geviseerd. Daarnaast borrelen ook verhalen op over achterstelling in het onderwijs en gebroken schoolcarrières.
Vragen rond veerkracht
Tijdens een laatste etappe kwamen de jongeren en hun begeleiders uit bij de ervaring van veerkracht. Deze ervaring ondervonden ze aan de lijve tijdens twee lastige, soms uitputtende, bergtochten: één in de Pyreneeën en één in de Schotse Hooglanden. Deze tochten waren een ingrijpende confrontatie met de eigen broosheid.
‘Dit boek is een indrukwekkend verslag van een grensverleggend onderzoek.’
Het nodigde de jongeren uit om ook aan de samenleving een aantal indringende vragen te stellen: Waar zijn we met z’n allen in veerkracht tekortgeschoten? Hoe komt het dat de knowhow om met de impact van geopolitieke conflicten op Brusselse jongeren om te gaan, enkel bij een handvol jeugdwerkers ligt? Hoe komt het dat die ervaringskennis niet gedeeld wordt? Hoe zijn we als netwerk van jeugdorganisaties, lokale preventiediensten, kabinetten en administraties er niet in geslaagd jeugdwerkers te ondersteunen?
Deze en andere vragen leggen het falen bloot van de overheid om met de uitdagingen van radicalisering op een andere manier om te gaan dan vanuit het voor de hand liggend repressief perspectief.
Nieuwe paden
Het boek ‘Radicalisering. Donkere spiegel van een kwetsbare samenleving’ is een indrukwekkend verslag van een grensverleggend onderzoek.
De onderzoekers slagen erin om jongeren die doorgaans moeilijk te motiveren zijn om aan zo’n onderzoek deel te nemen, gedurende een langere periode te betrekken. Dat is zeker ook de verdienste van de jeugdwerkers die de jongeren op sleeptouw namen.
‘De jongeren moesten onbekende terreinen verkennen, uitputtende inspanningen leveren, samen stilstaan bij eerdere ingrijpende gebeurtenissen in hun levensloop.’
De onderzoekers hebben met hun interpretatie van actie-onderzoek nieuwe paden bewandeld. Vertrekkende van de vaststelling dat het dominante discours over radicalisering eenzijdig en stigmatiserend was, hebben ze een interessante poging ondernomen om het fenomeen te verbreden en te verdiepen. Dit wil zeggen: het in zijn complexe samenhang te situeren en te herinterpreteren.
Bovendien hebben ze radicalisering niet alleen ontmanteld en weer opgebouwd, maar ook elementen aangereikt voor een alternatief perspectief en emancipatorische praktijken.
Geen garantie op succes
Deze benadering biedt uiteraard geen garantie op succes. Wel biedt dit actie-onderzoek zicht op andere vormen van begeleiding voor jongeren die de kans lopen om vanuit frustratie en onvrede op het pad van (zelf)destructie terecht te komen. Dit kader biedt daarnaast aanknopingspunten voor beleidsmakers, ambtenaren, jeugdwerkers en politionele en gerechtelijke instanties om nieuwe wegen te bewandelen.
‘Een aanrader voor al wie radicalisering beter wil begrijpen.’
De onderzoekers hebben, samen met de jongeren en hun begeleiders, een ongewoon parcours van actie en reflectie doorlopen. De deelnemers kregen te maken met verschillende fysieke en mentale uitdagingen: onbekende terreinen verkennen, uitputtende inspanningen leveren, samen stilstaan bij die ervaringen en bij eerdere ingrijpende gebeurtenissen in hun levensloop.
Theoretische inzichten
Gaandeweg reikten de onderzoekers interessante theoretische inzichten aan die deze ervaringen konden verdiepen en verbreden. Ze gingen te rade bij auteurs die hun reflectieproces konden verrijken. Zo gaf de Franse schrijfster Lise Bourbeau inzicht in hoe levenskwetsuren tot stand komen, maar ook verholpen kunnen worden. De Engelse sociaalwerkonderzoekster Lena Dominelli verrijkte het gesprek met haar bevindingen over veerkracht. Dat bood steun en inspiratie, net zoals de inzichten van filosofen zoals Immanuel Levinas, Hannah Arendt, Martha Nussbaum, Paul Ricoeur.
Het boek brengt een boeiende analyse van hoe jongerenwerk grenzen kan verleggen. Het is een aanrader voor al wie gelooft in deze jongeren en de kracht van het jeugdwerk en voor al wie radicalisering beter wil begrijpen.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies